Beschikking Dagloonregelen WAMIL 1972

De Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Sociale Zaken,

Besluiten:

Hoofdstuk

I

Algemene bepaling

Artikel

1

Hoofdstuk

II

Dagloonvaststelling

Par.

1

Dagloonvaststelling voor de toepassing van Hoofdstuk II van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen ten aanzien van degenen, die vóór de datum van opkomst in militaire dienst arbeid hebben verricht als werknemer in de zin van de Ziektewet

Artikel

5

Voor het geval het loonpeil in het beroep van de uitkeringsgerechtigde op de dag van ingang van de uitkering afwijkt van dat hetwelk medebepalend was voor het loon waarmede bij de toepassing van de vorige artikelen rekening werd gehouden wordt dit loon in overeenstemming met eerstbedoeld loonpeil herzien.

Artikel

5a

Voor het geval tijdens de duur der uitkering ten aanzien van het burgerlijk personeel in dienst van de Rijksoverheid een algemene salarismaatregel wordt genomen, wordt het loon waarmede bij de toepassing van de vorige artikelen rekening is gehouden, in overeenstemming met bedoelde algemene salarismaatregel herzien.

Par.

2

Dagloonvaststelling voor de toepassing van hoofdstuk III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen ten aanzien van degenen, die vóór de datum van opkomst in militaire dienst arbeid hebben verricht als werknemer in de zin van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

Par.

3

Dagloonvaststelling voor de toepassing van de hoofdstukken II en III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen ten aanzien van degenen, die niet als werknemer in de zin van de Ziektewet of van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering arbeid hebben verricht

Artikel

8

Artikel

9

Par.

4

Bijzondere bepalingen inzake dagloonvaststelling voor de toepassing van de hoofdstukken II en III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen

Artikel

10

Indien de uitkeringsgerechtigde in het jaar onmiddellijk voorafgaande aan de datum van opkomst in militaire dienst zowel de in de paragraaf 1 of in paragraaf 2 als de in paragraaf 3 van deze beschikking bedoelde arbeid heeft verricht, wordt het dagloon als volgt vastgesteld:

  • a.

    vastgesteld wordt gedurende welke tijdvakken in het in de aanhef van dit artikel bedoelde jaar hij de in de aanhef van dit artikel bedoelde arbeid heeft verricht;

  • b.

    vastgesteld worden de daglonen die zouden zijn berekend op grond van paragraaf 1 of 2 en op grond van paragraaf 3, indien welk van de onder a bedoelde tijdvakken afzonderlijk zouden worden beschouwd;

  • c.

    de onder b bedoelde daglonen worden vermenigvuldigd met het aantal dagen in het betrokken tijdvak waarop die arbeid is verricht. De uitkomsten van deze vermenigvuldigingen worden bij elkaar geteld;

  • d.

    het onder c verkregen resultaat wordt gedeeld door het totaal aantal dagen waarop arbeid is verricht in het in de aanhef van dit artikel bedoelde jaar. De aldus verkregen uitkomst wordt als dagloon van de uitkeringsgerechtigde aangemerkt.

Artikel

11

Artikel

12

Indien de uitkeringsgerechtigde tijdens het verblijf in militaire dienst nieuwe bekwaamheden heeft verkregen, wordt – in zoverre in afwijking van de voorgaande artikelen – het dagloon vastgesteld op het loon, dat werknemers die werkzaam zijn in een beroep, waarvoor de nieuw verworven bekwaamheden een vereiste zijn en die wonen in dezelfde of een gelijksoortige gemeente als de uitkeringsgerechtigde en ook overigens gelijksoortig zijn, in 13 kalender- of loonweken onmiddellijk voorafgaande aan de datum met ingang waarvan de uitkeringsgerechtigde aanspraak op uitkering kan doen gelden gemiddeld hebben genoten over dagen, waarop zij gedurende ten minste de normale werktijd in dit beroep werkzaam waren.

Artikel 1 van de Algemene Dagloonregelen Ziektewet en de artikelen 1 en 4 van de Dagloonregelen WAO en de artikelen 3, 5 en 5a van deze beschikking zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk

III

Overgangsbepalingen

Hoofdstuk

IV

Slotbepalingen

Artikel

15

Deze beschikking kan worden aangehaald als ‘Beschikking Dagloonregelen WAMIL 1972’.

's-Gravenhage
De Minister van Defensie, H. J. deKoster
De Staatssecretaris van Sociale Zaken, Rietkerk