Besluit vast te stellen het navolgende organisatiebesluit:
Hoofdstuk
1
Inleidende bepalingen
Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a.
Ministerie: het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
b.
Minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
c.
Capaciteitsplan: schriftelijk stuk waarin de uitwerking van de flexibele organisatiestructuur van het directoraat-generaal, respectievelijk van de Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering of de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid wordt vastgelegd evenals de verdeling van de formatie binnen deze structuur.
Hoofdstuk
2
Hoofd- en overlegstructuur
Artikel
2.1
1
De hoofdstructuur van het Ministerie bestaat uit de volgende dienstonderdelen:
a.
de Algemene Leiding (AL);
b.
de dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering (DCB);
c.
het directoraat-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk (DGOBR);
d.
het directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties (DGBK);
e.
het directoraat-generaal Veiligheid (DGV);
f.
de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD);
g.
het Bureau Algemene Bestuursdienst (BABD);
h.
de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (IOOV).
2
De Algemene Leiding ressorteert onder de Minister.
3
De overige in het eerste lid genoemde dienstonderdelen ressorteren onder de Algemene Leiding van het Ministerie.
Artikel
2.2
1
Er is een managementteam Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (MTBZK).
2
Het MTBZK is samengesteld uit de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal en het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. De leden kunnen zich incidenteel laten vervangen door hun plaatsvervangers of, in uitzonderlijke gevallen, door een andere rechtstreeks onder hen ressorterende functionaris.
De secretaris-generaal vertegenwoordigt de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid in het MTBZK. Op verzoek van de secretaris-generaal kan het hoofd van de Inspectie OOV worden uitgenodigd voor het bijwonen van het MTBZK.
De directeur Financieel-economische Zaken heeft een permanente uitnodiging tot het als adviseur bijwonen van het MTBZK.
3
Het overleg in het MTBZK heeft, onverminderd het bepaalde in de departementale mandaat- en volmachtbesluiten over de bevoegdheden van de afzonderlijke leden van het managementteam Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten aanzien van de onderwerpen die in het overleg aan de orde komen, ten doel het bespreken van respectievelijk het bereiken van overeenstemming over de departementale beleids- en beheerskaders en het toezien op de uitvoering van deze kaders.
4
Al hetgeen in de vergaderingen aan de orde komt is vertrouwelijk, voor zover niet anders is besloten of uit de wet voortvloeit.
5
Het secretariaat van het MTBZK wordt gevoerd door de directeur van de directie Bestuursondersteuning.
6
Het MTBZK regelt de eigen werkwijze.
Artikel
2.3
1
Er is een Centraal HRM-beraad.
2
Het Centraal HRM-beraad is samengesteld uit de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal, het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de directeur Personeel en Organisatie van de dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering. De leden kunnen zich incidenteel laten vervangen door hun plaatsvervangers. De secretaris-generaal vertegenwoordigt de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid in het Centraal HRM-beraad. Op verzoek van de secretaris-generaal kan het hoofd van de Inspectie OOV worden uitgenodigd voor het CHRM-beraad.
3
Het overleg in het Centraal HRM-beraad heeft, onverminderd het bepaalde in de departementale mandaat- en volmachtbesluiten over de bevoegdheden van de afzonderlijke leden van het managementteam Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ten aanzien van de onderwerpen die in het overleg aan de orde komen, ten doel het bespreken van respectievelijk het bereiken van overeenstemming over aspecten van het departementale personeelsbeleid en personele aangelegenheden alsmede het toezien op de uitvoering hiervan. In het overleg komen in ieder geval de volgende aangelegenheden aan de orde.
a.
de beleidsontwikkeling van management-development bij het Ministerie;
b.
de benoeming van functionarissen in schaal 14 en hoger bij het Ministerie;
c.
de werkzaamheden van het Centraal HRM-beraad met betrekking tot de personeelsschouw, zoals aangegeven in het departementale beleid ter zake.
4
Al hetgeen in de vergaderingen aan de orde komt is vertrouwelijk, voor zover niet anders is besloten of uit de wet voortvloeit.
5
Het hoofd van de afdeling HRM-Advies van de directie Personeel en Organisatie is verantwoordelijk voor het voeren van het secretariaat van het Centraal HRM-beraad.
6
Het Centraal HRM-beraad regelt de eigen werkwijze.
Artikel
2.4
1
Er is een Audit Committee.
2
Het Audit Committee is samengesteld uit de leden van de het managementteam Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de directeur Financieel-economische Zaken en de directeur Auditdienst dan wel personen die deze leden vertegenwoordigen. Aan het Audit Committee zijn één of meerdere externe deelnemers toegevoegd.
3
Het Audit Committee vormt zich een oordeel over:
a.
de bedrijfsvoering en de opzet en werking van het management control systeem;
b.
het samenstel van en de samenhang tussen de producten vanuit control, audit en certificering;
c.
het auditjaarplan en de daarin voorgenomen onderzoeken;
d.
de uitkomsten van de bedrijfsvoeringonderzoeken en de verwerking ervan.
4
Het Audit Committee adviseert de secretaris-generaal over de maatregelen die zo nodig moeten worden genomen.
5
Al hetgeen in de vergaderingen aan de orde komt is vertrouwelijk, voor zover niet anders is besloten of uit de wet voortvloeit.
6
De directie Financieel-economische Zaken voert het secretariaat van het Audit Committee.
7
Het Audit Committee regelt de eigen werkwijze.
Hoofdstuk
3
Dienstonderdelen
Paragraaf
3.1
Algemene Leiding
Artikel
3.1
1
De Algemene Leiding bestaat uit de secretaris-generaal.
2
De plaatsvervangend secretaris-generaal maakt deel uit van de Algemene Leiding, voor zover de secretaris-generaal hem structureel het uitoefenen van bepaalde elementen van het aan de secretaris-generaal voorbehouden takenpakket heeft overgedragen. De secretaris-generaal stelt een dergelijke taakoverdracht vast en maakt deze genoegzaam bekend.
3
De secretaris-generaal is belast met de ambtelijke leiding van het Ministerie. Tot deze taak behoort in ieder geval:
a.
het informeren en adviseren van de Minister over aangelegenheden, de Minister of het Ministerie betreffende;
b.
het zorgdragen voor de coördinatie en integratie van beleidsvoorbereiding, beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering binnen het Ministerie;
c.
het uitoefenen van de algemene controlfunctie bij het Ministerie;
d.
het rechtstreeks leiding geven aan de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal, het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en het hoofd van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid;
e.
het voorzitterschap van het MTBZK, het Centraal HRM-beraad en het Audit Committee;
f.
het zorgdragen voor, het nemen van besluiten over en het geven van algemene aanwijzingen ten aanzien van het algemene beleid en beheer inzake de bedrijfsvoering en de formatie van het Ministerie;
het optreden als gemachtigd ambtenaar in de zin van de Uitvoeringsregeling openbaarheid van bestuur Binnenlandse Zaken;
i.
het plegen van inhoudelijke afstemming met de directeuren van de Auditdienst en de directies Financieel Economische Zaken (FEZ) en Constitutionele Zaken en Wetgeving (CZW);
De plaatsvervangend secretaris-generaal is belast met de leiding van de dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering.
2
De dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering heeft de volgende kerntaken:
a.
de concernsturing en de strategische advisering van het managementteam van het Ministerie;
b.
de dienstverlening en vakinhoudelijke advisering ten behoeve van het beleid van de bedrijfsvoering;
c.
de ondersteuning en het beheer van de bedrijfsprocessen.
3
De dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:
a.
het bureau dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering (BDCB);
b.
de directie Bestuursondersteuning (BO);
c.
de directie Communicatie en Informatie (C&I);
d.
de directie Personeel en Organisatie (P&O);
e.
de directie Bedrijfsvoering (BV);
f.
de directie Financieel Economische Zaken (FEZ);
g.
de directie Constitutionele Zaken en Wetgeving (CZW).
4
Uitsluitend onder beheersmatige leiding van de plaatsvervangend secretaris-generaal vallen de Auditdienst (AD), de projectdirectie Nieuwbouw Justitie & BZK (PNJB), het gemeenschappelijke secretariaat van de Raad voor het openbaar bestuur en de Raad voor de financiële verhoudingen (sRob/Rfv) en het secretariaat van de Kiesraad (sKR)
Artikel
3.3
1
Het bureau dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering staat onder leiding van een hoofd.
2
Het bureau heeft tot taak de plaatsvervangend secretaris-generaal te ondersteunen bij de uitvoering van de beleids- en beheerstaken.
Artikel
3.4
1
De directie Bestuursondersteuning staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a.
het beheers- en beleidsmatig ondersteunen en adviseren van de bewindspersonen en de algemene leiding;
b.
het voeren van het secretariaat van de ambtelijke en politieke leiding;
c.
het coördineren van aangelegenheden met betrekking tot het parlement of de ministerraad;
d.
het ondersteunen van de secretaris-generaal in diens taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot de beveiliging van het Ministerie;
e.
het coördineren en bevorderen van strategische kennisontwikkeling;
f.
de vertegenwoordiging van het Ministerie bij de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Europese Unie (PVEU);
g.
het coördineren van de internationale strategische adviesfunctie van het Ministerie.
Artikel
3.5
1
De directie Financieel-economische Zaken staat onder leiding van een directeur.
het stellen van kaders voor de bedrijfsvoering van het Ministerie;
e.
het uitoefenen van de financiële control van het Ministerie;
f.
het strategisch adviseren van de Algemene Leiding en de Minister over het departementaal financieel-economisch beleid waarbij doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid vanuit een brede financiële invalshoek word beoordeeld;
g.
het verzorgen van de proces- en financiële infrastructuur;
h.
het verzorgen van de financiële administraties;
i.
het ontwikkelen, invoeren en beheren van systemen van management en financiële informatievoorziening;
j.
het adviseren en ondersteunen van de (beleids)directies in sturings-, beheersings- en verantwoordingsvraagstukken;
k.
het verrichten van financieel onderzoek;
l.
het verzorgen van de uitvoering van de Financiële-verhoudingswet.
3
De directeur Financieel-economische Zaken is tevens Coördinerend Directeur Inkoop. Deze is verantwoordelijk voor:
a.
het stellen van kaders voor het inkoopbeleid van het Ministerie;
b.
de coördinatie van de inkoopfunctie en het contractbeheer van het Ministerie;
c.
centrale ondersteuning en advisering bij inkoopvraagstukken.
Artikel
3.6
1
De directie Constitutionele Zaken en Wetgeving staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a.
het in samenwerking met verantwoordelijke beleidsonderdelen voorbereiden en beheren van alle wet- en regelgeving op het terrein van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties met uitzondering van de wet- en regelgeving ten behoeve van de AIVD en de ministeriële uitvoeringsregelingen van BPR;
b.
het behandelen van constitutionele vraagstukken en het voorbereiden van en adviseren over het constitutionele beleid;
c.
het toetsen van regelgeving en verdragen alsmede overige beleidsvoornemens van andere Ministeries aan het Statuut, de Grondwet en aan verdragsbepalingen met constitutionele inslag;
d.
het namens de Minister bijdragen aan de ontwikkeling van het wetgevingskwaliteitsbeleid;
e.
het geven van juridisch advies over civielrechtelijke kwesties, de Wet openbaarheid van bestuur, bestuursrecht en andere juridische aangelegenheden;
f.
het behandelen van bijzondere opdrachten van de departementsleiding.
Artikel
3.7
1
De directie Communicatie en Informatie staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a.
het ervoor zorgdragen dat medewerkers van het Ministerie een gebruikersvriendelijke toegang hebben tot de informatie die zij nodig hebben voor hun werk;
b.
het ervoor zorgdragen dat medewerkers van het Ministerie de informatie die zij nodig hebben voor hun werk optimaal kunnen beheren;
c.
het ondersteunen van medewerkers het Ministerie bij het inzetten van communicatie in hun beleids- en ondersteunende processen;
d.
het zijn van eerstverantwoordelijke voor de corporate communicatiestrategie;
e.
het uitvoeren van een regierol op het gebied van beleidscommunicatie;
f.
het onderhouden van de contacten met de pers en het verzorgen van de woordvoering voor en presentatie van de bewindslieden.
Artikel
3.8
1
De directie Personeel en Organisatie staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a.
het ontwikkelen, implementeren en evalueren van het human resource management-, arbeidsomstandigheden- en arbeidsvoorwaardenbeleid;
b.
het doen van onderzoek en het monitoren van het gevoerde beleid en beheer;
c.
het adviseren en ondersteunen op het terrein van human resource management, organisatie, arbeidsomstandigheden, juridische personeelsaangelegenheden en medezeggenschap;
d.
het afstemmen van vraag en aanbod van personeel;
e.
het voeren van de personeels- en salarisadministratie;
De directie Bedrijfsvoering staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a.
het voeren van regie op de facilitaire en informatie- en communicatietechnologiedienstverlening door onder meer het uitvoeren van contract- en leveranciersmanagement alsmede account- en servicelevelmanagement;
b.
het ontwikkelen en/of aanpassen van (nieuwe) diensten met behulp van innovaties in het werkveld;
c.
het geven van specialistisch advies over niet gangbare dienstverlening;
d.
het beheren van de informatie- en communicatietechnologie en het geven van service op de voorzieningen voor informatie- en communicatietechnologie binnen het departement.
Artikel
3.10
1
De Projectdirectie Nieuwbouw Justitie & BZK staat onder leiding van een directeur.
2
De projectdirectie heeft de volgende taken:
a.
het bevorderen van het tot stand komen van nieuwe huisvesting en de bijbehorende voorzieningen voor het kerndepartement;
b.
het voorbereiden van de verhuizing;
c.
het voeren van overleg met de ontwerpende en uitvoerende partijen waaronder het verzorgen van interdepartementale afstemming en afstemming met de betrokken gemeente;
d.
de zorg voor een adequate informatievoorziening over het project.
Artikel
3.11
1
De Auditdienst staat onder leiding van een directeur.
Het gemeenschappelijk secretariaat van de Raad voor het openbaar bestuur en de Raad voor de financiële verhoudingen staat onder leiding van een secretaris.
2
Het secretariaat heeft tot taak beide raden inhoudelijk en administratief te ondersteunen bij hun advisering.
Artikel
3.13
1
Het secretariaat voor de Kiesraad staat onder leiding van een secretaris/directeur.
2
Het secretariaat biedt ondersteuning aan de Kiesraad bij het vervullen van zijn wettelijke taken op het terrein van verkiezingen.
Paragraaf
3.3
Het directoraat-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk
Artikel
3.14
1
Het directoraat-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk staat onder leiding van een directeur-generaal.
2
Het directoraat-generaal heeft tot taak zorg te dragen voor een integrale aanpak op het terrein van bedrijfsvoering van de Rijksoverheid door:
a.
kaderstelling op de onderscheiden terreinen van de bedrijfsvoering;
b.
het bevorderen, realiseren en (doen) in stand houden van samenwerking en gezamenlijke uitvoeringsorganisaties;
c.
het in programma’s (doen) realiseren van Rijksbrede voorzieningen op het terrein van de bedrijfsvoering.
3
Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:
a.
het bureau Directeur-Generaal van het directoraat-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk (BDGOBR);
b.
de directie Faciliteiten-, Huisvesting- en Inkoopbeleid Rijk (FHIR);
c.
de directie Organisatie en Personeelsbeleid Rijk (OP Rijk);
d.
de directie Informatiseringsbeleid Rijk (I Rijk);
e.
de baten-lastendienst i.o. P-Direkt;
f.
de baten-lastendienst de Werkmaatschappij (Wmij);
g.
het agentschap Centrale Archief Selectiedienst (CAS).
Artikel
3.15
1
Het bureau Directeur-Generaal van het directoraat-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk staat onder leiding van een hoofd.
2
Het bureau heeft tot taak de directeur-generaal te ondersteunen bij de uitvoering van de beleids- en beheertaken.
Artikel
3.16
1
De directie Faciliteiten-, Huisvesting- en Inkoopbeleid Rijk staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft tot taak de kaderstelling en de regievoering ten aanzien van het beleid van de Rijksoverheid over de facilitaire dienstverlening, de huisvesting en inkopen en de regievoering ten aanzien van het beleid van de Rijksoverheid over aanbesteden.
Artikel
3.17
1
De directie Organisatie en Personeelsbeleid Rijk staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a)
het ondersteunen van de Minister bij het afsluiten van de arbeidsvoorwaarden van het Rijk;
b)
het ondersteunen van de arbeidskwaliteit van het Rijk;
c)
de organisatie van de Rijksoverheid en de daaraan verbonden uitvoeringsorganisaties op centraal niveau;
d)
de informatievoorziening op het vlak van de bedrijfsvoering bij het Rijk.
Artikel
3.18
1
De directie Informatiseringsbeleid Rijk staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a.
het ontwikkelen en beheren van kaders voor informatiseringsbeleid binnen het Rijk;
b.
het in brede zin bevorderen van de kwaliteit van informatisering binnen het Rijk;
c.
het volgen van grote projecten voor informatie- en communicatietechnologie binnen het Rijk en het periodiek daarover rapporteren aan de Tweede Kamer;
d.
het fungeren als opdrachtgever voor rijksbrede projecten en beheerorganisaties op het gebied van informatie- en communicatietechnologie;
e.
het bevorderen en faciliteren van informatiebeveiliging op het gebied van personeel, informatie- en communicatietechnologie en organisatie.
Artikel
3.19
1
De baten-lastendienst i.o. P-Direkt staat onder leiding van een directeur.
2
P-Direkt heeft tot taak om in één Shared Service Center HRM een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige salaris- en personeelsadministratie te realiseren gebaseerd op gezamenlijk ontwikkelde en beheerde personeels- en salarissystemen voor de Rijksoverheid (met uitzondering van het Ministerie van Defensie en de Staten-Generaal).
Artikel
3.20
1
De baten-lastendienst Werkmaatschappij staat onder leiding van een directeur.
2
De Werkmaatschappij heeft tot taak de interdepartementale samenwerkingsverbanden binnen de Rijksoverheid op het gebied van bedrijfsvoering te faciliteren.
Artikel
3.21
1
Het agentschap Centrale Archief Selectiedienst staat onder leiding van een directeur.
2
Het agentschap heeft de taken, bedoeld in het besluit van 12 december 1996, houdende regels met betrekking tot taak en werkwijze van de Centrale Archief Selectiedienst.
Paragraaf
3.4
Het directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties
Artikel
3.22
1
Het directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties staat onder leiding van een directeur-generaal.
2
Het directoraat-generaal draagt zorg voor het bestuurlijk en ambtelijk functioneren van de publieke sector in Nederland en voor de handhaving en uitvoering van het Statuut van het Koninkrijk, door het uitvoeren van de volgende taken:
a.
het bevorderen van een doelmatig, doeltreffend en democratisch openbaar bestuur, waaronder begrepen de relaties met de overige onderdelen van het Koninkrijk, de Europese Unie en andere internationale instellingen;
b.
het zorgdragen voor een goede en adequate organisatie met betrekking tot het Nederlandse openbaar bestuur, o.a. met betrekking tot de financiën van gemeenten en provincies (het Gemeentefonds en het Provinciefonds);
c.
het in overleg met de overige ministeries zorgdragen voor goede interbestuurlijke relaties, beredeneerd vanuit de eigenstandige positie van provincies en gemeenten;
d.
het zorgdragen voor de kwaliteit, integriteit, diversiteit en veiligheid van het overheidpersoneel;
e.
de ontwikkeling van een adequate dienstverlening en vermindering van regeldruk;
f.
het zorgdragen voor een goed Gemeenschappelijke Basis Administratiestelsel en voor een goed functionerend reisdocumentenstelsel en het daarbij behorende persoonsinformatiebeleid;
g.
het zorgdragen voor goede relaties met en coördinatie van de samenwerking met de Nederlandse Antillen en Aruba.
3
Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:
a.
het bureau Directeur-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties (BDGBK);
b.
de directie Koninkrijksrelaties (DKR);
c.
de directie Openbaar Bestuur en Democratie (DOBD);
d.
de directie Arbeidszaken Publieke Sector (APS);
e.
de directie Gemeenschappelijke Beheer Organisatie Overheid (GBO Overheid);
f.
de programmadirectie Dienstverlening, Regeldruk en Informatiebeleid (PDRI);
g.
de programmadirectie Krachtig Bestuur (PKB);
h.
de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba (VNO);
i.
de Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen (VNW);
j.
de baten-lastendienst Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR).
Artikel
3.23
1
Het bureau Directeur-Generaal van het directoraat-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur staat onder leiding van een hoofd.
2
Het bureau heeft tot taak de Directeur-Generaal te ondersteunen bij de uitvoering van de beleids- en beheerstaken.
Artikel
3.24
1
De directie Koninkrijksrelaties staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a)
het ontwikkelen van het samenwerkingsbeleid in algemene zin respectievelijk van het Nederlands beleid met betrekking tot de samenwerkingsrelatie met de Nederlandse Antillen en Aruba;
b)
het ontwikkelen, coördineren en uitvoeren van de samenwerking en het onderhouden van betrekkingen met de Nederlandse Antillen en Aruba;
c)
het initiëren en coördineren van het Nederlandse beleid ten aanzien van de Nederlandse Antillen en Aruba.
Artikel
3.25
1
De directie Openbaar Bestuur en Democratie staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft tot taak het ontwikkelen van beleid en wetgeving met betrekking tot de inrichting, werking en financiering van het binnenlandse bestuur waarbij specifieke aandacht wordt gegeven aan de burger in dit democratische bestel en de uitvoering van de in de Financiële verhoudingswet en Gemeente- en Provinciewet neergelegde taken van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel
3.26
1
De directie Arbeidszaken Publieke Sector staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft tot taak het zorgdragen voor de voorwaarden voor het functioneren van politieke ambtsdragers en voor de inzet van goed gekwalificeerde medewerkers in de openbare sector.
Artikel
3.27
1
De directie Gemeenschappelijke Beheer Organisatie Overheid staat onder leiding van een directeur.
2
De Gemeenschappelijke Beheer Organisatie Overheid heeft tot taak het ondersteunen van de elektronische dienstverlening aan burgers en bedrijven door de noodzakelijke infrastructurele basisvoorzieningen te beheren en verder te ontwikkelen.
Artikel
3.28
1
De programmadirectie Dienstverlening Regeldruk en Informatiebeleid staat onder leiding van een programmadirecteur.
2
Het programma heeft de volgende taken:
a.
het verbeteren van de publieke dienstverlening;
b.
het vergroten van de toegankelijkheid van overheidsinformatie;
c.
het verminderen van de regeldruk.
Artikel
3.29
1
De programmadirectie Krachtig Bestuur staat onder leiding van een programmadirecteur.
2
Het programma heeft tot taak het vergroten van de bestuurskracht van het openbaar bestuur als geheel door gemeenten te faciliteren in het efficiënt en effectief oplossen van maatschappelijke problemen op een manier die tegemoet komt aan de wensen van de burgers.
Artikel
3.30
1
De Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba staat onder leiding van een Vertegenwoordiger.
2
De Vertegenwoordiging heeft bij koninklijk besluit van 24 april 1997, regelende de positie en functie van Vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de regering van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba, de volgende taken:
a)
het optreden als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de regering van Aruba;
b)
het onderhouden van contacten met de regering van Aruba, alsmede met andere autoriteiten van Aruba;
c)
het informeren van de ministers en de ambtelijke leiding van het ministerie over de politieke, bestuurlijke, financiële, maatschappelijke en sociaal-economische ontwikkelingen in Aruba;
d)
het voorbereiden en begeleiden van bezoeken van Nederlandse ministers en staatssecretarissen, bestuurders en andere autoriteiten aan Aruba;
e)
het zorgdragen voor het monitoren van afspraken in het kader van het samenwerkingsbeleid.
Artikel
3.31
1
De Vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen staat onder leiding van een Vertegenwoordiger.
2
De Vertegenwoordiging heeft bij koninklijk besluit van 24 april 1997, regelende de positie en functie van Vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de regering van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba, de volgende taken:
a)
het optreden als vertegenwoordiger van de Nederlandse regering bij de regering en de eilandbesturen van de Nederlandse Antillen;
b)
het onderhouden van contacten met de regering en de eilandbesturen en met andere autoriteiten in de Nederlandse Antillen;
c)
het informeren van de ministers en de ambtelijke leiding van het ministerie over de politieke, bestuurlijke, financiële, maatschappelijke en sociaal-economische ontwikkelingen in de Nederlandse Antillen;
d)
het voorbereiden en begeleiden van bezoeken van Nederlandse ministers en staatssecretarissen, bestuurders en andere autoriteiten aan de Nederlandse Antillen;
e)
het zorgdragen voor het monitoren van afspraken in het kader van het samenwerkingsbeleid.
Artikel
3.32
1
De baten-lastendienst Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten staat onder leiding van een directeur.
2
De baten-lastendienst heeft de volgende taken:
a.
de instandhouding van de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;
b.
het uitvoeren van het beleid inzake reisdocumenten en de uitvoering van de Paspoortwet;
c.
het zorgdragen voor de implementatie van grootschalige ICT-projecten op het terrein van identiteitsmanagement.
Paragraaf
3.5
Het directoraat-generaal Veiligheid
Artikel
3.33
1
Het directoraat-generaal Veiligheid staat onder leiding van een directeur-generaal en een plaatsvervangend directeur-generaal.
2
Het directoraat-generaal draagt zorg voor een integrale aanpak op het terrein van veiligheid.
3
Het directoraat-generaal bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:
a.
het bureau Directeur-Generaal van het directoraat-generaal Veiligheid (BDGV);
b.
de afdeling Financiën DGV (FDGV)
c.
de directie Veiligheid en Bestuur (VB);
d.
de directie Politie en Veiligheidsregio’s (PV);
e.
de directie Nationale Veiligheid (NV);
f.
het bureau Landelijk Management Development Politie en Brandweer (BLMD);
g.
het bureau Korpsbeheer en relatiebeheer agentschappen (KOBRA);
h.
de baten-lastendienst Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR);
i.
de baten-lastendienst het Korps landelijke politiediensten (KLPD).
Artikel
3.34
1
Het bureau Directeur-Generaal van het directoraat-generaal Veiligheid staat onder leiding van een hoofd.
2
Het bureau heeft tot taak het ondersteunen van het managementteam van het directoraat-generaal Veiligheid (MTV) en de directies bij de uitvoering van de beleids- en beheertaken.
Artikel
3.35
1
De afdeling Financiën Directeur-Generaal Veiligheid staat onder leiding van een hoofd.
2
De afdeling heeft tot taak het ondersteunen van het managementteam van het directoraat-generaal Veiligheid en de directies bij de uitvoering van de Veiligheidsbegroting.
Artikel
3.36
1
De directie Veiligheid en Bestuur staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a.
het ontwikkelen van een lange termijn visie op maatschappelijke veiligheidsvraagstukken vanuit bestuurlijk oogpunt;
b.
het bevorderen van fysieke veiligheid.
Artikel
3.37
1
De directie Politie en Veiligheidsregio’s staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a.
het ontwikkelen van een (lange termijn) visie op de kwaliteit, de inrichting en de ontwikkeling van en de samenhang tussen de veiligheidsorganisaties en de feitelijke inrichting ervan;
b.
het ontwikkelen van beleid op de taakuitvoering en bevoegdheden van de veiligheidsorganisaties;
c.
leveren van een bijdrage aan de besluitvorming over:
–
de landelijke prioriteiten in het werk van de veiligheidsorganisaties;
–
het relatiebeheer van de veiligheidsorganisaties;
–
het beleid op kwaliteit van personeel en materiaal van de veiligheidsorganisaties;
–
het bekostigingsbeleid en monitoring van politie en veiligheidsregio’s;
–
het (financieel) toezicht op de regionale politiekorpsen, Zelfstandige Bestuursorganen en baten-lastendiensten.
Artikel
3.38
1
De directie Nationale Veiligheid staat onder leiding van een directeur.
2
De directie heeft de volgende taken:
a.
het voorkomen van en prepareren voor dreigingen tegen de nationale veiligheid;
b.
het in dit kader ontwikkelen van een eenheid in visie en optreden tussen de verschillende regio’s en het nationale niveau.
Artikel
3.39
1
Het bureau Landelijk Management Development Politie en Brandweer staat onder leiding van een hoofd.
2
Het bureau heeft de volgende taken:
a.
het samen met het politieveld en het brandweerveld vormgeven, ontwikkelen en uitvoeren van het landelijk beleid voor management development voor de politie en brandweer en daarbij behorende instrumenten, een en ander in afstemming met het regionaal beleid;
b.
het realiseren van een landelijke infrastructuur van het management development voor de politie en brandweer;
c.
het zorgdragen voor de voorbereiding van en advisering over Kroonbenoemingen bij de politie;
d.
het adviseren over benoemingen in de strategische top van de brandweer.
Artikel
3.40
1
Het bureau Korpsbeheer en relatiebeheer agentschappen staat onder leiding van een hoofd.
2
Het bureau heeft de volgende taken:
a.
het adviseren en ondersteunen van de directeur-generaal bij de uitvoering van diens taken als gemandateerd beheerder van het Korps landelijke politiediensten en als beheerder van de baten-lastendienst Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding en de Onderzoeksraad voor Veiligheid;
b.
het faciliteren van het Korps landelijke politiediensten, de baten-lastendienst Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding en de Onderzoeksraad voor Veiligheid in de relatie met de beheerder;
c.
het faciliteren van de beleidsbepaling en kaderstelling ten aanzien van het Korps landelijke politiediensten, de baten-lastendienst Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding en de Onderzoeksraad voor Veiligheid;
d.
het faciliteren van het Korps landelijke politiediensten, de baten-lastendienst Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding en de Onderzoeksraad voor Veiligheid in de relaties met het Ministerie.
Artikel
3.41
1
De baten-lastendienst Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding staat onder leiding van een directeur.
2
De Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding heeft de volgende taken:
a.
het uitvoeren van opdrachten op het gebied van rampenbeheersing en brandweerzorg in benodigd materieel, telecommunicatie, geneeskundige hulpverlening, logistiek en in beleid betreffende het waarschuwen van bevolking;
b.
het verstrekken van extra materieel voor grootschalige brandbestrijding en technische hulpverlening aan de regionale brandweren;
c.
het verstrekken van extra materieel voor de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen alsmede de bijzonder politiemiddelen voor de directie Politie.
Artikel
3.42
1
De baten-lastendienst het Korps landelijke politiediensten staat onder leiding van een korpschef.
De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:
a.
de Eenheid Strategie en Beleid (S&B);
b.
de Eenheid Kenniscentrum Verbetermanagement & Innovatie (KVI);
c.
de Eenheid Dienstencentrum (DC);
d.
de Eenheid Binnenlandse Veiligheid (BV);
e.
de Eenheid Veiligheidsonderzoeken (VO).
f.
de Eenheid Inlichtingen Buitenland (IB);
g.
de Eenheid Nationaal Bureau Verbindingsbeveiliging (NBV);
h.
de Eenheid Regie (ER);
i.
de Eenheid Trendanalyse & Fenomeenonderzoek (Terra);
j.
de Eenheid Operationele Expertise & Ondersteuning (OPEX);
k.
de Eenheid Informatie Management (IM).
Artikel
3.44
1
De Eenheid Strategie en Beleid, de Eenheid Kenniscentrum Verbetermanagement & Innovatie en de Eenheid Dienstencentrum staan onder leiding van het plaatsvervangend hoofd.
2
De Eenheid Strategie en Beleid heeft de volgende taken:
a.
het adviseren en ondersteunen van de dienstleiding en het managementteam van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst met betrekking tot de strategische inrichting, de besturing en beheersing van alle hoofdprocessen en met betrekking tot de vertegenwoordiging van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst;
b.
het opstellen en handhaven van strategische kaders en bijbehorend(e) beleid(sregels).
3
De Eenheid Kenniscentrum Verbetermanagement & Innovatie heeft de volgende taken:
a.
het zorg dragen voor systematische kwaliteitszorg;
b.
het ontwikkelen en bewaken van het procesmanagement;
c.
het bevorderen van innovatie.
4
De Eenheid Dienstencentrum heeft de volgende taken:
a.
het ondersteunen van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst op het gebied van administratieve, personele en facilitaire diensten;
b.
het leveren van dienstbrede, generieke voorzieningen.
Artikel
3.45
1
De Eenheid Binnenlandse Veiligheid en de Eenheid Veiligheidsonderzoeken staan onder leiding van de directeur Binnenlandse Veiligheid.
2
De Eenheid Binnenlandse Veiligheid heeft de volgende taken:
a.
het verrichten van onderzoek naar personen en organisaties die een bedreiging kunnen vormen voor de democratische rechtsorde, de veiligheid van de Staat of andere gewichtige belangen van de Staat aangaande:
–
tegenkrachten bij integratie;
–
terrorisme;
–
politiek (gewelddadig) activisme;
–
ongewenste bemoeienis van vreemde mogendheden;
–
bedreiging internationale rechtsorde;
–
integriteitaantastingen.
b.
het bevorderen van de beveiliging van onderdelen van overheid en bedrijfsleven die van vitaal belang zijn voor de instandhouding van het maatschappelijk leven;
c.
het bevorderen van de beveiliging van de aangewezen personen, objecten en diensten behorende tot het rijksdomein door het maken van dreigingsinschattingen en -meldingen en risicoanalyses.
3
De Eenheid Veiligheidsonderzoeken heeft de volgende taken:
a.
het adviseren bij de aanwijzing van vertrouwensfuncties en het instemmen met de aanwijzing van vertrouwensfuncties;
b.
het verrichten van veiligheidsonderzoeken naar personen die vertrouwensfuncties vervullen of gaan vervullen bij overheid en bedrijfsleven.
Artikel
3.46
1
De Eenheid Inlichtingen Buitenland en de Eenheid Nationaal Bureau Verbindingsbeveiliging staan onder leiding van de directeur Inlichtingen Buitenland.
De Eenheid Nationaal Bureau Verbindingsbeveiliging heeft de volgende taken:
a.
het bevorderen van de beveiliging van communicatie- en informatiesystemen waarvan de beveiliging door het belang van de Staat wordt geboden;
b.
het fungeren als National Security Authority (NSA), National Communications Security Authority (NCSA), Nationale Distributie Autoriteit (NDA) en Nationale Tempest Autoriteit (NTA).
Artikel
3.47
1
De Eenheid Regie, de Eenheid Trendanalyse & Fenomeenonderzoek en de Eenheid Operationele Expertise & Ondersteuning staan onder leiding van de directeur Operationele ondersteuning.
2
De Eenheid Regie heeft de volgende taken:
a.
het sturen op resultaat, samenhang en samenwerking in het inlichtingenproces, met als doel het effectief en efficiënt laten verlopen van dat proces;
b.
de centrale intake van ongerichte informatie voor het inlichtingenproces;
c.
de centrale planning en afhandeling van rapportages van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst afkomstig uit het inlichtingenproces.
3
De Eenheid Trendanalyse & Fenomeenonderzoek heeft tot taak om fenomenen die vallen binnen de operationele taakvelden van de dienst,maar die de taakgebieden van afzonderlijke eenheden of teams overstijgen, te signaleren, te verklaren en relevante ontwikkelingen en trends tijdig te onderkennen.
4
De Eenheid Operationele Expertise & Ondersteuning heeft de volgende taken:
a.
het toegankelijk maken en ontsluiten van (digitale) gegevensverzamelingen;
het leveren van bijzondere operationele informatie en diensten;
d.
het verzorgen van de relaties met buitenlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Artikel
3.48
1
De Eenheid Informatie Management staan onder leiding van de directeur Informatie Management.
2
De Eenheid Informatie Management heeft de volgende taken:
a.
het bepalen van de strategie en de inrichting van de informatiestromen en -verwerkingsfuncties;
b.
het zorg dragen voor de continuïteit en de betrouwbaarheid van de informatiesystemen;
c.
de ontwikkeling van informatiesystemen en innovatie van de informatiehuishouding.
Paragraaf
3.7
Het bureau Algemene Bestuursdienst
Artikel
3.51
1
Het Bureau Algemene Bestuursdienst staat onder leiding van een directeur-generaal.
2
Het bureau bestaat uit de volgende organisatieonderdelen:
a.
de eenheid Management Development (MD);
b.
de eenheid Innovatie, Ontwikkeling en Opleiding (IO&O);
c.
de eenheid Strategie, Informatiemanagement en Managementadvies (SIM);
d.
de eenheid ABD Interim.
Artikel
3.52
1
De eenheid Management Development staat onder leiding van een directeur.
2
De eenheid heeft de volgende taken:
a.
het ontwikkelen, vormgeven en uitbouwen van beleid en instrumentarium voor Management Development van de leden van de Algemene Bestuursdienst in het algemeen en voor de ABD-schouw in het bijzonder;
b.
het vormgeven, ontwikkelen en ondersteunen van selectie voor vacatures bij de Algemene Bestuursdienst;
c.
het voeren van regie ten aanzien van de uitvoering van Management Development beleid voor de leden van de Algemene Bestuursdienst naar de onderdelen van de rijksoverheid;
d.
het vervullen van het werkgeverschap voor de Topmanagementgroep.
Artikel
3.53
1
De eenheid Innovatie, Ontwikkeling en Opleiding staat onder leiding van een directeur.
2
De eenheid heeft de volgende taken:
a.
het ontwikkelen, vormgeven en (doen) uitvoeren van primaire diensten met een bijzonder karakter;
b.
het realiseren van samenwerkingsverbanden tussen topmanagers van de rijksdienst;
c.
het geven van sturing aan de opbouw en het onderhoud van een internationaal management development netwerk;
d.
het vormgeven, ontwikkelen en uitvoeren van een managementpool;
e.
het zorgdragen voor de ontwikkeling, vormgeving en uitvoering van een loopbaanprogramma waaronder begrepen Intercollegiale consultatie en coaching;
f.
het ontwikkelen, vormgeven en uitvoeren van het kandidatenprogramma.
Artikel
3.54
1
De eenheid Strategie, Informatiemanagement en Managementadvies staat onder leiding van een hoofd.
2
De eenheid heeft de volgende taken:
a.
het adviseren over de strategische ontwikkeling van de Algemene Bestuursdienst en het management development beleid in het concern Rijk;
b.
het adviseren over ontwikkelingen met betrekking tot kennismanagement en in- en externe communicatie en informatievoorziening;
c.
het ondersteunen van de directeur-generaal bij de uitvoering van de beleids- en beheerstaken;
d.
het verzorgen van de secretariële ondersteuning van de directeur-generaal en de plaatsvervangend directeur-generaal.
Artikel
3.55
1
De eenheid ABD-Interim staat onder leiding van een hoofd.
2
De eenheid ABD-Interim heeft de volgende taken:
a)
de investering in de verdere kwaliteitsontwikkeling van de Rijksmanager te bevorderen;
b)
het behouden van kennis voor de Rijksdienst door het aanbieden van uitdagende Interim posities;
c)
de door het Kabinet gewenste kostenbesparing als gevolg van de terugdringing externe inhuur te bereiken.
Paragraaf
3.8
De Inspectie Openbare Orde en Veiligheid
Artikel
3.56
1
De inspectie Openbare Orde en Veiligheid staat onder leiding van een hoofd.
Tot de taak van de directoraten-generaal, het Bureau Algemene Bestuursdienst, de Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering, de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid behoort voorts de uitvoering van andere taken dan hiervoor genoemd, in opdracht van een Minister of de secretaris-generaal, voor zover hogere wet- en regelgeving zich daartegen niet verzet.
2
Tot de taak van de in dit besluit genoemde organisatieonderdelen, ressorterend onder de dienstonderdelen genoemd in het eerste lid, behoort voorts de uitvoering van andere taken dan vermeld, in opdracht van de Minister, de secretaris-generaal of het diensthoofd, voor zover hogere wet- en regelgeving zich daartegen niet verzet.
Paragraaf
4.2
Inrichting dienstonderdelen
Artikel
4.2
1
De plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal, het hoofd van het Bureau Algemene Bestuursdienst en het hoofd van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid stellen met inachtneming van dit besluit de inrichting van hun dienstonderdelen nader vast door vermelding van deze inrichting in het capaciteitsplan.
2
In afwijking van het eerste lid stelt de secretaris-generaal met inachtneming van dit besluit de inrichting van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst vast op voordracht van het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en na advisering van de directeur Personeel en Organisatie voor zover nodig nader vast bij schriftelijk besluit.
Paragraaf
4.3
Beheer
Artikel
4.3
1
De directeur Personeel en Organisatie is belast met het beheer van dit besluit.
2
De secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal, het hoofd van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst en het hoofd van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid, ieder voor zover het hem aangaat, zijn verantwoordelijk voor een juiste, volledige en tijdige aanlevering aan de directeur Personeel en Organisatie van de gegevens die een goed beheer van dit besluit mogelijk maken.
3
Het beheer en de aanlevering van gegevens geschieden met inachtneming van de desbetreffende (richtlijnen inzake) administratieve organisatiebeschrijvingen.
Artikel
4.4
Wijziging van dit besluit is voorbehouden aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en geschiedt op voordracht van de directeur Personeel en Organisatie.
Paragraaf
4.4
Slotbepalingen
Artikel
4.5
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na plaatsing van dit besluit in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 september 2008.
Artikel
4.6
Dit besluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit BZK 2008.