Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 14 juni 2011, nr. BJZ2011046947 houdende nadere regels met betrekking tot enige onderwerpen inzake de voorziening van drinkwater, warm tapwater en huishoudwater (Drinkwaterregeling)

Drinkwaterregeling

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Besluit:

Artikel

1

Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • besluit: Drinkwaterbesluit;

  • eigen winning: collectieve watervoorziening waarbij de eigenaar van de voorziening voor de winning of behandeling van water, dat als drinkwater ter beschikking wordt gesteld, gebruik maakt van grondwater, oppervlaktewater, zeewater of een overeenkomstige grondstof of halffabrikaat, niet zijnde een voorziening voor de productie of distributie van water op een binnen het Nederlandse territoir of het Nederlandse deel van het continentale plat gelegen mijnbouwinstallatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet;

  • Minister: Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • wet: Drinkwaterwet;

  • wijkwarmtapwatervoorziening: collectieve watervoorziening voor de productie of distributie van warm tapwater, waarbij het distributienet in de bodem ligt.

Artikel

2

Versies van normerende documenten

Artikel

3

Huishoudwater

Artikel

4

Aanduiding distributiegebieden

Als distributiegebied van een drinkwaterbedrijf als bedoeld in artikel 5 van de wet geldt het voor dat bedrijf in bijlage 1 bij deze regeling omschreven distributiegebied.

Artikel

5

Berekening gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

6

Berekening vermogenskosten

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

7

Omstandigheden waaronder advies gevraagd wordt aan NMa

Artikel

8

Fusieverzoek in relatie tot prestatievergelijking

(gereserveerd)

Artikel

9

Eisen aan degene die monstername en analyse doet

Artikel

10

Meetprogramma en meetfrequentie

Artikel

11

Plaats en tijdstip monstername en bewaring monsters

Artikel

12

Meting hoeveelheid en druk

Artikel

13

Analysemethoden en prestatiekenmerken

Artikel

14

Verstrekking kwaliteitsgegevens

Artikel

15

Wijkwarmtapwatervoorzieningen

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

16

Kwaliteitseisen oppervlaktewater

Artikel

17

Prestatievergelijking; frequentie en prestatie-indicatoren drinkwaterkwaliteit

Artikel

18

Prestatievergelijking; aanwijzing instantie

Als instantie die belast is met de uitvoering van de prestatievergelijking wordt aangewezen: de inspecteur.

Artikel

19

Maximumnorm voor bezoldiging werknemers/bestuurders drinkwaterbedrijf

Artikel

20

Voorwaarden voor gebruik biociden bij drinkwaterproductie en -distributie

Artikel

23

Inwerkingtreding

Artikel

24

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Drinkwaterregeling.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Bijlage

1

, behorend bij artikel 4 van de Drinkwaterregeling

Aanwijzing distributiegebieden

NV Waterbedrijf Groningen

Distributiegebied:

Appingedam, Bedum, Bellingwedde, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Groningen, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Loppersum, Marum, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Slochteren, Stadskanaal, Ten Boer, Tynaarloo (Eelde-Paterswolde), Veendam, Vlagtwedde, Winsum en Zuidhorn.

NV Waterleidingmaatschappij Drenthe

Distributiegebied:

Aa en Hunze, Assen, Borger-Odoorn, Coevorden, De Wolden, Emmen, Hoogeveen, Midden-Drenthe, Noordenveld, Westerveld (gedeeltelijk) en Tynaarlo (gedeeltelijk).

Vitens NV

Distributiegebied:

Alle gemeenten in de provincies Friesland, Gelderland, Overijssel, Utrecht en Flevoland, alsmede de gemeenten Hilversum en Wijdemeren (gedeeltelijk), en de gemeenten Meppel en Westerveld (gedeeltelijk).

Oasen NV

Distributiegebied:

Alblasserdam, Alphen aan den Rijn, Bergambacht, Bodegraven-Reeuwijk, Boskoop, Giessenlanden, Gorinchem, Gouda, Hardinxveld-Giessendam, Graafstroom, Hendrik Ido Ambacht, Kaag en Braassem, Krimpen aan den IJssel, Leerdam, Leiderdorp, Liesveld, Zuidplas (kern Moordrecht), Nederlek, Nieuw-Lekkerland, Nieuwkoop, Ouderkerk aan den IJssel, Papendrecht, Ridderkerk, Rijnwoude, Schoonhoven, Sliedrecht, Vianen, Vlist, Waddinxveen, Zederik, Zoeterwoude en Zwijndrecht.

Stichting Waternet

Distributiegebied:

Amstelveen (bebouwde kom), Amsterdam, Diemen, Heemstede, Muiden, Ouder-Amstel en Haarlemmermeer (Schiphol en voormalig Fokker complex).

Voorziet voorts enkele percelen in Abcoude, Landsmeer, Oostzaan, Halfweg en Haarlemmermeer.

NV PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland

Distributiegebied:

Aalsmeer, Alkmaar, Amstelveen (gedeeltelijk), Andijk, Anna Paulowna, Beemster, Bergen, Beverwijk, Blaricum, Bloemendaal, Bussum, Castricum, Edam-Volendam, Enkhuizen, Graft-de Rijp, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Harenkarspel, Heemskerk, Heerhugowaard, Heiloo, Den Helder, Hoorn, Huizen, Koggenland, Landsmeer, Langedijk, Laren, Medemblik, Naarden, Niedorp, Oostzaan, Opmeer, Purmerend, Schagen, Schermer, Stede Broec, Texel, Uitgeest, Uithoorn, Velsen, Waterland, Weesp, Wervershoof, Wieringen, Wieringermeer, Wijdemeren (gedeeltelijk), Wormerland, Zaanstad, Zandvoort, Zeevang en Zijpe.

Voorziet voorts enkele percelen in de gemeenten Alkemade, Amsterdam, Eemnes, Heemstede, Hillegom, Hilversum, Jacobswoude, Muiden, en Warmond.

Dunea Duin & Water (handelsnaam van NV Duinwaterbedrijf Zuid-Holland)

Distributiegebied:

Den Haag (excl. wijk Wateringseveld), Hillegom, Katwijk, Lansingerland, Leiden, Leidschendam-Voorburg, Lisse, Rotterdam (wijk Nesselande), Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Pijnacker-Nootdorp, Rijnwoude (kern Benthuizen), Rijswijk, Teylingen, Voorschoten, Wassenaar, Zoetermeer en Zuidplas (excl. kern Moordrecht)

Evides NV

Distributiegebied:

Albrandswaard, Barendrecht, Bergen op Zoom (Halsteren, Lepelstraat en Putte), Bernisse, Binnenmaas, Borsele, Brielle, Capelle aan den IJssel, Cromstrijen, Den Haag (Wateringseveld), Delft, Dirksland, Dordrecht, Goedereede, Goes, Hellevoetsluis, Hulst, Kapelle, Korendijk, Maasluis, Middelburg, Middelharnis, Midden-Delfland, Noord-Beveland, Oostflakkee, Oud-Beijerland, Reimerswaal, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Schouwen-Duiveland, Sluis, Spijkenisse, Strijen, Terneuzen, Tholen, Vlaardingen, Veere, Vlissingen, Westvoorne, Westland, Woensdrecht en Zwijndrecht (Heerjansdam)

Brabant Water NV

Distributiegebied:

Aalburg, Alphen-Chaam, Asten, Baarle-Hertog, Baarle-Nassau, Bergeijk, Bergen op Zoom (gedeelte) , Bernheze, Best, Bladel, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Breda, Cranendonck, Cuijk, Deurne, Dongen, Drimmelen, Eersel, Eindhoven, Etten-Leur, Geertruidenberg, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Gilze en Rijen, Goirle, Grave, Haaren, Halderberge, Heeze-Leende, Helmond, 's-Hertogenbosch, Heusden, Hilvarenbeek, Laarbeek, Landerd, Loon op Zand, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Sint Michielsgestel, Sint-Anthonis, Moerdijk, Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Sint Oedenrode, Oirschot, Oisterwijk, Oosterhout, Oss, Reusel-De Mierden, Roosendaal, Rucphen, Schijndel, Someren, Son en Breugel, Steenbergen, Tholen (gedeelte), Tilburg, Uden, Valkenswaard, Veghel, Veldhoven, Vught, Waalre, Waalwijk, Werkendam, Woensdrecht (gedeelte), Woudrichem en Zundert.

Voorziet voorts enkele percelen in Nederweert.

Nv WML (Waterleiding Maatschappij Limburg)

Distributiegebied:

Beek, Beesel, Bergen, Brunssum, Echt-Susteren, Eijsden-Margraten, Gennep, Gulpen-Wittem, Heerlen, Horst aan de Maas, Kerkrade, Landgraaf, Leudal, Maasgouw, Maastricht, Meerssen, Mook en Middelaar, Nederweert, Nuth, Onderbanken, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Venlo, Venray, Voerendaal en Weert.

Bijlage

2

behorend bij artikel 9, zesde lid, van de Drinkwaterregeling

Laboratoria die zijn aangemerkt als aangewezen laboratoria

De volgende laboratoria worden aangemerkt als laboratoria die zijn aangewezen op grond van artikel 9, vierde lid, van de regeling:

  • Aqualab Zuid BV te Werkendam;

  • Het Waterlaboratorium NV te Haarlem;

  • Laboratorium van KWR Watercycle Research Institute;

  • Laboratorium van RIVM Centrum voor Inspectie-, Milieu- en Gezondheidsadvisering te Bilthoven;

  • Vitens Laboratorium te Leeuwarden;

  • Waterlaboratorium Noord te Glimmen.

Bijlage

3

, behorend bij de artikelen 10 en 11 van de Drinkwaterregeling

Meetfrequenties

Tabel Ia. Bewakingsparameters voor drinkwater geleverd door een drinkwaterbedrijf (noot 1)

I. Microbiologische parameters

Escherichia coli (noot 4)

II. Chemische parameters

Nitriet (noot 5)

IIIa. Indicatoren, bedrijfstechnische parameters

Ammonium, Bacteriën van de coligroep (noot 6), Geleidingsvermogen, Koloniegetal bij 22 °C, Zuurgraad

Clostridium perfringens (noot 7)

IIIb. Indicatoren, organoleptische / esthetische parameters

Geur, Kleur, Smaak, Troebelingsgraad

Aluminium (noot 8), IJzer (noot 8)

IIIc. Indicatoren, signaleringsparameters

Noten:

  • 1.

    De minimumfrequentie voor bewakingsparameters staat aangegeven in tabel II van deze bijlage.

  • 2.

    De bemonstering van het drinkwater dient voor de in deze kolom genoemde parameters plaats te hebben op het punt waar het aan het tappunt (aangeduid met t) beschikbaar komt voor menselijke consumptie. De in tabel II aangegeven frequentie geldt als minimumfrequentie, onverlet het bepaalde in artikel 14 van het besluit. De inspecteur kan bepalen dat uit oogpunt van integrale kwaliteitscontrole ook bemonstering dient plaats te hebben na de laatste zuiveringsstap (p). Zie hiervoor de VROM-Inspectierichtlijn ‘Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit’. In deze Inspectierichtlijn wordt verder verwezen naar de afspraken die er met de drinkwatersector zijn gemaakt voor de invulling van het meetprogramma.

  • 3.

    De bemonstering van het drinkwater dient voor de in deze kolom genoemde parameters plaats te hebben na de laatste zuiveringsstap (p) of aan het tappunt (t). De in tabel II aangegeven bewakingsfrequentie geldt als minimumfrequentie, onverlet het bepaalde in artikel 10, achtste en negende lid, en artikel 11, eerste lid.

  • 4.

    Voor deze parameter geldt in afwijking van de in tabel II aangegeven frequentie, de volgende minimumfrequentie:

    A. af grondwaterpompstation (p)

    52 keer per jaar

    B. af oppervlaktewaterpompstation (p)

    365 keer per jaar

    C. bemonstering aan het tappunt (t)

    26 keer per jaar per 2000 m3/dag

  • 5.

    Alleen indien chlooraminen als desinfectiemiddel worden gebruikt. Indien dit niet het geval is geldt de auditfrequentie overeenkomstig tabel II van deze bijlage.

  • 6.

    Voor deze parameter geldt een minimumfrequentie van 2 keer de bewakingsfrequentie overeenkomstig tabel II van deze bijlage.

  • 7.

    Alleen indien oppervlaktewater als grondstof voor de productie van drinkwater wordt gebruikt. Indien dit niet het geval is geldt de auditfrequentie overeenkomstig tabel II van deze bijlage.

  • 8.

    Alleen indien deze stof als vlokmiddel bij de zuivering wordt gebruikt. Indien dit niet het geval is geldt de auditfrequentie overeenkomstig tabel II van deze bijlage.

Tabel Ib. Auditparameters voor drinkwater geleverd door een drinkwaterbedrijf (noot 1)

I. Microbiologische parameters

Enterococcen

Campylobacter (noot 10), Bacteriofagen (noot 10), Cryptosporidium (noot 5, noot 10) Enterovirussen (noot 5, noot 10) Giardia (noot 5, noot 10), E. coli, Bacteriën van de coligroep; Enterococcen (noot 5) Clostridium perfringens, incl sporen (noot 5)

II. Chemische parameters

Antimoon, Benzeen, Bromaat (noot 7), Cadmium, Chroom, Koper (noot 6), Lood (noot 6, Nikkel (noot 6), Nitriet, Trihalomethanen (noot 7)

Arseen, Boor, Cyaniden (totaal), 1,2-Dichloorethaan, Fluoride, Kwik, Nitraat, PCBs, Pesticiden, PAKs, Seleen, Tetra- en trichlooretheen, NDMA (noot 12)

Bromaat (noot 5), PAK’s, PCB’s, Lood, Kwik, Barium, Cadmium, Seleen, Arseen, Koper, Nikkel, Chroom, Boor, Fluoride, Cyanide, Fosfaat, Gesuspendeerde stoffen (allen noot 5) Pesticiden, Nitraat, Nitriet, NDMA (noot 12)

IIIa. Indicatoren -Bedrijfstechnische parameters

Aeromonas, Hardheid (totaal) (noot 13), Temperatuur, Saturatie Index, Waterstofcarbonaat, Zuurstof, vrij chloor (noot 11)

Chloride, DOC/TOC (of oxideerbaarheid met KMnO4)

Ammonium, Radioactiviteit (noot 8), Hardheid (noot 13), Chloride, Waterstofcarbonaat, Zuurgraad, Zuurstof, Geleidingsvermogen, DOC, Temperatuur

IIIb. Indicatoren – Organoleptische / esthetische parameters

Mangaan, IJzer

Aluminium, Natrium, Sulfaat

Zink (noot 9), IJzer, Mangaan, Natrium, Sulfaat, Troebelingsgraad, Kleur, Geur, Aluminium

IIIc. Indicatoren -Signaleringsparameters

AOX, Aromatische aminen, (Chloor)fenolen, Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen, Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen, Monocyclische koolwaterstoffen / aromaten; MTBE, ETBE, Diglymen, overige antropogene stoffen

Noten:

  • 1.

    De minimumfrequentie voor auditparameters staat aangegeven in tabel II van deze bijlage.

  • 2.

    De bemonstering van het drinkwater dient voor de in deze kolom genoemde parameters plaats te hebben op het punt waar het aan het tappunt (aangeduid met t) beschikbaar komt voor menselijke consumptie. De in tabel II aangegeven frequentie geldt als minimumfrequentie, onverlet het bepaalde in artikel 10, achtste en negende lid, en artikel 11, eerste lid. De inspecteur kan bepalen dat uit oogpunt van integrale kwaliteitscontrole ook bemonstering dient plaats te hebben in het ruwe water (r) of na de laatste zuiveringsstap (p).

  • 3.

    De bemonstering van het drinkwater dient voor de in deze kolom genoemde parameters plaats te hebben na de laatste zuiveringsstap (p) of aan het tappunt (t). De in tabel II aangegeven auditfrequentie geldt als minimumfrequentie, onverlet het bepaalde in artikel 6, achtste tot en met tiende lid. De inspecteur kan bepalen dat uit oogpunt van integrale kwaliteitscontrole ook bemonstering dient plaats te hebben in het ruwe water (r). Zie hiervoor de VROM-Inspectierichtlijn ‘Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit’. In deze Inspectierichtlijn wordt verder verwezen naar de afspraken die er met de drinkwatersector zijn gemaakt voor de invulling van het meetprogramma.

  • 4.

    De bemonstering dient voor in deze kolom genoemde parameters plaats te hebben in het ruwe water (r).

  • 5.

    Alleen een meetverplichting indien oppervlaktewater wordt gebruikt voor de bereiding van drinkwater.

  • 6.

    Deze parameters worden bemonsterd volgens de methode ‘Random Day Time (RDT)’ volgens een frequentie van tweemaal de audit frequentie vastgesteld in tabel II. Deze methode is beschreven in de ‘VROM-Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit’.

  • 7.

    Alleen een meetverplichting indien deze stof als desinfectiemiddel wordt toegepast of indien deze stof als verbinding bij de toegepaste desinfectie- of oxydatietechniek gevormd kan worden.

  • 8.

    De meetfrequenties, meetmethodes en meetlocaties worden te zijner tijd vastgesteld in overeenstemming met een krachtens artikel 12 van Richtlijn 98/83/EG aan te nemen voorstel van de Europese Commissie. In de VROM-Inspectierichtlijn Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit’ is het voorstel vastgelegd.

  • 9.

    Indien zink wordt toegepast bij de distributie van drinkwater, dan dient de bemonstering plaats te hebben aan het tappunt (t).

  • 10.

    Deze parameters maken deel uit van de kwantitatieve risicoanalyse zoals beschreven in noot 1 van tabel I van Bijlage A van het besluit. In de VROM-Inspectierichtlijn ‘Analyse microbiologische veiligheid drinkwater’ is een passage opgenomen over de meetfrequentie voor deze parameters.

  • 11.

    Geldt alleen voor zover bij drinkwatervoorzieningen op mijnbouwinstallaties, als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet, natriumhypochloriet aan het drinkwater wordt toegevoegd ter desinfectie van het water.

  • 12.

    Meetverplichting geldt als er aanleiding toe is. Dit is het geval indien er bepaalde precursors (onder andere metabolieten van tolylfluanide) aanwezig zijn in de grondstof in combinatie met gebruik van ozon in de zuivering. In oppervlaktewater geldt een meetverplichting omdat de stof in de grondstof aanwezig kan zijn.

  • 13.

    Hardheid omvat calcium en magnesium.

Tabel II. Meetfrequenties behorend bij bewaking en audit, in verband met de uitvoering van metingen door een drinkwaterbedrijf

≤ 100

2

1

> 100 ≤ 1 000

4

1

> 1000 ≤ 10 000

4 +3 voor elke 1000 m3/dag en fractie daarvan van de totale hoeveelheid

1 +1 voor elke 3300 m3/dag en fractie daarvan van de totale hoeveelheid

> 10 000 ≤ 100 000

4 +3 voor elke 1000 m3/dag en fractie daarvan van de totale hoeveelheid

3 +1 voor elke 10 000 m3/dag en fractie daarvan van de totale hoeveelheid

> 100 000

4 +3 voor elke 1000 m3/dag en fractie daarvan van de totale hoeveelheid

10 +1 voor elke 25 000 m3/dag en fractie daarvan van de totale hoeveelheid

Noten:

  • 1.

    Een leveringsgebied is een geografisch afgebakend gebied waarbinnen het drinkwater afkomstig is uit een of enkele bronnen waarbinnen het water kan worden geacht van vrijwel uniforme kwaliteit te zijn.

  • 2.

    De hoeveelheden zijn gemiddelden berekend over een kalenderjaar.

Tabel IIIa. Meetprogramma voor een eigen winning waarbij grondwater wordt gebruikt als grondstof

Bacteriofagen

I

1*

grondstof

Enterococcen

I

1

grondstof

Escherichia coli (noot 2)

I

13

grondstof

4 (8)

na behandeling

4 (8)

aan tappunt

Antimoon

II

1

aan tappunt

Arseen

II

1*

na behandeling

Benzeen

II

1*

aan tappunt

Boor

II

1*

na behandeling

Bromaat, indien desinfectie met ozon

II

1

aan tappunt

Cadmium

II

1

aan tappunt

Chroom

II

1

aan tappunt

Cyaniden

II

1*

na behandeling

1,2-Dichloorethaan

II

1*

na behandeling

Fluoride

II

1*

na behandeling

Koper, indien koperen leidingen:

II

1

aan tappunt

Kwik

II

1*

na behandeling

Lood, indien loden leidingen:

II

1

aan tappunt

NDMA

II

1

aan tappunt (alleen bij ozonisatie)

Nikkel

II

1

aan tappunt

Nitraat

II

1

grondstof

1

na behandeling

Nitriet

II

1

grondstof

1

aan tappunt

indien desinfectie met chlooramine:

2 (4)

aan tappunt

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s)

II

1*

na behandeling

Polychloorbifenylen (PCB’s)

II

1*

na behandeling

Pesticiden

II

1 per 2 jaar

na behandeling

Seleen

II

1*

na behandeling

Tetra- en trichlooretheen

II

1*

na behandeling

Trihalomethanen, indien desinfectie met chloor (noot 3)

II

1*

aan tappunt

Aeromonas

IIIa

1

aan tappunt

Ammonium

IIIa

4

grondstof

2 (4)

aan tappunt

Bacteriën van de coligroep (noot 2)

IIIa

4 (8)

aan tappunt

13

grondstof

Chloride

IIIa

1

na behandeling

Clostridium perfringens

IIIa

1*

na behandeling

DOC/TOC

IIIa

1

grondstof

1

na behandeling

Geleidingsvermogen

IIIa

4

grondstof

2 (4)

aan tappunt

Hardheid (Ca + Mg)

IIIa

1

aan tappunt

Koloniegetal bij 22 oC

IIIa

2 (4)

aan tappunt

Radioactiviteit

IIIa

1*

grondstof

Saturatie Index

IIIa

1*

aan tappunt

Temperatuur

IIIa

4

grondstof

1

aan tappunt

Waterstofcarbonaat

IIIa

1*

grondstof

1*

aan tappunt

Zuurgraad

IIIa

4

grondstof

2 (4)

aan tappunt

Zuurstof

IIIa

1

grondstof

Zuurstof

1

aan tappunt

Aluminium

IIIb

1

na behandeling

indien als vlokmiddel gebruikt:

IIIb

2 (4)

na behandeling

Geur

IIIb

2 (4)

aan tappunt

Kleur

IIIb

2 (4)

aan tappunt

IJzer

IIIb

1

grondstof

IIIb

1

aan tappunt

indien als vlokmiddel gebruikt:

IIIb

2 (4)

na behandeling

Mangaan

IIIb

1

grondstof

1

aan tappunt

Natrium

IIIb

1

na behandeling

Smaak

IIIb

2 (4)

aan tappunt

Sulfaat

IIIb

1

na behandeling

Troebelingsgraad

IIIb

2 (4)

aan tappunt

Zink

IIIb

1*

grondstof

AOX

IIIc

1*

grondstof

Aromatische aminen

IIIc

1*

grondstof

(Chloor)fenolen

IIIc

1*

grondstof

Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen

IIIc

1*

grondstof

Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen

IIIc

1*

grondstof

Monocyclische aromatische koolwaterstoffen

IIIc

1*

grondstof

ETBE

IIIc

1*

grondstof

MTBE

IIIc

1*

grondstof

Diglyme

IIIc

1*

grondstof

Overige antropogene stoffen (noot 3)

IIIc

1

grondstof

Noten:

  • 1.

    In de meeste situaties wordt – gemiddeld over een jaar – niet meer dan 100 m3 drinkwater per dag geleverd. Voor situaties waarin de gemiddelde levering meer bedraagt dan 100 m3 per dag, geldt voor sommige parameters een afwijkende meetfrequentie. Het aantal monsternames per jaar staat dan tussen haken. Bij een levering van meer dan 1000 m3 per dag geldt de meetfrequentie, genoemd in tabel II.

  • 2.

    Voor deze parameters geldt tweemaal de bewakingsfrequentie overeenkomstig tabel II van deze bijlage.

  • 3.

    Voor deze parameter geldt een meetverplichting indien er aanleiding toe is of op verzoek van de inspecteur.

  • *

    Deze parameters hoeven in principe slechts eenmalig gemeten te worden, teneinde een goede eerste indruk te krijgen van de kwaliteit van het drinkwater. Wordt op grond van de meetresultaten en de lokale situatie verwacht dat deze parameters in de toekomst geen norm gaan overschrijden, dan kan de inspecteur toestaan dat meting van deze parameters na deze eenmalige meting niet vereist is.

Tabel IIIb. Meetprogramma voor een eigen winning met een levering van maximaal 1000 m3 per dag, waarbij oppervlaktewater wordt gebruikt als grondstof

Bacteriofagen

I

1

grondstof

Cryptosporidium

I

1

grondstof

Escherichia coli (noot 2)

I

13

grondstof

4 (8)

na behandeling

4 (8)

aan tappunt

Enterococcen

I

1

grondstof

1

aan tappunt

Enterovirussen

I

1

grondstof

Giardia

I

1

grondstof

Antimoon

II

1

aan tappunt

Arseen

II

1

grondstof

1

na behandeling

Benzeen

II

1

aan tappunt

Boor

II

1

grondstof

1

na behandeling

Bromaat, indien desinfectie met ozon:

II

1

aan tappunt

Cadmium

II

1

grondstof

1

aan tappunt

Chroom

II

1

grondstof

1

aan tappunt

Cyaniden

II

1

grondstof

1

na behandeling

1,2-Dichloorethaan

II

1

na behandeling

Fluoride

II

1

grondstof

1

na behandeling

Koper

II

1

grondstof

indien koperen leidingen:

1

aan tappunt

Kwik

II

1

grondstof

1

na behandeling

Lood

II

1

grondstof

indien loden leidingen:

1

aan tappunt

NDMA

II

1

aan tappunt

Nikkel

II

1

grondstof

1

aan tappunt

Nitraat

II

13

grondstof

1

na behandeling

Nitriet

II

13

grondstof

1

aan tappunt

indien desinfectie met chlooramine:

2 (4)

aan tappunt

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s)

II

1

grondstof

1

na behandeling

Polychloorbifenylen (PCB’s)

II

1

na behandeling

Pesticiden

II

1

na behandeling

Seleen

II

1

grondstof

1

na behandeling

Tetra- en trichlooretheen

II

1

na behandeling

Trihalomethanen, indien desinfectie met chloor

II

1

aan tappunt

Aeromonas

IIIa

1

aan tappunt

Ammonium

IIIa

13

grondstof

2 (4)

aan tappunt

Bacteriën van de coligroep (noot 2)

IIIa

4 (8)

aan tappunt

Chloride

IIIa

1

grondstof

1

na behandeling

Clostridium perfringens

IIIa

1

grondstof

2 (4)

na behandeling

DOC/TOC

IIIa

1

grondstof

1

na behandeling

Geleidingsvermogen

IIIa

4

grondstof

2 (4)

aan tappunt

Hardheid (Ca + Mg)

IIIa

1

aan tappunt

Koloniegetal bij 22 °C

IIIa

2 (4)

aan tappunt

Radioactiviteit, inclusief totaal B-activiteit

IIIa

1

grondstof

Saturatie Index

IIIa

1

aan tappunt

Temperatuur

IIIa

13

grondstof

1

aan tappunt

Waterstofcarbonaat

IIIa

1

grondstof

1

aan tappunt

Zuurgraad

IIIa

13

grondstof

2 (4)

aan tappunt

Zuurstof

IIIa

1

grondstof

Zuurstof

1

aan tappunt

Aluminium

IIIb

1

na behandeling

indien als vlokmiddel gebruikt:

IIIb

2 (4)

na behandeling

Geur

IIIb

2 (4)

aan tappunt

Kleur

IIIb

1

grondstof

2 (4)

aan tappunt

IJzer

IIIb

1

grondstof

IIIb

1

aan tappunt

indien als vlokmiddel gebruikt:

IIIb

2 (4)

na behandeling

Mangaan

IIIb

1

grondstof

1

aan tappunt

Natrium

IIIb

1

grondstof

1

na behandeling

Smaak

IIIb

2 (4)

aan tappunt

Sulfaat

IIIb

1

grondstof

IIIb

1

na behandeling

Troebelingsgraad

IIIb

13

grondstof

2 (4)

aan tappunt

Zink

IIIb

1

grondstof

AOX

IIIc

1

grondstof

Aromatische aminen

IIIc

1

grondstof

(Chloor)fenolen

IIIc

1

grondstof

Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen

IIIc

1

grondstof

Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen

IIIc

1

grondstof

Monocyclische aromatische koolwaterstoffen

IIIc

1

grondstof

EBTE

IIIc

1

grondstof

MBTE

IIIc

1

grondstof

Diglyme

IIIc

1

grondstof

Overige antropogene stoffen (noot 3)

IIIc

1

grondstof

Noten:

  • 1.

    In de meeste situaties zal – gemiddeld over een jaar – niet meer dan 100 m3 drinkwater per dag worden geleverd. Voor situaties waarin de gemiddelde levering meer bedraagt dan 100 m3 per dag, geldt voor sommige parameters een afwijkende meetfrequentie. Het aantal monsternames per jaar staat dan tussen haken. Bij een levering van meer dan 1000 m3 per dag geldt de meetfrequentie, genoemd in tabel II.

  • 2.

    Voor deze parameters geldt tweemaal de bewakingsfrequentie overeenkomstig tabel II van deze bijlage.

  • 3.

    Voor deze parameter geldt een meetverplichting indien er aanleiding toe is of op verzoek van de inspecteur.

Tabel IIIc: Meetprogramma voor de situatie dat drinkwater wordt afgenomen (van bijvoorbeeld een drinkwaterbedrijf), waarna dat water in eigen beheer een ontharding ondergaat (noot 1)

Escherichia coli

I

1

aan tappunt

Enterococcen

I

1

aan tappunt

Geleidingsvermogen

IIIa

1

aan tappunt

Hardheid

IIIa

1

aan tappunt

Koloniegetal bij 22 °C

IIIa

1

aan tappunt

Waterstofcarbonaat

IIIa

1

aan tappunt

Zuurgraad

IIIa

1

aan tappunt

Noot:

  • 1.

    In situaties waarbij meer dan 1.000 m3 onthard drinkwater per dag ter beschikking wordt gesteld, geldt de meetfrequentie, genoemd in tabel II.

Tabel IIId: Meetprogramma voor situatie dat drinkwater wordt afgenomen (van bijvoorbeeld een drinkwaterbedrijf), waarna dat water in eigen beheer een behandeling ondergaat met een alternatieve techniek ten behoeve van legionellapreventie (noot 1)

Legionella

(noot 2)

12 (noot 5)

12 (noot 5)

2

4

aan tappunt

Koloniegetal bij 22 °C

IIIa

12 (noot 5)

aan tappunt

Koper

II

12 (noot 5)

aan tappunt

Zilver

(noot 3)

12 (noot 5)

aan tappunt

Trihalo-methanen

II

12 (noot 5)

aan tappunt

Vrij chloor

IIIa

12 (noot 5)

aan tappunt

Noten:

  • 1.

    In situaties waarbij meer dan 1.000 m3 behandeld drinkwater per dag ter beschikking wordt gesteld, geldt de meetfrequentie, genoemd in tabel II.

  • 2.

    Zie voor de kwaliteitseis voor legionella artikel 36 van het besluit. Het aantal voorgeschreven monsternames per jaar moet worden opgeteld bij het aantal dat is voorgeschreven op grond van artikel 43. eerste lid, van het besluit.

  • 3.

    Zilver is niet opgenomen in de tabellen van bijlage A van het besluit, omdat het in Nederland niet van nature in relevante hoeveelheden in het drinkwater voorkomt. Bij toepassing van koper-zilverionisatie wordt voor zilver een maximumwaarde gehanteerd van 50 µg/l als 90-percentiel, met een maximum van 100 µg/l.

  • 4.

    AOT staat voor Advanced Oxidation Technology. Hierbij worden met behulp van UV-licht en TiO2 hydroxyl-radicalen gevormd.

  • 5.

    De maandelijkse bemonstering van een parameter kan worden vervangen door een drie-maandelijkse, indien gedurende drie achtereenvolgende maandelijkse metingen geen waarden gevonden zijn boven de maximumwaarde die gesteld is in bijlage A van het besluit danwel – voor zilver – in noot 3. De 3-maandelijkse metingen kunnen worden vervangen door halfjaarlijkse metingen, indien gedurende drie achtereenvolgende 3-maandelijkse metingen geen waarden gevonden zijn boven de maximumwaarde die gesteld is in bijlage A van het besluit danwel – voor zilver – in noot 3.

Tabel IIIe: Meetprogramma voor situatie dat drinkwater wordt afgenomen (van bijvoorbeeld drinkwaterbedrijf), waarna dat water in eigen beheer een andere behandeling ondergaat (noot 1)

Escherichia coli

I

1

aan tappunt

Enterococcen

I

1

aan tappunt

Geleidingsvermogen

IIIa

1

aan tappunt

Hardheid

IIIa

1

aan tappunt

Koloniegetal bij 22 °C

IIIa

1

aan tappunt

Waterstofcarbonaat

IIIa

1

aan tappunt

Zuurgraad

IIIa

1

aan tappunt

Geur

IIIb

1

aan tappunt

Kleur

IIIb

1

aan tappunt

Troebelingsgraad

IIIb

1

aan tappunt

Noot:

  • 1.

    In situaties waarbij meer dan 1.000 m3 behandeld drinkwater per dag ter beschikking wordt gesteld, geldt de meetfrequentie, genoemd in tabel II.

Tabel IIIf: Meetprogramma voor de situatie dat drinkwater wordt afgenomen (bijvoorbeeld van drinkwaterbedrijf) en met het collectieve leidingnet gemiddeld meer dan 100 m3 drinkwater per dag wordt gedistribueerd (zonder behandeling) (noot 1)

Escherichia coli

I

1

aan tappunt

Enterococcen

I

1

aan tappunt

Antimoon

II

1

aan tappunt

Cadmium

II

1

aan tappunt

Chroom

II

1

aan tappunt

Koper, indien koperen leidingen

II

1

aan tappunt

Lood, indien loden leidingen

II

1

aan tappunt

Nikkel

II

1

aan tappunt

Koloniegetal bij 22 °C

IIIa

1

aan tappunt

Zuurgraad

IIIa

1

aan tappunt

Geur

IIIb

1

aan tappunt

Kleur

IIIb

1

aan tappunt

Troebelingsgraad

IIIb

1

aan tappunt

IJzer

IIIb

1

aan tappunt

Zink

IIIb

1

aan tappunt

Noot:

  • 1.

    In situaties waarbij meer dan 1.000 m3 warm tapwater per dag ter beschikking wordt gesteld, geldt de meetfrequentie, genoemd in tabel II.

Tabel IIIg: Meetprogramma voor een wijkwarmtapwatervoorziening waarmee gemiddeld meer dan 10 m3 warm tapwater per dag wordt geproduceerd respectievelijk gedistribueerd (noot 1)

Koper (noot 2)

II

1

aan tappunt

DOC/TOC

IIIa

1

aan tappunt

bij enkelwandige warmtewisselaars:

2 (4)

aan tappunt

Geleidingsvermogen

IIIa

1

aan tappunt

bij enkelwandige warmtewisselaars:

2 (4)

aan tappunt

Temperatuur

1

aan tappunt

Zuurgraad

IIIa

1

aan tappunt

Geur

IIIb

1

aan tappunt

Kleur

IIIb

1

aan tappunt

Troebelingsgraad

IIIb

1

aan tappunt

Noten:

  • 1.

    In gevallen waar gemiddeld meer dan 100 m3 warm tapwater per dag wordt geproduceerd of gedistribueerd, geldt voor sommige parameters een afwijkende meetfrequentie. Het aantal monsternames staat dan tussen haken. In situaties waarbij meer dan 1.000 m3 warm tapwater per dag ter beschikking wordt gesteld, geldt de meetfrequentie, genoemd in tabel II.

  • 2.

    Afhankelijk van de samenstelling van het gebruikte leidingmateriaal en hulpstukken dienen ook metalen als nikkel, cadmium en lood gemeten te worden.

Tabel IIIh : Meetprogramma voor een collectieve watervoorziening of collectief leidingnet op een mijnbouwinstallatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel o, van de Mijnbouwwet (noot 1)

Escherichia coli

I

4

2 tappunten en iedere tank

Enterococcen

I

4

2 tappunten en iedere tank

Legionella

(noot 5)

4

2 tappunten

Koper

II

2

1 tappunt (noot 3)

Trihalomethanen

II

2

1 tappunt

Bacteriën van de coligroep

IIIa

4

2 tappunten en iedere tank

Geleidingsvermogen

IIIa

2

1 tappunt

Hardheid

IIIa

2

1 tappunt

Koloniegetal 22 °C

IIIa

4

2 tappunten en iedere tank

Koloniegetal 37 °C

(noot 6)

4

2 tappunten en iedere tank

Vrij chloor

IIIa

365

1 tappunt (noot 4)

Waterstofcarbonaat

IIIa

2

1 tappunt

Zuurgraad

IIIa

2

1 tappunt

Zuurstof

IIIa

1

1 tappunt

Geur

IIIb

2

1 tappunt

Kleur

IIIb

2

1 tappunt

Troebelingsgraad

IIIb

2

1 tappunt

IJzer

IIIb

2

1 tappunt (noot 2)

Noten:

  • 1.

    De monsters worden genomen na minimaal 2 minuten doorstroming.

  • 2.

    Alleen indien sprake is van ijzeren leidingen

  • 3.

    Alleen indien sprake is van koperen leidingen

  • 4.

    De contacttijd tussen het chloor en het water moet ten minste 30 minuten bedragen.

  • 5.

    Zie voor de kwaliteitseis voor legionella artikel 36 van het besluit.

  • 6.

    Deze parameter is niet opgenomen in de tabellen van bijlage A van het besluit. Bij controle moet getoetst worden of geen abnormale verandering optreedt.

  • 7.

    In geval van een nieuw opgeleverde mijnbouwinstallatie of een mijnbouwinstallatie die vanuit het buitenland afkomstig is, vindt de eerste monstername binnen twee weken plaats.

Bijlage

4

, behorend bij artikel 13 van de Drinkwaterregeling

Analysemethoden

Tabel I. Parameters waarvoor analysemethoden zijn gespecificeerd

Aeromonas

NEN 6263: 2009

Bacteriën van de coligroep

NEN-EN-ISO 9308-1: 2000 (noot 1)

F-specifieke RNA-fagen

NEN-ISO 10705-1

Somatische colifagen

NEN-ISO 10705-2: 2001

Fagen voor Bacterioides fragilis

NEN-ISO 10705-3: 2003

Clostridium perfringens (inclusief sporen)

Membraanfiltratie gevolgd door anaerobe incubatie van het membraan op m-CP agar bij (44 +/- 1) °C gedurende (21 +/- 3) uur. Tel de opaque gele kolonies die roze of rood worden na de blootstelling aan ammoniumhydroxidedampen gedurende 20 tot 30 seconden. Een gevalideerde gelijkwaardige bevestigingsmethode is toegestaan.

Noot 2

Cryptosporidium

NEN-ISO 15553: 2006

Enterococcen

Ontwerp NEN-EN-ISO 7899 – 2:1998

(Entero)virussen

Noot 3

Escherichia coli (E. coli)

NEN-EN-ISO 9308 – 1: 2000 (noot 1)

Giardia

NEN-ISO 15553: 2006

Koloniegetal bij 22 °C en 37 °C

Opsomming van micro-organismen die gekweekt kunnen worden. NEN-EN-ISO 6222: 1999

Radioactiviteit

Noot 4

Noten:

  • 1.

    De in Nederland gebruikte gelijkwaardige methode is door de EU goedgekeurd.

  • 2.

    De samenstelling van m-CP agar is als volgt:

    Tryptose

    30 g

    Gistextract

    20 g

    Sucrose

    5 g

    L-cysteïne hydrochloride

    1 g

    MgSO4.7H20

    0,1 g

    Bromocresol purper

    40 mg

    Agar

    15 g

    Water

    1000 ml

    De ingrediënten van het basismedium oplossen, de pH instellen op 7,6 en gedurende 15 minuten steriliseren bij 121 °C. Het medium laten afkoelen en het volgende toevoegen:

    D-cycloserine

    400 mg

    Polymyxine-B-sulfaat

    25 mg

    Indoxyl-β-D-glucocide

    60 mg

    (voor toevoeging opgelost in 8 ml steriel water)

    Filtergesteriliseerde 0,5% fenolftaleïne difosfaat-oplossing

    20 ml

    Filtergesteriliseerde 4,5% FeCl3.6H2O

    2 ml

  • 3.

    Methode in overleg met de Inspecteur te bepalen. Zie hiervoor de VROM-Inspectierichtlijn ‘Analyse microbiologische veiligheid drinkwater’.

  • 4.

    Methoden worden vastgesteld in overeenstemming met een krachtens artikel 12 van Richtlijn 98/83/EG aan te nemen voorstel van de Europese Commissie. Na aanvaarding van dit voorstel zal de inspecteur, vooruitlopend op de desbetreffende wijziging van deze regeling, het voorstel als uitgangspunt nemen bij de vaststelling van de meetprogramma's. In de VROM-Inspectierichtlijn ‘Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit’ is het voorstel vastgelegd.

Tabel II. Parameters waarvoor prestatiekenmerken zijn gespecificeerd

Voor onderstaande parameters geldt dat door middel van de toegepaste analysemethode met de aangegeven juistheid, herhaalbaarheid en aantoonbaarheidsgrens ten minste concentraties moeten kunnen worden gemeten die gelijk zijn aan de in bijlage A van het besluit genoemde waarde. Ongeacht de gevoeligheid van de gebruikte analysemethode wordt het resultaat in ten minste evenveel decimalen uitgedrukt als de parameterwaarde genoemd in bijlage A van het besluit.

Acrylamide

Noot 4

Aluminium

10

10

10

Ammonium

10

10

10

Antimoon

25

25

25

AOX

25

25

25

Aromatische aminen

25

25

25

Arseen

10

10

10

Benzo(a)pyreen

25

25

25

Benzeen

25

25

25

Boor

10

10

10

Bromaat

25

25

25

Cadmium

10

10

10

Calcium

10

10

10

(Chloor)fenolen

25

25

25

Chloride

10

10

10

Chroom

10

10

10

Cyanide (totaal)

10

10

10

Noot 5

1,2-Dichloorethaan

25

25

10

Diglyme(n)

25

25

25

Epichloorhydrine

Noot 4

Ethyl tert-butyl ether (ETBE)

25

25

25

Fluoride

10

10

10

Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen

25

25

25

Geleidingsvermogen

10

10

10

Koper

10

10

10

Kwik

20

10

20

Lood

10

10

10

Magnesium

10

10

10

Mangaan

10

10

10

Methyl tert-butyl ether (MTBE)

25.

25

25

Monocyclische koolwaterstoffen/

Aromaten

25

25

25

Natrium

10

10

10

Nikkel

10

10

10

Nitraat

10

10

10

Nitriet

10

10

10

N-nitrosodimethylamine (NDMA)

25

25

25

Oxideerbaarheid

25

25

10

Noot 6

PCB's

25

25

25

Pesticiden

25

25

25

Noot 7

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

25

25

25

Noot 8

Saturatie Index (SI)

10

10

10

Berekenen

Seleen

10

10

10

Sulfaat

10

10

10

Troebelingsgraad

Noot 9

Temperatuur

10

10

10

Tetrachlooretheen

25

25

10

Noot 10

Trichlooretheen

25

25

10

Noot 10

Trihalomethanen

25

25

10

Noot 8

Vinylchloride

Noot 4

Waterstofcarbonaat

10

10

10

IJzer

10

10

10

Zilver

10

10

10

Zink

10

10

10

Zuurgraad

10

10

10

Zuurstof

10

10

10

Noten:

  • 1.

    Juistheid of systematische afwijking is de mate van overeenstemming tussen het gemiddelde van een oneindig aantal opeenvolgende meetresultaten en een referentiewaarde. Deze term is nader gespecificeerd in NEN 7777:2011 en NPR-ISO/IEC Guide 99:2008.

  • 2.

    Herhaalbaarheid is de mate van overeenstemming tussen meetresultaten verkregen door opeenvolgende metingen van hetzelfde object of gelijkende objecten in herhaalbaarheidsomstandigheden. Deze term is nader gespecificeerd in NEN 7777:2011 en NPR-ISO/IEC Guide 99:2008

  • 3.

    De aantoonbaarheidsgrens ofwel detectielimiet is het meetresultaat, verkregen volgens een gegeven meetprocedure, waarbij de kans op afwezigheid van de component in een materiaal β (bèta) is, gegeven de kans op α (alfa) op een onterechte aanspraak op aanwezigheid. Deze term is nader gespecificeerd in NEN 7777:2011 en NPR-ISO/IEC Guide 99:2008.

    Bij een α (alfa) en β (bèta) van 0,05 en vanaf 8 metingen is de aantoonbaarheidsgrens 3,8 maal de standaardafwijking op dit niveau. NEN 7777:2011 laat toe dat de aantoonbaarheidsgrens eenvoudig te definiëren is als 3 maal de standaardafwijking.

  • 4.

    Controleren via productspecificatie (parameters opgenomen in Regeling materialen en chemicaliën drink- en warm tapwatervoorziening).

  • 5.

    Met behulp van de methode moet het totaal aan cyanide in elke vorm worden bepaald.

  • 6.

    De oxydatie dient gedurende 10 minuten te worden uitgevoerd met behulp van kaliumpermanganaat bij 100 °C in een zuur milieu.

  • 7.

    De prestatiekenmerken gelden voor elke afzonderlijke pesticide.

  • 8.

    De prestatiekenmerken gelden voor de afzonderlijke stoffen, gespecificeerd op 25% van de parameterwaarde in bijlage A van het besluit.

  • 9.

    Voor de bewaking van de troebelingsgraad in behandeld oppervlaktewater geldt dat met de toegepaste analysemethode ten minste met een juistheid van 25% waarden moeten kunnen worden gemeten die gelijk zijn aan de parameterwaarde.

  • 10.

    De prestatiekenmerken gelden voor de afzonderlijke stoffen, gespecificeerd op 50% van de parameterwaarde in bijlage A van het besluit.

Bijlage

5

, behorend bij artikel 16 van de Drinkwaterregeling

Kwaliteitseisen voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van drinkwater

Zuurgraad

pH

7,0 ≤ pH ≤ 9,0

Kleurintensiteit

mg/l

50

Gesuspendeerde stoffen

mg/l

50

Temperatuur

°C

25

Geleidingsvermogen voor elektriciteit

mS/m bij 20°C

80

Geur

-

geen abnormale verandering

Chloride

mg/l Cl

150 (noot 5)

Sulfaat

mg/l SO4

100

Fluoride

mg/l F

1

Ammonium

mg/l NH4

1,5

Nitraat

mg/l NO3

50

Fosfaat

mg/l PO4

0,9

Zuurstof opgelost

mg/l O2

≥ 5

Natrium

mg/l Na

120

IJzer opgelost

µg/l Fe

300

Mangaan

µg/l Mn

500

Koper

µg/l Cu

50

Zink

µg/l Zn

200

Boor

µg/l B

1000

Arseen

µg/l As

20

Cadmium

µg/l Cd

1,5

Chroom (totaal)

µg/l Cr

20

Lood

µg/l Pb

30

Seleen

µg/l Se

10

Kwik

µg/l Hg

0,3

Barium

µg/l Ba

200

Cyanide

µg/l CN

50

AOX

µmol X/l

-

Aromatische aminen (noot 1 en 2)

µg/l

1

(Chloor)fenolen (noot 1 en 2)

µg/l

1

Diglyme(n) (noot 1)

µg/l

1

Ethyl tert-butyl ether (ETBE) (noot 1)

µg/l

1

Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen (noot 1)

µg/l

1

Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen (noot 1)

µg/l

1

Methyl tert-butyl ether (MTBE) (noot 1)

µg/l

1

Monocyclische koolwaterstoffen/aromaten (noot 1)

µg/l

1

Overige antropogene stoffen (noot 1 en 3)

µg/l

1

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

µg/l

1

Gewasbeschermingsmiddelen, biociden, en hun relevante afbraakprodukten (som)

µg/l

0,5

Gewasbeschermingsmiddelen, biociden en hun relevante afbraakproducten per afzonderlijke stof (noot 2)

µg/l

0,1

Bacteriën van de coligroep (noot 4)

aantal per 100 ml

2000

Escherichia coli (noot 4)

aantal per 100 ml

2000

Enterococcen (noot 4)

aantal per 100 ml

1000

  • *

    De waarden zijn maximumwaarden, tenzij anders is aangegeven

Noten:

  • 1.

    Deze kwaliteitseisen zijn bedoeld voor het signaleren van mogelijke verontreinigingen. Wanneer de aangegeven waarde (1 µg/l) wordt gemeten is er geen risico voor de volksgezondheid maar zal er nader onderzoek plaatsvinden. Deze parameters (als groep) zijn bedoeld om de kwaliteit van de bron te bewaken.

  • 2.

    Indien het een metaboliet van gewasbeschermingsmiddelen betreft welke in humaan toxicologisch opzicht relevant is dan is de kwaliteitseis 0,1 µg/l. Voor de overige metabolieten geldt een norm van 1,0 µg/l (zie tabel II noot 7 van het Drinkwaterbesluit)

  • 3.

    Met deze parameter worden stoffen bedoeld die niet behoren tot de andere parameters in deze tabel maar welke een bedreiging voor de drinkwatervoorziening kunnen zijn.

  • 4.

    Voor nadere regels omtrent de analyse van de microbiologische veiligheid wordt verwezen naar noot 1 van tabel I van bijlage A van het Drinkwaterbesluit.

  • 5.

    Deze waarde moet worden beschouwd als jaargemiddelde.

Bijlage

6

behorende bij artikel 17 van de Drinkwaterregeling

Aanwijzing parameters in verband met de uitvoering van de prestatievergelijking op drinkwaterkwaliteit

De onderscheiden parametergroepen en de daaronder begrepen parameters

Gezondheidskundige parameters (acuut)

Escherichia coli

Enterococcen

Legionella

Gezondheidskundige parameters (niet-acuut)

Arseen

Boor

Bromaat (90-percentiel)

1,2-Dichloorethaan

Fluoride

Nikkel

Nitraat

Nitriet

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) (som)

Pesticiden (individueel)

Tetra- en trichlooretheen (som)

Trihalomethanen (som) (90-percentiel)

Bedrijfstechnische parameters

Aeromonas bij 30oC

Ammonium

Bacteriën van de coligroep

Chloride

Clostridium perfringens

Saturatie Index

Temperatuur

Waterstofcarbonaat

Zuurgraad

Zuurstof

Klantgerichte parameters

Aluminium

Hardheid (totaal)

Kleur

IJzer

Mangaan

Natrium

Sulfaat

Troebelingsgraad