Besluit van 20 december 1991, tot vaststelling van het Uitvoeringsbesluit accijns

Uitvoeringsbesluit accijns

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 23 oktober 1991, nr. WV 91/343, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;
De Raad van State gehoord (advies van 13 december 1991, nr. W06.91.0589);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 19 december 1991, nr. WV 91/436, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Verbruiksbelastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene Bepalingen

Afdeling

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 1a, derde lid, 2, negende lid, 2a, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 2e, derde lid, 5, derde lid, 41, eerste lid, 42a, tweede lid, 50b, eerste lid, 50d, tweede lid, 50f, zesde lid, 50h, derde lid, 50i, tweede lid, 50j, derde lid, 50k, tweede lid, 51, tweede lid, 56, derde lid, 64, eerste lid, 64a, eerste lid, 65, eerste lid, 66, eerste lid, 66a, eerste lid, 66b, eerste lid, 68, eerste lid, 69a, eerste lid, 70, eerste lid, 71, eerste lid, 71g, eerste lid, 71h, zesde lid, 75, zesde en achtste lid, 80, eerste lid, 82, eerste lid, 85, eerste lid, en 89, eerste lid, van de Wet op de accijns en artikel 70 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Artikel

1a

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • ARC: de unieke administratieve referentiecode die door de inspecteur of de bevoegde autoriteiten van een lidstaat is toegekend aan het e-AD, bedoeld in artikel 20, derde lid, van de Richtlijn;

  • bericht van ontvangst: het bericht, bedoeld in artikel 24 of artikel 37 van de Richtlijn;

  • bericht van uitvoer: het bericht, bedoeld in artikel 25 van de Richtlijn;

  • certificaat van vrijstelling: het document, bedoeld in artikel 12 van de Richtlijn;

  • e-AD en voorlopig e-AD: het elektronisch administratief document, bedoeld in artikel 20, eerste, tweede en derde lid, van de Richtlijn;

  • EMCS: het geautomatiseerde systeem, bedoeld in Besluit 2020/263 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2020 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake de overbrenging van en de controle op accijnsgoederen (PbEU 2020, L 58);

  • e-VAD en voorlopig e-VAD: het vereenvoudigd elektronisch administratief document, bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, van de Richtlijn;

  • noodbericht van ontvangst: het bericht van ontvangst voor overbrengingen van accijnsgoederen, bedoeld in artikel 27, eerste lid, of artikel 39 van de Richtlijn;

  • noodbericht van uitvoer: het bericht van uitvoer voor overbrengingen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Richtlijn;

  • nooddocument: het nooddocument ten geleide van overbrengingen van accijnsgoederen, bedoeld in artikel 26, eerste lid, onder a, artikel 26, vierde lid, artikel 38, eerste lid, onder a, van de Richtlijn;

  • Richtlijn: Richtlijn 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (PbEU 2020, L 58);

  • VARC: de unieke vereenvoudigde administratieve referentiecode die door de inspecteur of de bevoegde autoriteiten van een lidstaat is toegekend aan het e-VAD, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de Richtlijn;

  • voorlopig bericht van annulering: het bericht, bedoeld in artikel 20, zesde lid, van de Richtlijn;

  • voorlopig bericht van bestemmingswijziging: het document, bedoeld in artikel 20, zevende lid, of artikel 36, vijfde lid, van de Richtlijn;

  • voorlopig bericht van splitsing: het bericht, bedoeld in artikel 23 van de Richtlijn;

  • wet: de Wet op de accijns.

Afdeling

2

Overbrengen van accijnsgoederen

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

2b

Vervallen

Artikel

3

Artikel

3a

Artikel

3c

Artikel

3d

Artikel

3e

Artikel

4

Artikel

4a

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

6a

Artikel

6aa

Artikel

6b

Artikel

6ba

Artikel

6bb

Afdeling

2a

Gebruik als brandstof in een accijnsgoederenplaats

Artikel

6c

Afdeling

3

Ontheffing algemene verbodsbepalingen

Artikel

7

Hoofdstuk

II

Vergunningen

Afdeling

1

Accijnsgoederenplaats

Artikel

8

Artikel

8a

Onverminderd artikel 8, tweede lid, moet de administratie van de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats als bedoeld in artikel 42a, eerste lid, onderdeel c, van de wet in ieder geval bevatten de regelmatige aantekening van:

  • a.

    de minerale oliën die aan boord van schepen zijn afgeleverd in het kader van de bevoorrading van schepen, bedoeld in artikel 66 van de wet;

  • b.

    de voor de afleveringen, bedoeld in onderdeel a, uitgereikte facturen alsmede de ter zake van die afleveringen opgemaakte en terugontvangen verklaringen, bedoeld in artikel 19; en

  • c.

    de ontvangen hoeveelheden minerale oliën volgens de berichten van ontvangst en noodberichten van ontvangst en van uitvoer en de afgeleverde hoeveelheden minerale oliën volgens de verklaringen, bedoeld in artikel 19, op zodanige wijze dat aan de hand van deze berichten en verklaringen het verband tussen de ontvangen en afgeleverde hoeveelheden kan worden vastgesteld.

Artikel

9

Afdeling

2

Geregistreerde geadresseerden

Artikel

9a

Artikel

9b

Vervallen

Afdeling

3

Geregistreerde afzenders

Artikel

9c

Afdeling

3a

Gecertificeerde geadresseerden

Artikel

9ca

Afdeling

3b

Gecertificeerde afzenders

Artikel

9cb

Afdeling

4

Fiscaal vertegenwoordiger en afzender die in een andere lidstaat een zelfstandige economische activiteit verricht

Artikel

9d

Artikel

9da

Afdeling

5

Toestemming tot het aanvragen van accijnszegels

Artikel

9e

Artikel

9f

Hoofdstuk

III

Wijze van heffing

Artikel

10

Hoofdstuk

IV

Vrijstellingen en teruggaven

Afdeling

1

Vrijstellingen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Vrijstelling van accijns als bedoeld in artikel 64a, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de wet ter zake van de uitslag tot verbruik van overige alcoholhoudende producten die kennelijk niet zijn bestemd voor inwendig gebruik door de mens wordt verleend voor producten die zijn vermengd met bij ministeriële regeling aangewezen stoffen tot de daarbij te bepalen hoeveelheden.

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Vervallen

Artikel

15

Vrijstelling van accijns als bedoeld in artikel 64, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de wet wordt verleend ter zake van de uitslag tot verbruik van minerale oliën, andere dan minerale oliën van de GN-codes 3811 11 10, 3811 11 90, 3811 19 00 en 3811 90 00, die kennelijk niet zijn bestemd te worden gebruikt als brandstof voor verwarming, als motorbrandstof of als grondstof indien de verkoopprijs exclusief accijns en omzetbelasting van de desbetreffende minerale olie hoger is dan de verkoopprijs inclusief accijns en omzetbelasting van de gelijkwaardige soort minerale olie die wordt gebruikt als brandstof.

Artikel

15a

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Vrijstelling van accijns als bedoeld in artikel 64, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de wet ter zake van de uitslag tot verbruik van sigaretten en rooktabak die geheel uit andere stoffen dan tabak bestaan en die uitsluitend zijn bestemd om te worden gebruikt voor medicinale doeleinden wordt verleend indien de samenstelling van de sigaretten en de rooktabak en de bestemming ervan blijken uit de kleinhandelsverpakking en de presentatie van het product.

Artikel

18

Artikel

18a

Artikel

18b

Artikel

19

Vrijstelling van accijns ter zake van de uitslag tot verbruik van minerale oliën die worden gebruikt voor de aandrijving van schepen of als scheepsbehoeften aan boord van schepen, wordt verleend indien:

  • a.

    de eigenaar of exploitant van het schip of zijn vertegenwoordiger aan boord van het schip verklaart dat de aan hem te leveren minerale oliën worden gebruikt voor het in de aanhef bedoelde gebruik;

  • b.

    de verklaring in tweevoud geschiedt met gebruikmaking van een door de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats opgesteld bescheid in geval van uitslag uit de accijnsgoederenplaats of met gebruikmaking van een door degene die de levering verricht opgesteld bescheid in geval van invoer;

  • c.

    de eigenaar of exploitant van het schip of zijn vertegenwoordiger aan boord van het schip beide exemplaren van de verklaring ondertekent; en

  • d.

    een exemplaar op overzichtelijke wijze wordt bewaard bij de administratie van de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats in geval van uitslag uit de accijnsgoederenplaats en bij de administratie van degene die de aangifte tot plaatsing onder de douaneregeling brengen in het vrije verkeer doet, in geval van invoer. Het andere exemplaar wordt op overzichtelijke wijze bewaard bij de administratie aan boord van het schip.

Artikel

19a

Artikel 19 is van overeenkomstige toepassing op het verlenen van vrijstelling van accijns ter zake van de uitslag tot verbruik van andere accijnsgoederen dan de in artikel 19 bedoelde minerale oliën, die worden gebruikt aan boord van schepen in het verkeer van Nederland naar een andere lidstaat, anders dan over de binnenwateren.

Artikel

20

Artikel

21

Vervallen

Artikel

21a

Vrijstelling van accijns ter zake van de uitslag tot verbruik van accijnsgoederen, andere dan voor de voortstuwing bestemde minerale olie, die worden gebruikt aan boord van luchtvaartuigen in het verkeer van Nederland naar een andere lidstaat wordt verleend indien:

  • a.

    de eigenaar of exploitant van het luchtvaartuig of zijn vertegenwoordiger aan boord van het luchtvaartuig verklaart dat de aan hem te leveren accijnsgoederen worden gebruikt voor het in de aanhef bedoelde gebruik;

  • b.

    de verklaring in tweevoud geschiedt met gebruikmaking van een door de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats opgesteld bescheid in geval van uitslag uit de accijnsgoederenplaats of met gebruikmaking van een door degene die de levering verricht opgesteld bescheid in geval van invoer;

  • c.

    de eigenaar of exploitant van het luchtvaartuig of zijn vertegenwoordiger aan boord van het luchtvaartuig beide exemplaren van de verklaring ondertekent; en

  • d.

    een exemplaar op overzichtelijke wijze wordt bewaard bij de administratie van de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats in geval van uitslag uit de accijnsgoederenplaats en bij de administratie van degene die de aangifte tot plaatsing onder de douaneregeling brengen in het vrije verkeer doet, in geval van invoer. Het andere exemplaar wordt op overzichtelijke wijze bewaard bij de administratie van de eigenaar of exploitant van het luchtvaartuig.

Artikel

21b

Artikel

22

Vervallen

Artikel

23

Afdeling

2

Teruggaven

Artikel

23a

Artikel

24

Voor de toepassing van de teruggaaf van accijns voor accijnsgoederen in gevallen waarin deze accijnsgoederen op de voet van artikel 65 van de wet zouden kunnen worden betrokken met vrijstelling, is artikel 18, eerste en tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel

25

Artikel

26

Vervallen

Artikel

27

Vervallen

Artikel

27a

Vervallen

Artikel

28

Artikel

29

Voor de toepassing van de teruggaaf voor onder ambtelijk toezicht vernietigde accijnsgoederen is artikel 28, eerste en tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel

30

Teruggaaf van accijns voor accijnsgoederen die zijn gebracht naar een derde land, wordt verleend indien in de administratie van degene die verzoekt om teruggaaf van accijns documenten zijn opgenomen die zijn vereist op grond van wettelijke bepalingen als bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, van de Algemene douanewet, waarmee wordt aangetoond dat de accijnsgoederen ten uitvoer zijn aangegeven en het grondgebied van de Unie hebben verlaten.

Artikel

31

Teruggaaf van accijns voor accijnsgoederen die zijn gebracht binnen een accijnsgoederenplaats die voor dat soort accijnsgoed als zodanig is aangewezen, wordt verleend aan de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats waarnaar de goederen zijn overgebracht wanneer hij om teruggaaf verzoekt en uit de administratie blijkt dat de goederen in zijn accijnsgoederenplaats zijn opgenomen.

Artikel

31a

Voor de toepassing van de teruggaaf van accijns voor accijnsgoederen die door een gecertificeerde afzender zijn overgebracht in de zin van artikel 71, eerste lid, onderdeel e, van de wet, moet die gecertificeerde afzender:

  • a.

    de accijnsgoederen vervoeren onder dekking van een e-VAD; en

  • b.

    het bericht van ontvangst in zijn administratie opnemen.

Artikel

31b

Voor de toepassing van de teruggaaf van accijns voor accijnsgoederen die zijn geleverd in de zin van artikel 71, eerste lid, onderdeel f, van de wet, moet belanghebbende:

  • a.

    in zijn administratie een document opnemen waaruit blijkt dat de betaling van accijns in de lidstaat van bestemming heeft plaatsgevonden. Indien in de lidstaat van bestemming geen accijns verschuldigd is, blijkt uit de administratie dat de accijnsgoederen in de lidstaat van bestemming zijn afgeleverd;

  • b.

    voorafgaand aan de verzending van de accijnsgoederen bij één enkel, door de lidstaat van bestemming speciaal voor afstandsverkopen aangewezen loket en onder de door deze lidstaat vast te stellen voorwaarden, zijn identiteit bekend maken en zekerheid stellen voor de betaling van de accijns;

  • c.

    bij de aankomst van de accijnsgoederen de accijns voldoen aan het in onderdeel b bedoelde loket;

  • d.

    een administratie voeren van de leveringen van de accijnsgoederen.

Artikel

31c

Vervallen

Artikel

31d

Het verzoek om teruggaaf, bedoeld in artikel 71g van de wet, wordt gedaan uiterlijk drie maanden na afloop van het kalenderkwartaal waarin het vloeibaar gemaakt petroleumgas is geleverd.

Artikel

31e

Artikel

31f

Vervallen

Artikel

32

Artikel

33

Vervallen

Hoofdstuk

IVA

Bijzondere regeling voor biobrandstoffen

Artikel

33a

Vervallen

Hoofdstuk

V

Bijzondere bepalingen

Afdeling

1

Controlebepalingen

Artikel

34

Artikel

34a

Vervallen

Artikel

35

Van ruwe en van gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak die wordt vervoerd moet aan de hand van bescheiden de herkomst kunnen worden aangetoond.

Artikel

36

Afdeling

2

Overige bepalingen

Artikel

37

Met betrekking tot het verlenen, het aanpassen en het intrekken van op grond van dit besluit te verlenen vergunningen zijn de artikelen 43 tot en met 50 van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel

38

In een publiek douane-entrepot type II als bedoeld in artikel 1, drieëndertigste lid, van de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie of een particulier douane-entrepot als bedoeld in artikel 240, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie mogen accijnsgoederen met de douanestatus van Uniegoederen als bedoeld in artikel 5, drieëntwintigste lid, van het Douanewetboek van de Unie voorhanden zijn die voor uitvoer zijn vrijgegeven en die in afwachting van het verlaten van de Unie worden opgeslagen in een douane-entrepot, met toepassing van artikel 237, derde lid, van het Douanewetboek van de Unie, in samenhang met artikel 177 van de Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie.

Artikel

39

Artikel

39a

Hoofdstuk

VI

Ontheffing verbodsbepalingen

Afdeling

1

Minerale oliën

Artikel

40

Vervallen

Afdeling

2

Tabaksprodukten

Artikel

41

Vervallen

Hoofdstuk

VII

Strafbepalingen

Artikel

42

Strafbare feiten zijn:

  • a.

    het nalaten te voldoen aan een in de artikelen 2, veertiende en vijftiende lid, 2a, eerste, vijfde en zevende lid, 3, derde en vierde lid, 3a, zesde en zevende lid, 6a, derde en vierde lid, 6aa, 8, 8a, 9a, 9c, 9d, 19, 19a, 21a, 25 en 34, eerste lid, opgenomen verplichting en een op grond van artikel 9 opgelegde verplichting;

  • b.

    het in strijd met artikel 34 vervoeren of voorhanden hebben van accijnsgoederen, andere dan tabaksproducten die zijn voorzien van de wettelijk voorgeschreven accijnszegels, zonder bescheid aan de hand waarvan de herkomst kan worden aangetoond;

  • c.

    het in strijd met artikel 35 vervoeren van ruwe en van gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak zonder bescheiden aan de hand waarvan de herkomst kan worden aangetoond;

  • d.

    het drijven van handel in ruwe of in gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak zonder een daartoe strekkende vergunning;

  • e.

    het verstrekken van ruwe tabak en monsters ruwe of gedeeltelijk tot verbruik bereide tabak aan anderen dan vergunninghouders van een accijnsgoederenplaats voor tabaksproducten, agenten, commissionairs en makelaars; en

  • f.

    het overigens in strijd met dit besluit vervoeren, voorhanden of in opslag hebben van accijnsgoederen.

Hoofdstuk

VIII

Slotbepalingen

Artikel

43

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin