Artikel
I
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Wijzigt het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Wijzigt de Invorderingswet 1990.
Wijzigt de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.
Wijzigt de Algemene Kinderbijslagwet.
Wijzigt de Algemene nabestaandenwet.
Wijzigt de Algemene Ouderdomswet.
Wijzigt de Faillissementswet.
Wijzigt de Toeslagenwet.
Wijzigt de Werkloosheidswet.
Wijzigt de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.
Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.
Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.
Wijzigt de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Wijzigt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.
Wijzigt de Ziektewet.
Wijzigt de Zorgverzekeringswet.
Indien voor de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel F, van deze wet beslag is gelegd op een periodieke vordering tot betaling waaraan een beslagvrije voet is verbonden, blijft de door de deurwaarder volgens het recht dat gold voor de datum van inwerkingtreding van dat artikelonderdeel vastgestelde beslagvrije voet van toepassing, tot het moment dat de beslagvrije voet door de deurwaarder of, in geval van samenloop van beslagen als bedoeld in artikel 478 de coördinerende deurwaarder opnieuw wordt vastgesteld op grond van een van de in artikel 475d, derde of vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde situaties.
Artikel 475c, tweede tot en met vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geldt tot twaalf maanden na de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel E, van deze wet niet voor een beslag dat is gelegd voor de datum van inwerkingtreding van dat artikelonderdeel.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Wijzigt de Verzamelwet Zvw 2016 (Kst. 34575).
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan een bestuursorgaan of instelling worden belast met de ondersteuning bij de vaststelling van de beslagvrije voet met toepassing van de artikelen 475da tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over:
de verwerkingsverantwoordelijkheid voor de gegevensverwerking voor de ondersteuning bij de vaststelling van de beslagvrije voet;
de wijze van gegevensverwerking;
de voorwaarden waaronder deze gegevensverwerking plaatsvindt.
In afwijking van de artikelen 475da tot en met 475dc van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kunnen bij besluit van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beslagleggende partijen worden aangewezen waarop artikel 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zoals dat luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, van toepassing blijft tot en met 6 maanden na inwerkingtreding van dit artikel.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet vereenvoudiging beslagvrije voet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.