Wet van 6 december 2007, houdende algemene bepalingen met betrekking tot de erkenning van EG-beroepskwalificaties (Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties)

Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het noodzakelijk is bij de wet regels te stellen ter uitvoering van richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255);
dat deze regels voor onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie, andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en Zwitserland de toegang tot en uitoefening van een gereglementeerd beroep in Nederland moeten waarborgen die afhankelijk zijn gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties, indien de in een andere betrokken staat of andere betrokken staten verworven beroepskwalificaties aan hen het recht verlenen aldaar hetzelfde beroep uit te oefenen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Definities

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

aanpassingsstage: uitoefening in Nederland van een gereglementeerd beroep onder verantwoordelijkheid van een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar, met in voorkomend geval een aanvullende opleiding, teneinde te kunnen beoordelen of de migrerende beroepsbeoefenaar voldoende bekwaamheid bezit om het desbetreffende beroep in Nederland uit te oefenen;

bekwaamheidsattest: bekwaamheidsattest als bedoeld in artikel 9, onder e;

beroepservaring: daadwerkelijke en geoorloofde uitoefening van het betrokken beroep in een betrokken staat;

beroepskwalificaties: kwalificaties die worden gestaafd door een opleidingstitel, een bekwaamheidsattest of beroepservaring;

betrokken staat: lidstaat van de Europese Unie, andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland;

erkenning van beroepskwalificaties: erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5;

gereglementeerd beroep:

  • 1°.

    beroepswerkzaamheid of geheel van beroepswerkzaamheden waarvoor geldt dat de toegang daartoe of uitoefening daarvan, waaronder het voeren van een beroepstitel, bij of krachtens wet direct of indirect afhankelijk is gesteld van het bezit van bepaalde beroepskwalificaties, of

  • 2°.

    beroep dat wordt uitgeoefend door de leden van de verenigingen of organisaties die zijn genoemd in bijlage I van de richtlijn;

gereglementeerde opleiding: opleiding die specifiek op een bepaald beroep is gericht en die bestaat uit een studiecyclus waarvan de structuur en het niveau bij of krachtens wet zijn vastgesteld, in voorkomend geval aangevuld met een beroepsopleiding, beroepsstage of praktijkervaring, waarvan de structuur en het niveau bij of krachtens wet zijn vastgesteld;

migrerende beroepsbeoefenaar:

  • 1°.

    onderdaan van een betrokken staat;

  • 2°.

    onderdaan van een derde land die houder is van een door een lidstaat van de Europese Unie afgegeven EG-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen als bedoeld in artikel 8 van richtlijn nr. 2003/109/EG van de Raad van de Europese Unie van 25 november 2003 betreffende de status van langdurig ingezeten onderdanen van derde landen (PbEU L 016);

  • 3°.

    familielid van een onderdaan van een betrokken staat dat onderdaan is van een derde land en dat uit hoofde van richtlijn nr. 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden (PbEU L 158 en L 229), gerechtigd is een betrokken staat binnen te komen en er te verblijven;

Onze minister: Onze minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Onze minister die het aangaat: Onze minister onder wiens beleidsverantwoordelijkheid de reglementering bij of krachtens wet van de toegang tot of uitoefening van het desbetreffende gereglementeerde beroep valt;

opleidingstitel:

  • 1°.

    kwalificatie als bedoeld in artikel 9, onder a tot en met d, die door het daartoe bij of krachtens wet in een andere betrokken staat dan Nederland bevoegde gezag is afgegeven ter afsluiting van een overwegend in de gebieden waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is of Zwitserland gevolgde beroepsopleiding; of

  • 2°.

    kwalificatie als bedoeld in artikel 9, onder a tot en met d, die door het daartoe bij of krachtens wet in een derde land bevoegde gezag is afgegeven, indien de migrerende beroepsbeoefenaar in het betrokken beroep een beroepservaring van ten minste drie jaar heeft opgedaan op het grondgebied van een betrokken staat anders dan Nederland die de betrokken kwalificatie heeft erkend en indien die betrokken staat deze beroepservaring bevestigt;

persoonsgegeven: persoonsgegeven als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet bescherming persoonsgegevens;

proeve van bekwaamheid: toets afgenomen door Onze minister die het aangaat, uitsluitend inzake de beroepskennis van de migrerende beroepsbeoefenaar, die tot doel heeft te beoordelen of de migrerende beroepsbeoefenaar de bekwaamheid bezit om in Nederland een gereglementeerd beroep uit te oefenen, en die betrekking heeft op de vakgebieden die niet worden bestreken door de opleiding die de migrerende beroepsbeoefenaar heeft gevolgd en die wezenlijk zijn voor de uitoefening van het beroep in Nederland, en waaronder mede kan zijn begrepen kennis van de beroepsregels die in Nederland op de betrokken activiteiten van toepassing zijn, waarbij in aanmerking wordt genomen dat de migrerende beroepsbeoefenaar in de betrokken staat van oorsprong of herkomst een gekwalificeerde beroepsbeoefenaar is;

richtlijn: richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255).

Artikel

3

Hetzelfde beroep

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt het beroep dat de migrerende beroepsbeoefenaar in Nederland wenst uit te oefenen, aangemerkt als hetzelfde als dat waarvoor hij in de betrokken staat van oorsprong of herkomst de kwalificaties bezit, indien daaronder vergelijkbare werkzaamheden vallen.

Artikel

4

Reikwijdte

Deze wet is van toepassing op gereglementeerde beroepen, voor zover niet bij of krachtens wet ten aanzien van een beroep is geïmplementeerd:

  • a.

    de richtlijn, of

  • b.

    een afzonderlijke EG-richtlijn inzake de onderlinge erkenning van beroepskwalificaties.

Hoofdstuk

2

Erkenning van beroepskwalificaties

Artikel

5

Erkenning beroepskwalificaties

Artikel

6

Vereisten erkenning beroepskwalificaties

Artikel

7

Gereglementeerde opleiding

Artikel

8

Meer dan één niveau verschil

In afwijking van artikel 6 verleent Onze minister die het aangaat erkenning van beroepskwalificaties indien de migrerende beroepsbeoefenaar toegang tot of uitoefening van een gereglementeerd beroep wenst waarvoor een opleidingstitel is vereist die een opleiding van hoger of universitair onderwijs met een duur van vier jaar afsluit en de migrerende beroepsbeoefenaar een opleidingstitel bezit van het niveau, bedoeld in artikel 9, onder c.

Artikel

9

Kwalificatieniveaus

Voor de toepassing van artikel 6 worden de beroepskwalificaties onderscheiden in de volgende vijf niveaus:

  • a.

    een diploma ter afsluiting van een opleiding op het niveau van het hoger onderwijs met een duur van ten minste vier jaar of, in geval van een deeltijdse opleiding, met een daaraan gelijkwaardige duur, aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs of aan een andere instelling met hetzelfde opleidingsniveau, en in voorkomend geval ter afsluiting van de beroepsopleiding die als aanvulling op deze hogeronderwijsopleiding is vereist;

  • b.

    een diploma ter afsluiting van een opleiding op het niveau van het hoger onderwijs met een duur van ten minste drie jaar en ten hoogste vier jaar, of, in geval van een deeltijdse opleiding, met een daaraan gelijkwaardige duur, aan een universiteit of een instelling voor hoger onderwijs of aan een andere instelling met hetzelfde opleidingsniveau, en in voorkomend geval ter afsluiting van de beroepsopleiding die als aanvulling op deze hogeronderwijsopleiding is vereist;

  • c.

    een diploma ter afsluiting van:

    • 1°.

      een opleiding op het niveau van het hoger onderwijs met een duur van ten minste één en minder dan drie jaar, of, in geval van een deeltijdse opleiding, met een daaraan gelijkwaardige duur, waarvoor als een van de toelatingsvoorwaarden in de regel geldt dat de secundaironderwijsopleiding is voltooid die voor de toegang tot het universitair of hoger onderwijs is vereist of een gelijkwaardige schoolopleiding van secundair niveau, en in voorkomend geval de beroepsopleiding die als aanvulling op deze hogeronderwijsopleiding is vereist, of

    • 2°.

      in geval van een gereglementeerd beroep, een opleiding met een bijzondere structuur die is genoemd in bijlage II van de richtlijn, die gelijkwaardig is aan het opleidingsniveau, bedoeld onder 1°, en die opleidt tot een vergelijkbare beroepsbekwaamheid en voorbereidt op een vergelijkbaar niveau van verantwoordelijkheden en taken.

  • d.

    een certificaat ter afsluiting van een opleiding op een niveau niet zijnde hoger onderwijs:

    • 1°.

      van algemene aard, aangevuld met een andere dan de onder c bedoelde studiecyclus of beroepsopleiding of met de beroepsstage of praktijkervaring die als aanvulling op deze studiecyclus is vereist, of

    • 2°.

      van technische of beroepsmatige aard, in voorkomend geval aangevuld met een studiecyclus of beroepsopleiding als bedoeld onder 1°, of met de beroepsstage of praktijkervaring die als aanvulling op deze studiecyclus is vereist;

  • e.

    een bekwaamheidsattest:

    • 1°.

      na het volgen van een opleiding die niet wordt afgesloten met een certificaat of diploma als bedoeld onder a tot en met d, of

    • 2°.

      na het afleggen van een specifiek examen zonder voorafgaande opleiding, of

    • 3°.

      waaruit blijkt dat het beroep tijdens de voorafgaande tien jaar gedurende drie opeenvolgende jaren voltijds of gedurende een gelijkwaardige periode deeltijds in een andere betrokken staat dan Nederland is uitgeoefend, of

    • 4°.

      na het volgen van een algemene opleiding op het niveau van het primair of secundair onderwijs, waaruit een zekere algemene ontwikkeling blijkt.

Artikel

10

Gelijkstelling van beroepskwalificaties

Met een opleidingstitel ter afsluiting van een in artikel 9 bedoelde opleiding, met inbegrip van het betrokken niveau, wordt gelijkgesteld:

  • a.

    een opleidingstitel die, of een geheel van opleidingstitels dat door het bevoegd gezag in een andere betrokken staat dan Nederland is afgegeven, wanneer daarmee een in de gebieden waarop de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van toepassing is of Zwitserland gevolgde opleiding wordt afgesloten die door deze betrokken staat als gelijkwaardig wordt erkend en waaraan dezelfde rechten voor de toegang tot of uitoefening van een beroep zijn verbonden, of die een voorbereiding vormt op de uitoefening van dat beroep.

  • b.

    een beroepskwalificatie die weliswaar niet meer voldoet aan de eisen die bij of krachtens wet in de betrokken staat van oorsprong of herkomst voor de toegang tot of uitoefening van een beroep zijn vastgesteld, maar die de houder ervan bij of krachtens wet in die betrokken staat verworven rechten verleent.

Artikel

11

Compenserende maatregelen

Artikel

12

Vrijstelling van compenserende maatregelen

Onze minister die het aangaat ziet af van de toepassing van compenserende maatregelen als bedoeld in artikel 11 wanneer de beroepskwalificaties van de migrerende beroepsbeoefenaar voldoen aan de criteria die zijn vastgesteld in het kader van een overeenkomstig artikel 15, tweede lid, van de richtlijn aangenomen maatregel.

Artikel

13

Documenten bij de aanvraag

Artikel

14

Verklaring omtrent gedrag en faillissement

Artikel

15

Document inzake gezondheid

Artikel

16

Bewijs van financiële draagkracht en verzekering

Artikel

17

Tuchtrechtelijke en strafrechtelijke inbreuken

Artikel

18

Eed of belofte

Indien voor de toegang tot of uitoefening van een gereglementeerd beroep het afleggen van een eed of belofte is vereist en de formule van deze eed of belofte niet door de migrerende beroepsbeoefenaar kan worden gebruikt, draagt Onze minister die het aangaat ervoor zorg dat de migrerende beroepsbeoefenaar een passende gelijkwaardige formule kan gebruiken.

Artikel

19

Procedure erkenning

Artikel

20

Voeren van beroepstitel

Indien in Nederland voorschriften gelden voor het voeren van de beroepstitel voor een van de werkzaamheden van het betrokken gereglementeerde beroep, voert de migrerende beroepsbeoefenaar die op grond van dit hoofdstuk is gerechtigd het gereglementeerde beroep uit te oefenen, de beroepstitel die in Nederland bij dit beroep behoort, en maakt de migrerende beroepsbeoefenaar gebruik van de eventuele afkorting van deze titel.

Hoofdstuk

3

Tijdelijke en incidentele dienstverrichting

Artikel

21

Begripsbepaling hoofdstuk 3

In dit hoofdstuk wordt onder dienstverrichter verstaan een migrerende beroepsbeoefenaar die zich vanuit een andere betrokken staat waar de migrerende beroepsbeoefenaar op wettige wijze is gevestigd om er een beroep uit te oefenen naar Nederland begeeft om er bij wijze van tijdelijke en incidentele dienstverrichting hetzelfde gereglementeerde beroep uit te oefenen. Het tijdelijke en incidentele karakter van de dienstverrichting wordt per geval beoordeeld, met name in het licht van de duur, frequentie, regelmaat en continuïteit van de dienstverrichting.

Artikel

22

Geen beperkingen op dienstverrichting

Onverminderd de artikelen 23, 24, 27 en 28 stelt Onze minister die het aangaat aan een dienstverrichter geen beperkingen wegens beroepskwalificaties indien:

  • a.

    het beroep of de opleiding die leidt tot toegang tot of uitoefening van het beroep in de betrokken staat van vestiging is gereglementeerd, of

  • b.

    het beroep of de opleiding die leidt tot toegang tot of uitoefening van het beroep in de betrokken staat van vestiging niet is gereglementeerd en de migrerende beroepsbeoefenaar tijdens de tien jaar voorafgaand aan de dienstverrichting in Nederland gedurende ten minste twee jaar dat beroep heeft uitgeoefend in de betrokken staat van vestiging.

Artikel

23

Verklaring vooraf van dienstverrichter

Artikel

24

Vrijstellingen

Een dienstverrichter is vrijgesteld van de eisen die gelden voor in Nederland gevestigde beroepsbeoefenaren met betrekking tot:

  • a.

    de autorisatie door een beroepsorganisatie;

  • b.

    de inschrijving bij een beroepsorganisatie of bij een bij of krachtens wet ingesteld register; of

  • c.

    de aansluiting bij een beroepsorganisatie.

Artikel

25

Toepasselijkheid beroepsregels en tuchtrechtelijke bepalingen

Artikel

26

Beroepstitel en titel behorend bij opleiding

Artikel

27

Controle in verband met volksgezondheid of openbare veiligheid

Artikel

28

Procedure controle

Artikel

29

Gegevens voor afnemers van de dienst

Wanneer de dienstverrichter de beroepstitel waartoe hij in de betrokken staat van vestiging is gerechtigd of de titel die behoort bij zijn opleiding, bedoeld in artikel 26, tweede lid, voert, kan Onze minister die het aangaat eisen dat de dienstverrichter aan de afnemer van de dienst de volgende gegevens verstrekt:

  • a.

    wanneer de dienstverrichter in een handelsregister of een vergelijkbaar openbaar register is ingeschreven, het register waar hij is ingeschreven en zijn inschrijvingsnummer, of een vergelijkbaar middel ter identificatie in dat register;

  • b.

    wanneer voor uitoefening van de betrokken werkzaamheid in de betrokken staat van vestiging een vergunning is vereist, de naam en het adres van de bevoegde toezichthoudende instantie;

  • c.

    de beroepsordes of soortgelijke organisaties waarbij de dienstverrichter is aangesloten;

  • d.

    wanneer de dienstverrichter een onder de btw vallende werkzaamheid uitoefent, het btw-identificatienummer, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van richtlijn nr. 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde: uniforme grondslag (PbEG L 145);

  • e.

    gegevens betreffende verzekering of gelijksoortige bescherming tegen de financiële risico’s van beroepsaansprakelijkheid.

Artikel

30

Uitwisseling van persoonsgegevens inzake dienstverrichting

Hoofdstuk

4

Overige bepalingen

Artikel

31

Talenkennis

De migrerende beroepsbeoefenaar van wie de beroepskwalificaties zijn erkend op grond van hoofdstuk 2 of die is toegelaten als dienstverrichter als bedoeld in hoofdstuk 3 moet beschikken over de talenkennis die voor de uitoefening van het desbetreffende gereglementeerde beroep in Nederland is vereist.

Artikel

32

Voeren van academische titels

Artikel

33

Nadere regels

Artikel

34

Uitwisseling van persoonsgegevens

Artikel

35

Registratie

Onze minister die het aangaat draagt zorg voor registratie van de wijze van afhandeling van de aanvragen om erkenning van beroepskwalificaties en van de controles, bedoeld in artikel 27.

Artikel

36

Delegatie

Onze minister die het aangaat kan de taken en bevoegdheden die hij heeft op grond van deze wet delegeren, met uitzondering van de bevoegdheid tot het stellen van nadere regels bij ministeriële regeling.

Hoofdstuk

5

Wijziging andere wetten

Justitie

Artikel

37

Wijzigt de Advocatenwet.

Artikel

38

Wijzigt de Gerechtsdeurwaarderswet.

Artikel

39

Wijzigt de Wet beëdigde tolken en vertalers.

Artikel

40

Wijzigt de Wet op het notarisambt.

Artikel

41

Wijzigt de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel

42

Wijzigt de Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen.

Artikel

42a

Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel

43

Wijzigt de Wet op de expertisecentra.

Artikel

44

Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel

45

Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.

Artikel

46

Wijzigt de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank.

Artikel

47

Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.

Verkeer en Waterstaat

Artikel

48

Wijzigt de Loodsenwet.

Artikel

49

Wijzigt de Wet luchtvaart.

Artikel

50

Wijzigt de Spoorwegwet.

Artikel

51

Wijzigt de Zeevaartbemanningswet.

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Artikel

52

Wijzigt de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg.

Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Artikel

53

Wijzigt de Kadasterwet.

Hoofdstuk

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

54

Overgangsrecht EG-verklaringen, aanvragen, bezwaarschriften en beroepen

Artikel

56

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel 42 terugwerkt tot en met 1 januari 2007.

Artikel

57

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R. H. A. Plasterk
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin