Besluit van 22 mei 2013, houdende regels in verband met het vaststellen van het dagloon op grond van de Ziektewet, de Werkloosheidswet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Dagloonbesluit werknemersverzekeringen)

Dagloonbesluit werknemersverzekeringen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 26 februari 2013, nr. IVV/2013/10006,
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 19 april 2013, nr W12.12.0048/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 mei 2013, nr. 2013-000055455;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Definities

Hoofdstuk

2

Bepalingen voor vaststelling van dagloon ZW en WW

Artikel

2

Refertejaar voor ZW en WW

Artikel

3

Loonbegrip voor ZW en WW

Artikel

4

Algemene bepalingen over het loon voor ZW en WW

Artikel

5

Dagloon voor ZW en WW

Artikel

6

Loon in geval van ziekte of verlof tijdens een dienstbetrekking

Artikel

7

ZW-dagloon van een uitkeringsgerechtigde en bij nawerking

Artikel

8

WW-dagloon van gewezen en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer

Artikel

9

WW-dagloon bij niet toekennen of intrekken van invaliditeitsuitkering eu-lidstaat

Artikel

10

WW-dagloon bij opeenvolgend arbeidsurenverlies binnen het refertejaar uit dezelfde dienstbetrekking

Het WW-dagloon van de werknemer, op wie in verband met opeenvolgende verliezen van arbeidsuren in dezelfde dienstbetrekking artikel 3 van het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren van toepassing is, wordt vastgesteld door de berekening op grond van artikel 5, eerste lid, te vervangen door:

(A + B) x C / D

waarbij:

A staat voor het dagloon dat ten grondslag ligt aan de uitkering ter zake van zijn arbeidsurenverlies waarbij op grond van artikel 3 van het Besluit nadere regeling verlies van arbeidsuren een daaropvolgend arbeidsurenverlies wordt samengeteld;

B staat voor de evenredige verhoging van het dagloon, in de mate waarin het minimumloon in de periode bedoeld in C is herzien;

C staat voor het gemiddelde aantal arbeidsuren in de kalenderweek van het voorgaande arbeidsurenverlies tot en met de kalenderweek voorafgaande aan die waarin het volgende arbeidsurenverlies plaatsvindt; en

D staat voor het gemiddelde aantal arbeidsuren voorafgaande aan het voorgaande arbeidsurenverlies.

Artikel

11

WW-dagloon na overeengekomen vermindering van loon bij dezelfde werkgever

Het WW-dagloon van de werknemer, die aantoont dat zijn per tijdseenheid overeengekomen loon in een dienstbetrekking is verlaagd op of nadat hij de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, wordt vastgesteld door bij de toepassing van artikel 5, eerste lid, telkens het loon te vervangen door: het loon dat deze werknemer zou hebben genoten indien deze verlaging niet zou hebben plaatsgevonden, tot ten hoogste 9/7 deel van dat lagere loon.

Artikel

12

Algemene dagloongarantie WW

Hoofdstuk

3

Bepalingen voor vaststelling van dagloon Wet WIA en WAO

Artikel

13

Refertejaar voor Wet WIA en WAO

Artikel

14

Loonbegrip voor Wet WIA en WAO

Onder loon wordt in dit hoofdstuk verstaan loon in de zin van artikel 16 van de Wfsv met dien verstande dat niet onder loon wordt begrepen:

Artikel

15

Algemene bepalingen over het loon voor Wet WIA en WAO

Artikel

16

Dagloon voor Wet WIA en WAO

Artikel

17

Loon in geval van ziekte of verlof tijdens dienstbetrekking

Artikel

18

Dagloon starter en herintreder

Artikel

19

WIA-dagloongarantie voor oudere arbeidsongeschikten

Indien een werknemer, die recht heeft op een uitkering op grond van de WAO of de Wet WIA, op of na de dag waarop hij de leeftijd van 45 jaar heeft bereikt, met arbeid inkomen is gaan verwerven in verband waarmee zijn uitkering op grond van de WAO of de Wet WIA is beëindigd, binnen vijf jaar na de datum waarop die uitkering is beëindigd recht heeft op een uitkering op grond van de Wet WIA, wordt het WIA-dagloon niet lager vastgesteld dan het WAO- of WIA-dagloon van de laatstelijk ontvangen uitkering op grond van de WAO of de Wet WIA. Het dagloon van de laatstelijk ontvangen uitkering als bedoeld in de eerste zin, wordt in aanmerking genomen, zoals dat zou zijn herzien vanaf de datum van beëindiging tot aan de datum van het nieuwe recht op uitkering op grond van artikel 15, eerste lid, van de WAO, dan wel artikel 14, eerste lid, van de Wet WIA indien de uitkering op grond van de WAO of de Wet WIA niet zou zijn beëindigd.

Artikel

20

WIA-dagloon bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid bij aanvang verzekering

Het WIA-dagloon van de werknemer, die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is als bedoeld in artikel 46, derde lid, van de Wet WIA, zoals dat artikellid luidde op 31 december 2010, bedraagt ten hoogste het maatmaninkomen, dat op grond van dat artikellid, zoals dat luidde op 31 december 2010, wordt vastgesteld, vermenigvuldigd met het aantal uren van de urenomvang, bedoeld in artikel 9, onderdeel b, van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten, gedeeld door vijf.

Artikel

21

WIA-dagloon bij later ontstaan van recht dan einde wachttijd

In de gevallen waarin de artikelen 48, eerste lid, onderdelen b en c, en 55, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet WIA van toepassing zijn, wordt het WIA-dagloon niet lager vastgesteld dan het dagloon dat op grond van de Wet WIA in aanmerking zou zijn genomen als het recht op uitkering zou zijn ontstaan op de in artikel 47, tweede lid, en artikel 54, tweede lid van de Wet WIA bedoelde dag, zoals dat dagloon vanaf die dag tot aan de datum van het recht op uitkering op grond van artikel 14, eerste lid, van de Wet WIA zou zijn herzien, indien het recht op uitkering op grond van de Wet WIA op die dag zou zijn ontstaan.

Artikel

22

WIA- en WAO-dagloon na overeengekomen vermindering van loon bij dezelfde werkgever

Het WIA- of WAO-dagloon van de werknemer, die aantoont dat zijn per tijdseenheid overeengekomen loon in een dienstbetrekking is verlaagd op of nadat hij de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt, wordt vastgesteld door bij de toepassing van artikel 16, eerste lid, telkens het loon te vervangen door: het loon dat deze werknemer zou hebben genoten in het refertejaar indien deze verlaging niet zou hebben plaatsgevonden, tot ten hoogste 9/7 deel van dat lagere loon.

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

23

Aanpassing dagloon in verband met herziening minimumloon

Indien het minimumloon is herzien tussen het einde van het refertejaar en de eerste dag waarop recht bestaat op een uitkering op grond van de ZW, de WW, de Wet WIA of de WAO wordt de hoogte van het dagloon zoals berekend op grond van dit besluit aangepast in de mate waarin het minimumloon is herzien.

Artikel

24

Verhoging dagloon en herziening dagloon voor een werknemer jonger dan 23 jaar bij aanvang van refertejaar en bij aanvang uitkering

Artikel

25

Maximering van het dagloon bij samenloop van uitkeringen

Artikel

26

Intrekken Besluit dagloonregels werknemersverzekeringen

Artikel

30

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

31

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Dagloonbesluit werknemersverzekeringen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten