Besluit van 4 mei 2012, houdende regels voor de scheepvaart over meldingsformaliteiten en over de verwerking van de ontvangen gegevens door organisaties en personen die niet aan het scheepvaartverkeer deelnemen (Besluit meldingsformaliteiten en gegevensverwerkingen scheepvaart)

Besluit meldingsformaliteiten en gegevensverwerkingen scheepvaart

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 6 maart 2012, nr. IenM/BSK-2012/20694, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;
Gelet op Richtlijn 2010/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2010 betreffende meldingsformaliteiten voor schepen die aankomen in en/of vertrekken uit havens van de lidstaten en tot intrekking van Richtlijn 2002/6/EG (PbEU 2010, L 283), Hoofdstuk V, Voorschrift 19-1, van het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157), en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen (SOLAS-verdrag), Richtlijn 2002/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende de invoering van een communautair monitoring- en informatiesysteem voor de zeescheepvaart en tot het intrekken van Richtlijn 93/75/EEG van de Raad (PbEG 2002, L 131), Verordening (EG) nr. 725/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de verbetering van de beveiliging van schepen en havenfaciliteiten (PbEU 2004, L 129), Richtlijn 2005/44/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende geharmoniseerde River Information Services (RIS) op de binnenwateren in de Gemeenschap (PbEU 2005, L 255), Richtlijn 2009/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole (Herschikking) (PbEU 2009, L 131), en de artikelen 8 van de Binnenvaartwet, 15 van de Havenbeveiligingswet, 3, 4, 20 en 31, elfde lid, van de Scheepvaartverkeerswet en 38 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 april 2012, nr. W14.12.0069/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 27 april 2012, nr. IenM/BSK-2012/60139, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Definities

Hoofdstuk

2

Meldingsformaliteiten zeeschepen

Artikel

2

Aankomst- en vertrekmeldingen

Artikel

3

Beveiligingsmelding

Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent de door een kapitein, exploitant of agent van een zeeschip aan de bevoegde autoriteit te verschaffen inlichtingen als bedoeld in artikel 6 van de verordening scheeps- en havenbeveiliging.

Artikel

3a

Melding van opvarenden van passagiersschepen

Artikel

3b

Zorgplicht Nederlandse passagiersschepen

De kapitein, de exploitant of de agent van een passagiersschip als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de richtlijn registratie opvarenden van passagiersschepen dat onder Nederlandse vlag vaart, dat vertrekt uit een buiten de Europese Unie gelegen haven en op weg is naar een haven van een lidstaat, draagt er zorg voor dat de in artikel 6, eerste lid, van de richtlijn registratie opvarenden van passagiersschepen bedoelde gegevens worden verstrekt volgens de regels van die lidstaat.

Artikel

4

Melding ten behoeve van havenstaatcontrole

De kapitein, de exploitant of de agent van een zeeschip dat op weg is naar een haven als bedoeld in artikel 1 van de Wet havenstaatcontrole en dat in aanmerking komt voor een uitgebreide inspectie als bedoeld in die wet, meldt aan het bij ministeriële regeling aangewezen bevoegde autoriteit, de bij die regeling te bepalen gegevens op een bij die regeling vast te stellen moment en wijze, voordat met het zeeschip een in Nederland gelegen haven, een in de Nederlandse territoriale zee gelegen offshore-installatie of een ankerplaats ter hoogte van die haven of offshore-installatie wordt aangedaan.

Hoofdstuk

3

Beheer en hergebruik van gegevens

Artikel

5

Toepassingsgebied

Artikel

6

Zorg- en bewaarplicht

Artikel

7

Structurele uitwisseling van gegevens tussen bevoegde autoriteiten

Een bevoegde autoriteit stelt door hem ontvangen gegevens beschikbaar aan andere bevoegde autoriteiten, voor zover deze autoriteiten deze gegevens nodig hebben ten behoeve van de uitvoering van hun wettelijke taak.

Artikel

8

Structurele uitwisseling van gegevens in andere gevallen

Artikel

9

Gegevensverstrekking op verzoek

Hoofdstuk

4

Internationale uitwisseling van scheepvaartgegevens

Paragraaf

1

Organisatorische bepalingen

Artikel

10

Aanwijzing NCA-SafeSeaNet en RIS-autoriteit

Artikel

11

Verstrekken van gemelde gegevens aan SafeSeaNet

Paragraaf

2

Internationale uitwisseling van gegevens

Artikel

12

Plaatselijk bevoegde autoriteiten

Artikel

13

Internationale doorgifte van gemelde gegevens op verzoek

Onverminderd artikel 11, worden de in dat artikel bedoelde gegevens op een bij ministeriële regeling bepaalde wijze verstrekt aan een bevoegde instantie van een andere lidstaat van de Europese Unie, indien deze daarom verzoekt en indien dit noodzakelijk is voor de maritieme veiligheid of beveiliging, dan wel voor de bescherming van het mariene milieu.

Artikel

14

Structurele internationale doorgifte ontvangen RIS-gegevens

Paragraaf

3

Bepalingen ten behoeve van de Kustwacht op grond van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart

Artikel

15

Structurele internationale doorgifte van ontvangen AIS-gegevens

De Kustwacht Nederland stelt de gegevens die hij via AIS van alle zeeschepen varend buiten de kustlijn en alle zeeschepen varend op de binnenwateren ontvangt ter beschikking aan kustwachtstations van andere lidstaten van de Europese Unie en aan de Europese Commissie en kan deze gegevens ook beschikbaar stellen aan een bevoegde instantie van een derde land. Indien het betreffende derde land geen partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte is dit alleen mogelijk voor zover ten minste een gelijkwaardige bescherming van gegevens is gewaarborgd en nadat dit in een bestuursrechtelijke overeenkomst ter uitvoering van de doelstelling genoemd in artikel 1 van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart is vastgelegd.

Artikel

16

Informatieverstrekking aan andere kuststations

Artikel

17

Informatieverstrekking aan de scheepvaart bij incidenten

De Kustwacht Nederland maakt door middel van een radiobericht in het betrokken zeegebied openbaar:

  • a.

    een aan hem gemeld incident of ongeval op zee als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, met een zeeschip;

  • b.

    een aan hem bekende aanwezigheid van zeeschepen die een bedreiging vormen voor de veiligheid op zee, de veiligheid van personen of het mariene milieu;

  • c.

    in geval van gevaarlijke ijsgang, alle nodige informatie over de ijsgang, de aanbevolen routes en de ijsbreekdiensten in het betrokken zeegebied.

Artikel

18

Incidentmelding door zeeschepen

De exploitant van een zeeschip die door de kapitein van dat schip op de hoogte is gesteld van een incident of ongeval met dat schip op zee als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, neemt onmiddellijk contact op met de Kustwacht Nederland en houdt zich voor zover nodig ter beschikking van dit centrum.

Paragraaf

4

Overige bepalingen in verband met de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart

Artikel

19

Uitzondering op verplichtingen richtlijn monitoring- en informatiesystemen zeescheepvaart

De artikelen 2, eerste lid, 13, 16, 17 en 18 zijn niet van toepassing met betrekking tot gegevens verkregen van een schip als bedoeld in artikel 2, tweede lid, in samenhang met artikel 6bis, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart.

Artikel

20

Vertrouwelijkheid

Indien een lidstaat van de Europese Unie daarom verzoekt, wordt de informatie, die overeenkomstig artikel 20 bis, derde lid, van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart is verstrekt, vertrouwelijk behandeld door degenen die deze informatie ontvangen.

Hoofdstuk

5

Bepalingen in verband met de richtlijn River Information Services

Artikel

21

Scheepvaartwegen met RIS-toepassing

Hoofdstuk

6

Melden en opvragen gegevens van zeeschepen ten behoeve van LRIT

Artikel

22

Aanwijzing ten behoeve van LRIT

Bij ministeriële regeling worden aangewezen:

  • a.

    een LRIT-datacentrum;

  • b.

    een of meerdere applicatie-serviceproviders, die voldoen aan bij die regeling te stellen voorwaarden;

  • c.

    degene die bevoegd is meldplichtige gegevens bij het LRIT-datacentrum op te vragen;

  • d.

    degene die bevoegd is te bepalen met welke intervallen meldplichtige gegevens door middel van het LRIT worden verzonden; en

  • e.

    degene aan wie wordt gemeld dat het LRIT is uitgeschakeld.

Artikel

23

Melding door middel van het LRIT

Artikel

24

Opvragen gegevens LRIT

Hoofdstuk

7

Slotbepalingen

Artikel

25

Wijziging richtlijnen

Een wijziging van de richtlijn monitoring- en informatiesysteem zeescheepvaart, van de richtlijn River Information Services, van de richtlijn meldingsformaliteiten, of van de daarbij behorende bijlagen gaat voor de toepassing van dit besluit of voor de hierop berustende bepalingen gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn dan wel de gewijzigde bijlagen uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekend gemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel

25a

Overgangsbepaling melding passagiersschepen

Tot 21 december 2023 blijft de melding bedoeld in artikel 3a, eerste lid, achterwege en worden de in de melding te verstrekken gegevens geregistreerd door de passagiersregistratiebeambte als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de richtlijn registratie opvarenden van passagiersschepen.

Artikel

33

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit meldingsformaliteiten en gegevensverwerkingen scheepvaart.

Artikel

34

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 19 mei 2012 met uitzondering van de onderdelen b en c van artikel 12, die met ingang van 1 juni 2015 in werking treden.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten