Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
geldtransactiekantoor: de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of bedrijfsmatig ten behoeve van of op verzoek van een derde geldtransacties uitvoert, dan wel beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam is bij de totstandkoming daarvan;
-
b.
derde: de natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die geen onderdeel uitmaakt van een groep als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder o, van de Wet toezicht kredietwezen 1992, waarvan het geldtransactiekantoor deel uitmaakt;
-
c.
geldtransactie:
-
1°.
het wisselen van munten of bankbiljetten;
-
2°.
het uitbetalen van munten of bankbiljetten op vertoon van een creditcard, tegen inlevering van een of meer cheques of tegen inlevering van een of meer onderdelen van het couponblad van een waardepapier aan toonder tegen inlevering waarvan de rente op dit waardepapier kan worden geïnd;
-
3°.
het in het kader van een geldelijke overmaking ter beschikking krijgen van gelden of geldswaarden, teneinde deze gelden of geldswaarden al dan niet in dezelfde vorm aan een derde elders betaalbaar te stellen of te doen stellen, dan wel het betalen of betaalbaar stellen van gelden of geldswaarden nadat deze gelden of geldswaarden elders al dan niet in dezelfde vorm ter beschikking zijn gesteld, waarbij deze geldelijke overmaking een op zichzelf staande dienst is.
-
4°.
bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen andere verwante activiteit;
-
1°.
-
d.
bankgarantie: een garantie, overeenkomstig het door Onze Minister opgestelde model, van een op grond van artikel 52, tweede lid, Wet toezicht kredietwezen 1992 geregistreerde kredietinstelling dat deze onherroepelijk en onvoorwaardelijk garant staat ten behoeve van derden ter zake van de door hen in het kader van een geldtransactie als bedoeld in onderdeel c, onder 3°, ter beschikking gestelde en nog niet betaalde of betaalbaar gestelde gelden of geldswaarden;
-
e.
register: het openbare register van geldtransactiekantoren dat door de zorg van Onze Minister wordt gehouden;
-
f.
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
-
g.
gekwalificeerde deelneming: een rechtstreeks of middellijk belang van meer dan 5 procent van het geplaatste aandelenkapitaal van een onderneming of instelling, of het rechtstreeks of middellijk kunnen uitoefenen van meer dan 5 procent van de stemrechten in een onderneming of instelling, of het rechtstreeks of middellijk kunnen uitoefenen van een daarmee vergelijkbare zeggenschap in een onderneming of instelling.