Wet van 15 april 2010, houdende regeling van de uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen door de Pensioen- en Uitkeringsraad en de Sociale verzekeringsbank (Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen)

Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de continuïteit en de kwaliteit van de dienstverlening aan verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen te waarborgen en daartoe nieuwe regels te treffen voor de uitvoering van de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

De Raad heeft tot taak:

  • a.

    het geven van beschikkingen op een aanvraag voor een erkenning, buitengewoon pensioen, garantietoeslag, uitkering, periodieke uitkering, garantie-uitkering, vergoeding, tegemoetkoming of herziening als bedoeld in de wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen, afkomstig van een persoon die nog geen financiële aanspraak ontleent of heeft ontleend aan de wet waarop hij zijn aanvraag baseert;

  • b.

    het ambtshalve herzien van de erkenning als verzetsdeelnemer, vervolgde of burger-oorlogsslachtoffer;

  • c.

    het geven van beschikkingen op een aanvraag voor een uitkering of tegemoetkoming op grond van de AOR afkomstig van een persoon die nog geen financiële aanspraak ontleent of heeft ontleend aan deze regeling;

  • d.

    het vaststellen van beleidsregels voor beschikkingen van de Sociale verzekeringsbank als bedoeld in artikel 6, onderdelen a en b, en

  • e.

    het adviseren van de Sociale verzekeringsbank over beschikkingen waarbij niet op basis van de beleidsregels, bedoeld in onderdeel d, kan worden besloten.

Artikel

5

Artikel

6

De Sociale verzekeringsbank heeft tot taak:

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

12

Artikel

13

Op het tijdstip van inwerkingtreding van de wet tot wijziging van de Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen in verband met het opnemen van een grondslag voor de uitvoering door de Pensioen- en Uitkeringsraad en de Sociale verzekeringsbank van de Algemene Oorlogsongevallenregeling Indonesië en het besluit van de Luitenant-Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië van 5 november 1946 (Indisch Staatsblad 1946, 118) worden de archiefbescheiden van de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen, voor zover betrekking hebbend op de AOR, overgedragen aan de Sociale verzekeringsbank respectievelijk de Pensioen- en Uitkeringsraad, voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Wijzigt de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945.

Artikel

16

Wijzigt de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers.

Artikel

17

Wijzigt de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet.

Artikel

18

Wijzigt de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945.

Artikel

19

Wijzigt de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945.

Artikel

21

Onze Minister zendt in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vijf jaar, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2011.

Artikel

24

Deze wet wordt aangehaald als: Wet uitvoering wetten voor verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. P. H. Donner
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, A. Th. B. Bijleveld-Schouten
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin