Artikel
1
In dit besluit wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
-
b.
Stichting Pensioenfonds ABP: de Stichting Pensioenfonds ABP, bedoeld in artikel 6 van de Wet privatisering ABP;
-
c.
pensioenreglement: het pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP;
-
d.
pensioen: een pensioen krachtens het pensioenreglement;
-
e.
arbeidsongeschiktheidspensioen: invaliditeitspensioen krachtens het pensioenreglement zoals dat luidde op 31 december 2006 dan wel ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen krachtens het pensioenreglement;
-
f.
arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 18, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of in de zin van artikel 4, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen dan wel gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid in de zin van artikel 5 van laatstgenoemde wet;
-
g.
arbeidsongeschiktheidsuitkering: uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekeringdan wel arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in hoofdstuk 6 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen respectievelijk werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten, bedoeld in hoofdstuk 7 van laatstgenoemde wet;
-
h.
suppletie: een suppletie krachtens de Suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector rijk;
-
i.
lichamen: rechtspersonen, maat- en vennootschappen, samenwerkingsvormen zonder rechtpersoonlijkheid die met verenigingen maatschappelijk gelijk kunnen worden gesteld, ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen.