Artikel
1
De directeur en de plaatsvervangend directeur Visserij zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
-
a.
de beschikkingen inzake de Regeling vangstbeperking;
-
b.
de beschikkingen inzake de Bijdrageregeling verbetering beroepsbinnenvisserij;
-
c.
de besluiten, bedoeld in artikel 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977, voor zover betrekking hebbend op ontheffingen van de bepalingen bij of krachtens dat besluit genomen;
-
d.
het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Visserijwet 1963;
-
e.
de beschikkingen inzake de Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij 2002;
-
f.
de besluiten, bedoeld in de artikelen 8 en 11 van het Reglement voor de binnenvisserij 1985, voor zover geen betrekking hebbend op vrijstellingen;
-
g.
de besluiten, bedoeld in artikel 11 van het Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985, voor zover geen betrekking hebbend op vrijstellingen;
-
h.
het aangaan van overeenkomsten van huur en verhuur van visrecht voor alle staatswateren, met uitzondering van die welke in beheer zijn bij het Bureau Beheer Landbouwgronden en het Staatsbosbeheer;
-
i.
de beschikkingen inzake de Opkoopregeling gereserveerde licenties 2003;
-
j.
de beschikkingen inzake de Regeling capaciteitsvermindering rondvisvisserij 2003;
-
k.
het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;
-
l.
het sluiten van overeenkomsten met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek op het beleidsterrein van de directie;
-
m.
de beantwoording van aan de minister gerichte individuele brieven, het werkterrein van de directie betreffende, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de minister persoonlijk dient te worden ondertekend.