Afvalhout
|
Hout van voldoende kwaliteit om als materiaal of brandstof te worden toegepast. Voor de beoordeling is leidend of de toepassing wel of niet onder de afval wet- en regelgeving valt.
|
Afvalwater vrijkomend bij productie van suiker uit suikerbieten
|
Afvalwater dat vrijkomt bij verwerking van suikerbieten tot suiker en waarvoor is aangetoond, dat er geen sprake is van terugwinbare hoeveelheden suiker in het afvalwater, bijvoorbeeld door aan te tonen dat de concentraties suiker in het afvalwater niet substantieel zijn toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren.
|
AWZI- en RWZI zuiveringsslib
(NTA 8003: 410)
|
Slib uit afvalwaterzuiveringsinstallaties (AWZI’s) en rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Dit is relevant voor biogas geproduceerd in AWZI- en RWZI-slibvergisters.
|
Biomassa deel ongesorteerd stedelijk afval (residual MSW)
|
De gemengde restfractie is aan te merken als afval.
Dit is relevant voor uit stortplaatsen gewonnen biogas (ook wel stortgas genoemd).
|
Dierlijke vetten categorieën 1 en 2
|
Dierlijk vet dat ontstaat bij de verwerking van dierlijke bijproducten in vetsmelterijen wordt in verordening (EG) nr. 1069/2009 inzake dierlijke bijproducten1 wordt ingedeeld in categorieën. Categorie 1 en 2 materiaal heeft geen toepassing (in significante hoeveelheden) anders dan voor energie.
|
Druivendraf oftewel ‘Grape marc:’
|
Grape marc is de dikke brij met schillen en pitten die overblijft na persing van de gegiste most bij de wijnproductie
|
Gebruikte bleekaarde (spent bleaching earth)
|
Bleekaarde (‘bleaching earth’) wordt gebruikt als filtermedium bij het raffineren van plantaardige oliën. Gebruikte bleekaarde wordt doorgaans gestort of verbrand. Uit gebruikte bleekaarde kunnen achtergebleven (residuale) oliën via extractie worden teruggewonnen.
|
Gebruikte frituurolie
(NTA 8003: 572)
|
Gebruikte frituurolie ontstaat bij het frituren van plantaardige of dierlijke producten in plantaardige olie of dierlijke vetten. De olie wordt door daarin gespecialiseerde bedrijven ingezameld. Gebruikte frituurolie is – op mogelijk een kleine fractie na uit de voedselverwerkende industrie waarin geen dierlijke producten zijn bereid – ongeschikt voor toepassing als diervoeder of als grondstof voor de oleochemische industrie en heeft daarmee geen toepassing anders dan voor energie.
|
Gft (NTA 8003: 610) en organisch afval van handel-diensten-bedrijven (NTA 8003: 620)
|
Gft en soortgelijke afvalstromen uit handel- diensten en bedrijven worden aangemerkt als afval. Dit is inclusief etensresten van restaurants (swill).
|
Organische mest
|
Organische mest is volgens communicatie 2010/C160/02 (paragraaf 5.2) bij de richtlijn een residu.
|
Palmolie – lege vruchtbundels (empty palm fruit bunches)
|
Lege palmolie vruchtbundels ontstaan als de palmvruchten worden verwijderd van de verse palmolievruchtbundels. Lege vruchtbundels worden gestort, verbrand of als mulch in de plantages gebruikt.
|
Palmolie – afvalwater uit palmolie molen (POME)
|
Het afvalwater uit een palmoliemolen (palm oil mill effluent; POME) wordt opgeslagen in open bassins waar het leidt (na anaerobe vergisting) tot methaanemissies. Als alternatief kan het in gesloten tanks worden opgeslagen en vergist.
|
Ruwe glycerine
|
Ruwe glycerine (‘raw glycerine’ of ‘crude glycerine’) wordt o.a. geproduceerd bij verestering van plantaardige oliën om bijv. biodiesel te produceren. Volgens de richtlijn (Annex V.C.18) en communicatie 2010/C160/02 (paragraaf 5.2) is ruwe glycerine een residu.
|
Suikerbietenpunten
|
Suikerbietenpunten zijn stukjes van suikerbiet die tijdens transport en wassen van de suikerbiet (tijdens verwerking tot suiker) zijn afgebroken. Typisch ontstaat circa 10 kg suikerbietenpunt per ton verwerkte suikerbiet. Ook vrijkomend bladmateriaal wordt tot ‘suikerbietenpunten’ gerekend.
|
Talloliepek
|
Tallolie (‘tall oil’) ontstaat als bijproduct uit black liquor dat vrijkomt bij papierproductie uit hout. De tallolie kan via raffinage worden gescheiden in een aantal producten plus een destillatieresidu genaamd talloliepek. Volgens communicatie 2010/C160/02 (paragraaf 5.2) is talloliepek een residu.
|
Zaagsel
|
Hier valt niet onder zaagsel dat vrijkomt in de bosbouw (dat valt onder ‘bosbouwresidu’ in tabel 2). Zaagsel komt vrij bij de verwerking van hout in de houtverwerkende industrie. Zaagsel is een procesafval/residu zolang niet de hoeveelheid zaagsel opzettelijk wordt vergroot. Opzettelijke aanpassingen aan het proces om de hoeveelheid te verhogen, resulteren erin dat het zaagsel moet worden geclassificeerd als een product in plaats van een residu.
|