Besluit van 20 juni 2005 ter vervanging van het Besluit luchtkwaliteit en tot uitvoering van richtlijn nr. 2000/69/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 november 2000 betreffende grenswaarden voor benzeen en koolmonoxide in de lucht (PbEG L 313), (Besluit luchtkwaliteit 2005)

Besluit luchtkwaliteit 2005

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 juni 2005, nr. MJZ2005060047, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op richtlijn nr. 2000/69/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 november 2000 betreffende grenswaarden voor benzeen en koolmonoxide in de lucht (PbEG L 313), richtlijn nr. 1999/30/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 april 1999, betreffende grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, zwevende deeltjes en lood in de lucht (PbEG L 163), richtlijn nr. 96/62/EG van de Raad van de Europese Unie van 27 september 1996 inzake de beoordeling en het beheer van de luchtkwaliteit (PbEG L 296), richtlijn nr. 2003/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 tot voorziening in inspraak van het publiek in de opstelling van bepaalde plannen en programma’s betreffende het milieu en, met betrekking tot inspraak van het publiek en toegang tot de rechter, tot wijziging van de richtlijnen 85/337/EEG en 96/61/EG van de Raad (PbEU L 156), de artikelen 53, 59 en 89 van de Wet inzake de luchtverontreiniging, en de artikelen 5.1, 5.2, 5.2a, en 5.3, van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 15 juni 2005, nr. W08.05.0176/V);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 17 juni 2005, nr. MJZ2005125886, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf

1

Definities en bepalingen ten aanzien van grenswaarden, actieplannen en alarmdrempels

Paragraaf

1.1

Definities

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

acht-uurgemiddelde concentratie: concentratie in de buitenlucht, gemiddeld over acht achtereenvolgende uurgemiddelde concentraties, uitgedrukt in microgram per m3 lucht bij een temperatuur van 293 Kelvin en een druk van 101,3 kiloPascal;

agglomeratie: stedelijk gebied met ten minste 250.000 inwoners;

alarmdrempel: kwaliteitsniveau van de buitenlucht dat bij kortstondige overschrijding risico’s voor de gezondheid van de mens inhoudt;

autosnelweg: autosnelweg in de zin van artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

beoordelen van de luchtkwaliteit: ingevolge paragraaf 3 vaststellen, dan wel overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3 prognosticeren van het kwaliteitsniveau van de buitenlucht;

grenswaarde: grenswaarde als bedoeld in artikel 5.1 van de wet ten aanzien van het kwaliteitsniveau van de buitenlucht;

inrichting: inrichting die behoort tot een krachtens artikel 1.1, derde lid, van de wet, aangewezen categorie;

jaargemiddelde concentratie: concentratie in de buitenlucht, gemiddeld over vierentwintig-uurgemiddelde concentraties in een kalenderjaar, uitgedrukt in microgram per m3 lucht bij een temperatuur van 293 Kelvin en een druk van 101,3 kiloPascal voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, stikstofoxiden, lood en benzeen en bij heersende temperatuur en druk voor zwevende deeltjes (PM10);

meetmethode: procedure van het bemonsteren van de buitenlucht, het analyseren van aldus verkregen luchtmonsters, het kalibreren van daartoe te gebruiken apparatuur, alsmede de verwerking van het signaal tot uurgemiddelde, dan wel acht-uurgemiddelde onderscheidenlijk vierentwintig-uurgemiddelde concentraties;

meetperiode: periode van 1 januari tot en met 31 december in een kalenderjaar;

motorvoertuig: motorvoertuig in de zin van artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

natuurverschijnselen: seismische activiteit, spontane branden, stormen, atmosferische resuspensie en verplaatsing van natuurlijke deeltjes uit droge gebieden, die een significante verhoging van de normale achtergrondconcentraties van natuurlijke oorsprong ten gevolge hebben;

plandrempel: kwaliteitsniveau van de buitenlucht dat bij overschrijden aanleiding geeft tot het opstellen van een plan als bedoeld in artikel 9;

stikstofoxiden: het totale aantal volumedelen stikstofmonoxide en stikstofdioxide per miljard volumedelen, uitgedrukt in microgrammen stikstofdioxide per m3;

uurgemiddelde concentratie: concentratie in de buitenlucht, gemiddeld over een heel uur, uitgedrukt in microgram per m3 lucht bij een temperatuur van 293 Kelvin en een druk van 101,3 kiloPascal;

vierentwintig-uurgemiddelde concentratie: concentratie in de buitenlucht, gemiddeld over het tijdvak van 0.00 uur tot 24.00 uur Midden-Europese-Tijd, uitgedrukt in microgram per m3 lucht bij een temperatuur van 293 Kelvin en een druk van 101,3 kiloPascal voor zwaveldioxide en bij heersende temperatuur en druk voor zwevende deeltjes (PM10);

wet: Wet milieubeheer;

winterhalfjaargemiddelde concentratie: concentratie in de buitenlucht, gemiddeld over vierentwintig-uurgemiddelde concentraties van 1 oktober tot en met 31 maart, uitgedrukt in microgram per m3 lucht bij een temperatuur van 293 Kelvin en een druk van 101,3 kiloPascal;

zone: gedeelte van het Nederlandse grondgebied;

zwevende deeltjes (PM10): in de buitenlucht voorkomende stofdeeltjes die een op grootte selecterende instroomopening passeren met een efficiencygrens van 50 procent bij een aërodynamische diameter van 10 micrometer.

Artikel

3

Artikel

4

Onze Minister overweegt ten minste eenmaal in de acht jaar in hoeverre de in paragraaf 2 genoemde waarden herziening behoeven en stelt de Staten-Generaal in kennis van zijn bevindingen daaromtrent.

Artikel

5

Artikel

6

Bij ministeriële regeling worden voor de toepassing van dit besluit regels gesteld aangaande de wijze van meten en berekenen en de frequentie daarvan.

Paragraaf

1.2

Bepalingen ten aanzien van grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, stikstofoxiden, lood, koolmonoxide, benzeen en zwevende deeltjes (PM10)

Artikel

7

Artikel

8

Paragraaf

1.3

Algemene bepalingen ten aanzien van actieplannen

Artikel

9

Artikel

10

Paragraaf

1.4

Algemene bepalingen ten aanzien van alarmdrempels

Artikel

11

Paragraaf

2

Grenswaarden, plandrempels en alarmdrempels voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen

Paragraaf

2.1

Grenswaarden en alarmdrempel voor zwaveldioxide

Artikel

12

Voor zwaveldioxide gelden de volgende grenswaarden voor de bescherming van de gezondheid van de mens:

  • a.

    350 microgram per m3 als uurgemiddelde concentratie, waarbij geldt dat deze maximaal vierentwintig maal per kalenderjaar mag worden overschreden;

  • b.

    125 microgram per m3 als vierentwintig-uurgemiddelde concentratie, waarbij geldt dat deze maximaal drie maal per kalenderjaar mag worden overschreden.

Artikel

13

Voor zwaveldioxide gelden de volgende grenswaarden voor de bescherming van ecosystemen, in gebieden met een oppervlakte van ten minste 1000 km2 die gelegen zijn op een afstand van ten minste 20 km van agglomeraties of op een afstand van ten minste 5 km van andere gebieden met bebouwing, van inrichtingen of van autosnelwegen, waar het ecosysteem naar het oordeel van het bevoegde bestuursorgaan bijzondere bescherming behoeft:

  • a.

    20 microgram per m3 als jaargemiddelde concentratie;

  • b.

    20 microgram per m3 als winterhalfjaargemiddelde concentratie.

Artikel

14

Voor zwaveldioxide geldt 500 microgram per m3 als uurgemiddelde concentratie gedurende drie achtereenvolgende uren, in gebieden van ten minste 100 km2, als alarmdrempel.

Paragraaf

2.2

Grenswaarden, plandrempels en alarmdrempel voor stikstofdioxide

Artikel

15

Artikel

16

Voor stikstofdioxide gelden de volgende plandrempels voor de bescherming van de gezondheid van de mens, gedefinieerd als jaargemiddelde concentraties:

  • a.

    in 2005, 50 microgram per m3;

  • b.

    in 2006, 48 microgram per m3;

  • c.

    in 2007, 46 microgram per m3;

  • d.

    in 2008, 44 microgram per m3;

  • e.

    in 2009, 42 microgram per m3.

Artikel

17

Voor stikstofdioxide gelden bij de wegen, bedoeld in artikel 15, tweede lid, de volgende plandrempels voor de bescherming van de gezondheid van de mens, gedefinieerd als uurgemiddelde concentraties waarbij geldt dat deze maximaal achttien maal per kalenderjaar mogen worden overschreden:

  • a.

    in 2005, 250 microgram per m3;

  • b.

    in 2006, 240 microgram per m3;

  • c.

    in 2007, 230 microgram per m3;

  • d.

    in 2008, 220 microgram per m3;

  • e.

    in 2009, 210 microgram per m3.

Artikel

18

Voor stikstofdioxide geldt 400 microgram per m3 als uurgemiddelde concentratie gedurende drie achtereenvolgende uren, in gebieden met een oppervlakte van ten minste 100 km2, als alarmdrempel.

Paragraaf

2.3

Grenswaarde voor stikstofoxiden

Artikel

19

Voor stikstofoxiden geldt 30 microgram per m3 als jaargemiddelde concentratie als grenswaarde voor de bescherming van vegetatie, in gebieden met een oppervlakte van ten minste 1000 km2 die gelegen zijn op een afstand van ten minste 20 km van agglomeraties of op een afstand van ten minste 5 km van andere gebieden met bebouwing, van inrichtingen of van autosnelwegen, waar de vegetatie naar het oordeel van het bevoegde bestuursorgaan bijzondere bescherming behoeft.

Paragraaf

2.4

Grenswaarden voor zwevende deeltjes (PM10)

Artikel

20

Voor zwevende deeltjes (PM10) gelden de volgende grenswaarden voor de bescherming van de gezondheid van de mens:

  • a.

    40 microgram per m3 als jaargemiddelde concentratie;

  • b.

    50 microgram per m3 als vierentwintig-uurgemiddelde concentratie, waarbij geldt dat deze maximaal vijfendertig maal per kalenderjaar mag worden overschreden.

Paragraaf

2.5

Grenswaarde voor lood

Artikel

21

Voor lood geldt 0,5 microgram per m3 als jaargemiddelde concentratie als grenswaarde voor de bescherming van de gezondheid van de mens.

Paragraaf

2.6

Grenswaarde voor koolmonoxide

Artikel

22

Voor koolmonoxide geldt 10.000 microgram per m3 als acht-uurgemiddelde concentratie als grenswaarde voor de bescherming van de gezondheid van de mens.

Paragraaf

2.7

Grenswaarden en plandrempels voor benzeen

Artikel

23

Voor benzeen gelden de volgende grenswaarden voor de bescherming van de gezondheid van de mens, gedefinieerd als jaargemiddelde concentraties:

  • a.

    tot 1 januari 2010, 10 microgram per m3;

  • b.

    met ingang van 1 januari 2010, 5 microgram per m3.

Artikel

24

Voor benzeen gelden de volgende plandrempels voor de bescherming van de gezondheid van de mens, gedefinieerd als jaargemiddelde concentraties:

  • a.

    in 2006, 9 microgram per m3;

  • b.

    in 2007, 8 microgram per m3;

  • c.

    in 2008, 7 microgram per m3;

  • d.

    in 2009, 6 microgram per m3.

Paragraaf

3

Beoordelen van de luchtkwaliteit

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Artikel

28

Burgemeester en wethouders stellen de luchtverontreiniging door koolmonoxide vast door middel van metingen overeenkomstig de artikelen 25, achtste lid, en 27, vierde lid, en de krachtens artikel 6 vast te stellen regeling, op plaatsen waar, blijkens de ingevolge artikel 26, eerste lid verrichte inventarisatie en de ingevolge artikel 26, tweede, derde en vierde lid verrichte vaststelling, mensen worden blootgesteld aan een concentratie van koolmonoxide die hoger is dan 3600 microgram per m3 als 98-percentiel van acht-uurgemiddelde concentraties.

Artikel

29

Artikel

30

Paragraaf

4

Toetsing van de vaststelling van de luchtverontreiniging

Artikel

31

Paragraaf

5

Rapportage

Artikel

32

Artikel

33

Paragraaf

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

34

Wijzigt het Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer.

Artikel

37

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werkt ten aanzien van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van dit besluit, die zijn uitgeoefend voor dat tijdstip en na 4 mei 2005 terug tot laatstgenoemde datum.

Artikel

38

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit luchtkwaliteit 2005.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer , P. L. B. A. van Geel
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner