Regeling van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat houdende regels inzake luchtvaartvertoningen (Regeling luchtvaartvertoningen)

Regeling luchtvaartvertoningen

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Deze regeling is niet van toepassing op militaire deelnemers en militaire demonstratietoestellen.

Artikel

3

§

2

Locatie van een luchtvaartvertoning

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

§

3

Organisatie van een luchtvaartvertoning

Artikel

9

Artikel

10

De organisator dient zich voor het houden van een luchtvaartvertoning te verzekeren voor aansprakelijkheid jegens derden.

Artikel

11

§

4

Verplichtingen voor de vertoningdirecteur

Artikel

12

De vertoningdirecteur houdt bij de vaststelling van publiekgebied, publieklijn, vertoninglijn, vertoningterrein en vertoninggebied ten minste rekening met:

  • a.

    de nabijheid van luchtvaartterreinen, luchtvaartlocaties dan wel andere evenementen in de lucht;

  • b.

    stedelijke gebieden;

  • c.

    de kwalificatie van het luchtruim, ingevolge de door de Luchtverkeersleiding Nederland uitgegeven luchtvaartkaarten;

  • d.

    de gesteldheid en de afmetingen van het gedeelte van het vertoningterrein dat wordt gebruikt wanneer demonstratietoestellen op het vertoningterrein zullen starten of landen, en

  • e.

    de toegankelijkheid van het vertoningterrein, met name voor voertuigen van de hulpdiensten.

Artikel

13

De vertoningdirecteur draagt er zorg voor dat:

  • a.

    de publiekgebieden worden beperkt tot één zijde van het vertoningterrein en dat deze niet worden gelokaliseerd onder de in- en uitvliegsector van het vertoningterrein;

  • b.

    voorafgaand en tijdens de vertoningvluchten doeltreffende afzettingen worden geplaatst om te voorkomen dat het publiek toegang krijgt tot het vertoningterrein;

  • c.

    uitsluitend de daartoe bevoegde personen worden toegelaten tot het vertoningterrein en de gebieden die zijn aangewezen voor het tanken en vullen van demonstratietoestellen;

  • d.

    toeschouwers alleen worden toegelaten tot het publiekgebied;

  • e.

    demonstratietoestellen en andere apparatuur, wanneer deze worden bijgetankt, ten minste 15 meter van het publiek verwijderd zijn. Indien ballonnen, luchtschepen of balloncilinders worden gevuld met waterstofgas, wordt deze afstand verhoogd tot ten minste 40 meter;

  • f.

    de vertoninglijn herkenbaar is vanuit de lucht.

Artikel

14

De vertoningdirecteur draagt er zorg voor dat:

  • a.

    hulpdiensten beschikbaar zijn, en

  • b.

    een bij de in onderdeel a bedoelde hulpdiensten bekend plan voor noodsituaties beschikbaar is, afgestemd op de luchtvaartvertoning en de daaraan deelnemende demonstratietoestellen.

Artikel

15

De vertoningdirecteur draagt er zorg voor dat:

  • a.

    een centrale post voor communicatie is ingericht, waarbij is voorzien in verbindingen naar in ieder geval de vertoningdirecteur en, voor zover aanwezig, de luchtverkeersleider dan wel de luchtvaartterreininformatieverstrekker;

  • b.

    hij bereikbaar is voor alle bij de luchtvaartvertoning betrokken instanties;

  • c.

    een doeltreffende geluidsinstallatie aanwezig is om het publiek toe te spreken;

  • d.

    indien een luchtvaartvertoning wordt gehouden ingevolge een vergunning op grond van artikel 5 onderscheidenlijk artikel 6, een luchtvaartgrondstation onderscheidenlijk een mobiel luchtvaartstation beschikbaar is voor de luchtvaartterreininformatieverstrekker.

Artikel

16

De vertoningdirecteur zorgt ervoor dat:

  • a.

    een op de locatie van de luchtvaartvertoning toegesneden vertoningprogramma wordt samengesteld;

  • b.

    de onderdelen van het vertoningprogramma tijdens de luchtvaartvertoning te allen tijde van elkaar gescheiden blijven.

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

De vertoningdirecteur zorgt ervoor dat uitsluitend:

  • a.

    deelnemers en demonstratietoestellen tot de luchtvaartvertoning worden toegelaten die vermeld zijn in het vertoningprogramma, of deelnemers of demonstratietoestellen van gelijke soort en kwaliteit ter vervanging daarvan;

  • b.

    het vertoningprogramma wordt uitgevoerd, behoudens bijzondere omstandigheden die de vertoningdirecteur noodzaken de volgorde van het vertoningprogramma te wijzigen of onderdelen daarvan te laten vervallen mits een veilige uitvoering van de luchtvaartvertoning gewaarborgd blijft.

Artikel

20

Artikel

21

Artikel

22

Indien met categorie A demonstratietoestellen langs- en kunstvluchten worden uitgevoerd, draagt de vertoningdirecteur er zorg voor dat:

  • a.

    de minimum scheidingsafstanden tussen de vertoninglijn en de publieklijn bedoeld in tabel 5 van de bijlage, behorend bij deze regeling, in acht worden genomen;

  • b.

    de hartlijn van de baan zich ten minste 75 meter van de publieklijn bevindt, en

  • c.

    tussen enig onderdeel van een taxiënd demonstratietoestel en het publiek zich een afstand van 15 meter plus de halve spanwijdte dan wel de halve rotordiameter bevindt.

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

De vertoningdirecteur draagt er zorg voor dat:

  • a.

    bij de start van een schermvliegtuig of zeilvliegtuig met een lierinstallatie in geen geval inbreuk wordt gemaakt op de scheidingsafstanden tussen het publiek en de lierinstallatie, de lierkabel en de schermvliegtuigen of zeilvliegtuigen;

  • b.

    het opstijgen en doen opstijgen van schermvliegtuigen of zeilvliegtuigen door middel van een lier zodanig geschiedt dat de lierkabel niet in het publiekgebied valt;

  • c.

    de valschermzweeftoestellen, schermvliegtuigen of zeilvliegtuigen niet vliegen boven het publiek en niet landen in het publiek;

  • d.

    de minimale afstand tussen enerzijds publiek en anderzijds valschermzweeftoestellen, schermvliegtuigen, zeilvliegtuig, sleepkabel, lier of uitgevierde lierkabel ten minste 30 meter bedraagt.

Artikel

27

Indien een veiligheidscommissie is ingesteld, houdt de vertoningdirecteur rekening met de adviezen van de commissie.

Artikel

28

De vertoningdirecteur is tot één uur na de uitvoering van het laatste onderdeel bereikbaar en oproepbaar.

Artikel

29

De vertoningdirecteur brengt binnen dertig dagen na het houden van een luchtvaartvertoning daarvan verslag uit aan de minister. In het verslag worden in het bijzonder afwijkingen tijdens de luchtvaartvertoning ten opzichte van de vergunning en deze regeling opgenomen.

§

5

Verplichtingen voor de deelnemer

Artikel

30

Artikel

31

Indien bij een luchtvaartvertoning een luchtvaartterreininformatieverstrekker aanwezig is, is de deelnemer verplicht:

  • a.

    voor aanvang van zijn onderdeel contact op te nemen met de luchtvaartterreininformatieverstrekker om zich te laten informeren over de juistheid van het tijdstip van zijn vertoningvlucht en over de situatie in het vertoninggebied;

  • b.

    voor aanvang van zijn onderdeel voortdurend op de aangewezen radiofrequentie(s) te luisteren en een tweezijdige radioverbinding tot stand te brengen met de luchtvaartterreininformatieverstrekker;

  • c.

    naar aanleiding van door de luchtvaartterreininformatieverstrekker verkregen inlichtingen zodanige actie te ondernemen dat bij de uitvoering van zijn vertoningvlucht personen of zaken niet in gevaar worden of kunnen worden gebracht;

  • d.

    de luchtvaartterreininformatieverstrekker op de hoogte te brengen van de afronding van de uitvoering van zijn vertoningvlucht.

Artikel

32

Artikel

33

De deelnemer vliegt niet met het demonstratietoestel boven het publiekgebied, tenzij het betreft:

  • a.

    kabelvliegers;

  • b.

    valschermen, waarbij niet beneden een hoogte van 15 meter over een publiekgebied wordt gevlogen;

  • c.

    een vliegtuig dat een groep valschermspringers aan boord heeft en dat bezig is om in een positie te komen voor het afwerpen van de groep, maar niet beneden een hoogte van 450 meter boven de grond;

  • d.

    vrije ballonnen, maar niet beneden de hoogten, bedoeld in tabel 6 van de bijlage, behorend bij deze regeling.

Artikel

34

Artikel

35

Een deelnemer met een demonstratietoestel aan de grond dat voorzien is van propellers, straalmotoren of rotors, zorgt ervoor dat deze worden stilgezet indien:

  • a.

    dit zich bevindt binnen 250 meter van het doelgebied van een valschermspringer tijdens diens demonstratie, en

  • b.

    een valschermspringer in de richting van zijn toestel zweeft.

Artikel

36

§

6

Luchtvaartterreininformatieverstrekker

Artikel

38

De luchtvaartterreininformatieverstrekker geeft in het kader van de luchtvaartvertoning aan de deelnemer informatie over:

  • a.

    luchtverkeersactiviteiten op het vertoningterrein, in het vertoninggebied en eventueel aangewezen BVG;

  • b.

    het precieze tijdstip van vertrek van een vertoningvlucht in het kader van een onderdeel van het vertoningprogramma, alsmede de situatie in het vertoninggebied onmiddellijk voorafgaand aan de uitvoering van een onderdeel;

  • c.

    krachtens artikel 19 onderdeel b, door de vertoningdirecteur aangebrachte wijzigingen in de vertrektijd van een vertoningvlucht in het kader van een onderdeel van het vertoningprogramma;

  • d.

    eventuele calamiteiten op de grond of in de lucht die voor een veilige uitvoering van een onderdeel van belang kunnen zijn;

  • e.

    aanwijzingen van de vertoningdirecteur in het kader van de luchtvaartvertoning.

§

7

Overige bepalingen

Artikel

40

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel

41

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling luchtvaartvertoningen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,M.H. Schultz van Haegen

Bijlage

Tabel 1, behorend bij artikel 6, eerste, tweede en vierde lid

Demonstratie-

Langs-

Solo vluchten

3,0 km

1,5 km

0,6 km

25 m

1,2 km

175 m

Straal van

45 m

toestellen in

vluchten

Formaties

3,0 km

1,5 km

2,0 km +

categorie A+C

0,3 km

snelheid ≤ 100

kt IAS

Kunst-

Solo vluchten

3,0 km

2,0 km

0,6 km

25 m

1,2 km

175 m

Straal van

45 m

vluchten

Formaties

4,0 km

2,0 km

2,0 km +

0,3 km

Demonstratie-

Langs-

Solo vluchten

3,0 km

2,0 km

0,6 km

25 m

1,2 km

175 m

Straal van

45 m

toestellen in

vluchten

Formaties

4,0 km

2,0 km

2,0 km +

categorie A met

0,3 km

een snelheid

100 kt IAS tot

Kunst-

Solo vluchten

5,0 km

2,0 km

0,6 km

25 m

1,2 km

175 m

Straal van

45 m

200 kt IAS

vluchten

Formaties

6,0 km

3,0 km

3,0 km +

0,3 km

Demonstratie-

Langs-

Solo vluchten

5,0 km

2,0 km

0,6 km

25 m

1,2 km

175 m

Straal van

45 m

toestellen in

vluchten

Formaties

6,0 km

3,0 km

3,0 km +

categorie A met

0,3 km

een snelheid

200 kt IAS tot

Kunst-

Solo vluchten

6,0 km

3,0 km

0,6 km

25 m

1,2 km

175 m

Straal van

45 m

300 kt IAS

vluchten

Formaties

6,0 km

4,0 km

3,0 km +

0,3 km

Demonstratie-

Langs-

Solo vluchten

6,0 km

3,0 km

1,5 km

30 m

2,1 km

175 m

Straal van

45 m

toestellen in

vluchten

Formaties

6,0 km

4,0 km

4,0 km +

categorie A met

0,7 km

een snelheid

≥300 kt IAS

Kunst-

Solo vluchten

7,5 km

4,0 km

1,5 km

30 m

2,1 km

175 m

Straal van

45 m

vluchten

Formaties

7,5 km

4,0 km

4,0 km +

0,7 km

Straalvliegtuigen

Kunst-

Solo vluchten

10 km

5,0 km

2,0 km

30 m

2,6 km

175 m

Straal van

45 m

(tot max mach 0,9

vluchten

Formaties

10,0 km

indien ontheffing)

Tabel 2, behorend bij artikel 9, tweede en vierde lid, en artikel 37

I

1–6**Bij deze onderdelen van de luchtvaartvertoning mogen geen snelheden voorkomen hoger dan 250 kt.

– 1 stage bij een luchtvaartvertoning in deze categorie; en

– 1 luchtvaartvertoning in deze categorie onder supervisie

II

1–18

– 1 stage bij een luchtvaartvertoning in deze categorie;

– 1 luchtvaartvertoning in categorie I of

– 1 luchtvaartvertoning in deze categorie onder supervisie

III

19–36

– 1 stage bij een luchtvaartvertoning in deze categorie; en

– 1 luchtvaartvertoning in categorie II of

– 1 luchtvaartvertoning in deze categorie onder supervisie

IV

37 of meer

– 1 stage bij een luchtvaartvertoning in deze categorie; en

– 1 luchtvaartvertoning in categorie III of

– 1 luchtvaartvertoning in deze categorie onder supervisie

Tabel 3, behorend bij artikel 18, eerste lid

Vliegtuigen, gemotoriseerde zweefvliegtuigen, helikopters (waaronder begrepen gyrocopters)

200

100

15/30*Indien een gezagvoerder optreedt als leider van de formatie.

10

Vliegtuigen klasse Micro Light Aeroplanes

100

50

15/30*

10

Niet-gemotoriseerde zweefvliegtuigen

100

50

15/30*

10

Vrije ballonnen

50

25

Luchtschepen gevuld met hete lucht

100**Als gezagvoerder in luchtschepen of ballonnen.

25

Luchtschepen gevuld met gas met een volume van meer dan 2000 kubieke meter

200**

100

Luchtschepen gevuld met gas met een volume dat niet meer bedraagt dan 2000 kubieke meter

100**

50

Zeilvliegtuig

*** Voor de bestuurder van een zeilvliegtuig of valschermzweeftoestel is geen bepaald minimum vereist; een bestuurder van een dergelijk toestel heeft de directeur er echter van overtuigd dat hij bekwaam is zijn voorgenomen vertoning uit te voeren.

Valschermzweeftoestel

***

Valscherm

**** Valschermspringers: een minimum van 200 sprongen voor de leider van een groep of een solospringer en een minimum van 100 sprongen voor alle overige leden van de groep.

Tabel 4, behorend bij artikel 21, eerste lid, en artikel 34, eerste lid, onderdeel g

V/STOL vliegtuigen, vliegtuigen met over-

Langs- of vlakke

Solo vluchten

150 m*De minimum wolkenbasis kan worden teruggebracht tot 75 m boven de grond wanneer dit is vermeld in de vergunning en indien er geopereerd wordt vanaf het vertoningterrein. Vluchten op deze lagere hoogte worden alleen binnen het vertoninggebied toegestaan.

1,5 km

treksnelheden beneden 50 kt IAS, (motor-)

kunstvluchten

Formaties

150 m

3,0 km

zweefvliegtuigen, helikopters, vliegtuigen

in de klasse MLA en categorie B en C

Volledige kunst-

Formaties

150 m

3,0 km

demonstratietoestellen**Voor radiografisch bestuurde modellen geldt een maximum windsnelheid van 25 kt.

vluchten

Solo vluchten

800 ft

5,0 km

Vliegtuigen niet zijnde V/STOL vliegtuigen

Langs- of vlakke

Solo vluchten

150 m

3,0 km

of vliegtuigen met overtreksnelheden boven

kunstvluchten

Formaties

240 m

5.0 km

50 kt IAS

Volledige kunst-

Solo vluchten

300 m

5,0 km

vluchten

Formaties van pro-

pellervliegtuigen

300 m

5,0 km

Formaties van straalvliegtuigen en solovliegtuigen met een snelheid groter dan 250 kt

450 m

8,0 km

Tabel 5, behorend bij artikel 22, onderdeel a

Minder dan 100 kt*De directeur kan een geringere afstand toestaan voor een vertoning van hefschroefvliegtuigen in standvlucht (hover), echter niet minder dan 30 meter.

100 200 kt

200 300 kt**Alleen wanneer dit is vermeld in de vergunning kunnen demonstratietoestellen tijdens de luchtvaartvertoning, voor zover deze plaatsvindt in luchtruimte met de classificatie C tot en met G, beneden vliegniveau 100 de snelheid van 250 kt IAS overschrijden tot een maximum van Mach 0,9.

Meer dan 300 kt**

50 meter

100 meter

150 meter

200 meter

100 meter

150 meter

200 meter

230 meter

Tabel 6, behorend bij artikel 23, eerste lid, onderdeel a, en artikel 33, onderdeel d

Vrije vlucht starts vanuit het vertoninggebied

20 meter

23 m boven de grond bij overvaren in stijgvlucht

50 ft boven obstakels

Vrije vlucht landingen in het vertoninggebied

50 meter

90 m boven de grond bij overvaren in een horizontale vlucht

15 m boven obstakels