Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 juni 2009, nr. IVV/I/2009/13367, houdende regels omtrent tenuitvoerlegging van bestuurlijke boeten en terugvordering van onverschuldigde betalingen op grond van een aantal socialezekerheidswetten (Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen)

Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen

Artikel

1

Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    AKW: Algemene Kinderbijslagwet;

  • b.

    Anw: Algemene nabestaandenwet;

  • c.

    AOW: Algemene Ouderdomswet;

  • d.

    TW: Toeslagenwet;

  • e.

    WW: Werkloosheidswet;

  • f.

    WAZO: Wet arbeid en zorg;

  • g.

    Wajong: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten;

  • h.

    WAZ: Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen;

  • i.

    WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;

  • j.

    Wet WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

  • k.

    ZW: Ziektewet;

  • l.

    schuldenaar: degene aan wie een bestuurlijke boete is opgelegd of van wie een bedrag wordt teruggevorderd;

  • m.

    werkgever: de schuldenaar die tevens werkgever of eigenrisicodrager is;

  • n.

    bestuurlijke boete: een bestuurlijke boete als bedoeld in het eerste lid van de artikelen 17a van de AKW, 39 van de Anw, 17c van de AOW, 14a van de TW, 27a van de WW, 3:16 en 3:27 van de WAZO, 40 van de Wajong, 48 van de WAZ, 29a van de WAO, 91 van de Wet WIA, en in de artikelen 38, vierde lid, 38a, zevende lid, 45a, eerste lid, en 63c van de ZW;

  • o.

    vordering:

    • a.

      het bedrag dat wordt teruggevorderd op grond van de artikelen 24 van de AKW, 53 van de Anw, 24 van de AOW, 20 van de TW, 36 van de WW, 3:16 en 3:27 van de WAZO, 55 van de Wajong, 63 van de WAZ, 57 van de WAO, 77 van de Wet WIA, of 33 van de ZW; ;

    • b.

      het bedrag dat als bestuurlijke boete is opgelegd;

    • c.

      het bedrag dat het UWV op de werkgever verhaalt op grond van de artikelen 71, tweede lid, 75a, vierde lid, 75b, zevende lid, 75f, eerste lid, van de WAO, 72, tweede lid, 83, derde lid, 84, tweede of vierde lid, van de Wet WIA, 39a, eerste lid, of 63a, derde, vierde of vijfde lid, van de ZW of

    • d.

      het bedrag van een aan een werkgever verstrekt re-integratie-instrument dat wordt teruggevorderd op grond van artikel 77 van de Wet WIA;

  • p.

    aflossingscapaciteit: het deel van het inkomen van de schuldenaar dat met inachtneming van de beslagvrije voet, bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, kan worden aangewend voor betaling of verrekening van de vordering;

  • q.

    vermogen: vermogensrechten, onroerende en roerende zaken, niet zijnde gebruikelijke huisraad, waarvan de dagwaarde per zaak € 1 134 of meer bedraagt;

  • r.

    inlichtingenverplichting: de verplichting, bedoeld in de artikelen 15 van de AKW, 35 van de Anw, 49 van de AOW, 12 van de TW, 25 van de WW, 3:16 en 3:27 van de WAZO, 62 van de Wajong, 70 van de WAZ, 80 van de WAO, 27, eerste lid, van de Wet WIA en 31, eerste lid, en 49 van de ZW;

  • s.

    bijstandsnorm: de voor de schuldenaar op grond van hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 en paragraaf 3.3, van de Wet werk en bijstand geldende bijstandsnorm;

  • t.

    UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • u.

    SVB: de Sociale verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.

Artikel

2

Bevoegdheid verrekening met werkgever

Het UWV is, naast de in artikel 1, onderdeel a tot en met k, genoemde wetten opgenomen bevoegdheden tot verrekening van vorderingen op werknemers, tevens bevoegd tot verrekening van een vordering op de werkgever met een aan de werkgever te betalen bedrag.

Artikel

3

Standaard regeling voor uitstel van betaling

Artikel

4

Regeling voor uitstel van betaling bij schending inlichtingenplicht

Artikel

5

Voldoening vordering tot en met € 300,–

Indien de vordering op de schuldenaar niet meer bedraagt dan € 300,– stelt het UWV of de SVB, in afwijking van de artikelen 3 en 4, de wijze waarop deze vordering moet worden voldaan vast zonder de schuldenaar in de gelegenheid te stellen een voorstel te doen met betrekking tot de wijze van voldoening van de vordering, met dien verstande dat per periode van een maand de aflossing op niet meer dan € 52,– kan worden vastgesteld.

Artikel

6

Uitstel van betaling op voorstel schuldenaar

Het UWV en de SVB kunnen, in afwijking van de artikelen 3 en 4, uitstel van betaling verlenen conform een voorstel van de schuldenaar indien:

  • a.

    de schuldenaar hierom gemotiveerd verzoekt tot uiterlijk zes weken na bekendmaking van een beschikking tot betaling van een geldschuld; en

  • b.

    het voorstel inhoudt dat de gehele vordering binnen 12 maanden, eventueel door middel van periodieke betalingen of verrekeningen, wordt voldaan.

Artikel

7

Voorschriften uitstel van betaling

Artikel

8

Versoepeling betalingsregeling na vijf jaar

Indien de schuldenaar de vordering na vijf jaren, waarin hij zich heeft gehouden aan de vastgestelde periodieke betalingen of verrekeningen, nog niet volledig heeft voldaan wordt de periodieke betaling of verrekening gesteld op de volledige aflossingscapaciteit verminderd met 5% van de bijstandsnorm.

Artikel

9

Toerekening van betalingen

Tenzij de schuldenaar een andere vordering aanwijst wordt een betaling, die zou kunnen worden toegerekend aan meerdere vorderingen, eerst toegerekend aan een verschuldigde bestuurlijke boete.

Artikel

10

Toepasselijkheid op de werkgever

De artikelen 3, 4 en 8 zijn niet van toepassing op de werkgever.

Artikel

11

Intrekken andere regelingen en overgangsrecht

Artikel

12

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht in werking treedt.

Artikel

13

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.P.H.Donner