Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 april 2012, nr. IVV/OOG/2012/6311, houdende nadere regels in verband met aanpassing van de hoogte van de uitkering aan het woonland (Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid)
Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012
wordt voor de vaststelling van de hoogte van het kindgebonden budget het hoogste bedrag aan kindgebonden budget op grond van artikel 2, tweede, vierde en vijfde lid, van de Wet op het kindgebonden budget en de verhoging, bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Wet op het kindgebonden budget gekoppeld aan het kind dat woont in het land met het hoogste percentage, bedoeld in artikel 1, en wordt vervolgens steeds het daarop volgende hoogste bedrag aan kindgebonden budget gekoppeld aan het kind dat woont in het land met het daarop volgende hoogste percentage. Bij een gelijk percentage wordt het hoogste bedrag aan kindgebonden budget gekoppeld aan het kind met de hoogste leeftijd.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012.
Deze regeling zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,H.G.J.Kamp
Bijlage
als bedoeld in artikel 1 van de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012
In de tabel zijn de woonlandfactoren opgenomen zoals deze van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2025. Hierbij wordt opgemerkt dat soms een woonlandfactor verandert ten gevolge van een wijziging in een bilateraal socialezekerheidsverdrag. Deze wijzigingen hebben rechtstreekse werking. Dit betekent dat ze worden toegepast zonder dat daarvoor de tabel hoeft te worden gewijzigd. Bij de eerstvolgende herziening van de tabel met woonlandfactoren worden dergelijke wijzigingen alsnog in de tabel verwerkt.
In de tabel wordt via sterretjes inzichtelijk gemaakt dat er verschillen gelden voor de toepassing van het woonlandbeginsel voor de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslagen daarop enerzijds en de kinderbijslag en het kindgebonden budget anderzijds.
*: Wanneer in de tabel een * is opgenomen bij een land geldt dat het woonlandbeginsel alleen buiten toepassing blijft voor de Algemene nabestaandenwet, de WGA-vervolguitkering en de eventuele toeslag daarop vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland. Voor de kinderbijslag en het kindgebonden budget kan in dat geval het woonlandbeginsel wel worden toegepast.
**: Wanneer in de tabel ** is opgenomen bij een land geldt dat voor dat land vanwege het bilaterale socialezekerheidsverdrag tussen dat land en Nederland het woonlandbeginsel voor geen enkele wet mag worden toegepast.
Afghanistan
60%
Albanië
50%
Algerije
50%
Andorra
90%
Angola
60%
Antigua en Barbuda
100%
Argentinië*
70%
Armenië
50%
Aruba
90%
Australië**
100%
Azerbeidzjan
60%
Bahama's
100%
Bahrein
70%
Bangladesh
50%
Barbados
100%
Belarus
50%
Belize*
90%
Benin
50%
Bhutan
60%
Bolivia
50%
Bonaire
80%
Bosnië en Herzegovina**
50%
Botswana
60%
Brazilië
70%
Brunei Darussalam
80%
Burkina Faso
50%
Burundi
50%
Cambodja
50%
Canada**
100%
Centraal-Afrikaanse Republiek
60%
Chili*
70%
China
80%
Colombia
50%
Comoren
60%
Congo, Democratische Republiek
70%
Congo, Republiek
80%
Costa Rica
70%
Cuba
70%
Curaçao
100%
Djibouti
70%
Dominica
90%
Dominicaanse Republiek
60%
Ecuador*
70%
Egypte*
40%
El Salvador
70%
Equatoriaal-Guinea
60%
Eritrea
60%
Eswatini
50%
Ethiopië
50%
Fiji
50%
Filipijnen*
50%
Gabon
80%
Gambia
50%
Georgië
50%
Ghana
50%
Grenada
80%
Guatemala
70%
Guinee
70%
Guinee-Bissau
50%
Guyana
60%
Haïti
70%
Honduras
60%
Hong Kong SAR, China*
100%
India
40%
Indonesië**
50%
Irak
80%
Iran
40%
Israël
100%
Ivoorkust
50%
Jamaica
70%
Japan*
100%
Jemen
60%
Jordanië*
60%
Kaapverdië
60%
Kameroen
50%
Kazachstan
50%
Kenia
50%
Kirgizië
40%
Kiribati
100%
Koeweit
100%
Kosovo
50%
Laos
30%
Lesotho
50%
Libanon
60%
Liberia
60%
Libië
40%
Macau SAR, China
80%
Madagaskar
40%
Malawi
50%
Maldiven
70%
Maleisië
50%
Mali
50%
Marokko1
50%
Marshalleilanden
100%
Mauritanië
50%
Mauritius
50%
Mexico
70%
Micronesia
100%
Moldavië
50%
Monaco*
100%
Mongolië
50%
Montenegro**
50%
Mozambique
50%
Myanmar
30%
Namibië
60%
Nauru
100%
Nepal
40%
Nicaragua
50%
Nieuw-Zeeland**
100%
Niger
60%
Nigeria
50%
Noord-Macedonië*
50%
Oeganda
50%
Oekraïne
50%
Oezbekistan
40%
Oman
80%
Pakistan
40%
Palau
70%
Panama*
60%
Papoea-Nieuw-Guinea
100%
Paraguay*
60%
Peru
70%
Qatar
100%
Russische Federatie
60%
Rwanda
50%
Saba
80%
Saint Kitts en Nevis
80%
Saint Lucia
100%
Saint Vincent en de Grenadines
70%
Salomonseilanden
100%
Samoa
90%
San Marino
100%
Sao Tomé en Principe
80%
Saoedi-Arabië
70%
Senegal
50%
Servië**
50%
Seychellen
60%
Sierra Leone
40%
Singapore
90%
Sint Eustatius
90%
Sint Maarten (Frans gedeelte)
100%
Sint Maarten (Nederlands deel)
100%
Soedan
40%
Somalië
50%
Sri Lanka
40%
Suriname**
50%
Syrië
60%
Tadzjikistan
30%
Taiwan
90%
Tanzania
60%
Thailand*
50%
Timor-Leste
70%
Togo
50%
Tonga
60%
Trinidad en Tobago
100%
Tsjaad
60%
Tunesië**
40%
Turkije2
40%
Turkmenistan
70%
Tuvalu
100%
Uruguay
100%
Vanuatu
100%
Venezuela
60%
Verenigd Koninkrijk3
100%
Verenigde Arabische Emiraten
80%
Verenigde Staten**
100%
Vietnam
50%
Westelijke Jordaanoever en Gaza
80%
Zambia
50%
Zimbabwe
90%
Zuid-Afrika**
60%
Zuid-Korea**
90%
Zuid-Soedan
60%
1Voor Marokko gelden de verdragsrechtelijke afspraken over de woonlandfactor zoals vastgelegd in het op 4 juni 2016 getekende Protocol tot wijziging van het op 14 februari 1972 te Rabat ondertekende Algemeen Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Marokko, zoals gewijzigd en ondertekend op 30 september 1996 en op 24 juni 2002 (Trb. 2016/67). De woonlandfactor uit deze tabel geldt daarom alleen voor personen die werken in het algemeen belang voor zover zij na 1 januari 2021 op grond van het Besluit regels export uitkeringen recht op kinderbijslag hebben voor een in Marokko wonend kind.
2Met betrekking tot Turkije geldt voor Anw- en WGA-vervolguitkeringen die worden geëxporteerd op grond van het Associatieraadsbesluit dat het woonlandbeginsel niet toegepast kan worden evenals voor de Turkse gerechtigden op kinderbijslag voor kinderen in Turkije onder de reikwijdte van de uitspraak CRvB van 14 februari 2019 (ECLI:NL:CRVB:2019:510).
3Voor het Verenigd Koninkrijk geldt dat het woonlandbeginsel niet toegepast kan worden als het terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk, het Handelsakkoord tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk of het bilaterale sociale zekerheidsverdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk zich tegen toepassing van het woonlandbeginsel verzet.