Artikel
1
De directeur en de plaatsvervangend directeur van het Bureau Heffingen zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:
-
a.
het dwangbevel, bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de Landbouwwet en de aanmaning, bedoeld in artikel 49, tweede lid, van de Landbouwwet, voor zover betrekking hebbend op het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling tarieven oormerken I&R runderen 2002, het besluit, bedoeld in artikel 13 van de Regeling tarieven I&R 2002 of het besluit, bedoeld in artikel 14 van de Regeling tarieven I&R;
-
b.
het dwangbevel, bedoeld in de artikelen 5:26 en 5:33 van de Algemene wet bestuursrecht, voor zover betrekking hebbend op het besluit tot toepassing van bestuursdwang als bedoeld in artikel 71a van de Meststoffenwet of artikel 28 van de Wet herstructurering varkenshouderij, dan wel betrekking hebbend op een in verband met artikel 71a van de Meststoffenwet of artikel 28 van de Wet herstructurering varkenshouderij opgelegde verbeurde dwangsom;
-
c.
het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;
-
d.
de afdoening van klachten betreffende gedragingen van ambtenaren van het Bureau Heffingen, voor zover de klacht niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende klachten niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens deze door de Secretaris-Generaal dient te worden ondertekend;
-
e.
de beantwoording van aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gerichte brieven die betrekking hebben op het werkterrein van het Bureau Heffingen, indien het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en indien het niet betreft een brief die vanwege zijn politieke betekenis of overigens, gelet op zijn aard en inhoud, door de Minister persoonlijk of namens hem door de Secretaris-Generaal of een Directeur-Generaal dient te worden afgedaan.