Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 december 2005, nr. TRCJZ/2005/3649, houdende veterinairrechtelijke voorschriften inzake de handel in dierlijke producten (Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten)

Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op:
richtlijn nr. 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395);
richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en producten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224);
richtlijn nr. 92/118/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van produkten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PbEG L 62);
richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 24);
verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147);
verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEG L 273);
richtlijn nr. 2002/99/EG van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2002 houdende vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor de productie, de verwerking, de distributie en het binnenbrengen van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU L 18);
richtlijn nr. 2004/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 (PbEU L 157) houdende intrekking van bepaalde richtlijnen inzake levensmiddelenhygiëne en tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, en tot wijziging van de richtlijnen 89/662/EEG en 92/118/EEG van de Raad en van Beschikking 95/408/EG van de Raad;
verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU L 165);

Besluit:

Titel

1

Algemeen

§

1.1

Definities

Artikel

1.1.1

Artikel

1.1.2

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    communautaire maatregel: verordening, richtlijn of beschikking als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, ter zake van de preventie dan wel de bestrijding van dierziekten, en daarmee verwante onderwerpen;

  • b.

    communautaire uitvoeringsmaatregel: verordening, richtlijn of beschikking als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, vastgesteld krachtens een communautaire maatregel, genoemd in artikel 1.1.1.

  • c.

    minister: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • d.

    wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren.

§

1.2

Bevoegde autoriteit

Artikel

1.2.1

§

1.3

Communautaire uitvoeringsmaatregelen

Artikel

1.3.1

Ingeval in een bepaling van deze regeling is verwezen naar een communautaire uitvoeringsmaatregel, maar er ter zake van een product, dier of voorwerp geen dergelijke communautaire uitvoeringsmaatregel geldt, geldt voor de toepassing van deze regeling dat er ten aanzien van het desbetreffende product, dier of voorwerp is voldaan aan die desbetreffende bepaling van deze regeling.

Artikel

1.3.2

Een communautaire uitvoeringsmaatregel, of een wijziging daarvan, treedt voor de toepassing van deze regeling in werking met ingang van de dag waarop daaraan uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven, of bij gebreke daarvan, de dag waarop de maatregel is vastgesteld.

Artikel

1.3.3

Verwijzingen naar krachtens richtlijn nr. 2002/99/EG vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen gelden tevens als verwijzingen naar:

  • a.

    communautaire uitvoeringsmaatregelen die ten aanzien van producten van dierlijke oorsprong geheel of mede zijn vastgesteld krachtens:

    • 1°.

      richtlijn nr. 72/461/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1972 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees (PbEG L 302);

    • 2°.

      richtlijn nr. 72/462/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1972 inzake gezondheidsvraagstukken en veterinairrechtelijke vraagstukken bij de invoer van runderen, varkens, schapen en geiten, van vers vlees of van vleesprodukten uit derde landen (PbEG L 194);

    • 3°.

      richtlijn nr. 80/215/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 1980 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vleesprodukten (PbEG L 47);

    • 4°.

      richtlijn nr. 91/494/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1991 tot vaststelling van veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van vers vlees van pluimvee (PbEG L 268);

    • 5°.

      richtlijn nr. 91/495/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 inzake gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van konijnevlees en vlees van gekweekt wild (PbEG 1991, L 268);

    • 6°.

      richtlijn nr. 92/45/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1992 betreffende de gezondheidsvoorschriften en veterinairrechtelijke voorschriften voor het doden van vrij wild en het in de handel brengen van vlees van vrij wild (PbEG L 268);

    • 7°.

      richtlijn nr. 92/46/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 16 juni 1992 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de productie en het in de handel brengen van rauwe melk, warmtebehandelde melk en producten op basis van melk (PbEG L 268);

    • 8°.

      richtlijn nr. 94/65/EG van de Raad van de Europese Unie van 14 december 1994 tot vaststelling van voorschriften voor de produktie en het in de handel brengen van gehakt vlees en vleesbereidingen (PbEG L 368);

  • b.

    overgangsmaatregelen, gesteld bij een krachtens artikel 13, derde lid, van richtlijn nr. 2002/99/EG vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregel.

§

1.4

Overige algemene bepalingen

Artikel

1.4.1

Op het brengen in en buiten Nederland van producten vanuit, onderscheidenlijk naar Noorwegen, zijn:

  • a.

    de bepalingen inzake de handel met derde landen niet van toepassing;

  • b.

    de bepalingen inzake de intracommunautaire handel van overeenkomstige toepassing.

Titel

2

Materiële voorschriften

Hoofdstuk

2.1

Algemene voorschriften inzake voor menselijke consumptie bestemde producten

§

2.1.1

Intracommunautair

Artikel

2.1.1.1

Artikel

2.1.1.2

Het product is verkregen van dieren ten aanzien waarvan aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

  • a.

    er is voldaan aan de voor desbetreffende diersoort geldende communautaire maatregelen;

  • b.

    het dier is afkomstig van een bedrijf, een inrichting, een grondgebied of een deel daarvan, ten aanzien waarvan voor de desbetreffende diersoort en producten geen bestrijdingsmaatregel is getroffen op grond van een communautaire maatregel, genoemd in bijlage I bij richtlijn nr. 2002/99/EG.

Artikel

2.1.1.3

Vlees en vleesproducten zijn niet verkregen van dieren die zijn gedood in een inrichting waar bij de slacht of tijdens de productie dieren, dan wel karkassen of delen daarvan, aanwezig waren die waren besmet, of die werden verdacht van besmetting met een ziekte ten aanzien waarvan een bestrijdingsmaatregel is getroffen op grond van een communautaire maatregel, genoemd in bijlage I bij richtlijn nr. 2002/99/EG.

Artikel

2.1.1.4

Aquacultuurproducten en aquacultuurdieren waarvan de aquacultuurproducten afkomstig zijn, voldoen aan richtlijn nr. 2006/88/EG en aan voorschriften, gesteld in krachtens artikel 4, tweede lid, van richtlijn nr. 2002/99/EG vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen.

Artikel

2.1.1.5

Artikel

2.1.1.7

§

2.1.2

In Nederland brengen vanuit derde landen

Artikel

2.1.2.1

Artikel

2.1.2.2

Het product is afkomstig van land, dan wel een regio van landen, dat, onderscheidenlijk die is geplaatst op een lijst, opgenomen in een krachtens artikel 8, onderdeel 1, van richtlijn nr. 2002/99/EG vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregel.

Artikel

2.1.2.3

Ten aanzien van het product en het dier waaruit het product is verkregen is voldaan aan regels over de oorsprong, gesteld in een krachtens artikel 8, onderdeel 3, van richtlijn nr. 2002/99/EG vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregel.

Artikel

2.1.2.4

Het product voldoet aan bijzondere voorschriften, gesteld in een krachtens artikel 8, onderdeel 4, van richtlijn nr. 2002/99/EG vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregel.

Artikel

2.1.2.5

Het product voldoet aan andere voorschriften, gesteld in een krachtens artikel 8, onderdeel 5, van richtlijn nr. 2002/99/EG vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregel.

Artikel

2.1.2.6

Het product voldoet aan voorwaarden, gesteld in een krachtens artikel 48 van verordening (EG) nr. 882/2004 vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregel.

Artikel

2.1.2.7

Hoofdstuk

2.2

Algemene voorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde producten

Artikel

2.2.1

Het is verboden dierlijke bijproducten en afgeleide producten als bedoeld in artikel 3, onderdelen 1 en 2, van verordening (EG) nr. 1069/2009:

  • a.

    in Nederland te brengen vanuit een lidstaat;

  • b.

    in Nederland te brengen vanuit een derde land;

  • c.

    buiten Nederland te brengen.

Artikel

2.2.2

Het verbod, bedoeld in artikel 2.2.1, is niet van toepassing op dierlijke bijproducten en afgeleide producten ten aanzien waarvan is voldaan aan titel II, hoofdstuk II en III van verordening (EG) 1069/2009, alsmede aan de krachtens de artikelen 40, 42 en artikel 43, derde lid van die verordening vastgestelde uitvoeringsmaatregelen van de Europese Unie.

Hoofdstuk

2.3

Aanvullende voorschriften voor producten van herkauwers

Artikel

2.3.1

Het is verboden dierlijke producten afkomstig van herkauwers als bedoeld in artikel 16 van verordening (EG) nr. 999/2001:

  • a.

    in Nederland te brengen;

  • b.

    in Nederland te produceren, te verwerken, in de handel te brengen, te vervoeren;

  • c.

    het anders dan in doorvoer buiten Nederland te brengen.

Artikel

2.3.2

Het verbod, bedoeld in artikel 2.3.1, is niet van toepassing indien is voldaan aan de voorschriften gesteld in:

  • a.

    artikel 16, tweede lid, van verordening (EG) nr. 999/2001, voor wat betreft de daarin genoemde producten;

  • b.

    artikel 16, derde lid, van verordening (EG) nr. 999/2001, voor wat betreft de daarin genoemde producten;

  • c.

    bijlage VIII, Hoofdstuk C, van verordening (EG) nr. 999/2001, voor wat betreft de daarin genoemde producten;

  • d.

    bijlage IX, hoofdstukken C en F, bij verordening (EG) nr. 999/2001, voor wat betreft de daarin genoemde producten.

Hoofdstuk

2.4

Aanvullende voorschriften inzake specifieke dierlijke producten

§

2.4.1

Intracommunautair

Artikel

2.4.1.1

Artikel

2.4.1.2

Artikel

2.4.1.3

Het product is afkomstig van een inrichting die voldoet aan artikel 4, onderdeel 2, van richtlijn nr. 92/118/EEG.

§

2.4.2

In Nederland brengen vanuit derde landen

Artikel

2.4.2.1

Artikel

2.4.2.3

Het product is afkomstig van een derde land of een gedeelte van een derde land, dat is geplaatst op een lijst, opgenomen in een krachtens artikel 10, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn nr. 92/118/EEG vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregel;

Artikel

2.4.2.4

Het product voldoet aan specifieke voorschriften dan wel gelijkwaardige garanties, gesteld in een krachtens artikel 10, derde lid, onderdeel a of c, van richtlijn nr. 92/118/EEG vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregel.

Artikel

2.4.2.5

Ingeval het product is bestemd voor onderzoek, onderwijs of diagnose, is voldaan aan de specifieke voorschriften en de voorschriften met betrekking tot de aard en de inhoud van begeleidende documenten, gesteld in een krachtens artikel 11 van richtlijn nr. 92/118/EEG vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregel.

Artikel

2.4.2.6

Artikel

2.4.2.7

Ingeval het product ter voldoening aan richtlijn nr. 92/118/EEG of een op grond van die richtlijn vastgestelde een communautaire uitvoeringsmaatregel vergezeld gaat van een certificaat, dan voldoet dit certificaat aan artikel 10, tweede lid, onderdeel c, van richtlijn nr. 92/118/EG, en de op grond van dat artikel vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen.

Artikel

2.4.2.8

Ingeval ten aanzien van het product op grond van bijlage 1 bij richtlijn nr. 92/118/EEG voorschriften aan de invoer uit derde landen gelden, is voldaan aan die voorschriften en de krachtens die bijlage vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen.

Titel

3

Voorschriften inzake de uitvoering van controles op producten

Hoofdstuk

3.1

Intracommunautair

Artikel

3.1.1

Vervallen

Artikel

3.1.2

Vervallen

Artikel

3.1.3

Vervallen

Artikel

3.1.4

Vervallen

Artikel

3.1.5

Vervallen

Artikel

3.1.6

Vervallen

Hoofdstuk

3.2

In Nederland brengen vanuit derde landen

§

3.2.1

Algemeen

Artikel

3.2.1.1

Artikel

3.2.1.2

Vervallen

§

3.2.2

Aankomst en onderzoek

Artikel

3.2.2.1

Vervallen

Artikel

3.2.2.2

Vervallen

Artikel

3.2.2.3

Vervallen

Artikel

3.2.2.4

Vervallen

Artikel

3.2.2.5

Vervallen

Artikel

3.2.2.6

Vervallen

§

3.2.3

Doorvoer en wederinvoer

Artikel

3.2.3.1

Vervallen

Artikel

3.2.3.2

Vervallen

§

3.2.4

Overig

Artikel

3.2.4.1

Vervallen

Artikel

3.2.4.2

Vervallen

Artikel

3.2.4.3

Vervallen

Artikel

3.2.4.4

Vervallen

Hoofdstuk

3.3

Voorschriften ter uitvoering van verordening (EU) 2017/625 en daarop gebaseerde verordeningen

Artikel

3.3.1

Dit hoofdstuk heeft betrekking op het brengen in Nederland van:

  • a.

    dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 3, onder 14, van verordening (EU) 2017/625;

  • b.

    producten van dierlijke oorsprong als bedoeld in artikel 3, onder 19, van verordening (EU) 2017/625, met uitzondering van producten van aquacultuurdieren als bedoeld in richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (Pb L 328);

  • c.

    hooi en stro, en levensmiddelen die zowel producten van plantaardige oorsprong als verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onder b, van verordening (EU) 2017/625.

Artikel

3.3.2

Als voorschriften als bedoeld in artikel 4 van het Besluit uitvoering verordening officiële controles diergezondheid worden aangewezen:

  • a.

    de artikelen 15, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 47, vijfde lid, 50, eerste en derde lid, 56, eerste en vierde lid, 57, eerste lid, en 69, eerste lid, van verordening (EU) 2017/625;

  • b.

    artikel 1, eerste lid, van uitvoeringsverordening (EU) 2019/1013;

  • c.

    de artikelen 3, 4, onderdelen a en b, 5, eerste lid, onderdelen a, b, d en e, en tweede lid, onderdeel a en c, en 6, onderdelen a en b, van gedelegeerde verordening (EU) 2019/1602;

  • d.

    de artikelen 2, tweede lid, onderdeel b en c, en 3, eerste lid, van gedelegeerde verordening (EU) 2019/1666;

  • e.

    de artikelen 3, 5, eerste lid, 7, 8, 10, 12, 13, eerste lid, en 14, eerste lid, van gedelegeerde verordening (EU) 2019/625;

  • f.

    artikel 41, eerste lid, van uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715;

  • g.

    de artikelen 7, eerste, tweede en derde lid, artikel 9, eerste en tweede lid, artikel 10, eerste en derde, vierde en vijfde lid, en artikel 11, eerste, tweede, derde en vijfde lid, van uitvoeringsverordening (EU) 2019/1793;

  • h.

    de artikelen 8, derde lid, onderdeel a, en 10, derde lid, van gedelegeerde verordening (EU) 2019/2122;

  • i.

    de artikelen 3, eerste lid, 5, 6, 14, 16, eerste en derde lid, 17, tweede lid, 22, vierde lid, 24, 27, eerste en vierde lid, 28, 29, 31, tweede en vierde lid, 32, 35, eerste lid, 36, derde lid, 37, tweede en vijfde lid, van gedelegeerde verordening (EU) 2019/2124;

  • j.

    artikel 5, tweede lid, van gedelegeerde verordening (EU) 2019/2125;

  • k.

    de artikelen 3 tot en met 5 van uitvoeringsverordening (EU) 2019/2128.

Artikel

3.3.3

Titel

4

Communautaire vrijwaringsmaatregelen

§

4.1

Intracommunautair

Artikel

4.1.1

§

4.2

In Nederland brengen vanuit derde landen

Artikel

4.2.1

Vervallen

Artikel

4.2.2

Artikel

4.2.3

Het is verboden dierlijke producten waarop een of meer bepalingen van hoofdstuk 2 van toepassing zijn, vanuit een derde land in Nederland te brengen ingeval een communautaire maatregel lidstaten ertoe verplicht:

  • a.

    het binnenbrengen van deze producten te verbieden;

  • b.

    voorwaarden aan het binnenbrengen van deze producten te stellen en ten aanzien van een desbetreffend dierlijk product niet aan een of meer van die voorwaarden is voldaan.

Titel

5

Bestuurlijke maatregelen

Artikel

5.1

Vervallen

Artikel

5.2

Vervallen

Artikel

5.3

Vervallen

Artikel

5.4

Vervallen

Titel

6

Slotbepalingen

Artikel

6.1

Vergunningen, erkenningen, toestemmingen, goedkeuringen en registraties, die ter uitvoering van communautaire maatregelen zijn verleend, onderscheidenlijk hebben plaatsgevonden op grond van de hoofdstukken 2, 3, 10, 11 of 11A van de Regeling keuring en handel dierlijke producten, de Regeling in- en doorvoer vlees 1979, de Regeling in- en doorvoer vleesproducten 1985, de Regeling in- en doorvoer van pluimveeproducten 1993 of de Regeling invoer konijne- en hazevlees 1993, worden geacht te zijn verleend, onderscheidenlijk te hebben plaatsgevonden op grond van deze regeling.

Artikel

6.2

Wijzigt de Regeling aquicultuur.

Artikel

6.3

Wijzigt de Regeling handel levende dieren en levende producten.

Artikel

6.7

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel

6.8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P.Veerman