Ministeriële regeling van 23 september 2004, nr. HDPO/RR/AR-750/04, houdende regels ter nadere bepaling van de rechtspositie van lokaal indienstgenomen werknemers bij vertegenwoordigingen van het Koninkrijk in het buitenland (Rechtspositieregeling lokaal indienstgenomen werknemers 2005)

Rechtspositieregeling lokaal indienstgenomen werknemers 2005

De Minister van Buitenlandse Zaken,
In overeenstemming met de centrales van verenigingen van ambtenaren bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1.1

Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    RDBZ: het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken;

  • b.

    post: een vertegenwoordiging van het Koninkrijk in het buitenland als bedoeld in artikel 7 van het RDBZ;

  • c.

    CdP: het hoofd van de post;

  • d.

    HDPO: de Hoofddirecteur Personeel en Organisatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken;

  • e.

    werkgever: de Staat der Nederlanden;

  • f.

    werknemer: degene die krachtens artikel 114 van het RDBZ voor werkzaamheden bij een post op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst is genomen;

  • g.

    gezinsleden: de partner en afhankelijke kinderen van de werknemer, voor zover zij een gezamenlijke huishouding voeren met de werknemer;

  • h.

    partner:

    • 1°.

      de huwelijkspartner;

    • 2°.

      de geregistreerde partner; of

    • 3°.

      de levenspartner met wie de niet-gehuwde werknemer samenwoont en, met het oogmerk duurzaam samen te leven, een gemeenschappelijke huishouding voert op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en verplichtingen betreffende die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding.

    Tegelijkertijd kan slechts één persoon als partner worden aangemerkt. Een persoon die als partner is aangemerkt, verliest het partnerschap slechts met ingang van de dag dat hij geen partner meer is in de zin van dit artikelonderdeel;

  • i.

    afhankelijke kinderen: kinderen, adoptief- of stiefkinderen jonger dan 18 jaar van de werknemer of van diens partner die financieel geheel of voor meer dan de helft ten laste van de werknemer komen;

  • j.

    postuitwerking: de in artikel 123, eerste lid, van het RDBZ bedoelde nadere uitwerking van hoofdstuk XVIII van het RDBZ dan wel van deze regeling;

  • k.

    bedrijfsgeneeskundige dienst: de geneeskundige of geneeskundige dienst die door de CdP is aangewezen teneinde hem bij te staan bij de uitvoering van de bedrijfsgeneeskundige begeleiding van de werknemer;

  • l.

    functie: het samenstel van werkzaamheden, door de werknemer te verrichten krachtens en overeenkomstig hetgeen door de CdP aan betrokkene is opgedragen;

  • m.

    loon: het in hoofdstuk 4, paragraaf 1, bedoelde loonbedrag, vermeerderd met de in paragraaf 2 van dat hoofdstuk bedoelde toeslagen;

  • n.

    maandloon: het in artikel 4.3, tweede lid, bedoelde loonbedrag, betrekking hebbend op een periode van een maand, vermeerderd met de in de artikelen 4.4 en 4.5 bedoelde toeslagen, betrekking hebbend op een periode van een maand, voor zover deze toeslagen zijn toegekend voor onbepaalde tijd dan wel gedurende een aaneengesloten periode van ten minste vijf jaren direct voorafgaande aan de beëindiging van de arbeidsovereenkomst;

  • o.

    lokaal: in de plaats waar de post gevestigd is;

  • p.

    lokaal voorschrift: de dwingende bepaling van lokaal geldend arbeidsrecht, die van toepassing is op de werknemer;

  • q.

    lokaal gebruik: hetgeen lokaal gebruikelijk is bij de buitenlandse vertegenwoordigingen van de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Canada en de Europese Unie. Indien lokaal minder dan drie van de in de vorige volzin bedoelde vertegenwoordigingen zijn gevestigd, wijst HDPO na overleg met de CdP één of meer lokale buitenlandse vertegenwoordigingen van andere staten aan;

  • r.

    bedrijfshulpverlener: een bij de post werkzame werknemer die door de CdP is aangewezen om naast zijn normale werkzaamheden de in artikel 6.8 bedoelde bedrijfshulpverleningstaken te verrichten;

  • s.

    3W: de directeur WereldWijdWerken van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Artikel

1.2

Volmacht en machtiging

Artikel

1.3

Uitsluiting van de toepasselijkheid

Artikel

1.4

Gelijke behandeling

Artikel

1.5

Postuitwerking

Artikel

1.6

Bezwaar, beroep en forumkeuze

Artikel

1.7

Verjaring rechtsvordering

Een rechtsvordering voortvloeiende uit de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en de werkgever verjaart door verloop van vijf jaren na de dag dat de rechtsvordering is ontstaan, voor zover in deze regeling niet anders is bepaald.

Artikel

1.8

Bekendstelling van regelingen en instructies

Artikel

1.9

Hardheidsclausule

HDPO kan, al dan niet op voorstel van de CdP, ten gunste van de werknemer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard gelet op het belang van de werknemer bij een goede rechtspositie en goede arbeidsvoorwaarden.

Hoofdstuk

2

Indiensttreding

Artikel

2.1

Vacaturevervulling

Artikel

2.2

Geneeskundig onderzoek

Artikel

2.3

Psychologisch onderzoek

Artikel

2.4

Onderzoek naar betrouwbaarheid en geschiktheid

Artikel

2.5

Indienstneming en proeftijd

Hoofdstuk

3

Arbeidsduur, vakantie en verlof

Artikel

3.1

Dienst-, werk- en rusttijden

In de postuitwerking wordt, met inachtneming van lokaal voorschrift of gebruik, opgenomen:

  • a.

    een werktijdregeling die ten minste omvat:

    • 1°.

      het voor de werknemers per week geldende aantal arbeidsuren;

    • 2°.

      een schema van aanvang en einde van de dagelijkse werktijden en, tenzij lokaal niet voorgeschreven en lokaal niet gebruikelijk, de rusttijden waarmee deze worden onderbroken;

    • 3°.

      het aantal rust- en feestdagen waarop, behoudens bijzondere redenen van dienstbelang, geen dienst wordt geëist;

  • b.

    een regeling betreffende de vaststelling van de vergoeding die de werknemer ontvangt indien hij dienst verricht buiten de voor hem geldende werktijdregeling.

Artikel

3.2

Aanpassing arbeidsduur

Artikel

3.3

Vakantie

Artikel

3.4

Verlof

Hoofdstuk

4

Loon en andere financiële arbeidsvoorwaarden

§

1

Functiewaardering, loonschalen en loon

Artikel

4.1

Functiewaardering, loonschalen, loonnummers en loonbedragen

Artikel

4.2

Aanpassing loonbedragen bij vaststelling loonbedragen in andere dan lokale valuta

Artikel

4.3

Voor de werknemer geldende loonschaal, loonnummer en loonbedrag

§

2

Toeslagen

Artikel

4.4

Arbeidsmarkttoeslag

Artikel

4.4a

Bereikbaarheids- en beschikbaarheidstoeslag

Artikel

4.5

Overige tot het loon behorende toeslagen

§

3

Extra beloningen

Artikel

4.6

Bijzondere beloningen

Artikel

4.7

Toelage bedrijfshulpverlening

§

4

Brutoloonvaststelling en bruto- of nettoloonuitbetaling

Artikel

4.9

Bruto- of nettoloonuitbetaling; lokale belastingplicht

Artikel

4.10

Nettoloonuitbetaling; Nederlandse belastingplicht

Artikel

4.11

Bruto- of nettoloonuitbetaling; dubbele belastingplicht

§

5

Dienstreizen en scholingsreizen

Artikel

4.12

Dienstreizen en scholingsreizen

Artikel

4.13

Reiskosten bij dienstreizen

Vervallen

Artikel

4.14

Verblijfkosten bij dienstreizen naar Nederland

Vervallen

Artikel

4.15

Verblijfkosten bij dienstreizen anders dan naar Nederland

Vervallen

§

6

Overige vergoedingen

Artikel

4.16

Vergoeding van representatiekosten en overige kosten

Artikel

4.17

Schadeloosstelling

§

7

Verrekening en betalingen

Artikel

4.18

Verrekening

Met de door de werkgever aan de werknemer verschuldigde bedragen kan worden verrekend hetgeen de werknemer aan de werkgever verschuldigd is.

Artikel

4.19

Geen betalingen bij het niet verrichten van werkzaamheden

Geen loon of andere betalingen zijn verschuldigd over de tijd dat de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht voor zover in deze regeling of in de postuitwerking niet anders is bepaald.

Artikel

4.20

Valuta; vaststelling en uitbetaling

Hoofdstuk

5

Sociale voorzieningen, bedrijfsgeneeskundige begeleiding, ziekte en zwangerschap

§

1

Sociale voorzieningen

Artikel

5.1

Algemeen

De van toepassing zijnde voorgeschreven en gebruikelijke sociale voorzieningen worden in de postuitwerking vastgelegd.

§

2

Werknemers op wie het lokale sociale zekerheidsstelsel van toepassing is

Artikel

5.2

Aanmelding bij de lokale sociale zekerheidsinstanties

Artikel

5.3

Premiebetaling aan de lokale sociale zekerheidsinstanties

§

3

Werknemers op wie het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel van toepassing is

Artikel

5.4

Aanmelding bij de Nederlandse sociale zekerheidsinstanties

Indien op de werknemer het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel van toepassing is, zorgt 3W voor de aanmelding van de werknemer bij de desbetreffende instanties in Nederland.

Artikel

5.5

Premiebetaling aan de Nederlandse sociale zekerheidsinstanties

§

4

Werknemers op wie noch het Nederlandse noch het lokale sociale zekerheidsstelsel van toepassing is

Artikel

5.6

Algemeen

§

5

Bedrijfsgeneeskundige begeleiding

Artikel

5.7

Algemene bepalingen

Artikel

5.8

Geneeskundig onderzoek

§

6

Ziektekosten

Artikel

5.9

Tegemoetkoming ziektekosten

Artikel

5.10

Vergoeding ziektekosten bij dienstongeval of beroepsziekte

§

7

Loon bij ziekte

Artikel

5.11

Doorbetaling van loon bij ziekte

Artikel

5.12

Beperking van loonaanspraken

Geen recht op betaling van het in artikel 5.11 bedoelde loon bestaat:

  • a.

    indien de ziekte is voorgewend, althans zodanig overdreven wordt voorgesteld, dat ongeschiktheid tot het verrichten van werkzaamheden wegens ziekte niet kan worden aangenomen;

  • b.

    indien de werknemer de ongeschiktheid tot het verrichten van werkzaamheden wegens ziekte door zijn grove nalatigheid of zijn opzet heeft veroorzaakt, tenzij hem daarvan op grond van zijn psychische toestand geen verwijt kan worden gemaakt;

  • c.

    indien de ongeschiktheid tot het verrichten van werkzaamheden wegens ziekte zich voordoet binnen een half jaar na het in artikel 2.2 bedoelde geneeskundig onderzoek en tevens blijkt dat de werknemer onjuiste informatie omtrent zijn gezondheidstoestand heeft verstrekt of gegevens heeft verzwegen, ten gevolge waarvan de verklaring van geschiktheid om de aan de desbetreffende functie verbonden werkzaamheden te verrichten, ten onrechte is afgegeven, tenzij de werknemer aannemelijk maakt dat hij te goeder trouw heeft gehandeld;

  • d.

    gedurende de tijd dat de werknemer:

    • 1°.

      weigert zich te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek door of namens de bedrijfsgeneeskundige dienst of, na voor een dergelijk onderzoek te zijn opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt;

    • 2°.

      zonder voldoende gronden nalaat zich onder geneeskundige behandeling te stellen of te blijven stellen, dan wel zich niet houdt aan de voorschriften die hem door de behandelende geneeskundige gegeven zijn, anders dan voorschriften tot het verlenen van medewerking aan een ingreep van heelkundige aard;

    • 3°.

      zich zodanig gedraagt dat zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd;

    • 4°.

      tijdens de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn werkzaamheden wegens ziekte werkzaamheden voor zichzelf of voor derden verricht, tenzij de bedrijfsgeneeskundige dienst dit in het belang van zijn genezing wenselijk wordt acht;

    • 5°.

      in gebreke blijft op het door de bedrijfsgeneeskundige dienst bepaalde tijdstip en in de door deze dienst bepaalde mate zijn werkzaamheden te hervatten, tenzij hij daarvoor een door deze dienst of door de CdP als geldig erkende reden heeft opgegeven; of

    • 6°.

      zonder deugdelijke grond weigert hem aangeboden passende arbeid, waartoe de bedrijfsgeneeskundige dienst hem in staat acht, te aanvaarden.

§

8

Zwangerschap en bevalling

Artikel

5.13

Voorzieningen bij zwangerschap en bevalling

Artikel

5.14

Werkneemster met borstkind

Artikel

5.15

Opzeggingsverbod tijdens zwangerschap

Hoofdstuk

6

Overige rechten en verplichtingen

§

1

Verplichtingen en verboden

Artikel

6.1

Goed werknemerschap

De werknemer is gehouden de uit diens arbeidsovereenkomst voortvloeiende plichten nauwgezet en ijverig te vervullen en zich te gedragen zoals een goed werknemer betaamt. De werknemer dient zich er daarbij voortdurend bewust van te zijn dat hij werkzaam is bij een vertegenwoordiging van het Koninkrijk in het buitenland.

Artikel

6.2

Mededelingplicht

Artikel

6.3

Nevenwerkzaamheden en aanbestedingen

Artikel

6.4

Beloningen, giften en beloften van derden

Het is de werknemer in diens functie verboden anders dan met goedvinden van de CdP, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen of te verzoeken. Voor het aannemen van geschenken geldt de Regeling aannemen geschenken DBZ.

Artikel

6.5

Dienstkleding en dragen van onderscheidingstekenen

Artikel

6.6

Woonplaats

De werknemer is verplicht te gaan wonen of te blijven wonen in of nabij de vestigingsplaats van de post indien dit naar het oordeel van de CdP noodzakelijk is in verband met de goede vervulling van zijn functie.

Artikel

6.7

Tijdelijk opdragen van andere werkzaamheden

De werknemer kan door de CdP worden verplicht tijdelijk andere werkzaamheden te verrichten dan hij gewoonlijk verricht, mits die werkzaamheden hem redelijkerwijze kunnen worden opgedragen.

Artikel

6.8

Bedrijfshulpverlening

§

2

Dienstwoning

Artikel

6.9

Dienstwoning; algemeen

Indien aan de werknemer een woning beschikbaar wordt gesteld, worden de voorwaarden waaronder dat geschiedt, waaronder de verdeling van de onderhoudskosten en de wijze van beëindiging van de beschikbaarstelling, opgenomen in de postuitwerking.

Artikel

6.10

Gebruik dienstwoning door achterblijvende gezinsleden

§

3

Scholing

Artikel

6.11

Opdracht tot scholing

Artikel

6.12

Scholing op eigen initiatief

§

4

Start-, functioneringsgesprekken en beoordelingen

Artikel

6.13

Startgesprekken

Artikel

6.14

Functioneringsgesprekken

Artikel

6.15

Beoordelingen

Indien de CdP dat gewenst acht of de werknemer daarom heeft verzocht, wordt het functioneren van de werknemer beoordeeld overeenkomstig het Beoordelingsvoorschrift BZ.

§

5

Reorganisatie

Artikel

6.16

Opstellen plan van aanpak

Artikel

6.17

Vaststellen plan van aanpak

HDPO stelt na overleg met de CdP het plan van aanpak vast nadat overleg is gevoerd door:

  • a.

    de CdP met het medezeggenschapsorgaan van de post overeenkomstig de artikelen 22, 23 en 32, vierde lid, van de Medezeggenschapsregeling posten BZ; en

  • b.

    HDPO met de in artikel 142 van het RDBZ bedoelde centrales van verenigingen van ambtenaren over de personele gevolgen van de reorganisatie en de voorgenomen maatregelen ter beperking van de personele gevolgen.

Hoofdstuk

7

Ontzegging toegang, schorsing, schadevergoeding, plichtsverzuim en disciplinaire straffen

Artikel

7.1

Ontzegging toegang

Aan de werknemer kan door de CdP de toegang tot dienstlokalen, dienstgebouwen of het werk dan wel het verblijf aldaar, worden ontzegd.

Artikel

7.2

Schorsing

Artikel

7.3

Schadevergoeding

De werknemer kan worden verplicht tot gehele of gedeeltelijke vergoeding van de door de werkgever geleden schade voor zover de werknemer de schade ernstig kan worden verweten.

Artikel

7.4

Plichtsverzuim

Artikel

7.5

Disciplinaire straffen

Bij plichtsverzuim kunnen de volgende straffen worden toegepast:

  • a.

    schriftelijke berisping;

  • b.

    beperking van het recht op vakantie, voor ten hoogste een derde deel van het aantal uren waarop de werknemer per kalenderjaar recht heeft;

  • c.

    gehele of gedeeltelijke inhouding van loon tot een bedrag van ten hoogste het loon over een halve maand;

  • d.

    vaststelling van het loon in de voor de werknemer geldende loonschaal, op het bedrag behorend bij een loonnummer dat maximaal twee loonnummers lager is dan voor de werknemer geldt, voor de tijd van ten hoogste twee jaren;

  • e.

    het niet toekennen van een hoger loonnummer gedurende ten hoogste vier jaren;

  • f.

    schorsing voor een bepaalde tijd met gehele of gedeeltelijke inhouding van loon;

  • g.

    ontslag overeenkomstig hoofdstuk 8.

Hoofdstuk

8

Einde arbeidsovereenkomst

§

1

Einde arbeidsovereenkomst en ontslaguitkering

Artikel

8.1

Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd; einde van rechtswege en tussentijdse beëindiging

Artikel

8.2

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

Artikel

8.3

Ontslaguitkering

§

2

Einde arbeidsovereenkomst wegens ziekte, pensioen, overlijden of een dringende reden

Artikel

8.4

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens ziekte

Artikel

8.5

Einde arbeidsovereenkomst bij bereiken pensioenleeftijd

De arbeidsovereenkomst eindigt met ingang van de eerste dag volgend op de dag waarop de werknemer de in de postuitwerking opgenomen pensioenleeftijd bereikt. Deze pensioenleeftijd wordt vastgesteld overeenkomstig lokaal gebruik, echter op een leeftijd die niet lager is dan 60 jaar en niet hoger dan 67 jaar.

Artikel

8.6

Einde arbeidsovereenkomst bij overlijden

Artikel

8.7

Einde arbeidsovereenkomst bij vermissing

Artikel

8.8

Beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden

§

3

Kennelijke onredelijke opzegging

Artikel

8.9

Kennelijke onredelijke opzegging

§

4

Bijzondere verplichtingen werkgever bij einde arbeidsovereenkomst

Artikel

8.10

Getuigschrift

Hoofdstuk

9

Oudedags-, nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

9.1

Begripsbepaling

Artikel

9.2

Verplichtingen van de werknemer, voormalig werknemer dan wel nabestaande

§

2

Oudedags-, nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen

Artikel

9.3

Oudedags-, nabestaanden- en arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen; algemeen

§

3

Suppletie op oudedagsvoorzieningen

Artikel

9.4

Suppletie op oudedagsvoorzieningen; algemeen

§

4

Suppletie op nabestaandenvoorzieningen

Artikel

9.5

Suppletie op nabestaandenvoorzieningen; algemeen

Artikel

9.6

Suppletie op nabestaandenvoorzieningen partners

Artikel

9.7

Suppletie op wezenvoorzieningen

§

5

Suppletie op arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen

Artikel

9.8

Suppletie op arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen; algemeen

Artikel

9.9

Geneeskundig onderzoek bij suppletie op arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen

§

6

Betaling suppletie

Artikel

9.10

Vaststelling en uitbetaling van de suppletie

Hoofdstuk

10

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

10.1

Wijziging Medezeggenschapsregeling posten BZ

In de artikelen 24 en 32, vijfde lid, van de Medezeggenschapsregeling posten BZ wordt ‘artikel 1.5 van de Rechtspositieregeling lokaal indienstgenomen werknemers’ vervangen door: artikel 1.5 van de Rechtspositieregeling lokaal indienstgenomen werknemers 2005.

Artikel

10.2

Wijziging Beoordelingsvoorschrift BZ

In artikel 8, derde lid, van het Beoordelingsvoorschrift BZ wordt na ‘beoordeling’ ingevoegd: die betrekking heeft op de ambtenaar.

Artikel

10.3

Intrekking Rechtspositieregeling lokaal indienstgenomen werknemers

De Rechtspositieregeling lokaal indienstgenomen werknemers wordt ingetrokken.

Artikel

10.4

Overgangsrecht afhankelijke kinderen

Voor de werknemer die op 31 december 2004 recht had op een vergoeding omdat hij een kind had dat op grond van artikel 1.1, onderdeel h, van de Rechtspositieregeling lokaal indienstgenomen werknemers j° artikel 2 van het RDBZ werd aangemerkt als afhankelijk kind, terwijl op grond van deze regeling dat kind niet wordt aangemerkt als afhankelijk kind, geldt met betrekking tot de desbetreffende vergoeding voor dat afhankelijke kind de volgende overgangsregeling:

  • a.

    tot 1 januari 2006 wordt de vergoeding toegekend overeenkomstig de regeling zoals deze luidde op 31 december 2004;

  • b.

    over de periode van 1 januari 2006 tot 1 januari 2007 wordt de helft van de vergoeding toegekend overeenkomstig de regeling zoals deze luidde op 31 december 2004.

Artikel

10.5

Overgangsrecht postuitwerkingen

Artikel

10.7

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Rechtspositieregeling lokaal indienstgenomen werknemers 2005.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden gepubliceerd.

Den Haag
De Minister van Buitenlandse Zaken,
namens deze:
de Secretaris-Generaal, F.A.M. Majoor

Bijlage

1

Functieoverzicht en loonschalen

Medewerker huishoudelijke dienst: schaal 1

Medewerker catering: schaal 1

Medewerker tuinonderhoud: schaal 1

Bode: schaal 2

Medewerker beveiliging: schaal 1

Senior medewerker beveiliging: schaal 2

Facilitair medewerker: schaal 3

Senior facilitair medewerker: schaal 4

Chauffeur: schaal 3

Senior chauffeur: schaal 4

Medewerker receptie/telefonist: schaal 4

Medewerker secretarieel administratief: schaal 5

Senior medewerker secretarieel administratief: schaal 6

Medewerker archief: schaal 5

Senior medewerker archief: schaal 6

Medewerker algemene zaken/comptabele: schaal 5

Senior medewerker algemene zaken/comptabele: schaal 6

Medewerker algemene zaken: schaal 6

Senior medewerker algemene zaken: schaal 7

Medewerker consulaire zaken: schaal 6

Senior medewerker consulaire zaken: schaal 7

Tolk/vertaler: schaal 7

Medewerker economische afdeling/pers- en culturele zaken: schaal 7

Senior medewerker economische afdeling/pers- en culturele zaken: schaal 8

Beleidsmedewerker: schaal 9

Senior beleidsmedewerker: schaal 10

Bijlage

2

Transponeringstabel

Vervallen