Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEG L 273), verordening (EG) nr. 999/2001/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001, houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147), verordening (EG) nr. 809/2003 van de Europese Commissie van 12 mei 2003 inzake overgangsmaatregelen krachtens verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in composteerinstallaties (PbEG L 117), verordening (EG) nr. 810/2003 van de Europese Commissie van 12 mei 2003 inzake overgangsmaatregelen krachtens verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de verwerkingsnormen voor categorie 3-materiaal en mest, gebruikt in biogasinstallaties (PbEG L 117), verordening (EG) nr. 811/2003 van de Europese Commissie van 12 mei 2003 ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het verbod op hergebruik binnen dezelfde soort voor vis, de begraving en verbranding van dierlijke bijproducten en bepaalde overgangsmaatregelen (PbEG L 117), beschikking nr. 2003/326 van de Europese Commissie van 12 mei 2002 inzake overgangsmaatregelen krachtens verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europese Parlement en de Raad wat betreft de scheiding van categorie 2- en categorie 3-oleochemische bedrijven (PbEG L 117), beschikking nr. 2003/329 van de Europese Commissie van 12 mei 2003 inzake overgangsmaatregelen krachtens verordening (EG) nr. 1774/2002 wat betreft de warmtebehandeling van mest (PbEG L 117), artikel 19 van de Landbouwwet, de artikelen 2, 3, 12 en 23 van de Destructiewet en de artikelen 16, 17a, 18 en 28 van het Destructiebesluit 1996;

Besluit:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

De Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in:

  • a.

    de artikelen 5, tweede lid, onderdeel e, 10, eerste lid, 11, eerste lid, 12, tweede en derde lid, 13, eerste lid, 14, eerste lid, 15, eerste lid, 17, eerste lid, en 18, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002;

  • b.

    bijlage II, hoofdstuk III en hoofdstuk VIII, eerste zin, bijlage V, hoofdstuk III, bijlage VI, hoofdstuk II, bijlage VII, hoofdstuk I en hoofdstuk II, punt 13, en bijlage VIII, hoofdstuk III.

Artikel

3

De ambtenaren van de VWA zijn de bevoegde autoriteit, bedoeld in:

  • a.

    de artikelen 8, vierde en vijfde lid, 10, tweede lid, onderdeel d, 10, derde lid, onderdeel d, 11, tweede lid, onderdeel b, 13, tweede lid, onderdeel, c, 13, tweede lid, onderdeel e, 14, tweede lid, onderdeel c, 14, tweede lid, onderdeel d, 15, tweede lid, onderdeel c, 17, tweede lid, onderdeel c, 17, tweede lid, onderdeel e, 18, tweede lid, 25 en 26 van verordening (EG) nr. 1774/2002;

  • b.

    bijlage II, hoofdstuk V, bijlage II, hoofdstuk VIII, tweede zin, bijlage III, hoofdstuk II, bijlage IV, hoofdstuk VII, bijlage V, hoofdstuk IV, bijlage V, hoofdstuk V, en bijlage VII, hoofdstuk II, punten 10, 11 en 12.

§

2

Regels inzake het verwerken en onschadelijk maken van dierlijke bijproducten

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

8a

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

14

Het merken, bedoeld in de artikelen 4, tweede lid, onderdelen b en c, en 5, tweede lid, onderdelen b en c, van verordening (EG) nr. 1774/2002, bijlage VI, hoofdstuk I, onder C, en in bijlage XI, hoofdstuk A, punt 11, bij verordening (EG) nr. 999/2001 geschiedt door middel van kleuring met de kleurstoffen methyleen blauw, patent-blauw E 131, brillant-blauw E133, pistache-groen E102 of pistache-groen E131 of door middel van een andere door de toezichthoudende ambtenaar goedgekeurde methode.

§

3

Erkenningen

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

§

4

Destructiewet

Artikel

20

Ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1774/2002 is het bepaalde in:

niet van toepassing.

Artikel

21

Ingetrokken worden:

Artikel

23

In zoverre in afwijking van artikel 1 van de Destructiewet wordt, ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1774/2002, voor de toepassing van artikel 4a, eerste lid, van die wet verstaan onder hoog- of gespecificeerd hoog-risicomateriaal als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a tot en met e, en tweede lid:

  • a.

    categorie 1-materiaal, met uitzondering van:

  • b.

    categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen b, c, d, e, f en g, van verordening (EG) nr. 1774/2002, met uitzondering van:

    • 1.

      kadavers van paarden, mits het kadavers betreft die overeenkomstig artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van verordening (EG) nr. 1774/2002 worden verwerkt in een op grond van artikel 12, tweede lid, van die verordening erkende verbrandingsinstallatie;

    • 2.

      kadavers van pelsdieren, mits het kadavers betreft die overeenkomstig artikel 5, derde lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002 worden onthuid in een op grond van artikel 10, eerste lid, van die verordening erkend intermediair categorie 2-bedrijf.

Artikel

26

In zoverre in afwijking van artikel 1 van de Destructiewet wordt, ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1774/2002, voor de toepassing van artikel 10 van die wet verstaan onder:

  • a.

    ondernemer: natuurlijke of rechtspersoon, aan wie of aan welke door de Minister een erkenning als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002 is verleend;

  • b.

    verwerking: het onschadelijk maken van categorie 1- of categorie 2-materiaal door het overeenkomstig artikel 4, tweede lid, onderdeel b, en artikel 5, tweede lid, onderdelen b en c, van verordening (EG) nr. 1774/2002 te verwerken of te verwijderen, door of onder verantwoordelijkheid van een op grond van artikel 13 van verordening (EG) nr. 1774/2002 erkend verwerkingsbedrijf;

  • c.

    hoog- of gespecificeerd hoog-risico-materiaal: categorie 1- of categorie 2-materiaal;

  • d.

    verwerkingsbedrijf: op grond van artikel 13 van verordening (EG) nr. 1774/2002 erkend verwerkingsbedrijf.

Artikel

27

In zoverre in afwijking van artikel 1 van de Destructiewet wordt, ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1774/2002, voor de toepassing van artikel 12 van die wet verstaan onder:

  • a.

    hoog- of gespecificeerd-hoog-risico-materiaal: categorie 1-materiaal en categorie 2-materiaal, met uitzondering van:

    • 1.

      keukenafval en etensresten als bedoeld in artikel 4, eerste lid, punt e, van verordening (EG) nr. 1774/2002;

    • 2.

      kadavers van gezelschapsdieren, mits de kadavers rechtstreeks als afval worden verwijderd door begraving op een terrein dat ter beschikking staat van de eigenaar of houder van desbetreffende dode dieren, dan wel op een plaats die ingevolge een besluit van het gemeentebestuur voor dat doel is toegelaten of overeenkomstig artikel 4, tweede lid, onderdeel a, van verordening (EG) nr. 1774/2002 worden verbrand in een op grond van artikel 12, tweede of derde lid, van die verordening erkende verbrandingsinstallatie;

    • 3.

      kadavers van paarden, mits de kadavers overeenkomstig artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van verordening (EG) nr. 1774/2002 worden verwerkt in een op grond van artikel 12, tweede lid, van die verordening erkende verbrandingsinstallatie;

    • 4.

      mest en de van het maagdarmkanaal gescheiden inhoud van het maagdarmkanaal;

    • 5.

      kadavers van pelsdieren, mits het kadavers betreft die overeenkomstig artikel 5, derde lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002, worden onthuid in een op grond van artikel 10, eerste lid, van die verordening erkend intermediair categorie 2-bedrijf;

    • 6.

      dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 23, eerste en tweede lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002, mits ten aanzien van deze dierlijke bijproducten toestemming is verleend voor de in voornoemd artikellid genoemde activiteiten overeenkomstig artikel 11, eerste en tweede lid.

  • b.

    laag-risico-materiaal: categorie 3-materiaal;

  • c.

    ondernemer: natuurlijke of rechtspersoon, aan wie of aan welke door de Minister een erkenning als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002 is verleend.

Artikel

32

In zoverre in afwijking van artikel 1 van de Destructiewet wordt, ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1774/2002, voor de toepassing van artikel 21 van die wet verstaan onder:

  • a.

    ondernemer: natuurlijke of rechtspersoon, aan wie of aan welke door de Minister een erkenning als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002 is verleend;

  • b.

    gespecificeerd hoog-risico-materiaal als bedoeld in artikel 2, zevende, achtste of negende lid: categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van verordening (EG) nr. 1774/2002.

Artikel

33

In zoverre in afwijking van artikel 1 van de Destructiewet wordt, ter uitvoering van verordening (EG) nr. 1774/2002, voor de toepassing van artikel 16, eerste lid, van het Destructiebesluit 1996 verstaan onder:

  • a.

    hoog-risico-materiaal onderscheidenlijk gespecificeerd hoog-risico-materiaal: categorie 1- onderscheidenlijk categorie 2-materiaal;

  • b.

    ondernemer: natuurlijke of rechtspersoon, aan wie of aan welke door de Minister een erkenning als bedoeld in artikel 13, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002 is verleend.

§

5

Eisen eigenaar of houder van dierlijke bijproducten

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

De overdracht van categorie 1- of categorie 2-materiaal door de aangifteplichtige aan het verwerkingsbedrijf geschiedt door overlading van dat materiaal in het daarvoor bestemde vervoermiddel.

Artikel

40

De eigenaar of houder van categorie 3-materiaal draagt er zorg voor dat dat materiaal wordt bewaard bij een omgevingstemperatuur van ten hoogste 10°C, tenzij het materiaal binnen twaalf uur na het ontstaan wordt opgehaald om overeenkomstig artikel 6, tweede lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002 te worden verwerkt of verwijderd.

§

6

Slotbepalingen

Artikel

41

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 7 september 2005.

Artikel

42

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten.

De regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Landbouw, Natuur en VoedselkwaliteitC.P.Veerman