Besluit van 17 februari 2016, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit drukvaten van eenvoudige vorm 2016 en wijziging van het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten (Warenwetbesluit drukvaten van eenvoudige vorm 2016)
Warenwetbesluit drukvaten van eenvoudige vorm 2016
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 2015, nr.2015-0000309180;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 januari 2016, nr. W12.15.0459/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van17 februari 2016, nr. 2016-0000017842;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel
1
Begripsbepaling
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a.
richtlijn:richtlijn nr. 2014/29/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van drukvaten van eenvoudige vorm (herschikking) (PbEU 2014, L 96);
b.
accreditatie: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;
c.
drukvaten: hetgeen artikel 1 van de richtlijn daaronder verstaat;
d.
CE-markering: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;
e.
conformiteitsbeoordeling: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;
f.
distributeur: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;
g.
EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie: conformiteitsbeoordelingsinstantie, genoemd in artikel 2 van de richtlijn;
h.
fabrikant: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;
i.
geharmoniseerde norm: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;
j.
gemachtigde: hetgeen artikel 2 van richtlijn daaronder verstaat;
k.
importeur: hetgeen artikel 2 van richtlijn daaronder verstaat;
l.
in de handel brengen: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;
m.
marktdeelnemer: hetgeen artikel 2 van de richtlijn daaronder verstaat;
Dit besluit is niet van toepassing op drukvaten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van de richtlijn.
Artikel
2
Algemene verplichtingen
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Artikel
3
Verplichtingen fabrikant
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Artikel
4
Gemachtigde van de fabrikant
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Artikel
5
Verplichtingen importeur
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Artikel
6
Verplichtingen distributeur
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Artikel
7
EU-conformiteit
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Artikel
8
CE-markering
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Artikel
9
Procedure EU-conformiteitsbeoordeling
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Artikel
10
Intrekking verklaringen en goedkeuringen
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Artikel
11
Aanwijzingsprocedure
1
Bij een verzoek aan Onze Minister als bedoeld in artikel 7a van de wet, voldoet de aanvrager aan artikel 24, eerste en tweede lid, van de richtlijn.
2
Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan of zorgt dat wordt voldaan aan de volgende bepalingen van de richtlijn:
a.
artikel 21, tweede tot en met elfde lid;
b.
artikel 29; en
c.
artikel 31.
3
Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie die taken uitbesteedt of door ondergeschikte instanties laat uitvoeren, voldoet aan artikel 23 van de richtlijn.
4
Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie voldoet aan de criteria, genoemd in het eerste, tweede en derde lid. Zij toont dit aan door middel van een accreditatie tegen de van toepassing zijnde geharmoniseerde normen of delen daarvan, mits die normen de eisen, bedoeld in de eerste zin, dekken en de referentienummers van die normen in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt.
5
Indien de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie geen bewijs van accreditatie kan overleggen, verschaft zij Onze Minister alle bewijststukken die nodig zijn om aan te tonen dat zij voldoet aan de criteria, genoemd in het eerste, tweede en derde lid.
Artikel
12
Weigering, schorsing, wijziging of intrekking van een aanwijzing
1
Onze Minister weigert een aanwijzing als EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie door Onze Minister indien de aanvrager niet heeft voldaan aan het bepaalde bij of krachtens artikel 11, eerste tot en met vijfde lid.
2
Een aanwijzing kan worden geschorst, ten nadele van de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie worden gewijzigd of ingetrokken:
a.
op grond van door de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie verstrekte onjuiste inlichtingen over feiten of omstandigheden, mits de onjuistheid daarvan aan deze instantie bekend was of kon zijn;
indien de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie haar wettelijke verplichtingen niet naar behoren nakomt of de taken waarvoor zij is aangewezen, niet naar behoren uitvoert.
haar wettelijke verplichtingen naar behoren nakomt en de taken waarvoor zij is aangewezen, naar behoren uitvoert.
2
Bij ministeriele regeling worden nadere regels gesteld betreffende het kosteloos gegevens en inlichtingen verstrekken door de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie aan Onze Minister of de nationale accreditatie-instantie respectievelijk door Onze Minister of de nationale accreditatie-instantie aan de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie, die zijn verkregen door de uitvoering of het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de wet, welke noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun wettelijke taken.
3
Een EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie die haar taken waarvoor zij is aangewezen, beëindigt, of waarvan de aanwijzing door Onze Minister wordt ingetrokken, is verplicht tijdig voorafgaand aan de beëindiging van de werkzaamheden respectievelijk de datum, waarop de aanwijzing eindigt, haar dossiers over te dragen aan een andere EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie waarmee de marktdeelnemer een overeenkomst is aangegaan. Indien er geen andere EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie is, draagt de EU-conformiteitsbeoordelingsinstantie de dossiers over aan Onze Minister.
De artikelen 1, 11, 12, 13 en 14 van dit besluit treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.