Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2009, nr. IVV/I/2009/13367, houdende regels omtrent tenuitvoerlegging van bestuurlijke boeten en terugvordering van onverschuldigde betalingen op grond van een aantal socialezekerheidswetten (Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen)

Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen

Artikel

1

Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel

2

Bevoegdheid verrekening met werkgever

Het UWV is, naast de in artikel 1, onderdelen a tot en met l, genoemde wetten opgenomen bevoegdheden tot verrekening van vorderingen op werknemers, tevens bevoegd tot verrekening van een vordering op de werkgever met een aan de werkgever te betalen bedrag.

Artikel

3

Standaard regeling voor uitstel van betaling

Artikel

4

Regeling voor uitstel van betaling bij schending inlichtingenplicht

Artikel

5

Voldoening vordering tot en met € 300,–

Indien de vordering op de schuldenaar niet meer bedraagt dan € 300,– stelt het UWV of de SVB, in afwijking van de artikelen 3 en 4, de wijze waarop deze vordering moet worden voldaan vast zonder de schuldenaar in de gelegenheid te stellen een voorstel te doen met betrekking tot de wijze van voldoening van de vordering, met dien verstande dat per periode van een maand de aflossing op niet meer dan € 52,– kan worden vastgesteld.

Artikel

6

Uitstel van betaling op voorstel schuldenaar

Het UWV en de SVB kunnen, in afwijking van de artikelen 3 en 4, uitstel van betaling verlenen conform een voorstel van de schuldenaar indien:

  • a.

    de schuldenaar hierom gemotiveerd verzoekt tot uiterlijk zes weken na bekendmaking van een beschikking tot betaling van een geldschuld; en

  • b.

    het voorstel inhoudt dat de gehele vordering binnen 12 maanden, eventueel door middel van periodieke betalingen of verrekeningen, wordt voldaan.

Artikel

7

Voorschriften uitstel van betaling

Artikel

8

Versoepeling betalingsregeling na tien jaar

Indien de schuldenaar de vordering na tien jaren, waarin hij zich heeft gehouden aan de vastgestelde periodieke betalingen of verrekeningen, nog niet volledig heeft voldaan wordt de periodieke betaling of verrekening gesteld op de volledige aflossingscapaciteit verminderd met 5% van de bijstandsnorm.

Artikel

9

Toerekening van betalingen

Tenzij de schuldenaar een andere vordering aanwijst wordt een betaling, die zou kunnen worden toegerekend aan meerdere vorderingen, eerst toegerekend aan een verschuldigde bestuurlijke boete.

Artikel

10

Toepasselijkheid op de werkgever

De artikelen 3, 4 en 8 zijn niet van toepassing op de werkgever.

Artikel

10a

Regeling verrekening bestuurlijke boete bij recidive

Vervallen

Artikel

11

Intrekken andere regelingen en overgangsrecht

Artikel

11a

Overgangsrecht versoepeling betalingsregeling

Voor de toepassing van artikel 8 geldt ten aanzien van vorderingen die zijn ontstaan voor 1 januari 2013 een tijdsduur van 5 jaar.

Artikel

12

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht in werking treedt.

Artikel

13

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.P.H.Donner