Investeringsregeling biologische varkenshouderij

Investeringsregeling biologische varkenshouderij

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
Gelet op artikel 87, derde lid, onderdeel c, EG,
Gelet op de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector (PbEG C 232 van 1 februari 2000),

Besluit:

Paragraaf

I

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

  • b.

    biologische productiemethode: productiemethode als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode;

  • c.

    biologische varkenshouderij: het houden van varkens overeenkomstig de biologische productiemethode;

  • d.

    landbouwbedrijf: geheel van productie-eenheden in Nederland bestaande uit een of meer gebouwen of gedeelten daarvan en daarbijbehorende landbouwgrond, uitsluitend of onder meer dienende tot de uitoefening van de landbouw;

  • e.

    Stichting Skal: controle-instelling belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode bepaalde;

  • f.

    varkensrecht: varkensrechten onderscheidenlijk fokzeugenrechten als bedoeld in artikel 1, onderdelen h en i, van de Wet herstructurering varkenshouderij;

  • g.

    investeringsproject: samenhangend geheel van investeringen in productiemiddelen die in een productieproces meer jaren meegaan en waarop doorgaans wordt afgeschreven;

  • h.

    rechtspersoon: rechtspersoon, anders dan een publiekrechtelijke rechtspersoon;

  • i.

    varken: big, fokzeug, mestvarken of ander varken;

  • j.

    afnamecontract: juridisch afdwingbare verbintenis waarin een landbouwbedrijf met een of meerdere afnemers is overeengekomen om gedurende een periode van ten minste twee jaar een minimumaantal biologische varkens te leveren voor een prijs die ten minste niet lager is dan de bij de verbintenis vastgelegde minimumprijs;

  • k.

    bedrijfsaansluitingsbevestiging: bedrijfsaansluitingsbevestiging als bedoeld in artikel 2, derde lid, van het Controlereglement biologische productiemethode onderscheidenlijk artikel 2, derde lid van het Controlereglement Skal-controle van de stichting Skal;

  • l.

    bedrijfsaansluitingscertificaat: bedrijfsaansluitingscertificaat als bedoeld in artikel 2, achtste lid, van het Controlereglement biologische productiemethode onderscheidenlijk artikel 2, achtste lid, van het Controlereglement Skal-controle van de stichting Skal;

  • m.

    economische levensvatbaarheid: de omstandigheid dat een onderneming solvabel, liquide en niet structureel verliesgevend is onderscheidenlijk zal zijn, hetgeen blijkt uit de verklaring onderscheidenlijk de gegevens als bedoeld in respectievelijk artikel 8, vierde lid, onderdeel a, en artikel 8, vijfde lid;

  • n.

    handelsdocumenten: alle documenten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, en artikel 3 van verordening (EEG) nr. 4045/89 van de Raad van 21 december 1989 inzake de door de Lid-Staten uit te voeren controles op de verrichtingen in het kader van de financieringsregeling van de afdeling Garantie van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw en houdende intrekking van Richtlijn 77/435/EEG (PbEG L 388);

  • o.

    LASER: agentschap Landelijke Service bij Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.

Paragraaf

II

Investeringsprojecten

Artikel

2

De minister kan ter vermindering van de belasting voor het milieu en de natuur door de varkenshouderij op grond van de volgende bepalingen een subsidie verstrekken voor de investeringen ten behoeve van de omschakeling van de varkenshouderij naar de biologische productiemethode.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen de volgende door de aanvrager gemaakte en betaalde kosten, voorzover zij noodzakelijk zijn en rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de onderdelen van het investeringsproject waarop de beschikking tot subsidieverlening betrekking heeft:

  • a.

    de kosten van aangeschafte machines en apparatuur, gebaseerd op de historische aanschafprijzen,

  • b.

    de kosten van de bouw van onroerende zaken, en

  • c.

    de algemene kosten, met name de kosten voor architecten, ingenieurs en adviseurs en installatiekosten, tot een maximum van 12% van de onder a en b bedoelde kosten.

Artikel

7

Paragraaf

III

Subsidieverlening

Artikel

8

Artikel

9

De minister geeft de beschikking tot subsidieverlening binnen vier maanden na afloop van de aanvraagperiode waarin de aanvraag tot subsidieverlening is ingediend.

Indien deze termijn niet kan worden gehaald, stelt de minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een redelijke termijn waarop de beschikking tegemoet kan worden gezien.

Artikel

10

De subsidieverlening kan worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat de financiering van het project niet toereikend zal zijn.

Paragraaf

IV

Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel

11

Artikel

12

De subsidieontvanger is verplicht uiterlijk binnen acht maanden nadat het investeringsproject is voltooid een bedrijfsaansluitingscertificaat voor de biologische varkenshouderij van Stichting Skal te hebben verkregen.

Paragraaf

V

Subsidievaststelling

Artikel

13

Artikel

15

De Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is belast met het toezicht op de naleving van de in deze regeling gestelde voorschriften. Zij kan daartoe gebruik maken van de diensten van de stichting Skal.

Artikel

17

Paragraaf

VI

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Wijzigt deze regeling.

Artikel

20

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

21

Deze regeling wordt aangehaald als: Investeringsregeling biologische varkenshouderij.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J. Brinkhorst

Bijlage

1

Controleprotocol als bedoeld in artikel 13, derde lid, van de Investeringsregeling biologische varkenshouderij

Bij de controle, op basis waarvan de rapportage bedoeld in tweede lid van artikel 13 plaatsvindt, dient aan de naleving van de volgende artikelen op de daarbij aangegeven wijze aandacht te worden besteed.

Artikel

Soort aandacht

artikel 5, eerste lid

speciale aandacht

artikel 5, tweede lid

speciale aandacht

artikel 5, derde lid

speciale aandacht

artikel 6

normale aandacht

artikel 7, derde lid

speciale aandacht

artikel 11, eerste lid

speciale aandacht

artikel 11, derde lid

speciale aandacht

artikel 12

speciale aandacht

artikel 13, lid 2c

normale aandacht

Toelichting (op de bijlage)

Artikel 5, eerste lid: Vaststellen dat de aanvrager de eerste gebruiker is van de investeringen en dat de investeringen gericht zijn op het houden van varkens volgens de normen van de biologische productiemethode en in overeenstemming met de voorschriften van Stichting Skal.

Artikel 5, tweede lid: Vaststellen of de investeringen dienen ter vervanging van productiemiddelen die reeds het eigendom zijn van de aanvrager.

Artikel 5, derde lid: Vaststellen dat met de uitvoering van de investeringen, inclusief het aangaan van verplichtingen, geen aanvang is gemaakt voordat de ontvangst van de aanvraag tot subsidieverlening schriftelijk is bevestigd.

Artikel 6: Vaststellen dat de voor de subsidievaststelling opgevoerde kosten daadwerkelijk zijn betaald en zijn toe te rekenen aan de onderdelen van het investeringsproject waarop de beschikking tot subsidieverlening betrekking heeft. Voorts het vaststellen dat de kosten uitsluitend betrekking hebben op aangeschafte machines en apparatuur, gebaseerd op historische aanschafprijzen, kosten van de bouw van onroerende zaken en algemene kosten voor architecten, ingenieurs en adviseurs en installatiekosten.

Artikel 7, derde lid: Vaststellen dat het totale subsidiebedrag, inclusief subsidie uit anderen hoofde en ander geldelijk voordeel van overheidswege voor de subsidiabele investeringen of een gedeelte daarvan, niet meer bedraagt dan 40% van de subsidiabele kosten.

Artikel 11, eerste lid: Vaststellen dat het investeringsproject overeenkomstig het investeringsplan, binnen Nederland en binnen 18 maanden nadat de minister de beschikking tot subsidieverlening heeft verzonden, is uitgevoerd.

Artikel 11, derde lid: Vaststellen dat de subsidieontvanger een administratie voert die zodanig is ingericht dat daaruit te allen tijde op eenvoudige en duidelijke wijze alle kosten voor het investeringsproject kunnen worden afgelezen, gespecificeerd naar de in artikel 6 onderscheiden kostensoorten.

Artikel 12: Vaststellen dat de aanvraag voor de vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen acht maanden nadat het investeringsproject is voltooid.

Artikel 13, lid 2c: Vaststellen of de financiële verantwoording van het project voldoet aan de voor dit doel eraan te stellen eisen.

Onder normale aandacht wordt verstaan: controle met een diepgang die gebruikelijk is voor het afgeven van een accountantsverklaring bij een verantwoording.

Onder speciale aandacht wordt verstaan: controle waarbij nadrukkelijk wordt bezien of de desbetreffende voorschriften zijn nageleefd. In dit geval moet dus verder worden gegaan dan normaal bij een controle van een verantwoording.

Aan de niet genoemde artikelen behoeft bij de controle geen aandacht te worden besteed, met dien verstande dat, teneinde de controle op de hierbovengenoemde artikelen goed te kunnen verrichten, kennisneming van deze overige artikelen noodzakelijk is.

De minister behoudt zich het recht voor om de Accountantsdienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een review te laten uitvoeren op de door de accountant van de aanvrager, aan wie de subsidie ingevolge de Investeringsregeling biologische varkenshouderij is verleend, verrichte werkzaamheden.

Tekst accountantsverklaring, als bedoeld in artikel 13, tweede lid

Goedkeurende verklaring:

Accountantsverklaring

Wij hebben de bijgevoegde financiële verantwoording met betrekking tot de beschikking tot subsidieverlening in het kader van de Investeringsregeling biologische varkenshouderij, kenmerk ... van ... (naam + zetel) gecontroleerd. Dit onderzoek is verricht in overeenstemming met algemeen aanvaarde controlegrondslagen en met de aanwijzingen die de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in het controleprotocol, behorende bij vorenbedoelde ministeriële regeling, heeft gegeven met betrekking tot de controle op de naleving van de subsidiebepalingen.

Op grond van dit onderzoek zijn wij van oordeel dat deze verantwoording voldoet aan de voor dit doel eraan te stellen eisen. Tevens delen wij mede dat de in het controleprotocol genoemde subsidiebepalingen zijn nageleefd.

Plaats en datum: ...

Handtekening: ...

Naam accountant: ...

Naam accountantskantoor: ...

Adres: ...

Postcode en woonplaats: ...

Telefoon: ...