Wet van 6 december 2007, houdende algemene bepalingen met betrekking tot de erkenning van EG-beroepskwalificaties (Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties)

Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het noodzakelijk is bij de wet regels te stellen ter uitvoering van richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255);
dat deze regels voor onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie, andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en Zwitserland de toegang tot en uitoefening van een gereglementeerd beroep in Nederland moeten waarborgen die afhankelijk zijn gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties, indien de in een andere betrokken staat of andere betrokken staten verworven beroepskwalificaties aan hen het recht verlenen aldaar hetzelfde beroep uit te oefenen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Definities

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

aanpassingsstage: uitoefening in Nederland van een gereglementeerd beroep onder verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar, met in voorkomend geval een aanvullende opleiding, teneinde te kunnen beoordelen of de migrerende beroepsbeoefenaar voldoende bekwaamheid bezit om het desbetreffende beroep in Nederland uit te oefenen;

bekwaamheidsattest: bekwaamheidsattest als bedoeld in artikel 9, onder e;

beroepservaring: daadwerkelijke en geoorloofde voltijdse of gelijkwaardige deeltijdse uitoefening van het betrokken beroep in een betrokken staat;

beroepskwalificaties: kwalificaties die worden gestaafd door een opleidingstitel, een bekwaamheidsattest of beroepservaring;

beroepsstage: een periode van beroepsuitoefening onder toezicht van een supervisor die geldt als een voorwaarde voor toegang tot of uitoefening van een gereglementeerd beroep, en die plaatsvindt tijdens dan wel na afloop van een opleiding die leidt tot een diploma, certificaat of bekwaamheidsattest als bedoeld in artikel 9;

betrokken staat: lidstaat van de Europese Unie, andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;

dwingende redenen van algemeen belang: redenen die als zodanig zijn erkend in de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie;

ECTS-studiepunten: studiepunten die zijn gewaardeerd conform het European Credit Transfer System;

een leven lang leren: het geheel van alle vormen van algemeen onderwijs, beroepsonderwijs en beroepsopleidingen, niet-formeel onderwijs en informeel leren die gedurende het gehele leven plaatsvinden en die tot meer kennis, vaardigheden en competenties leiden, eventueel ook op het gebied van de beroepsethiek;

erkenning van beroepskwalificaties: erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5;

Europese beroepskaart: elektronisch document dat dient als bewijs dat een migrerende beroepsbeoefenaar aan de noodzakelijke voorwaarden voldoet voor toegang tot of uitoefening van een gereglementeerd beroep in een betrokken staat;

gereglementeerd beroep:

  • 1°.

    beroepswerkzaamheid of geheel van beroepswerkzaamheden waarvoor geldt dat de toegang daartoe, uitoefening daarvan, of een van de wijzen van uitoefening, waaronder het voeren van een beroepstitel, bij of krachtens wet direct of indirect afhankelijk is gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties, of

  • 2°.

    beroep dat wordt uitgeoefend door de leden van de verenigingen of organisaties die zijn genoemd in bijlage I van richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255);

gereglementeerde opleiding: opleiding die specifiek op een bepaald beroep is gericht en die bestaat uit een studiecyclus waarvan de structuur en het niveau bij of krachtens wet zijn vastgesteld, in voorkomend geval aangevuld met een beroepsopleiding, beroepsstage of praktijkervaring, waarvan de structuur en het niveau bij of krachtens wet zijn vastgesteld;

IMI: elektronisch informatiesysteem, bedoeld in artikel 1 van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt («de IMI-verordening»);

migrerende beroepsbeoefenaar:

  • 1°.

    onderdaan van een betrokken staat;

  • 2°.

    onderdaan van een derde land die houder is van een door een lidstaat van de Europese Unie afgegeven EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen als bedoeld in artikel 8 van richtlijn nr. 2003/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PbEU L 016);

  • 3°.

    familielid van een onderdaan van een betrokken staat dat onderdaan is van een derde land en dat uit hoofde van richtlijn nr. 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (PbEU L 158 en L 229), gerechtigd is een betrokken staat binnen te komen en er te verblijven;

  • 4°.

    onderdaan van een derde land die rechtmatig in Nederland verblijft op grond van artikel 8, onderdeel a, b, c, of d, van de Vreemdelingenwet 2000, met uitzondering van de houder van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van voornoemde wet die is verleend onder een beperking verband houdend met arbeid als zelfstandige, grensoverschrijdende dienstverlening of medische behandeling;

  • 5°.

    onderdaan van een derde land die houder is van een door een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven verblijfsvergunning, welke is afgegeven ter uitvoering van Richtlijn 2014/66/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen in het kader van een overplaatsing binnen een onderneming (PbEU 2014, L 157);

  • 6°.

    onderdaan van een derde land die houder is van een door een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven verblijfsvergunning, welke is afgegeven ter uitvoering van Richtlijn 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten (PbEU 2016, L 132);

Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;

Onze Minister die het aangaat: Onze Minister onder wiens beleidsverantwoordelijkheid de reglementering bij of krachtens wet van de toegang tot of uitoefening van het desbetreffende gereglementeerde beroep valt;

opleidingstitel:

  • 1°.

    kwalificatie als bedoeld in artikel 9, onder a tot en met d, die door het daartoe bij of krachtens wet in een andere betrokken staat dan Nederland bevoegde gezag is afgegeven ter afsluiting van een overwegend in de gebieden waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is of Zwitserland gevolgde beroepsopleiding; of

  • 2°.

    kwalificatie als bedoeld in artikel 9, onder a tot en met d, die door het daartoe bij of krachtens wet in een derde land bevoegde gezag is afgegeven, indien de migrerende beroepsbeoefenaar in het betrokken beroep een beroepservaring van ten minste drie jaar heeft opgedaan op het grondgebied van een betrokken staat anders dan Nederland die de betrokken kwalificatie heeft erkend en indien die betrokken staat deze beroepservaring bevestigt;

proeve van bekwaamheid: toets afgenomen of aanvaard door Onze Minister die het aangaat, inzake de beroepskennis, -vaardigheden en -competenties van de migrerende beroepsbeoefenaar, die tot doel heeft te beoordelen of de migrerende beroepsbeoefenaar de bekwaamheid bezit om in Nederland een gereglementeerd beroep uit te oefenen, en die betrekking heeft op de vakgebieden die niet worden bestreken door de opleiding die de migrerende beroepsbeoefenaar heeft gevolgd en die wezenlijk zijn voor de uitoefening van het beroep in Nederland, en waaronder mede kan zijn begrepen kennis van de beroepsregels die in Nederland op de betrokken activiteiten van toepassing zijn, waarbij in aanmerking wordt genomen dat de migrerende beroepsbeoefenaar in de betrokken staat van oorsprong of herkomst een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar is;

richtlijn: Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255), zoals deze laatstelijk gewijzigd is bij Richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties en Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt («de IMI-verordening») (PbEU 2013, L 354)»;

verklaring omtrent het gedrag: verklaring als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

Artikel

3

Hetzelfde beroep

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt het beroep dat de migrerende beroepsbeoefenaar in een betrokken staat wenst uit te oefenen, aangemerkt als hetzelfde als dat waarvoor hij in de betrokken staat van oorsprong of herkomst de kwalificaties bezit, indien daaronder vergelijkbare werkzaamheden vallen.

Artikel

4

Reikwijdte

Hoofdstuk

2

Erkenning van beroepskwalificaties

Artikel

4a

Reikwijdte hoofdstuk 2

Dit hoofdstuk ziet op de migrerende beroepsbeoefenaar die in Nederland toegang tot of uitoefening van een gereglementeerd beroep wenst op basis van beroepskwalificaties die in een andere betrokken staat verplicht zijn gesteld voor toegang tot of uitoefening van dat beroep.

Artikel

5

Erkenning beroepskwalificaties

Artikel

6

Vereisten erkenning beroepskwalificaties

Artikel

7

Gereglementeerde opleiding

De beroepservaring van een jaar, bedoeld in artikel 6, tweede lid, wordt niet geëist indien de migrerende beroepsbeoefenaar met de opleidingstitel of opleidingstitels een gereglementeerde opleiding heeft afgesloten.

Artikel

8

Geen erkenning beroepskwalificaties bij vier niveaus verschil

In afwijking van de artikelen 6, eerste en tweede lid, derde lid, onderdeel a, en 11, kan Onze Minister die het aangaat erkenning van beroepskwalificaties weigeren indien de migrerende beroepsbeoefenaar in het bezit is van een bekwaamheidsattest op het kwalificatieniveau, bedoeld in artikel 9, onderdeel e, en voor toegang tot of uitoefening van het betrokken beroep een beroepskwalificatie van het kwalificatieniveau, bedoeld in artikel 9, onderdeel a, verplicht is gesteld.

Artikel

9

Kwalificatieniveaus

Voor de toepassing van artikel 6 en artikel 11, zevende lid, worden de beroepskwalificaties onderscheiden in de volgende vijf niveaus:

  • a.

    een diploma ter afsluiting van een opleiding op het niveau van het hoger onderwijs met een duur van ten minste vier jaar of, in geval van een deeltijdse opleiding, met een daaraan gelijkwaardige duur, die daarnaast kan worden uitgedrukt in een daaraan gelijkwaardig aantal ECTS-studiepunten, aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs of aan een andere instelling met hetzelfde opleidingsniveau, en in voorkomend geval ter afsluiting van de beroepsopleiding die als aanvulling op deze hogeronderwijsopleiding is vereist;

  • b.

    een diploma ter afsluiting van een opleiding op het niveau van het hoger onderwijs met een duur van ten minste drie jaar en ten hoogste vier jaar, of, in geval van een deeltijdse opleiding, met een daaraan gelijkwaardige duur, die daarnaast kan worden uitgedrukt in een daaraan gelijkwaardig aantal ECTS-studiepunten, aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs of aan een andere instelling met hetzelfde opleidingsniveau, en in voorkomend geval ter afsluiting van de beroepsopleiding die als aanvulling op deze hogeronderwijsopleiding is vereist;

  • c.

    een diploma ter afsluiting van:

    • 1°.

      een opleiding op het niveau van het hoger onderwijs met een duur van ten minste één en minder dan drie jaar, of, in geval van een deeltijdse opleiding, met een daaraan gelijkwaardige duur, waarvoor als een van de toelatingsvoorwaarden in de regel geldt dat de secundaironderwijsopleiding is voltooid die voor de toegang tot het universitair of hoger onderwijs is vereist of een gelijkwaardige schoolopleiding van secundair niveau, en in voorkomend geval de beroepsopleiding die als aanvulling op deze hogeronderwijsopleiding is vereist, of

    • 2°.

      een gereglementeerde opleiding of, in het geval van gereglementeerde beroepen, een beroepsopleiding met een bijzondere structuur, mits het diploma vergezeld gaat van een certificaat van de betrokken staat van oorsprong:

      • a.

        waarbij competenties worden aangereikt die de competenties van het kwalificatieniveau, bedoeld in onderdeel d, overstijgen; en

      • b.

        die gelijkwaardig is aan het opleidingsniveau, bedoeld onder 1°, en opleidt tot een daarmee vergelijkbare beroepsbekwaamheid alsook voorbereidt op een vergelijkbaar niveau van verantwoordelijkheden en taken;

  • d.

    een certificaat ter afsluiting van een opleiding op een niveau niet zijnde hoger onderwijs:

    • 1°.

      van algemene aard, aangevuld met een andere dan de onder c bedoelde studiecyclus of beroepsopleiding of met de beroepsstage of praktijkervaring die als aanvulling op deze studiecyclus is vereist, of

    • 2°.

      van technische of beroepsmatige aard, in voorkomend geval aangevuld met een studiecyclus of beroepsopleiding als bedoeld onder 1°, of met de beroepsstage of praktijkervaring die als aanvulling op deze studiecyclus is vereist;

  • e.

    een bekwaamheidsattest:

    • 1°.

      na het volgen van een opleiding die niet wordt afgesloten met een certificaat of diploma als bedoeld onder a tot en met d, of

    • 2°.

      na het afleggen van een specifiek examen zonder voorafgaande opleiding, of

    • 3°.

      waaruit blijkt dat het beroep tijdens de voorafgaande tien jaar gedurende drie opeenvolgende jaren voltijds of gedurende een gelijkwaardige periode deeltijds in een andere betrokken staat dan Nederland is uitgeoefend, of

    • 4°.

      na het volgen van een algemene opleiding op het niveau van het primair of secundair onderwijs, waaruit een zekere algemene ontwikkeling blijkt.

Artikel

10

Gelijkstelling van beroepskwalificaties

Met een opleidingstitel ter afsluiting van een in artikel 9 bedoelde opleiding, met inbegrip van het betrokken niveau, wordt gelijkgesteld:

  • a.

    een opleidingstitel die, of een geheel van opleidingstitels dat door het bevoegd gezag in een andere betrokken staat dan Nederland is afgegeven, wanneer daarmee een in de gebieden waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is of Zwitserland op voltijdse of deeltijdse basis zowel binnen als buiten formele programma’s gevolgde opleiding wordt afgesloten die door deze betrokken staat als gelijkwaardig wordt erkend en waaraan dezelfde rechten voor de toegang tot of uitoefening van een beroep zijn verbonden, of die een voorbereiding vormt op de uitoefening van dat beroep.

  • b.

    een beroepskwalificatie die weliswaar niet meer voldoet aan de eisen die bij of krachtens wet in de betrokken staat van oorsprong of herkomst voor de toegang tot of uitoefening van een beroep zijn vastgesteld, maar die de houder ervan bij of krachtens wet in die betrokken staat verworven rechten verleent.

Artikel

11

Compenserende maatregelen

Artikel

12

Gedeeltelijke toegang

Artikel

13

Documenten bij de aanvraag

Artikel

13a

Uitwisseling van informatie inzake de documenten bij de aanvraag

Artikel

14

Verklaring omtrent gedrag en faillissement

Artikel

15

Document inzake gezondheid

Artikel

16

Bewijs van financiële draagkracht en verzekering

Artikel

17

Tuchtrechtelijke en strafrechtelijke inbreuken

Artikel

18

Eed of belofte

Indien voor de toegang tot of uitoefening van een gereglementeerd beroep het afleggen van een eed of belofte is vereist en de formule van deze eed of belofte niet door de migrerende beroepsbeoefenaar kan worden gebruikt, draagt Onze Minister die het aangaat ervoor zorg dat de migrerende beroepsbeoefenaar een passende gelijkwaardige formule kan gebruiken.

Artikel

19

Procedure erkenning

Artikel

20

Voeren van beroepstitel

Indien in Nederland voorschriften gelden voor het voeren van de beroepstitel voor een van de werkzaamheden van het betrokken gereglementeerde beroep, voert de migrerende beroepsbeoefenaar die op grond van dit hoofdstuk is gerechtigd het gereglementeerde beroep uit te oefenen, de beroepstitel die in Nederland bij dit beroep behoort, en maakt de migrerende beroepsbeoefenaar gebruik van de eventuele afkorting van deze titel.

Hoofdstuk

3

Tijdelijke en incidentele dienstverrichting

Artikel

21

Begripsbepaling hoofdstuk 3

In dit hoofdstuk wordt onder dienstverrichter verstaan een migrerende beroepsbeoefenaar die zich vanuit een andere betrokken staat waar de migrerende beroepsbeoefenaar op wettige wijze is gevestigd om er een beroep uit te oefenen naar Nederland begeeft om er bij wijze van tijdelijke en incidentele dienstverrichting hetzelfde gereglementeerde beroep uit te oefenen. Het tijdelijke en incidentele karakter van de dienstverrichting wordt per geval beoordeeld, met name in het licht van de duur, frequentie, regelmaat en continuïteit van de dienstverrichting.

Artikel

22

Geen beperkingen op dienstverrichting

Onverminderd de artikelen 23, 24, 27 en 28 stelt Onze Minister die het aangaat aan een dienstverrichter geen beperkingen wegens beroepskwalificaties indien:

  • a.

    het beroep, het onderwijs, of de opleiding die leidt tot toegang tot of uitoefening van het beroep in de betrokken staat van vestiging is gereglementeerd, of

  • b.

    het beroep of de opleiding die leidt tot toegang tot of uitoefening van het beroep in een of meer betrokken staten niet is gereglementeerd en de migrerende beroepsbeoefenaar tijdens de tien jaar voorafgaand aan de dienstverrichting in Nederland gedurende ten minste een jaar dat beroep heeft uitgeoefend in een of meer betrokken staten.

Artikel

23

Verklaring vooraf van dienstverrichter

Artikel

24

Vrijstellingen

Een dienstverrichter is vrijgesteld van de eisen die gelden voor in Nederland gevestigde beroepsbeoefenaren met betrekking tot:

  • a.

    de autorisatie door een beroepsorganisatie;

  • b.

    de inschrijving bij een beroepsorganisatie of bij een bij of krachtens wet ingesteld register; of

  • c.

    de aansluiting bij een beroepsorganisatie.

Artikel

25

Toepasselijkheid beroepsregels en tuchtrechtelijke bepalingen

Artikel

26

Beroepstitel en titel behorend bij opleiding

Artikel

27

Controle in verband met volksgezondheid of openbare veiligheid

Artikel

28

Procedure controle

Artikel

29

Gegevens voor afnemers van de dienst

Wanneer de dienstverrichter de beroepstitel waartoe hij in de betrokken staat van vestiging is gerechtigd of de titel die behoort bij zijn opleiding, bedoeld in artikel 26, tweede lid, voert, kan Onze Minister die het aangaat eisen dat de dienstverrichter aan de afnemer van de dienst de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    wanneer de dienstverrichter in een handelsregister of een vergelijkbaar openbaar register is ingeschreven, het register waar hij is ingeschreven en zijn inschrijvingsnummer, of een vergelijkbaar middel ter identificatie in dat register;

  • b.

    wanneer voor uitoefening van de betrokken werkzaamheid in de betrokken staat van vestiging een vergunning is vereist, de naam en het adres van de bevoegde toezichthoudende instantie;

  • c.

    de beroepsordes of soortgelijke organisaties waarbij de dienstverrichter is aangesloten;

  • d.

    wanneer de dienstverrichter een onder de omzetbelasting vallende werkzaamheid uitoefent, het btw-identificatienummer, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de omzetbelasting 1968;

  • e.

    gegevens betreffende verzekering of gelijksoortige bescherming tegen de financiële risico’s van beroepsaansprakelijkheid.

Artikel

30

Uitwisseling van informatie inzake dienstverrichter

Artikel

30a

Uitwisseling van informatie in verband met afhandeling klacht afnemer

Hoofdstuk

3a

Europese beroepskaart

Artikel

30a1

Europese beroepskaart gereglementeerd beroep

Artikel

30b

Europese beroepskaart niet-gereglementeerd beroep

Hoofdstuk

3b

Gemeenschappelijke opleidingsbeginselen

Artikel

30c

Automatische erkenning bij gemeenschappelijke opleidingsbeginselen

Indien de Europese Commissie gemeenschappelijke opleidingsbeginselen heeft vastgesteld als bedoeld in titel III, hoofdstuk III bis, van de richtlijn, en er geen vrijstelling is als bedoeld in de artikelen 49 bis, vijfde lid, en 49 ter, vijfde lid, van de richtlijn, verleent Onze Minister die het aangaat automatische erkenning aan beroepskwalificaties op basis van die gemeenschappelijke opleidingsbeginselen, met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels. Artikel 33, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk

4

Overige bepalingen

Artikel

31

Talenkennis

Artikel

31a

Waarschuwingsmechanisme bij beroepsverbod

Artikel

31b

Waarschuwingsmechanisme bij gebruik valse beroepskwalificaties

Artikel

31c

Binnengekomen waarschuwingen van het waarschuwingsmechanisme

Artikel

32

Voeren van academische titels

Artikel

32a

Beroepsstage

Artikel

33

Nadere regels

Artikel

34

Uitwisseling van informatie voor beoordeling rechtmatigheid

Artikel

34a

Instemming migrerende beroepsbeoefenaar en vergoeding van kosten

Artikel

34b

Informeren migrerende beroepsbeoefenaar

Artikel

34c

Elektronische procedures

Artikel

34d

Assistentiecentrum

Onze Minister wijst een assistentiecentrum aan als bedoeld in artikel 57 ter van de richtlijn en kan daarbij de taken en bevoegdheden van het assistentiecentrum nader bepalen, waaronder taken en bevoegdheden inzake de verwerking van persoonsgegevens, waarbij de artikelen 34, eerste tot en met vierde lid en zesde lid, 34a en 34b van overeenkomstige toepassing kunnen worden verklaard.

Artikel

35

Registratie

Onze Minister die het aangaat draagt zorg voor registratie van:

  • a.

    de wijze van afhandeling van de aanvragen op grond van deze wet en de daarop berustende bepalingen, en van de controles, bedoeld in artikel 27; en

  • b.

    het aantal en de soorten besluiten die op grond van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden genomen, met inbegrip van de soorten besluiten over gedeeltelijke toegang die overeenkomstig artikel 12 zijn genomen.

Artikel

36

Delegatie

Onze Minister die het aangaat kan de taken en bevoegdheden die hij heeft op grond van deze wet delegeren, met uitzondering van de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels bij ministeriële regeling.

Hoofdstuk

5

Wijziging andere wetten

Justitie

Artikel

37

Wijzigt de Advocatenwet.

Artikel

38

Wijzigt de Gerechtsdeurwaarderswet.

Artikel

39

Wijzigt de Wet beëdigde tolken en vertalers.

Artikel

40

Wijzigt de Wet op het notarisambt.

Artikel

41

Wijzigt de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel

42

Wijzigt de Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen.

Artikel

42a

Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel

43

Wijzigt de Wet op de expertisecentra.

Artikel

44

Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel

45

Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.

Artikel

46

Wijzigt de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank.

Artikel

47

Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.

Verkeer en Waterstaat

Artikel

48

Wijzigt de Loodsenwet.

Artikel

49

Wijzigt de Wet luchtvaart.

Artikel

50

Wijzigt de Spoorwegwet.

Artikel

51

Wijzigt de Zeevaartbemanningswet.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Artikel

52

Wijzigt de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Artikel

53

Wijzigt de Kadasterwet.

Hoofdstuk

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

54

Overgangsrecht EG-verklaringen, aanvragen, bezwaarschriften en beroepen

Artikel

56

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel 42 terugwerkt tot en met 1 januari 2007.

Artikel

57

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R. H. A. Plasterk
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin