ongehuwde dan wel degene die duurzaam gescheiden leeft van de persoon met wie hij gehuwd is, en die de volledige zorg heeft voor één of meer tot zijn last komende kinderen en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander, tenzij het betreft een bloedverwant in de eerste graad;
ten laste komend kind:
kind in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop het primair onderwijs voor dat kind eindigt en voor wie de alleenstaande ouder aanspraak op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet kan maken;
kinderopvang:
het in georganiseerd verband tegen vergoeding verzorgen en opvoeden van kinderen door anderen dan de eigen ouder, pleeg- of stiefouder op uren dat deze zelf hiervoor niet beschikbaar is wegens de omstandigheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid;
dagopvang: aanbod van kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 tot en met 4 jaar.
2º.
buitenschoolse opvang: het in georganiseerd verband tegen vergoeding bieden van verzorging, opvoeding, toezicht en vrijetijdsactiviteiten aan kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het primair onderwijs voor dat kind eindigt, door anderen dan de eigen ouders, pleeg- of stiefouders, waarbij in ieder geval opvang wordt geboden na school en in schoolvakanties;
3º.
gastouderopvang: kinderopvang voor kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop het primair onderwijs voor dat kind eindigt in een gezinssituatie, die tot stand komt door bemiddeling van een gastouderbureau en die betrekking heeft op gelijktijdig ten hoogste vier kinderen;
kalenderjaar:
het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.
2
Burgemeester en wethouders kunnen voor de toepassing van deze regeling besluiten gehuwden, als partners geregistreerden of ongehuwd samenwonenden gelijk te stellen met een alleenstaande ouder in het geval één van de partners door omstandigheden de volledige zorg voor één of meer tot hun last komende kinderen op zich heeft genomen.
Artikel
2
Subsidie aan de gemeente
1
De minister verstrekt op aanvraag aan een gemeente subsidie voor de door de gemeenten in het kalenderjaar te maken kosten voor kinderopvangplaatsen voortvloeiend uit overeenkomsten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, ten behoeve van alleenstaande ouders die als zodanig in dat jaar:
geen algemene bijstand meer ontvangen als bedoeld in de Algemene bijstandswet wegens het direct daarop aansluitend verrichten van betaalde arbeid, waaronder begrepen arbeid die met overheidsbijdragen wordt gefinancierd dan wel waarvoor de werkgever subsidie ontvangt op grond van de Wet inschakeling werkzoekenden, het Besluit in- en doorstroombanen of de Regeling schoonmaakdiensten particulieren, waarbij, met inachtneming van artikel 13, naar het oordeel van burgemeester en wethouders het bekostigen van de kinderopvang nog steeds noodzakelijk is om die arbeid te kunnen blijven verrichten;
de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, scholing of een opleiding volgen dan wel betaalde arbeid verrichten, en met toepassing van artikel 11 of 13, vierde lid, van de Algemene bijstandswet algemene bijstand ontvangen of kunnen ontvangen.
2
Met algemene bijstand als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en d, wordt gelijkgesteld een uitkering op grond van enige sociale zekerheidswet waarvan de hoogte de bijstandsuitkering voor een alleenstaande ouder niet te boven gaat indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders het ontbreken van de bekostiging van kinderopvang ten aanzien van de betreffende alleenstaande ouder zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
De subsidie wordt verleend indien de gemeente voor de alleenstaande ouder of de alleenstaande ouder zelf met instemming van de gemeente, met een instelling of een natuurlijke persoon die de kinderopvangplaats verzorgt, daartoe een schriftelijke overeenkomst sluit.
2
In de overeenkomst is op duidelijke en overzichtelijke wijze vermeld:
a.
de instelling jegens welke of de natuurlijke persoon jegens wie de uitgaven worden gedaan;
b.
de instelling of de natuurlijk persoon die de kinderopvang verricht indien deze een andere is dan bedoeld in onderdeel a;
c.
naam en geboortedatum van de kinderen voor wie de kinderopvang pleegt te worden genoten;
d.
naam en adres van de alleenstaande ouder ten behoeve van wie de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, wordt aangegaan;
e.
de periode waarin en het aantal dagen van de week waarop naar kinderopvang, buitenschoolse opvang of gastouderopvang onderscheiden, van deze regeling gebruik pleegt te worden gemaakt;.
f.
het adres waar de kinderopvang pleegt plaats te vinden.
3
Burgemeester en wethouders of de alleenstaande ouder, bedoeld in het eerste lid, die de overeenkomst aangaat, dragen er zorg voor dat in de overeenkomst:
a.
geen langere opzegtermijn wordt opgenomen dan twee maanden, en
b.
wordt vastgelegd dat de instelling of de natuurlijke persoon, bedoeld in onderdeel a of b van het tweede lid, verplicht is de gemeente te berichten indien zich onregelmatigheden voordoen ten aanzien van het gebruik van de kinderopvangplaats.
4
Na de ontvangst van een bericht als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, onderzoeken burgemeester en wethouders of de overeenkomst, bedoeld in het eerste lid, wordt voortgezet. Zo nodig zeggen burgemeester en wethouders de overeenkomst op.
5
Aan de gemeente wordt geen subsidie verleend voor zover ten aanzien van de overeenkomst voor de kinderopvangplaats recht bestaat op een andere subsidie of werkgeversbijdrage.
Artikel
4
Beschikbaar budget en verdeling van het budget
1
Het voor het jaar 2003 beschikbare budget bedraagt € 68,9 mln.
2
De maximale subsidie per gemeente wordt op basis van het bedrag, genoemd in het eerste lid, bepaald naar evenredigheid van het aantal alleenstaande ouders, dat volgens de door het Centraal bureau voor de statistiek vervaardigde Abw-statistiek per ultimo 2001 in de gemeente woonplaats had en als zodanig algemene bijstand op grond van de Algemene bijstandswet ontving, waarbij de subsidie in ieder geval per gemeente die een aanvraag doet op basis van deze regeling ten minste € 9.423,- bedraagt. De uit de eerste volzin voortvloeiende maximaal beschikbare subsidie per gemeente is opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling.
3
Indien de ontwikkeling van de lonen in de gepremieerde en gesubsidieerde sector of de ontwikkeling van het prijsindexcijfer van de particuliere gezinsconsumptie daartoe aanleiding geeft wordt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, door de minister herzien en bekend gemaakt in de Staatscourant.
Artikel
5
Vervallen
Artikel
6
Aanvraag
1
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de minister uiterlijk op 1 april van het kalenderjaar een aanvraag heeft ontvangen om in aanmerking te komen voor subsidie.
2
Bij de aanvraag wordt aangegeven tot welk subsidiebedrag burgemeester en wethouders voornemens zijn in het kalenderjaar door middel van overeenkomsten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, kinderopvangplaatsen voor alleenstaande ouders aan te gaan. Daarbij kunnen burgemeester en wethouders aangeven voor meer of minder subsidie in aanmerking te willen komen dan bij toepassing van artikel 4, tweede lid, voor die gemeente beschikbaar is. De aanvraag is ingericht volgens de bij deze regeling behorende bijlage 2.
3
Indien burgemeester en wethouders bij de aanvraag te kennen geven het maximum subsidiebedrag dat volgt uit de toepassing van artikel 4, tweede lid, niet of niet volledig te zullen aanwenden, kan de minister voor die gemeente een lagere maximale subsidie verlenen, overeenkomstig het door die gemeente aangegeven bedrag.
4
Indien de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, niet uiterlijk op 1 april is ontvangen door de minister, kan de minister de subsidie ambtshalve op nihil vaststellen en wordt het voorschot bedoeld in artikel 7, eerste lid, teruggevorderd.
5
Indien de minister gebruik gemaakt heeft van de bevoegdheid, bedoeld in het derde of vierde lid, kan hij de daardoor resterende subsidie toedelen aan de gemeenten die meer subsidie hebben aangevraagd dan het maximale subsidiebedrag en voor die gemeenten een hogere maximale subsidie verlenen. Artikel 4, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
6
Burgemeester en wethouders van gemeenten die zorgdragen dat de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, tijdig is ontvangen door de minister, ontvangen vóór 1 juni van het kalenderjaar van de minister een beschikking tot subsidieverlening waarin de maximale subsidie voor dat jaar is opgenomen.
Artikel
7
Bevoorschotting
1
De minister betaalt op of omstreeks 15 februari van het kalenderjaar aan gemeenten een voorschot van 50% van de maximale subsidie bedoeld in artikel 4, tweede lid, zonder dat daartoe door burgemeester en wethouders reeds een aanvraag is ingediend.
2
Gemeenten die over het jaar 2001 geen of een nihil jaaropgave als bedoeld in artikel 8 van de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 2001 en over het jaar 2002 geen aanvraag voor kinderopvang als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van deze regeling hebben ingediend, ontvangen geen voorschot in het kalenderjaar, tenzij de aanvraag bedoeld in artikel 6, eerste lid, vóór 1 februari van het kalenderjaar door de minister is ontvangen. In dat geval ontvangt de gemeente het voorschot, bedoeld in het eerste lid, op of omstreeks 15 maart van het kalenderjaar.
3
De minister betaalt op of omstreeks 15 juni van het kalenderjaar aan gemeenten een voorschot van 80% van de maximale subsidie, bedoeld in artikel 6, zesde lid. Bij de betaalbaarstelling van dit voorschot wordt het voorschot, bedoeld in het eerste of tweede lid, verrekend dan wel teruggevorderd.
4
Indien de minister gebruik maakt van zijn bevoegdheid, bedoeld in artikel 4, derde lid, wordt de daaruit voortvloeiende hogere subsidie zo spoedig mogelijk bij wijze van voorschot in één keer aan gemeenten betaalbaar gesteld tot 80% van de maximale subsidie, bedoeld in artikel 6, zesde lid.
Artikel
8
Jaaropgave
1
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat uiterlijk op 20 september van het jaar volgend op het kalenderjaar de minister opgave van de voor subsidie in aanmerking komende kosten voortvloeiend uit overeenkomsten voor kinderopvang, bedoeld in deze regeling, daaronder niet begrepen uitvoeringskosten, heeft ontvangen. Deze jaaropgave is, indien de opgave betrekking heeft op een subsidiebedrag hoger dan € 50.000,-, voorzien van een verklaring van een deskundige, belast met de in artikel 213 van de Gemeentewet voorgeschreven controle omtrent de juistheid van gegevens.
2
De jaaropgave en de verklaring, bedoeld in het eerste lid, zijn ingericht overeenkomstig de bij deze regeling behorende bijlage 3 respectievelijk bijlage 4.
3
De verklaring van de deskundige, bedoeld in het eerste lid, is gebaseerd op een controle die is uitgevoerd overeenkomstig het in bijlage 5 bij deze regeling beschreven controle- en rapportageprotocol.
Artikel
9
Administratieve verplichtingen
1
Burgemeester en wethouders dragen er zorg voor dat de administratie voor de uitvoering van deze regeling zodanig wordt ingericht dat, naast de in artikel 3, eerste lid, bedoelde overeenkomsten, dan wel indien de alleenstaande ouder zelf met instemming van de gemeente een overeenkomst sluit een afschrift van deze overeenkomst, alle overige van belang zijnde vastleggingen en bewijsstukken ten behoeve van het besluitvormings-, uitvoerings-, controle- en verantwoordingsproces zichtbaar en controleerbaar zijn vastgelegd.
2
Burgemeester en wethouders maken hierbij gebruik van de daarvoor door de minister verstrekte formulieren, die zijn ingericht overeenkomstig de in artikel 6, tweede lid, en artikel 8, tweede lid, bedoelde bijlagen en zijn voorzien van een voor iedere gemeente uniek kenmerk.
Artikel
10
Verantwoording
Met het toezicht op de naleving van de subsidievoorwaarden is belast de Accountantsdienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Artikel
11
Informatieverstrekking
Burgemeester en wethouders verstrekken desgevraagd aan de minister, de Inspectie Werk en Inkomen, genoemd in hoofdstuk 7 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen of de Accountantsdienst, bedoeld in artikel 10, kosteloos alle inlichtingen, die hij voor het toezicht en de beleidsvorming met betrekking tot deze regeling nodig heeft en verlenen inzage in de administratie terzake van belang zijnde bescheiden.
Artikel
12
Subsidievaststelling
1
Met inachtneming van de artikelen 2 en 3 stelt de minister de subsidie vast binnen 12 maanden na ontvangst van de jaaropgave, bedoeld in artikel 8, eerste lid.
2
Indien de jaaropgave niet is ontvangen binnen 18 maanden na het kalenderjaar waarop deze betrekking heeft, dan wel niet is voorzien van de verklaring, bedoeld in artikel 8, eerste lid, stelt de minister de subsidie ambtshalve vast.
3
De vastgestelde subsidie kan van de verleende en betaalde subsidie afwijken indien burgemeester en wethouders afwijken van deze regeling.
Artikel
13
Subsidie en betaalde arbeid
1
Burgemeester en wethouders van een gemeente die ten behoeve van een alleenstaande ouder, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de in het kalenderjaar oordelen over de noodzaak van voortzetting van de bekostiging van de kinderopvang ten behoeve van die alleenstaande ouder, nemen daarbij in acht dat de minister in ieder geval tot één jaar na de aanvang van de arbeid van de alleenstaande ouder de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, verleent.
2
Na het jaar, bedoeld in het eerste lid, wordt de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, door de minister slechts verleend indien burgemeester en wethouders aantonen dat het door de alleenstaande ouder ontvangen loon inclusief de tot het loon te rekenen vergoedingen en eventueel daarenboven te verstrekken toeslagen die op grond van de artikelen 10, 10a en 11 van de Wet op de loonbelasting 1964 tot het loon wordt gerekend, ten hoogste 130% van het voor hem geldende minimumloon op grond van de Wet minimumloon en minimum-vakantiebijslag bedraagt.
3
In afwijking van het tweede lid verleent de minister de subsidie, bedoeld in dat lid, nog tot maximaal 6 maanden na afloop van de periode van een jaar, bedoeld in dat lid, indien burgemeester en wethouders beslissen dat het stopzetten van de bekostiging van de kinderopvang ten behoeve van de alleenstaande ouder zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2002.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen 1, 2 en 3 in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen 4 en 5 worden uiterlijk 1 mei 2002 ter inzage gelegd in de bibliotheek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.
's-Gravenhage
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W.A.Vermeend
Bijlage
1
KOA-budgetten 2003 per gemeente
517
's-Gravendeel
20
14.823
519
's-Gravenzande
50
37.058
796
s-Hertogenbosch
830
615.169
1680
Aa en Hunze
40
29.647
738
Aalburg
10
9.423
358
Aalsmeer
40
29.647
197
Aalten
30
22.235
305
Abcoude
10
9.423
59
Achtkarspelen
90
66.705
482
Alblasserdam
70
51.882
613
Albrandswaard
30
22.235
483
Alkemade
20
14.823
361
Alkmaar
680
503.994
141
Almelo
600
444.700
34
Almere
1290
956.106
484
Alphen aan den Rijn
207.527
1723
Alphen-Chaam
10
9.423
1679
Ambt Montfort
20
14.823
60
Ameland
0
9.423
306
Amerongen
10
9.423
307
Amersfoort
770
570.699
362
Amstelveen
190
140.822
363
Amsterdam
11210
8.308.485
364
Andijk
20
14.823
199
Angerlo
0
9.423
366
Anna Paulowna
50
37.058
200
Apeldoorn
750
555.875
3
Appingedam
100
74.117
885
Arcen en Velden
10
9.423
202
Arnhem
1540
1.141.398
106
Assen
400
296.467
743
Asten
20
14.823
744
Baarle-Nassau
10
9.423
308
Baarn
70
51.882
489
Barendrecht
30
22.235
203
Barneveld
80
59.293
144
Bathmen
0
9.423
5
Bedum
30
22.235
888
Beek
50
37.058
370
Beemster
10
9.423
889
Beesel
40
29.647
7
Bellingwedde
40
29.647
372
Bennebroek
10
9.423
491
Bergambacht
10
9.423
1724
Bergeijk
10
9.423
893
Bergen (L)
30
22.235
373
Bergen (NH)
80
59.293
748
Bergen op Zoom
300
222.350
207
Bergh
50
37.058
492
Bergschenhoek
20
14.823
493
Berkel en Rodenrijs
30
22.235
1721
Bernheze
50
37.058
568
Bernisse
10
9.423
753
Best
70
51.882
209
Beuningen
80
59.293
375
Beverwijk
240
177.880
585
Binnenmaas
20
14.823
1728
Bladel
20
14.823
376
Blaricum
10
9.423
495
Bleiswijk
10
9.423
377
Bloemendaal
20
14.823
55
Boarnsterhim
50
37.058
497
Bodegraven
30
22.235
755
Boekel
10
9.423
64
Bolsward
60
44.470
211
Borculo
30
22.235
1681
Borger-Odoorn
70
51.882
147
Borne
40
29.647
654
Borsele
40
29.647
499
Boskoop
40
29.647
756
Boxmeer
60
44.470
757
Boxtel
90
66.705
758
Breda
1060
785.637
311
Breukelen
10
9.423
501
Brielle
30
22.235
213
Brummen
60
44.470
899
Brunssum
210
155.645
312
Bunnik
10
9.423
313
Bunschoten
20
14.823
214
Buren
30
22.235
381
Bussum
100
74.117
502
Capelle aan den IJssel
550
407.642
383
Castricum
60
44.470
109
Coevorden
120
88.940
1706
Cranendonck
40
29.647
611
Cromstrijen
20
14.823
1684
Cuijk
80
59.293
216
Culemborg
80
59.293
148
Dalfsen
30
22.235
65
Dantumadeel
80
59.293
310
De Bilt
110
81.528
552
De Lier
20
14.823
1663
De Marne
50
37.058
736
De Ronde Venen
70
51.882
1690
De Wolden
30
22.235
503
Delft
760
563.287
10
Delfzijl
260
192.703
518
Den Haag
5530
4.098.655
400
Den Helder
600
444.700
762
Deurne
80
59.293
150
Deventer
540
400.230
218
Didam
50
37.058
384
Diemen
120
88.940
1774
Dinkelland
20
14.823
219
Dinxperlo
30
22.235
504
Dirksland
10
9.423
221
Doesburg
60
44.470
222
Doetinchem
260
192.703
766
Dongen
60
44.470
58
Dongeradeel
100
74.117
315
Doorn
10
9.423
505
Dordrecht
1280
948.694
498
Drechterland
20
14.823
316
Driebergen- Rijsenburg
50
37.058
1719
Drimmelen
30
22.235
303
Dronten
150
111.175
225
Druten
40
29.647
30002
DSZW Noardwest Fryslân
290
224.361
226
Duiven
100
74.117
1711
Echt-Susteren
80
59.293
385
Edam-Volendam
40
29.647
228
Ede
340
251.997
317
Eemnes
10
9.423
1651
Eemsmond
90
66.705
770
Eersel
30
22.235
229
Eibergen
30
22.235
905
Eijsden
20
14.823
772
Eindhoven
1390
1.030.222
230
Elburg
50
37.058
114
Emmen
620
459.524
388
Enkhuizen
80
59.293
153
Enschede
1300
963.517
232
Epe
60
44.470
233
Ermelo
60
44.470
777
Etten-Leur
160
118.587
1722
Ferwerderadiel
20
14.823
653
Gaasterlân-Sleat
10
9.423
779
Geertruidenberg
50
37.058
236
Geldermalsen
40
29.647
781
Geldrop
130
96.352
1652
Gemert-Bakel
60
44.470
237
Gendringen
70
51.882
907
Gennep
30
22.235
784
Gilze en Rijen
70
51.882
511
Goedereede
10
9.423
664
Goes
180
133.410
785
Goirle
50
37.058
239
Gorssel
20
14.823
513
Gouda
430
318.702
693
Graafstroom
10
9.423
365
Graft-DeRijp
10
9.423
786
Grave
40
29.647
240
Groenlo
20
14.823
241
Groesbeek
60
44.470
14
Groningen
2000
1.482.334
15
Grootegast
30
22.235
1729
Gulpen-Wittem
20
14.823
158
Haaksbergen
50
37.058
788
Haaren
10
9.423
392
Haarlem
810
600.345
393
Haarlemmerliede en Spaarnwoude
10
9.423
394
Haarlemmermeer
270
200.115
914
Haelen
20
14.823
1655
Halderberge
80
59.293
160
Hardenberg
130
96.352
243
Harderwijk
140
103.763
17
Haren
30
22.235
395
Harenkarspel
30
22.235
244
Hattem
10
9.423
1937
Heel
10
9.423
396
Heemskerk
230
170.468
397
Heemstede
50
37.058
246
Heerde
20
14.823
74
Heerenveen
180
133.410
398
Heerhugowaard
180
133.410
917
Heerlen
890
659.639
1658
Heeze-Leende
20
14.823
399
Heiloo
40
29.647
918
Helden
20
14.823
163
Hellendoorn
70
51.882
530
Hellevoetsluis
260
192.703
794
Helmond
560
415.054
531
Hendrik-Ido-Ambacht
30
22.235
248
Hengelo (Gld)
10
9.423
164
Hengelo (Ov)
430
318.702
252
Heumen
40
29.647
797
Heusden
120
88.940
920
Heythuysen
20
14.823
534
Hillegom
20
14.823
798
Hilvarenbeek
10
9.423
402
Hilversum
340
251.997
1735
Hof van Twente
50
37.058
118
Hoogeveen
230
170.468
18
Hoogezand-Sappemeer
220
163.057
405
Hoorn
420
311.290
1507
Horst aan de Maas
50
37.058
321
Houten
100
74.117
406
Huizen
140
103.763
677
Hulst
50
37.058
256
Hummelo en Keppel
0
9.423
925
Hunsel
20
14.823
353
IJsselstein
150
111.175
30005
ISD Alblasserwaard-Oost / Vijheerenlanden
290
216.948
30003
ISD De Rijnstreek
40
43.092
166
Kampen
150
111.175
678
Kapelle
20
14.823
537
Katwijk
100
74.117
928
Kerkrade
420
311.290
929
Kessel
10
9.423
79
Kollumerland en Nieuwkruisland
40
29.647
588
Korendijk
20
14.823
542
Krimpen aan den IJssel
90
66.705
1659
Laarbeek
30
22.235
1685
Landerd
20
14.823
882
Landgraaf
220
163.057
415
Landsmeer
20
14.823
416
Langedijk
70
51.882
417
Laren
10
9.423
22
Leek
80
59.293
326
Leersum
20
14.823
80
Leeuwarden
920
681.874
81
Leeuwarderadeel
30
22.235
546
Leiden
940
696.697
547
Leiderdorp
70
51.882
1916
Leidschendam-Voorburg
430
318.702
995
Lelystad
540
400.230
82
Lemsterland
60
44.470
327
Leusden
50
37.058
260
Lichtenvoorde
20
14.823
733
Lingewaal
30
22.235
1705
Lingewaard
110
81.528
553
Lisse
30
22.235
808
Lith
10
9.423
140
Littenseradiel
20
14.823
262
Lochem
30
22.235
329
Loenen
10
9.423
809
Loon op Zand
40
29.647
331
Lopik
20
14.823
24
Loppersum
40
29.647
168
Losser
50
37.058
332
Maarn
10
9.423
333
Maarssen
150
111.175
933
Maasbracht
50
37.058
934
Maasbree
30
22.235
1671
Maasdonk
10
9.423
263
Maasdriel
40
29.647
555
Maasland
10
9.423
556
Maassluis
180
133.410
935
Maastricht
890
659.639
936
Margraten
20
14.823
25
Marum
40
29.647
420
Medemblik
30
22.235
993
Meerlo-Wanssum
0
9.423
938
Meerssen
40
29.647
941
Meijel
10
9.423
1987
Menterwolde
60
44.470
119
Meppel
150
111.175
687
Middelburg
290
214.939
559
Middelharnis
20
14.823
1731
Midden-Drenthe
70
51.882
814
Mierlo
30
22.235
815
Mill en Sint Hubert
10
9.423
265
Millingen aan de Rijn
20
14.823
1709
Moerdijk
90
66.705
562
Monster
30
22.235
335
Montfoort
10
9.423
944
Mook en Middelaar
20
14.823
563
Moordrecht
20
14.823
424
Muiden
10
9.423
565
Naaldwijk
40
29.647
425
Naarden
30
22.235
258
Neder-Betuwe
20
14.823
643
Nederlek
20
14.823
946
Nederweert
10
9.423
266
Neede
30
22.235
304
Neerijnen
20
14.823
412
Niedorp
20
14.823
356
Nieuwegein
270
200.115
567
Nieuwerkerk aan den Ijssel
50
37.058
571
Nieuw-Lekkerland
20
14.823
104
Nijefurd
20
14.823
267
Nijkerk
60
44.470
268
Nijmegen
1730
1.282.219
1695
Noord-Beveland
10
9.423
1699
Noordenveld
80
59.293
529
Noorder-Koggenland
20
9.423
171
Noordoostpolder
200
148.233
575
Noordwijk
20
14.823
576
Noordwijkerhout
30
22.235
820
Nuenen, Gerwen en Nederwetten
70
51.882
302
Nunspeet
50
37.058
951
Nuth
30
22.235
429
Obdam
10
9.423
579
Oegstgeest
40
29.647
823
Oirschot
20
14.823
824
Oisterwijk
50
37.058
269
Oldebroek
30
22.235
173
Oldenzaal
100
74.117
1773
Olst-Wijhe
40
29.647
175
Ommen
20
14.823
881
Onderbanken
20
14.823
826
Oosterhout
180
133.410
580
Oostflakkee
10
9.423
85
Ooststellingwerf
100
74.117
431
Oostzaan
10
9.423
432
Opmeer
20
14.823
86
Opsterland
80
59.293
828
Oss
360
266.820
584
Oud-Beijerland
50
37.058
437
Ouder-Amstel
30
22.235
644
Ouderkerk
10
9.423
589
Oudewater
10
9.423
1734
Overbetuwe
100
74.117
590
Papendrecht
120
88.940
765
Pekela
100
74.117
1926
Pijnacker-Nootdorp
80
59.293
439
Purmerend
410
303.879
273
Putten
40
29.647
177
Raalte
70
51.882
595
Reeuwijk
20
14.823
1661
Reiderland
30
22.235
703
Reimerswaal
70
51.882
274
Renkum
110
81.528
339
Renswoude
0
9.423
1667
Reusel-De Mierden
10
9.423
275
Rheden
160
118.587
340
Rhenen
40
29.647
597
Ridderkerk
180
133.410
602
Rijnsburg
30
22.235
196
Rijnwaarden
40
29.647
1672
Rijnwoude
30
22.235
178
Rijssen-Holten
50
37.058
603
Rijswijk
360
266.820
1669
Roerdalen
40
29.647
957
Roermond
320
237.174
1670
Roggel en Neer
0
9.423
1674
Roosendaal
370
274.232
599
Rotterdam
11590
8.590.128
600
Rozenburg
70
51.882
277
Rozendaal
0
9.423
840
Rucphen
60
44.470
278
Ruurlo
10
9.423
604
Sassenheim
30
22.235
441
Schagen
70
51.882
39
Scheemda
40
29.647
458
Schermer
10
9.423
279
Scherpenzeel
10
9.423
606
Schiedam
890
659.639
88
Schiermonnikoog
9.423
844
Schijndel
50
37.058
962
Schinnen
40
29.647
607
Schipluiden
10
9.423
608
Schoonhoven
30
22.235
1676
Schouwen-Duiveland
90
66.705
964
Sevenum
10
9.423
965
Simpelveld
20
14.823
1702
Sint Anthonis
10
9.423
845
Sint-Michielsgestel
30
22.235
846
Sint-Oedenrode
20
14.823
1883
Sittard-Geleen
660
489.170
51
Skarsterlân
60
44.470
610
Sliedrecht
80
59.293
40
Slochteren
30
22.235
1714
Sluis
50
37.058
90
Smallingerland
370
274.232
91
Sneek
280
207.527
342
Soest
130
96.352
847
Someren
30
22.235
848
Son en Breugel
40
29.647
612
Spijkenisse
690
511.405
37
Stadskanaal
220
163.057
180
Staphorst
10
9.423
532
Stede Broec
90
66.705
851
Steenbergen
50
37.058
280
Steenderen
0
9.423
1708
Steenwijkerland
160
118.587
971
Stein
80
59.293
617
Strijen
20
14.823
975
Swalmen
30
22.235
9
Ten Boer
10
9.423
715
Terneuzen
270
200.115
93
Terschelling
10
9.423
448
Texel
50
37.058
716
Tholen
60
44.470
977
Thorn
0
9.423
281
Tiel
220
163.057
855
Tilburg
1650
1.222.926
183
Tubbergen
10
9.423
1700
Twenterand
90
66.705
1730
Tynaarlo
50
37.058
737
Tytsjerksteradiel
90
66.705
282
Ubbergen
20
14.823
856
Uden
150
111.175
450
Uitgeest
20
14.823
451
Uithoorn
60
44.470
184
Urk
30
22.235
344
Utrecht
1920
1.423.041
981
Vaals
50
37.058
619
Valkenburg
0
9.423
994
Valkenburg aan de Geul
50
37.058
858
Valkenswaard
120
88.940
47
Veendam
140
103.763
345
Veenendaal
280
207.527
717
Veere
30
22.235
860
Veghel
90
66.705
861
Veldhoven
130
96.352
453
Velsen
250
185.292
454
Venhuizen
10
9.423
983
Venlo
560
415.054
984
Venray
140
103.763
620
Vianen
70
51.882
622
Vlaardingen
630
466.935
48
Vlagtwedde
40
29.647
718
Vlissingen
420
311.290
623
Vlist
10
9.423
986
Voerendaal
30
22.235
625
Voorhout
10
9.423
626
Voorschoten
70
51.882
285
Voorst
30
22.235
286
Vorden
10
9.423
865
Vught
70
51.882
866
Waalre
40
29.647
867
Waalwijk
170
125.998
627
Waddinxveen
50
37.058
289
Wageningen
140
103.763
628
Warmond
10
9.423
291
Warnsveld
30
22.235
629
Wassenaar
60
44.470
630
Wateringen
30
22.235
852
Waterland
20
14.823
988
Weert
180
133.410
457
Weesp
60
44.470
292
Wehl
10
9.423
870
Werkendam
50
37.058
459
Wervershoof
10
9.423
668
West Maas en Waal
30
22.235
558
Wester-Koggenland
10
9.423
1701
Westerveld
40
29.647
293
Westervoort
110
81.528
98
Weststellingwerf
100
74.117
614
Westvoorne
20
14.823
189
Wierden
30
22.235
462
Wieringen
20
14.823
463
Wieringermeer
30
22.235
296
Wijchen
110
81.528
1696
Wijdemeren
40
29.647
352
Wijk bij Duurstede
50
37.058
52
Winschoten
160
118.587
53
Winsum
60
44.470
294
Winterswijk
70
51.882
295
Wisch
60
44.470
873
Woensdrecht
40
29.647
632
Woerden
80
59.293
466
Wognum
10
9.423
880
Wormerland
30
22.235
351
Woudenberg
20
14.823
874
Woudrichem
20
14.823
710
Wûnseradiel
30
22.235
683
Wymbritseradiel
30
22.235
479
Zaanstad
830
615.169
297
Zaltbommel
50
37.058
473
Zandvoort
80
59.293
478
Zeevang
0
9.423
50
Zeewolde
60
44.470
355
Zeist
230
170.468
298
Zelhem
10
9.423
299
Zevenaar
110
81.528
1666
Zevenhuizen- Moerkapelle
10
9.423
476
Zijpe
20
14.823
637
Zoetermeer
670
496.582
638
Zoeterwoude
10
9.423
56
Zuidhorn
50
37.058
879
Zundert
20
14.823
301
Zutphen
310
229.762
1896
Zwartewaterland
40
29.647
642
Zwijndrecht
190
140.822
193
Zwolle
700
518.817
477
92570
68.900.000
Bijlage
2
Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders (Kopv)
Toelichting bij de aanvraag voor het jaar 2003
Met het voorliggende formulier kunt u per soort kinderopvang subsidie aanvragen voor de overeenkomsten die uw gemeente in 2003 verwacht aan te gaan. Indien het bedrag van uw aanvraag gelijk is aan of lager is dan het maximum beschikbare subsidiebedrag voor uw gemeente, wordt uw aanvraag in beginsel gehonoreerd. Is het bedrag van uw aanvraag hoger dan het maximum beschikbare bedrag, dan is honorering van het meerdere afhankelijk van het bedrag dat vrijkomt doordat andere gemeenten geen of een lager bedrag aanvragen dan het voor die gemeenten beschikbare maximum. Voor de verdeling van het vrijgekomen bedrag zijn artikelen 4 en 6 van de regeling van toepassing.
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet uw aanvraag uiterlijk 1 april 2003 door het ministerie zijn ontvangen. Aanvragen die na deze ontvangsttermijn worden ontvangen, worden in beginsel niet in behandeling genomen.
Als u over het jaar 2001 geen jaaropgave of een `nihil-opgave' en voor 2002 geen aanvraag heeft ingediend ontvangt u in februari 2003 geen subsidievoorschot. Als u in 2003 een aanvang wilt maken met de uitvoering van de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders en u wenst hiervoor een voorschot te ontvangen dan moet uw aanvraag uiterlijk 1 februari 2003 door het ministerie zijn ontvangen. Op of rond 15 maart 2003 wordt dan alsnog een subsidievoorschot betaald. Voor de hoogte van het voorschot verwijs ik u naar artikel 7 van de regeling.
De regeling onderscheidt kinderopvangplaatsen voor dagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. Voor andere vormen van opvang kan geen subsidie worden aangevraagd. Voor de definities van de soorten kinderopvang verwijs ik u kortheidshalve naar artikel 1 van de regeling.
Op dit formulier noteert u per soort kinderopvang het bedrag waarvoor u voor het jaar 2003 subsidie aanvraagt. U kunt dit bedrag berekenen door - onderscheiden naar soort kinderopvang - een schatting te maken van de vergoedingen die u in 2003 betaalt aan de kinderopvanginstellingen voor door de gemeente ingekochte kindplaatsen ten behoeve van alleenstaande ouders.
De berekende producten worden opgeteld. Dit totaal is de aangevraagde subsidie.
Bijlage
3
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Bijlage
4
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Bijlage
5
Ligt ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.