Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES

§

1

Definities

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

In deze wet wordt onder buitenland Aruba, Curaçao en Sint Maarten niet mede begrepen.

§

2

Vrije behandeling en verpleging zonder verplichting tot premiebetaling

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Indien bij een ongeval dat aan de in artikel 8 bedoelde overheidsdienaar is overkomen eerste hulp is verleend door een particulier geneeskundige, worden de daaraan verbonden kosten geheel vergoed, indien blijkens verklaring van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voor wat betreft overheidsdienaren in dienst van de Staat of een nauw daarmee verbonden instelling, of van het hoofd van de Geneeskundige en Gezondheidsdienst van het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba, voor wat betreft overheidsdienaren in dienst van dat openbaar lichaam of een nauw daarmee verbonden instelling, het inroepen van deze hulp door de aard van het ongeval redelijkerwijs gewettigd is. Ontbreekt deze verklaring dan wordt van de bedoelde kosten 90% vergoed.

Artikel

11

§

3

Vrije behandeling en verpleging met verplichting tot premiebetaling

Artikel

12

§

4

Vergoeding van 90%

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

De overheidsdienaar op wie de bepalingen van paragraaf 2 of paragraaf 3 van toepassing zijn heeft ten behoeve van zijn gezinsleden recht op de vergoeding bedoeld in artikel 13. In zoverre zijn alle bij of krachtens dat artikel vastgestelde bepalingen mede op hem van toepassing. Voor de vaststelling van de ten behoeve van gezinsleden gemaakte kosten is artikel 11 van overeenkomstige toepassing.

§

5

Betaling of vergoeding van reiskosten

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Indien blijkens de verklaring waarop de overheidsdienaar zijn recht op vergoeding van de kosten van zijn reis grondt een verblijf in het buitenland van langer dan twee maanden op medische gronden waarschijnlijk wordt geacht, heeft de betrokkene ook ten behoeve van zijn met hem samenwonende gezinsleden recht op volledige vergoeding van de kosten van de reis naar de hem aangewezen plaats in het buitenland en die van de terugreis.

Artikel

20

§

6

Procedurele bepalingen

Artikel

21

Verzoeken om toekenning van een vergoeding als in de paragrafen 2 tot en met 5 bedoeld worden door de belanghebbende overheidsdienaar die behoort tot een van de in artikel 1 eerste lid onder 1° tot en met 5° genoemde categorieën door tussenkomst van het betrokken diensthoofd of, indien de verzoeker het diensthoofd zelf is dan wel niet bij een dienst is ingedeeld, door deze rechtstreeks bij het bevoegde gezag ingediend.

Ten aanzien van de overheidsdienaren die tot de in artikel 1 eerste lid, onder 6° en 7°, tweede en derde lid genoemde categorieën behoren wordt door het bestuur van de rechtspersoon of instelling waarbij zij in dienst zijn een regeling ter zake vastgesteld.

Artikel

22

§

7

De premie

Artikel

23

De premie wordt berekend over het aan de overheidsdienaar per uitbetalingsperiode toekomende loon en wordt door het bevoegde gezag op dat loon ingehouden.

Artikel

24

Voor de overheidsdienaar die ongehuwd is of gehuwd geweest is, en die geen gezinsleden heeft voor wie hij ingevolge deze wet aanspraak op vergoeding van de kosten van geneeskundige behandeling en verpleging zou kunnen maken, wordt het bedrag van de premie met twintig ten honderd (20%) verminderd.

Artikel

25

Artikel

26

Voor de toepassing van deze paragraaf wordt het loon dat ingevolge wettelijke bepalingen aan een ander dan de overheidsdienaar uitbetaald wordt, geacht aan de overheidsdienaar zelf toe te komen en zijn uitbetaald.

§

8

Bijzondere bepalingen

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Ingeval de geneeskundige behandeling en/of verpleging, voor welker kosten aanspraak op vergoeding bestaat, in het buitenland wordt ondergaan zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, worden de kosten van een vergelijkbare behandeling en/of verpleging, welke in de openbare lichamen of in Aruba, Curaçao of Sint Maarten zou hebben plaats gevonden, niet overschrijden en voor zover de onvermijdelijkheid van de kosten overigens naar het oordeel van het bevoegd gezag met voldoende zekerheid is aangetoond.

Artikel

30

Indien deze wet toepassing vindt op personen die uit anderen hoofde aanspraak hebben op uitkeringen tot dekking van de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, worden de op deze wet gegronde vergoedingen verminderd met de uitkeringen waarop uit dien anderen hoofde aanspraak bestaat voor zover het totaal van de vergoedingen en de uitkeringen het bedrag van de kosten van de geneeskundige behandeling en/of verpleging overschrijdt. Indien van deze uitkeringen eerst blijkt, nadat de op deze wet gegronde betalingen en of vergoedingen hebben plaats gevonden, wordt het bedrag van de overschrijding in mindering gebracht op andere vorderingen die de betrokken overheidsdienaar heeft op het openbaar lichaam of de instelling waarbij hij werkzaam is.

Artikel

31

Bij de vaststelling van de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging blijven buiten beschouwing die voor geneesmiddelen en utensiliën, welke niet rechtstreeks verband houden met het gebrek of de ziekte waardoor de wel te betalen of vergoeden kosten onvermijdelijk worden gemaakt.

Artikel

32

Geen vrije geneeskundige behandeling en/of verpleging of gehele of gedeeltelijke vergoeding van de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging wordt verleend, indien de ziekte of het gebrek het gevolg zijn van eigen schuld of grove nalatigheid.

Artikel

33

Alle geschriften, opgemaakt in verband met de naleving van de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften zijn vrij van zegel en van het recht van registratie.

Artikel

34

In bijzonder gevallen, waarin de bepalingen van deze wet geen billijke maatstaf voor de verlening of berekening van vrije geneeskundige behandeling en/of verpleging of vrije overtocht, dan wel voor de gehele of gedeeltelijke vergoeding van de kosten daarvan, blijken op te leveren, kan het bevoegde gezag daarin voorzien.

Artikel

35

Indien de ingevolge deze wet ten laste van de overheidsdienaar blijvende, niet voor vergoeding van overheidswege of uit anderen hoofde in aanmerking komende onvermijdelijke kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de in artikel 20 bedoelde kosten daaronder mede begrepen, zo hoog oplopen, dat deze in totaal in een kalenderjaar een door het bevoegde gezag vast te stellen gedeelte van het in dat jaar aan de betrokkene volgens de voor hem geldende schaal toekomende loon overschrijden, wordt hem voor dat meerdere een tegemoetkoming bij wijze van gunstgave verleend.

Artikel

36

Artikel

37

In alle gevallen waarin het bevoegde gezag ingevolge deze wet een beslissing, al dan niet op verzoek, genomen moet worden met betrekking tot de toekenning van vrije geneeskundige behandeling en/of verpleging of vrije overtocht, dan wel de gehele of gedeeltelijke vergoeding van de kosten daarvan, en met betrekking tot de betaalbaarstelling of niet-betaling van een toegekende vergoeding of de terugvordering van een ten onrecht uitbetaalde vergoeding, geschiedt zulks

  • bij met redenen omklede beschikking, indien het bevoegde gezag gevormd wordt door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of de Bestuurscollege van het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba, en

  • bij schriftelijke mededeling waaruit de inhoud van de beslissing en de gronden waarop zij berust duidelijk blijken, indien het bevoegde gezag door een ander orgaan of college wordt gevormd.

Artikel

38

§

9

Intrekking of wijziging van enige algemene verordeningen

[vervallen]

§

10

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

50

Op gevallen van geneeskundige behandeling en/of verpleging en daarmede in verband staande overtocht, die zich hebben voorgedaan vóór de dag van de inwerkingtreding van deze landsverordening, blijven de alstoen voor de betrokken overheidsdienaar geldende wettelijke regelingen van kracht.

Artikel

51

{vervallen].

Artikel

52

[vervallen]

Artikel

53

Op personen, op wie artikel 9, paragraaf 3 van de beschikking van de 23ste juni 1924 no.616, houdende vaststelling der regeling omtrent de betaalbaarstelling door den Administrateur van financiën en de Gezaghebbers van bezoldigingen, verlofbezoldiging, toelagen, verloftoelagen, wachtgelden, pensioenen, onderstanden, subsidiën, schadeloosstellingen van kosten voor vervoermiddelen en toelagen ter voorziening in de uitvoering van den loonsdienst en omtrent betaling van maand-, week- en daglonen (P.B. 1924, 29) op de dag vóór de inwerkingtreding van deze landsverordening van toepassing was, en die niet onder de werking van deze landsverordening vallen, blijft het genoemde artikelonderdeel van kracht.

Artikel

54

De aanspraken die een overheidsdienaar ontleent aan artikel 37 van het Curaçaosch Verlofreglement 1946 (P.B. 1946, 34) of aan artikel 14 van de Politieregeling (P.B. 1962, 64) worden door de onderhavige landsverordening niet aangetast.

Artikel

55

Deze wet wordt aangehaald als: Wet vergoeding behandelings- en verplegingskosten BES.

Artikel

56