Wet van 6 oktober 2005, houdende invoering van de Zorgverzekeringswet en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet)

Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de invoering van de Zorgverzekeringswet en enkele daarmee samenhangende onderwerpen te regelen, zulks onder intrekking van de Ziekenfondswet, de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 en de Wet medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekerden en onder aanpassing van diverse andere wetten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Definities

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Invoering van de Zorgverzekeringswet

Paragraaf

2.1

Overgangsrecht Ziekenfondswet

Artikel

2.1.2

Artikel

2.1.3

Vervallen

Artikel

2.1.4

Vervallen

Artikel

2.1.5

Artikel

2.1.6

Artikel

2.1.7

Artikel

2.1.7a

Artikel

2.1.7b

Artikel

2.1.8

Vervallen

Artikel

2.1.9

Artikel

2.1.11

Het saldo van de Algemene Kas naar de situatie op 1 januari 2010 komt ten bate of ten laste van ’s Rijks schatkist.

Artikel

2.1.12

Artikel

2.1.13

Bij ministeriële regeling van Onze Minister kunnen zonodig regels worden gesteld die voor een goede afwikkeling van de Ziekenfondswet noodzakelijk zijn.

Paragraaf

2.2

Overgangsrecht Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998

Artikel

2.2.2

Artikel

2.2.2a

Artikel

2.2.3

Artikel

2.2.4

Ten aanzien van bezwaar en beroep tegen een besluit op grond van het bepaalde bij of krachtens deze paragraaf, is het recht zoals dat gold voorafgaand aan het tijdstip van intrekking van de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 van toepassing.

Artikel

2.2.5

Artikel

2.2.6

Paragraaf

2.3

Overgangsrecht Wet medefinanciering oververtegenwoordiging oudere ziekenfondsverzekerden

Artikel

2.3.2

Paragraaf

2.4

Wijzigingen in de Wet op de zorgtoeslag en de Zorgverzekeringswet

Artikel

2.4.1

Vervallen

Artikel

2.4.2

Vervallen

Artikel

2.4.3

Vervallen

Paragraaf

2.5

Invoering Zorgverzekeringswet

Artikel

2.5.1

Artikel

2.5.1a

Indien een persoon als bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet reeds bij het Zorginstituut geregistreerd is als een persoon die op grond van de in dat lid genoemde verordening, overeenkomst of verdrag ingeval van behoefte aan zorg recht heeft op zorg of vergoeding van de kosten daarvan, zoals voorzien in de wetgeving over de verzekering voor zorg van zijn woonland, geldt deze registratie als de melding, bedoeld in artikel 69, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.

Artikel

2.5.2

Artikel

2.5.3

Voor zover een verzekerde ingevolge de zorgverzekering toestemming behoeft van de zorgverzekeraar dan wel een verwijzing of recept van een deskundige is vereist voor het verkrijgen van de verzekerde prestaties, en de verzekerde in het bezit is van een voor de inwerkingtreding van deze wet door een ziekenfonds, een uitvoerder van een publiekrechtelijke ziektekostenregeling of een ziektekostenverzekeraar verleende toestemming en een voor de inwerkingtreding van deze wet afgegeven verwijzing of recept voor de desbetreffende zorg, geldt die toestemming, die verwijzing of dat recept als titel voor het verkrijgen van de verzekerde prestaties gedurende de periode waarvoor de toestemming is verleend of de verwijzing of het recept geldig is, en verlangt de zorgverzekeraar van de verzekerde niet nogmaals dat toestemming wordt gevraagd of dat een verwijzing of recept wordt overgelegd.

Artikel

2.5.4

Indien een verzekerde ingevolge de zorgverzekering recht heeft op levering van zorg en overige diensten door zijn zorgverzekeraar en op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zorg ontvangt van een aanbieder van zorg met welke de zorgverzekeraar daartoe geen overeenkomst heeft gesloten, heeft de verzekerde desalniettemin recht op zorgverlening door die aanbieder van zorg voor rekening van de zorgverzekeraar, behoudens voor zover betrokkene voor dat tijdstip niet verzekerd was voor die zorg of de kosten daarvan, dan wel voor zover die kosten voor rekening van de tot dat tijdstip bestaande verzekering komen.

Artikel

2.5.5

Vervallen

Artikel

2.5.6

Indien een verzekeraar zijn portefeuille met ziektekostenverzekeringen met ingang van de datum van inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet overdraagt aan een zorgverzekeraar in de zin van die wet of indien hij zich met ingang van die datum omzet in een andere rechtsvorm, in welke rechtsvorm hij als zorgverzekeraar in de zin van die wet werkzaam zal zijn, zijn de artikelen 123, vierde lid, 125, vierde lid, tweede volzin, en 128, vierde lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 niet van toepassing op de zorgverzekering of een aanvullende verzekering die met ingang van die datum bij de zorgverzekeraar gaat lopen, mits de verzekerde voor die datum in de gelegenheid is gesteld af te zien van een zorgverzekering of een aanvullende verzekering bij die zorgverzekeraar.

Artikel

2.5.7

Artikel

2.5.8

Vervallen

Artikel

2.5.9

Vervallen

Hoofdstuk

3

Wijziging van andere wetten

Paragraaf

3.1

Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten

Artikel

3.1.1

Vervallen

Artikel

3.1.2

Artikel

3.1.3

Artikel

3.1.4

Artikel

3.1.6

Ten aanzien van bezwaar en beroep tegen een besluit inzake een vergoeding als bedoeld in artikel 3.1.2 is het recht zoals dat geldt ten aanzien van besluiten inzake een recht op zorg ingevolge de Wet langdurige zorg, met uitzondering van artikel 10.3.1 van die wet, van overeenkomstige toepassing.

Artikel

3.1.7

Vervallen

Artikel

3.1.8

Vervallen

Paragraaf

3.2

Volksgezondheid, Welzijn en Sport, overige wetten

Artikel

3.2.1

Vervallen

Artikel

3.2.2

Vervallen

Artikel

3.2.3

Vervallen

Artikel

3.2.4

Vervallen

Artikel

3.2.5

Vervallen

Artikel

3.2.6

Vervallen

Artikel

3.2.7

Vervallen

Artikel

3.2.8

Vervallen

Artikel

3.2.9

Vervallen

Artikel

3.2.10

Vervallen

Artikel

3.2.11

Vervallen

Artikel

3.2.12

Vervallen

Artikel

3.2.13

Vervallen

Artikel

3.2.14

Vervallen

Artikel

3.2.15

Vervallen

Artikel

3.2.16

Vervallen

Artikel

3.2.17

Vervallen

Artikel

3.2.18

Vervallen

Artikel

3.2.19

Vervallen

Artikel

3.2.20

Vervallen

Artikel

3.2.21

Vervallen

Artikel

3.2.22

Vervallen

Artikel

3.2.23

Vervallen

Artikel

3.2.24

Vervallen

Artikel

3.2.25

Vervallen

Artikel

3.2.26

Vervallen

Artikel

3.2.27

Vervallen

Artikel

3.2.28

Vervallen

Artikel

3.2.29

Vervallen

Artikel

3.2.30

Vervallen

Artikel

3.2.31

Vervallen

Artikel

3.2.32

Vervallen

Paragraaf

3.3

Justitie

Artikel

3.3.1

Vervallen

Artikel

3.3.2

Vervallen

Artikel

3.3.3

Vervallen

Artikel

3.3.4

Vervallen

Artikel

3.3.5

Vervallen

Artikel

3.3.6

Vervallen

Artikel

3.3.7

Vervallen

Artikel

3.3.8

Vervallen

Artikel

3.3.9

Vervallen

Artikel

3.3.10

Vervallen

Paragraaf

3.4

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Artikel

3.4.1

Vervallen

Artikel

3.4.2

Vervallen

Artikel

3.4.3

Vervallen

Artikel

3.4.4

Vervallen

Artikel

3.4.5

Vervallen

Artikel

3.4.6

Vervallen

Paragraaf

3.5

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel

3.5.1

Vervallen

Artikel

3.5.2

Vervallen

Paragraaf

3.6

Financiën

Artikel

3.6.1

Vervallen

Artikel

3.6.2

Vervallen

Artikel

3.6.3

Vervallen

Artikel

3.6.4

Vervallen

Artikel

3.6.5

Voor lichamen die op de dag voorafgaande aan de dag waarop deze wet in werking treedt, optreden als algemene ziekenfondsen als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals dit artikelonderdeel luidde op die dag, blijft dit artikelonderdeel, zoals dit luidde op de dag voorafgaande aan de dag waarop deze wet in werking treedt, van toepassing voor zover hun werkzaamheden betrekking hebben op de afwikkeling van de Ziekenfondswet.

Artikel

3.6.6

Vervallen

Artikel

3.6.7

Artikel

3.6.8

Vervallen

Artikel

3.6.9

Vervallen

Paragraaf

3.7

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Artikel

3.7.1

Vervallen

Artikel

3.7.2

Vervallen

Paragraaf

3.8

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Artikel

3.8.1

Vervallen

Artikel

3.8.2

Vervallen

Artikel

3.8.3

Vervallen

Artikel

3.8.4

Vervallen

Artikel

3.8.5

Vervallen

Artikel

3.8.6

Vervallen

Artikel

3.8.7

Vervallen

Artikel

3.8.8

Vervallen

Artikel

3.8.9

Vervallen

Artikel

3.8.10

Vervallen

Artikel

3.8.11

Vervallen

Artikel

3.8.12

Vervallen

Artikel

3.8.13

Vervallen

Artikel

3.8.14

Vervallen

Artikel

3.8.15

Vervallen

Artikel

3.8.16

Vervallen

Artikel

3.8.17

Vervallen

Artikel

3.8.18

Vervallen

Artikel

3.8.19

Vervallen

Artikel

3.8.20

Vervallen

Artikel

3.8.21

Vervallen

Artikel

3.8.22

Vervallen

Hoofdstuk

4

Overige bepalingen

Artikel

4.1

Vervallen

Artikel

4.2

Vervallen

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

5.1

Artikel

5.2

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

5.3

Deze wet wordt aangehaald als: Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet.

Artikel

5.4

Vervallen

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport , J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner