Artikel
I
Wijzigt de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers.
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers.
Wijzigt de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer.
Wijzigt de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer.
Wijzigt de Wet rechtspositie ministers en staatssecretarissen.
Wijzigt de Wet rechtspositie Raad van State, Algemene Rekenkamer en Nationale ombudsman.
Wijzigt de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement.
Wijzigt de Gemeentewet.
Wijzigt de Provinciewet.
Wijzigt de Wet Privatisering ABP.
Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht, de Wet Nationale ombudsman, de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP, de Wet normering topinkomens, de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement, de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding en de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer.
Wijzigt deze wet.
Wijzigt de Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers.
Deze wet, met uitzondering van artikel I, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel I, met uitzondering van de onderdelen Ra en AA, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen verschillend kan worden vastgesteld.
Indien het bij koninklijke boodschap van 2 september 2020 ingediende voorstel van wet houdende wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet op het Financieel toezicht, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de Loonbelasting 1964 in verband met de introductie van de mogelijkheid om een deel van de waarde van de aanspraken op ouderdomspensioen of op periodieke uitkeringen van oudedagsvoorzieningen in de derde pijler op de ingangsdatum daarvan te laten afkopen, de tijdelijke versoepeling van de pseudo-eindheffing bij regelingen voor vervroegde uittreding en de uitbreiding van de fiscale ruimte voor het sparen van bovenwettelijk verlof (Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen) (Kamerstukken 35 555) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel C, van die wet in werking treedt, treedt artikel I, onderdeel Ra, van deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.
De artikelen II, onderdelen A, B en C, III, onderdelen A en B, IV, onderdeel 1, en VI werken terug tot en met 1 januari 2020.
Deze wet wordt aangehaald als Wet aanpassing Appa en enkele andere wetten 2021.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.