Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
wet: Kaderwet diervoeders;
-
b.
besluit: Besluit diervoeders;
-
c.
minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
-
d.
dagrantsoen: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, onderdeel d, van het Besluit diervoeders;
-
e.
volledig diervoeder: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, onderdeel e, van het besluit;
-
f.
aanvullende diervoeders: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, onderdeel f, van het besluit;
-
g.
melassevoeder: aanvullend diervoeder dat is bereid uit melasse en dat ten minste voor 14% uit suiker, uitgedrukt in sacharose, bestaat;
-
h.
landbouwhuisdieren: dieren behorend tot de soorten die gewoonlijk door de mens worden gevoederd en gehouden, en die worden gegeten dan wel waarvan de producten worden geconsumeerd of een andere bestemming hebben;
-
i.
communautaire toelating: toelating ingevolge een communautaire maatregel;
-
j.
lidstaat: land dat lid is van de Europese Unie;
-
k.
derde land: land dat geen lid is van de Europese Unie;
-
l.
kwartier: spanne tijd van één vierde deel van een uur of een gedeelte daarvan, die besteed is of zou zijn aan onderzoeken of verrichtingen, met uitzondering van reistijd;
-
m.
richtlijn nr. 79/373/EEG: richtlijn nr. 79/373/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 betreffende de handel in mengvoeders (PbEG L 86);
-
n.
richtlijn nr. 82/471/EEG: richtlijn nr. 82/471/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 1982 betreffende bepaalde in diervoeding gebruikte produkten (PbEG L 213);
-
o.
richtlijn nr. 83/228/EEG : richtlijn nr. 83/228/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 18 april 1983 tot vaststelling van richtsnoeren voor de beoordeling van bepaalde producten die worden gebruikt in diervoeding (PBEG L 126);
-
p.
richtlijn nr. 87/153/EEG: richtlijn nr. 87/153/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 februari 1978 tot vaststelling van richtsnoeren voor de beoordeling van toevoegingsmiddelen in diervoeding (PbEG L 64);
-
q.
richtlijn nr. 93/74/EEG: richtlijn nr. 93/74/EEG van de Raad van de Europese Unie van 13 september 1993 betreffende diervoeders met een bijzonder voedingsdoel (PbEG L 237);
-
r.
richtlijn nr. 94/39/EG: richtlijn nr. 94/39/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1994 tot vaststelling van de lijst van bestemmingen voor diervoeders met bijzonder voedingsdoel (PbEG L 207);
-
s.
richtlijn nr. 95/53/EG: richtlijn nr. 95/53/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 oktober 1995 tot vaststelling van de beginselen inzake de organisatie van de officiële controles op het gebied van diervoeding (PbEG L 265);
-
t.
richtlijn nr. 95/69/EG: richtlijn nr. 95/69/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1995 houdende vaststelling van de voorwaarden en bepalingen voor de erkenning en de registratie van bedrijven en tussenpersonen in de sector diervoeding en tot wijziging van de Richtlijnen 70/524/EEG, 74/63/EEG, 79/373/EEG en 82/471/EEG (PbEG L 125);
-
u.
richtlijn nr. 96/25/EG: richtlijn nr. 96/25/EG van de Raad van de Europese Unie van 29 april 1996 betreffende het verkeer van voedermiddelen, tot wijziging van Richtlijnen 70/524/EEG, 74/63/EEG, 82/471/EEG en 93/74/EEG, en tot intrekking van Richtlijn 77/101/EEG (PbEG L 25);
-
v.
richtlijn nr. 2001/18/EG: richtlijn nr. 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (PbEG L 106);
-
w.
richtlijn nr. 2002/32/EG: richtlijn nr. 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (PbEG L 140);
-
x.
verordening (EG) nr. 999/2001: verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);
-
y.
verordening (EG) nr. 178/2002: verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PbEG L 31);
-
z.
verordening (EG) nr. 1774/2002: verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEG L 273);
-
aa.
verordening (EG) nr. 811/2003: verordening (EG) nr. 811/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 2003 ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het verbod op hergebruik binnen dezelfde soort voor vis, de begraving en verbranding van dierlijke bijproducten en bepaalde overgangsmaatregelen (PbEU L 117);
-
bb.
verordening (EG) nr. 1829/2003: verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (PbEU L 268);
-
cc.
verordening (EG) nr. 1830/2003: verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (PbEU L 268);
-
dd.
verordening (EG) nr. 1831/2003: verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PbEU L 268).