Artikel
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
–
bank: binnen het grondgebied van de Europese Unie gevestigde bank die is toegelaten het bedrijf van bank uit te oefenen;
-
–
de-minimisverordening: verordening van de Europese Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, die bij ministeriële regeling als toepasselijke de-minimisverordening is aangewezen;
-
–
Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, beschikking, besluit of verordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie, gelet op de artikelen 42, 106, derde lid, 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie heeft vastgesteld, en die bij ministeriële regeling als toepasselijk Europees steunkader is aangewezen;
-
–
financier: bank, participatiemaatschappij, instelling die valt onder een bij ministeriële regeling aangewezen categorie instellingen of andere, krachtens ministeriële regeling door Onze Minister aangewezen instelling;
-
–
groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:
-
a.
een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:
-
1°.
meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,
-
2°.
volledig aansprakelijk vennoot is van, of
-
3°.
overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en
-
1°.
-
b.
laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen;
-
a.
-
–
kapitaalvennootschap:
-
a.
een vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB EG L 65), of
-
b.
een kapitaalvennootschap die is ingericht naar het recht van één van de lidstaten van de Europese Unie, die rechtspersoonlijkheid bezit, een apart vermogen heeft dat bij uitsluiting voor de schulden van de vennootschap kan worden aangesproken en op grond van haar nationale wetgeving onderworpen is aan garantievoorwaarden zoals bedoeld in Richtlijn 68/151/EEG van de Raad om de belangen van zowel deelgerechtigden als derden te beschermen;
-
a.
-
–
kostendrager: een product of een in economisch opzicht homogene groep van producten, die als voorwerp van calculatie wordt gekozen;
-
–
ondernemer: een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een vennootschap, die een onderneming in stand houdt, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld;
-
–
onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;
-
–
onderzoeksorganisatie: organisatie voor onderzoek en kennisverspreiding als bedoeld in het toepasselijke Europese steunkader;
-
–
penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerende persoon of organisatie die deelneemt aan het samenwerkingsverband;
-
–
participatiemaatschappij: kapitaalvennootschap, vennootschap met een afgescheiden vermogen, of rechtspersoon met een afgescheiden vermogen niet zijnde een vennootschap, ingericht naar het recht van één van de lidstaten van de Europese Unie, die blijkens zijn statuten of blijkens de overeenkomst waarbij hij is ingesteld tot doel heeft of mede tot doel heeft het verstrekken van risicokapitaal aan ondernemers teneinde winst te behalen;
-
–
samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee niet in een groep verbonden deelnemers, dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten, niet zijnde een vennootschap;
-
–
subsidie aan een financier: een subsidie, verstrekt aan een financier, met als doel om kapitaal te doen verstrekken aan ondernemingen;
-
–
voucher: een op grond van dit besluit door Onze Minister afgegeven waardedocument voor een deel van de kosten die met het doel waarvoor de voucher wordt gegeven, gepaard gaan.