Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 6 december 2006, nr. LMV 2006 333053, houdende regels met betrekking tot het subsidiëren van maatregelen ten behoeve van de sanering van verkeerslawaai (Subsidieregeling sanering verkeerslawaai)

Subsidieregeling sanering verkeerslawaai

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel

2

§

2

Subsidiabele maatregelen

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

6

Niet in aanmerking voor een subsidie komen maatregelen:

  • a.

    die getroffen worden met geldelijke steun op grond van de ‘Nadere regels voor de uitvoering van geluidsanering ten laste van Rijkswaterstaat bij het uitvoeren van werkzaamheden aan rijkswegen ter vergroting van de capaciteit c.q. het uitvoeren van verbeteringswerken aan rijkswegen’ (bijlage bij de circulaires van 24 december 1991, MBG 20d91010 en MBG 23d91003, Stcrt. 1992, 58);

  • b.

    die getroffen worden met geldelijke steun op grond van de ‘Nadere afspraken geluidsanering bij spoorwerkzaamheden’ (bijlage bij de circulaire van 22 november 1995, MBG 21895016, Stcrt. 238);

  • c.

    voor zover zij getroffen worden met geldelijke steun, verstrekt uit anderen hoofde ten laste van het Rijk;

  • d.

    voor zover deze getroffen worden aan woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen waarvoor al eerder ten laste van het Rijk maatregelen zijn getroffen.

§

3

Subsidies

§

3.1

Voorbereidingssubsidie

Artikel

7

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Subsidieaanvragen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, worden jaarlijks gelijktijdig beoordeeld op basis van hun geschiktheid om bij te dragen aan de doelstellingen van deze regeling.

Artikel

10

§

3.2

Uitvoeringssubsidie

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Geluidreducerende maatregelen aan de constructie van een spoorweg komen slechts in aanmerking voor subsidie voor zover de kosten niet voortvloeien uit het normale beheer en onderhoud van de spoorweg.

Artikel

13a

Artikel

14

Artikel

15

Niet in aanmerking voor een subsidie komen:

  • a.

    geluidwerende maatregelen aan woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, welke maatregelen door de Minister zijn vastgesteld, doch ten aanzien waarvan de eigenaar, overeenkomstig hoofdstuk 6 van het besluit heeft verklaard niet in te stemmen met de uitvoering van de maatregelen;

  • b.

    geluidwerende maatregelen aan woningen, waarbij in het maatgevende jaar de geluidsbelasting binnen de woning bij gesloten ramen de 43 dB niet overschrijdt;

  • c.

    geluidwerende maatregelen aan andere geluidsgevoelige gebouwen, waarbij in het maatgevende jaar de geluidsbelasting bij gesloten ramen in categorie a-ruimten de 38 dB en in categorie b-ruimten de 43 dB niet overschrijdt.

Artikel

16

Geluidwerende maatregelen komen slechts in aanmerking voor subsidie voor zover:

  • a.

    zij niet zijn toe te schrijven aan achterstallig onderhoud;

  • b.

    zij worden getroffen ten behoeve van:

    • 1°.

      een woning waarvan ten minste één geluidsgevoelige ruimte een geluidsbelasting ondervindt van meer dan 43 dB;

    • 2°.

      een ander geluidsgevoelig gebouw waarvan ten minste één categorie a- ruimte een geluidsbelasting ondervindt van meer dan 38 dB, of

    • 3°.

      een ander geluidsgevoelig gebouw waarvan ten minste één categorie b-ruimte een geluidsbelasting ondervindt van meer dan 43 dB;

  • c.

    zij strekken tot een verlaging van de geluidsbelasting tot de volgende waarden:

    • 1°.

      binnen de geluidsgevoelige ruimten van een woning: 38 dB, dan wel een door het gemeentebestuur doelmatig geoordeelde hogere waarde van ten hoogste 43 dB;

    • 2°.

      binnen categorie a-ruimten: 33 dB, dan wel een door het gemeentebestuur doelmatig geoordeelde hogere waarde van ten hoogste 38 dB;

    • 3°.

      binnen categorie b-ruimten: 38 dB, dan wel een door het gemeentebestuur doelmatig geoordeelde hogere waarde van ten hoogste 43 dB, en

  • d.

    de kosten ervan in redelijke verhouding staan tot kwaliteit, aard en gebruik van de woning of het andere geluidsgevoelige gebouw en tot het geluidwerend effect van de maatregelen.

Artikel

17

Geluidwerende maatregelen komen, in geval van autonome gevelsanering, slechts voor een subsidie in aanmerking:

  • a.

    indien zij geen wijziging inhouden van de gebruiksmogelijkheden van de gevel vóór de sanering;

  • b.

    indien zij een wijziging inhouden van de gebruiksmogelijkheden van de gevel vóór de sanering, die niet leidt tot meerkosten die ten laste van de subsidie worden gebracht;

  • c.

    voor zover voor de eventueel aan te brengen ventilatievoorzieningen, waar mogelijk, gebruik is gemaakt van de bestaande ventilatiemogelijkheden, rekening houdend met de eisen die aan het voldoende beperken van de geluidsbelasting worden gesteld, en

  • d.

    tot het bedrag van de werkelijke kosten, zulks met een maximum van het met behulp van bijlage D, onderdeel a, berekende bedrag; bij een eventuele overschrijding van dat bedrag kan ook dat meerdere voor subsidie in aanmerking komen indien die overschrijding naar het oordeel van de Minister voldoende onderbouwd is.

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

§

3.3

subsidieplafond

Artikel

19a

§

4

Procedureverloop

§

4.1

Procedure voorbereidingssubsidie

Artikel

20

Een aanvraag om subsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, wordt ingediend bij de Minister, met gebruikmaking van een volledig ingevuld formulier VBT.

Artikel

21

Artikel

22

Artikel

23

In het besluit tot verlening van een subsidie voor voorbereiding, begeleiding en toezicht wordt in ieder geval bepaald binnen welk tijdvak de voorbereiding plaats dient te vinden.

Artikel

24

Artikel

24a

Vervallen

Artikel

25

Artikel

26

Vervallen

§

4.2

Procedure uitvoeringssubsidie

Artikel

27

Artikel

28

Vervallen

Artikel

29

De Minister beslist binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag om een subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

Artikel

30

Artikel

30a

De Minister kan de subsidieverlening wijzigen naar aanleiding van het rapport, bedoeld in artikel 39, onderdeel c.

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

33a

Artikel

34

Indien de subsidieontvanger de aanvraag tot subsidievaststelling niet tijdig heeft toegezonden of indien de toegezonden stukken naar het oordeel van de Minister onvolledig zijn, stelt de Minister de subsidieontvanger binnen zes weken na de in artikel 33, eerste lid, genoemde termijn dan wel na ontvangst van deze stukken, in de gelegenheid om binnen een door de Minister te stellen termijn van ten hoogste acht weken alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.

Artikel

35

Artikel

35a

De artikelen 34 en 35 zijn niet van toepassing indien de subsidieontvanger een gemeentebestuur, bestuur of provinciebestuur is.

§

4.3

Facultatieve procedure bij geluidwerende maatregelen

Artikel

35b

Artikel

35c

§

5

Verplichtingen subsidieontvanger

§

5.1

Verplichtingen subsidieontvanger bij de algemene procedure

Artikel

36

Artikel

37

Vervallen

Artikel

38

Bij de subsidieverlening geldt de verplichting dat de maatregelen worden getroffen binnen het aangegeven tijdvak.

Artikel

39

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a.

    mededeling te doen aan de Minister van wijzigingen in omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van de maatregelen;

  • b.

    indien de subsidieontvanger een gemeentebestuur, bestuur of provinciebestuur is, binnen vier weken na de afronding van de werkzaamheden daarvan mededeling te doen aan de Minister onder gebruikmaking van formulier MA;

  • c.

    indien het een subsidie voor geluidwerende maatregelen betreft, voor het moment van aanvragen van de subsidievaststelling het rapport over te leggen van de akoestische controlemeting volgens hoofdstuk 6 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, uitgevoerd voor minimaal één op de twintig woningen, met dien verstande dat de te meten woningen representatief zijn voor het project.

Artikel

40

§

5.2

Verplichtingen subsidieontvanger bij facultatieve procedure geluidwerende maatregelen

Artikel

40a

Deze paragraaf is van toepassing indien de subsidieontvanger, ingevolge artikel 35b, tweede lid, heeft aangegeven gebruik te maken van de facultatieve procedure.

Artikel

40b

§

6

Saneringsprogramma

Artikel

41

Artikel

42

§

7

Slotbepalingen

Artikel

43

Artikel

43a

Vervallen

§

8

Tijdelijke overgangsregeling Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Geluid

§

8.1

Subsidiabele maatregelen

Artikel

44

Vervallen

§

8.2

Subsidieplafond

Artikel

44a

Vervallen

§

8.3

Voorwaarden

Artikel

44b

Vervallen

§

8.4

Procedure subsidieverlening

Artikel

44c

Vervallen

Artikel

44d

Vervallen

§

8.5

Tender

Artikel

44e

Vervallen

§

8.6

Voorschot

Artikel

44f

Vervallen

§

8.7

Subsidievaststelling

Artikel

44g

Vervallen

Artikel

46

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling sanering verkeerslawaai.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen, die ter inzage worden gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Rijnstraat 8, 2515 XP Den Haag.

Den Haag
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. vanGeel

Bijlage

A

Rekenbedragen

Bijlage als bedoeld in de artikelen 12, 13a, 19, 25 en 35c

  • 1.

    Verkeersmaatregelen tegen wegverkeerslawaai

  • 2.

    Geluidreducerende maatregelen aan de constructie van een weg

  • 3.

    Geluidreducerende maatregelen aan een kunstwerk in een spoorweg

  • 4.

    Onttrekking aan de bestemming vanwege wegverkeerslawaai

  • 5.

    Onttrekking aan de bestemming vanwege spoorweglawaai

  • 6.

    Hoogte subsidiebedrag bij vaststelling van een voorbereidingssubsidie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, voor gevelmaatregelen

  • 7.

    Normbedragen voorschot subsidie voor gevelmaatregelen per woning bij facultatieve procedure

1

Verkeersmaatregelen tegen wegverkeerslawaai

Het in artikel 12, tweede lid, bedoelde bedrag is de uitkomst van de volgende berekening volgens de onderstaande van toepassing zijnde tabel: de som van de normbedragen voor de woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen of geluidsgevoelige terreinen waarvan de geluidsbelasting als gevolg van de maatregelen met ten minste 3 dB afneemt, verminderd met de som van de normbedragen voor de woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen of geluidsgevoelige terreinen waarvan de geluidsbelasting als gevolg van de maatregelen met ten minste 3 dB toeneemt.

1a

Woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de wet.

≤ 53

0

0

0

54

1.245

1.245

1.865

55

1.245

1.245

1.865

56

1.245

1.245

1.865

57

1.245

1.245

1.865

58

1.245

1.245

1.865

59

1.245

1.865

2.485

60

1.245

1.865

2.485

61

1.865

2.485

3.730

62

1.865

2.485

3.730

63

1.865

2.485

3.730

64

2.485

3.110

4.350

65

2.485

3.110

4.350

66

2.485

3.110

4.350

67

2.485

3.110

4.350

68

2.485

3.110

4.350

693

8.700

10.565

14.915

703

8.700

10.565

14.915

713

8.700

10.565

14.915

723

0

10.565

14.915

733

0

0

14.915

≥ 743

0

0

04

1 Dit is bij afname de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie vóór, en bij toename de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie na de uitvoering van de maatregelen (in dB en na de aftrek, bedoeld in artikel 110g van de wet).

2Eenheid:

  • bij woningen: elke woning;

  • bij andere geluidsgevoelige gebouwen als bedoeld in artikel 1 van de wet: elk 5m strekkend gebouw in de lengterichting van de weg (als het gebouw hoger dan drie etages is, dan het aantal eenheden vermenigvuldigen met de naar beneden afgeronde uitkomst van de deling van het aantal etages door drie).

3 Indien de uitvoering van de maatregelen leidt tot geluidsbelastingen van meer dan 68 dB, dan is geen subsidie mogelijk.

4 Bij geluidsbelastingen van meer dan 73 dB vóór de uitvoering van de maatregelen is wel een subsidie mogelijk indien de geluidsbelasting na de uitvoering van de maatregelen 68 dB of minder is, namelijk € 14.915 per eenheid.

1b

Andere gezondheidszorggebouwen als bedoeld in artikel 1, onder 3°, van de wet

Vervallen.

1c

Geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in artikel 1 van de wet

≤ 58

0

0

0

59

1.245

1.245

1.865

60

1.245

1.245

1.865

61

1.245

1.245

1.865

62

1.245

1.245

1.865

63

1.245

1.245

1.865

64

1.245

1.865

2.485

65

1.245

1.865

2.485

66

1.245

1.865

2.485

67

1.245

1.865

2.485

68

1.245

1.865

2.485

693

4.350

6.215

8.700

703

4.350

6.215

8.700

713

4.350

6.215

8.700

723

0

6.215

8.700

733

0

0

8.700

≥ 743

0

0

04

1 Dit is bij afname de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie vóór, en bij toename de geluidsbelasting van de uitwendige scheidingsconstructie na de uitvoering van de maatregelen (in dB en na de aftrek, bedoeld in artikel 110g van de wet).

2 Eenheid: 25 m strekkend terrein in de lengterichting van de weg.

3 Indien de uitvoering van de maatregelen leidt tot geluidsbelastingen van meer dan 68 dB, dan is geen subsidie mogelijk.

4 Bij geluidsbelastingen van meer dan 73 dB vóór de uitvoering van de maatregelen is wel een subsidie mogelijk indien de geluidsbelasting na de uitvoering van de maatregelen 68 dB of minder is, namelijk € 8.700 per eenheid.

2

Geluidreducerende maatregelen aan de constructie van een weg

1 of 2 dB

€ 50,00

3 dB

€ 75,00

≥ 4 dB

€ 150,00

Voor de berekening van het subsidiebedrag wordt de te vervangen wegdekoppervlakte afgerond op een tiental vierkante meters.

3

Geluidreducerende maatregelen aan een kunstwerk in een spoorweg

Vervallen.

4. en 5

Onttrekking aan de bestemming vanwege wegverkeerslawaai en spoorweglawaai

Het in artikel 19, tweede lid, bedoelde bedrag bestaat uit de som van de per woning of ander geluidsgevoelig gebouw bepaalde maximale bijdragen met behulp van de onderstaande tabel.

66 t/m 70

€ 145.000

71 t/m 75

€ 135.000

71 t/m 75

€ 175.000

76 en hoger

€ 175.000

76 en hoger

€ 185.000

1 Dit is het minimum van de waarde van de geluidsbelasting voor het treffen van de maatregelen en na het treffen van de overige maatregelen (in dB en met toepassing van de aftrek, bedoeld in artikel 110g van de wet).

2 Aangegeven bedrag in euro geldt per woning of per ander geluidsgevoelig gebouw met de aangegeven geluidsbelasting.

3 Dit is het minimum van de waarde van de geluidsbelasting voor het treffen van de maatregelen en na het treffen van de overige maatregelen.

6

Hoogte subsidiebedrag bij vaststelling voorbereidingssubsidie voor gevelmaatregelen

Het in artikel 25, eerste lid, bedoelde bedrag bestaat uit de som van het totaalbedrag uit de delen A, B en C van de onderstaande tabel.

A: Bedrag akoestisch onderzoek

Vast bedrag

1.340

1.340

Bedrag per woning

45

45

B: Bedrag per woning2

Geen medewerking aan onderzoek/ geen reactie n.a.v. mededelingen als bedoeld in artikel 6.4 van het Besluit geluidhinder

190

190

Schouwingsonderzoek (incl. besluit woning voldoet)

190

190

Volledige woningopname en toetsingsberekening (incl. eventueel besluit vervallenverklaring als bedoeld in artikel 114a van de wet)

535

720

Maatregelpakket benodigd en begeleiding uitvoering (incl. besluit vervallenverklaring als bedoeld in artikel 114a van de wet)

1.070

1.435

C: Bedrag voor uitvoering maatregelen en afhandeling uitvoering

Aanbesteding

1.770

1.770

Controlemeting (1 woning per 20 woningen)

885

885

1 Woningtype 1: etagewoning, appartement, rijtjeswoning, hoekwoning, geschakelde woning. Woningtype 2: vrijstaande woning

2 Betreft het resultaat van de procedure van hoofdstuk 6 van het Besluit geluidhinder milieubeheer. Een woning kan maar onder één categorie vallen.

7

Normbedragen voorschot subsidie voor gevelmaatregelen per woning bij facultatieve procedure

Het in artikel 35c bedoelde voorschot wordt berekend met behulp van de onderstaande tabel.

≤ 61

0

62

560,00

63

1.200,00

64

2.800,00

65

3.200,00

66

3.600,00

67

4.200,00

68

4.800,00

69

5.200,00

70

5.600,00

71

6.800,00

72

8.000,00

≥ 73

9.600,00

Bijlage

B

Gepubliceerd op www.bureausaneringverkeerslawaai.nl.

Bijlage

C

Normkosten afschermende maatregelen

Bijlage als bedoeld in artikel 14

C1 Gemiddelde kosten van geluidschermen

De gemiddelde kosten van de in de praktijk gangbare afschermende maatregelen, bedoeld in artikel 14, eerste lid, worden berekend met behulp van onderstaande tabellen. De gemiddelde kosten bestaan uit een basisbedrag waarop een aantal correcties worden toegepast. Onder de tabellen staat de precieze werkwijze voor de berekening. Op de website www.bureausaneringverkeerslawaai.nl wordt een rekenformulier geplaatst waarmee de gemiddelde kosten berekend kunnen worden. Dit formulier kan ook gebruikt worden om de kosten van een afschermende maatregel vooraf te ramen.

1

Basisbedrag

Absorberend

Reflecterend

1,0 – 2,5 m

530,00

480,00

2,5 – 4,0 m

440,00

390,00

4,0 – 6,0 m

400,00

350,00

2

Correctiefactoren voor kunstwerken en transparante schermen

Correctiefactor voor de lengte van het deel van het scherm dat wordt geplaatst op een kunstwerk

1,36

Correctiefactor voor de lengte van het deel van het scherm dat niet wordt geplaatst op een kunstwerk en dat transparant wordt uitgevoerd

1,64

3

Correctiefactor voor de omvang van het werk in m2

orde van grootte

<500 m2

500–5.000 m2

>5.000 m2

Correctiefactor

1,10

1

0,95

4

Correctiefactor voor de ondergrond

Standaard (of goed)

< 5 m

0

Slecht

10 m

54

Erg slecht

20 m

135

1 voor zover niet op een kunstwerk geplaatst

5

Correctiefactor voor trillingsarm funderingssyteem

Geen trillingsarm funderingssysteem

0

Wel trillingsarme fundering.

Type ondergrond: standaard

< 5 m

33

Wel trillingsarme fundering.

Type ondergrond: slecht

10 m

91

Wel trillingsarme fundering.

Type ondergrond: erg slecht

20 m

176

1 voor zover niet op een kunstwerk geplaatst

6

Correctiefactor voor plaatsing in een talud

Plaatsing niet in een talud

0

Plaatsing in een talud, het baan lichaam moet worden verbreed

187

Plaatsing in een talud, het talud moet worden opgevangen door een keerwand

290

7

Correctiefactor voor afwateringsvoorzieningen

Niet nodig

0

Additioneel infiltratie middels grindkoffers nodig

12

Er wordt een afwateringsgoot aangesloten op bestaande riolering

59

De bestaande infra behoeft compleet rioolwaterafvoer (met goot + kolken)

70

8

Correctiefactor voor beplanting voor en/of tegen het scherm

Geen beplanting

0

Beplanting aan één zijde

59

Beplanting aan twee zijden

117

9

Correctiefactor voor verkeersmaatregelen bij weginfrastructuur

Er kan zonder meer gebouwd worden, geen maatregelen nodig

0

Er is sprake van een kortdurende (tijdelijke) omleidingsroute

9

Tijdens uitvoering worden rijstroken versmald en (tijdelijke) een barrier geplaatst

90

Tijdens uitvoering wordt verkeer langdurig omgeleid via een andere route

105

9.a Correctiefactor voor veiligheidsmaatregelen bij spoorinfrastructuur

Spoor vraagt een licht veiligheidsregiem. Werk volledig buiten Profiel van vrije ruimte (PVR)

60

Spoor vraagt een middelzwaar veiligheidsregiem. Enkele werken binnen PVR

139

Spoor vraagt een zwaar veiligheidsregiem. Veel werk binnen PVR

426

10

Correctiefactor voor aanvullende voorzieningen

Geleiderail

99

Permanente barrier

378

Grondaanvulling

31

Vluchtdeuren

(Aantal vluchtdeuren x € 7.475)/ lengte van het scherm

11

Correctiefactor voor kabels en leidingen

Geen verleggingen van kabels & leidingen nodig

0

Beperkte beschermingsmaatregelen nodig voor enkele kruisende K&L

5

In langsrichting maximaal 4 kabels verleggen

135

In langsrichting 4 kabels en 2 leidingen (water/gas/riool max 300mm) verleggen

539

12

Correctiefactor voor risicoprofiel

Laag risico profiel, voldoende bouwruimte, weinig omgevingsinteractie

5%

Hoog risicoprofiel, beperkingen op de bouwplaats en veel omgevingsinteracties

10%

Werkwijze bij de berekening

  • 1.

    Het basisbedrag vermenigvuldigen met de correctiefactoren in de tabellen 2 en 3 voor zover van toepassing.

  • 2.

    De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 1, verhogen met de correcties op basis van de tabellen 4 tot en met 8. Elke correctie is gelijk aan:

    de meerprijs per meter lengte van het scherm / de gemiddelde hoogte van het scherm) x de lengte van het scherm dat niet op een kunstwerk staat / de totale lengte van het scherm.

  • 3.

    De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 2, verhogen met de correcties op basis van de tabellen 9, 9a, 10 en 11. Elke correctie is gelijk aan:

    de meerprijs per meter lengte van het scherm / de gemiddelde hoogte van het scherm.

  • 4.

    De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 3, verhogen met het percentage in tabel 12 dat van toepassing is maal die uitkomst.

  • 5.

    De uitkomst van de berekening, bedoeld onder 4, verhogen met het geldende btw-percentage maal die uitkomst. De uitkomst staat voor de gemiddelde schermkosten.

C2 Alternatieve afschermende maatregelen

2

Geen kunstwerken en 25% transparant scherm

3

Omvang relatief beperkt, correctiefactor 1,05

4

Type ondergrond slecht

5

Trillingsarm funderen bij slechte ondergrond

6

Correctie voor talud € 50 per meter lengte van het scherm

7

Correctie afwatering € 10/meter

8

Tweezijdige beplanting

9

Verkeersmaatregelen € 90/meter

10

Grondaanvulling € 31/meter

11

Kabels en leidingen € 10/meter

12

Risicoprofiel 7%

Bijlage

D

Toetsbedragen geluidwerende maatregelen

Bijlage als bedoeld in artikel 17, onderdeel d

Alle bedragen zijn exclusief BTW.

1

Gevelmaatregelen

Tabel a Toetsbedragen per m2 van maatregelen aan lichte geveldelen (beglazing en panelen)

Toetsbedrag/m2

€ 321

€ 357

€ 379

€ 467

€ 502

Tabel b Correctie (C) voor het gemiddeld elementoppervlak

S (m2)

< 0,5

≥ 0,5

< 0,6

≥ 0,6

< 0,7

≥ 0,7

< 0,8

≥ 0,8

< 1,0

≥ 1,0

< 1,4

≥ 1,4

< 2,0

≥ 2,0

< 2,8

≥ 2,8

C (€)

+ € 115

+ € 68

+ € 35

+ € 19

€ 0

- € 25

- € 48

- € 67

- € 85

Tabel c Toeslagen per (nieuw) raam en (nieuwe) deur

Nieuwe draairamen

€ 355

€ 430

€ 440

€ 445

€ 450

Nieuwe vaste ramen

€ 280

€ 310

€ 315

€ 325

€ 330

Dakramen excl. Suskasten

€ 625

€ 675

€ 735

€ 830

€ 930

Nieuwe deuren

€ 1.010

€ 1.150

€ 1.150

€ 1.150

€ 1.150

Tabel d Toeslag per stuk voor raam/deur (anders dan naar buiten draaiend)

Verwijderen schuifraam, per stuk

€ 148

Naar binnen draaiende delen, per stuk

€ 90

Draai-kiep-raam, per stuk

€ 148

Stijl/dorpel bij nieuwe draaidelen, per strekkende meter

€ 135

Kierdichting bestaande draaidelen, per strekkende meter

€ 25

Toeslag inhaakkozijnen, per vierkante meter

€ 337

Toeslag stellatten t.b.v. voorzetbeglazing, per strekkende meter

€ 11

Tabel e Toeslag voor kozijnnaaddichting per m1

Naaddichting aan de binnenzijde per m¹ (alleen kit)

€ 12

Naaddichting aan de binnenzijde per m¹ (hoeklat + kit)

€ 24

Naaddichting aan de buitenzijde per m¹ (alleen kit)

€ 12

2

Geluiddempende ventilatievoorzieningen

Tabel f Toetsbedragen voor een geluiddempende ventilatievoorziening (één geluiddempende ventilatievoorziening per geluidsbelast, geluidsgevoelig vertrek)

Suskast

€ 470

Muurdemper

€ 460

Dakdemper

€ 390

Mechanische ventilatievoorziening

€ 820

3

Maatregelen hellend dakvlak

Tabel g Toetsbedragen per m² voor maatregelen aan het dakvlak

Type 1

dakbeschot met waterbestendige plaat kierdicht maken

€ 95

Type 2

idem type 1 met aanvullend montage gipsplaten en spouw geheel of gedeeltelijk vullen met minerale wol, eventueel op verende regels

€ 235

Type 3

idem type 2 echter montage gipsplaten op verende regels

€ 275

4

Maatregelen plafonds

Tabel h Toetsbedragen per m² voor maatregelen aan het plafond

Alleen gipsplaten

€ 140

Gipsplaten met minerale wol

€ 155

Wijze van berekening met het toetsbedragensysteem voor geluidwerende maatregelen

De belangrijkste aspecten van het systeem van de toetsbedragen zijn:

  • Differentiatie in vijf klassen met een bereik van ieder 2 dB.

  • De klassen betreffen kostenklassen (I t/m V). Door middel van het nomogram (figuur 1) kan per situatie, afhankelijk van de vereiste geluidwering, de kostenklasse worden bepaald. Deze kostenklassen corresponderen met de RA-waarden van de lichte geveldelen.

figuur 1, nomogram bepaling kostenklasse
  • In een correctie (C) wordt de invloed van het gemiddeld element oppervlak verdisconteerd. (Kleine oppervlakken zijn per m² duurder dan grote oppervlakken.)

  • Per raam en deur geldt een toeslag per stuk. Omdat de detaillering van bewegende delen afhankelijk is van de geluidisolatie, varieert deze toeslag per kostenklasse. Deze toeslag is gebaseerd op naar buiten draaiende ramen en deuren.

  • Indien ten opzichte van de bestaande situatie afwijkende raamtypes moeten worden toegepast, kan daarvoor nog een toeslag per stuk gelden (tabel d). Wordt een schuifraam vervangen door een vast deel of draairaam, dan geldt een toeslag voor het demonteren van het raam en aanpassen van het kozijn.

  • Afhankelijk van de vereiste geluidisolatiewaarde wordt enkele, dan wel dubbele naaddichting toegepast. Bij enkele naaddichting is het over het algemeen om bouwfysische redenen noodzakelijk deze aan de binnenzijde aan te brengen.

  • Per geluidsbelast geluidsgevoelig vertrek zal over het algemeen een geluiddempende ventilatievoorziening nodig zijn. Afhankelijk van het type geldt een verschillend toetsbedrag.

  • Bij maatregelen aan hellende daken ligt slechts een beperkt aantal bouwkundige constructies voor de hand. Om die reden zijn de toetsbedragen gebaseerd op de kosten van de desbetreffende maatregelen. De toetsbedragen corresponderen met de constructies die in de publicatie1Brochure VROM ‘Verkeerslawaai en Woningen’, december 1989. “Verkeerslawaai en Woningen" zijn beschreven onder respectievelijk de codes DH1, DH5 tot en met DH7 en DH8. De keuze van het type constructie is sterk afhankelijk van de vereiste geluidwering. De normkosten van de verschillende kostenklassen voor dakisolatie zijn allereerst gerelateerd aan de uit te voeren werkzaamheden.

  • Globaal kan aangehouden worden dat type 1, 2 en 3 corresponderen met een eis van respectievelijk RA ≤ 27 dB, 28 dB ≤ RA ≤ 36 dB en RA ≥ 37 dB. (genoemde isolatiewaarden zijn gerelateerd aan de isolatiewaarden op basis van het wegspectrum). Bij de bepaling van de toetsbedragen is er onder meer van uitgegaan dat het dak akoestisch nog niet geïsoleerd is, er geen dakkapel aanwezig is, er geen bijzondere voorzieningen aan de dakvoet nodig zijn, er geen knieschotten en ingebouwde kasten aanwezig zijn en de nieuwe afwerking zal bestaan uit sauswerk op gipskartonplaat. Als de aanwezige situatie verschilt van deze uitgangspunten zal dat wat betreft uitvoeringskosten in het algemeen tot een afwijking van de toetsbedragen kunnen leiden: bijvoorbeeld als het dak al wel (gedeeltelijk) geïsoleerd is tot minder kosten en bij de aanwezigheid van een dakraam tot meer kosten.

  • Ook bij maatregelen aan plafonds ligt slechts een beperkt aantal bouwkundige constructies voor de hand. Om die reden zijn de toetsbedragen gebaseerd op de kosten van de desbetreffende maatregelen.

Bijlage

E

Gepubliceerd op www.bureausaneringverkeerslawaai.nl.

Bijlage

F

Maatregelpunten lokale bronmaatregelen

Vervallen

Bijlage

G

Lijst projecten, behorende bij artikel 25, vierde lid.

1

Bussum

Bussum railsanering

371 en 372

2

Capelle a/d IJssel

Schollevaar

600

3

Deurne

Katoenstraat e.o.

790

4

Diemen

Diemen

369 en 374

5

Duiven

sanering 17 woningen

237

6

Haarlemmerliede

Halfweg

400

7

Haren

Glimmen

86, 58 en 57

8

Heeze-Leende

Heeze–Leende Rail

800

9

Heiloo

Spoorlijn Alkmaar–Uitgeest

430

10

Hillegom

Parallelweg

500

11

Hilversum

Hilversum, centrum

360, 370 en 371

12

Langendijk

St. Pancras

460

13

Leidschendam

combinatie met R21

14

Maastricht

Maastricht nieuw

843

15

Meerssen

Meerssen

841

16

Nunspeet

Molijnstraat e.o.

253

17

Oosterhout

Dorst, verspreid liggende woningen

650

18

Steenwijk

Oostwijken en De Gagels

40

19

Stein

Stein

841

20

Tegelen

Populierenstraat

810

21

Tegelen

Aerdberg

810

22

Zaanstad

Wormerveer

411

23

Zaltbommel

Stationsweg

731

24

Zeist

Zeist, Den Dolder

331 en 337

25

Zwolle

Pierik

90

Bijlage

H

Vervallen