Besluit van 16 maart 1994, houdende vaststelling van regels ten aanzien van de bezoldiging van de politie

Besluit bezoldiging politie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 16 november 1993, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, hoofdafdeling Personeel, Onderwijs en Informatievoorziening, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nr. EA93/U3219;
De Raad van State gehoord (advies van 7 februari 1994, nummer WO4.93.0763;
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van 11 maart 1994, directoraat-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid, directie Politie, hoofdafdeling Personeel, Onderwijs en Informatievoorziening, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nr. EA94/419;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

1

  • ambtenaar: de aspirant, de ambtenaar in opleiding, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, de ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie, de ambtenaar van de rijksrecherche en de vakantiewerker;

  • ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012, met uitzondering van de aspirant gedurende het theoretische opleidingsdeel en de ambtenaar in opleiding gedurende het theoretisch opleidingsdeel, waarbij voor de toepassing van dit besluit de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, gelijk wordt gesteld aan de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Politiewet 2012;

  • ambtenaar, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de politie: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Politiewet 2012, waarbij voor de toepassing van dit besluit de directeur van de Politieacademie, zijn plaatsvervanger en de ambtenaar van de rijksrecherche, aangesteld voor de uitvoering van technische, administratieve en andere taken ten dienste van de rijksrecherche, wordt gelijkgesteld met ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de Politiewet 2012;

  • ambtenaar in opleiding: degene die door het bevoegd gezag is aangesteld als ambtenaar in opleiding en die is toegelaten tot een krachtens artikel 2c, tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding;

  • ambtenaar van de rijksrecherche: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Politiewet 2012;

  • AOW-gerechtigde leeftijd: de leeftijd waarop recht op ouderdomspensioen ontstaat, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet;

  • arbeidsongeschiktheid: volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de WIA of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 5 van de WIA;

  • arbeidsongeschiktheidspensioen: een ABP arbeidsongeschiktheidspensioen als bedoeld in hoofdstuk 3.4 van het Pensioenreglement;

  • arbodienst: een arbodienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet;

  • aspirant: degene die door het bevoegd gezag is aangesteld als aspirant en die is toegelaten tot een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding;

  • beroepsgerelateerd: beroepsgerelateerd als bedoeld in artikel 1 van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  • beroepspraktijkvorming: de periode of perioden waarin de aspirant of de ambtenaar in opleiding de politietaak bij een regionale eenheid of een landelijke eenheid uitvoert in het kader van een krachtens artikel 2c, eerste onderscheidenlijk tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding;

  • bevoegd gezag: bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  • bezoldiging: de som van het salaris, de toelagen, met uitzondering van de toelagen, bedoeld in de artikelen 12b, 12c, 12d, 12g, en artikel 16, eerste lid, alsmede de uitkering, bedoeld in artikel 25a, indien Onze Minister zulks bepaalt;

  • consignatie: consignatie als bedoeld in artikel 1 van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  • deelbetrekking: een betrekking die een arbeidstijd van gemiddeld minder dan 36 uur per week omvat;

  • deskundige persoon: een deskundige persoon als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de taken, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdelen b of c, van die wet;

  • functie: het samenstel van door de ambtenaar te verrichten opgedragen werkzaamheden, zoals vastgelegd in het LFNP;

  • gewezen ambtenaar: een gewezen ambtenaar als bedoeld in artikel 1 van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  • herplaatsen: het op grond van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte opdragen van een andere functie of de eigen functie onder andere voorwaarden;

  • herplaatsingtoelage: een herplaatsingtoelage als bedoeld in bijlage 4 van het Pensioenreglement;

  • in overwegende mate: in overwegende mate als bedoeld in artikel 1 van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  • LFNP: Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie: het door Onze Minister vastgestelde geheel van functiebeschrijvingen, onderverdeeld naar vakgebieden, inclusief de waardering, en de aan het gebouw verbonden en omschreven werkterreinen, aandachtsgebieden en specifieke functionaliteiten;

  • maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal;

  • medisch advies: een advies van de deskundige persoon of de arbodienst dat ten aanzien van de ambtenaar is uitgebracht na een arbeidsgezondheidskundig onderzoek als bedoeld in artikel 18, van de Arbeidsomstandighedenwet en artikel 50 van het Besluit algemene rechtspositie politie;

  • Onze Minister: Onze Minister van Justitie en Veiligheid;

  • OVW periodieken: Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden periodieken, welke kunnen worden toegewezen op grond van artikel 9a;

  • OVW punten: Onvermijdelijk Verzwarende Werkomstandigheden punten, zoals die met toepassing van het functiewaarderingssysteem zoals bedoeld in artikel 6, tweede lid, worden vastgesteld;

  • passende arbeid: alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de ambtenaar is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociale aard niet van hem kan worden gevergd;

  • pensioengevend inkomen: het pensioengevend inkomen, bedoeld in hoofdstuk 7.1.1 van het Pensioenreglement vermeerderd met de toelagen genoemd in de artikelen 12b, 12c en 12d;

  • Pensioenreglement: het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;

  • salaris: het bedrag dat met inachtneming van de bepalingen van dit besluit voor de ambtenaar is vastgesteld aan de hand van één van de bijlagen van dit besluit, inclusief de op grond van artikel 9a toegekende periodieken;

  • salarisnummer: een aanduiding, bestaande uit een getal, die in een salarisschaal bij een salaris is vermeld;

  • salarisschaal: een als zodanig in één van de bijlagen van dit besluit vermelde reeks van genummerde salarissen;

  • salaris per uur: 1/157 deel van het salaris bij een volledige betrekking;

  • Stichting Pensioenfonds ABP: de Stichting Pensioenfonds ABP, bedoeld in artikel 6 van de Wet privatisering ABP;

  • theoretisch opleidingsdeel: de periode of perioden waarin de aspirant of de ambtenaar in opleiding aan een opleidingsinstituut in het kader van een krachtens artikel 2c, eerste onderscheidenlijk tweede lid, van het Besluit algemene rechtspositie politie aangewezen politieopleiding onderwijs volgt;

  • toelagen: alle toelagen waarop ingevolge dit besluit aanspraak bestaat;

  • Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

  • vakantiewerker: degene die ten tijde van onderbreking van zijn opleiding wegens vakantie voor een periode van ten hoogste acht weken is aangesteld voor het verrichten van ondersteunende werkzaamheden;

  • uitkeringen: alle uitkeringen waarop ingevolge dit besluit aanspraak bestaat;

  • vergoedingen: alle vergoedingen waarop ingevolge dit besluit aanspraak bestaat;

  • volledige betrekking: een betrekking die een arbeidstijd van gemiddeld 36 uur per week omvat;

  • WIA: Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen;

  • WIA-uitkering: een uitkering op grond van de WIA;

  • zijn arbeid: hetgeen daaronder wordt verstaan ingevolge artikel 19 van de Ziektewet;

  • ZW: de Ziektewet;

  • ZW-uitkering: ziekengeld als bedoeld in artikel 19 van de Ziektewet.

Artikel

2

De toekenning, de intrekking, de verhoging onderscheidenlijk de vermindering van het salaris, de toelagen, de vergoedingen, de uitkeringen, de tegemoetkoming in de representatiekosten, het salaris van de aspirant, en de gratificatie geschieden door het bevoegd gezag.

Artikel

3

Artikel

3 bis

Vervallen

Artikel

3bis a

Vervallen

Artikel

3bis b

Vervallen

Artikel

3a

Artikel

4

Artikel

4a

Vervallen

Artikel

4b

Vervallen

Artikel

5

De ambtenaar ontvangt geen bezoldiging over de tijd gedurende welke hij opzettelijk nalaat zijn dienst te verrichten.

Hoofdstuk

2

Salaris

Artikel

6

Artikel

6a

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

9a

Artikel

10

Artikel

11

Het salaris van de ambtenaar met een andere betrekking dan een volledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris bij een volledige betrekking.

Hoofdstuk

3

Gratificatie

Artikel

12

Hoofdstuk

3a

Bijdrage levensloopregeling

Artikel

12a

In dit hoofdstuk en hoofdstuk 3b wordt onder «berekeningsgrondslag» verstaan: de uitkomst van het pensioengevend inkomen, berekend zonder de toelagen, bedoeld in de artikelen 12b, 12c en 12d, en uitgaand van een volledige betrekkingsomvang, gedeeld door twaalf.

Artikel

12b

Hoofdstuk

3b

Toelage bezwarende functies

Artikel

12c

Artikel

12d

Hoofdstuk

3c

Te gelde maken algemene levensloopbijdrage, toelage bezwarende functie en inhaaltoelage bezwarende functie

Artikel

12e

De ambtenaar kan het bevoegd gezag verzoeken de bijdrage en toelagen, bedoeld in de artikelen 12b tot en met 12d, aan te wenden voor de ingevolge artikel 47a Besluit algemene rechtspositie politie getroffen levensloopvoorziening. Bij het uitblijven van een dergelijk verzoek keert het bevoegd gezag deze bijdragen en toelagen uit als onderdeel van de maandelijkse salarisbetaling.

Artikel

12f

Hoofdstuk

3d

Compensatie aftopping pensioengevend inkomen

Artikel

12g

Hoofdstuk

4

Inconveniëntentoelage

Artikel

13

Vervallen

Artikel

14

Artikel

15

Hoofdstuk

5

Overige toelagen

Artikel

16

Artikel

16a

Artikel

17

Artikel

17b

Vervallen

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

20a

Artikel

21

Artikel

22

Een krachtens artikel 16, 19 of 21 toegekende toelage wordt ingetrokken, indien de gronden waarop de toelage wordt toegekend niet meer aanwezig zijn, tenzij het bevoegd gezag van oordeel is dat er omstandigheden zijn om de toelage geheel of gedeeltelijk te handhaven.

Hoofdstuk

6

Vakantie-uitkering

Artikel

23

Artikel

24

Artikel 23 en artikel 25b zijn van overeenkomstige toepassing op de gewezen ambtenaar die ingevolge artikel 39 bezoldiging geniet, met dien verstande dat de uitbetaling van de uitkeringen geschiedt op een door het bevoegd gezag te bepalen wijze.

Artikel

25

Vervallen

Hoofdstuk

7

Uitkeringen

Artikel

25a

Artikel

25b

Artikel

26

Artikel

26a

Vervallen

Hoofdstuk

7a

Het individueel keuzebudget

Artikel

26b

Hoofdstuk

8

Vergoedingen in verband met extra diensten en verschoven diensten

Artikel

27

Artikel

27a

Artikel

27b

Artikel

27c

Vervallen

Artikel

27d

Vervallen

Artikel

27e

Vervallen

Artikel

29

Artikel

29a

Hoofdstuk

8a

Tijdelijke regeling vervroegd uittreden en eenmalige uitkering bij doorwerken tot de AOW-gerechtigde leeftijd

Artikel

29b

Artikel

29c

Artikel

29d

Artikel

29e

Hoofdstuk

9

Bijzondere situaties

Artikel

30

Artikel

30a

Vervallen

Artikel

31

Artikel

31a

Vervallen

Artikel

32

De ambtenaar die als militair in werkelijke dienst is, behoudt over de tijd van deze dienst het genot van de aan zijn ambt verbonden bezoldiging slechts voor zover hem bij of krachtens de artikelen 33 tot en met 37 daarop aanspraak is verleend. Voor zover die werkelijke dienst wordt vervuld in de aan hem toegekende vakantie, behoudt hij in ieder geval het genot van de volle aan zijn ambt verbonden bezoldiging.

Artikel

33

Artikel

34

Artikel

35

Artikel

36

Indien de ambtenaar als militair in werkelijke dienst zijnde overlijdt, wordt de uitkering, bedoeld in artikel 46, verminderd met het bedrag van de overeenkomstige uitkering die uit hoofde van de militaire dienst ter zake van dit overlijden wordt gedaan.

Artikel

37

De artikelen 32 tot en met 36 zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van:

  • a.

    de ambtenaar die is tewerkgesteld in de zin van artikel 9 van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst;

  • b.

    de ambtenaar die als militair in werkelijke dienst is op grond van een verbintenis bij het reservepersoneel der krijgsmacht of

  • c.

    de ambtenaar die op grond van een andere bijzondere verbintenis in werkelijke militaire of daarmee gelijk te stellen dienst is, terzake waarvan dit bij koninklijk besluit is bepaald.

Artikel

37a

Artikel

37b

Artikel

37c

Hoofdstuk

10

Voorzieningen in verband met ziekte

Artikel

38

Artikel

38a

Artikel

38b

Artikel

39

Artikel

39a

Artikel

39b

Artikel

40

Vervallen

Artikel

40a

Vervallen

Artikel

41

Artikel

41a

Vervallen

Artikel

42

Het tijdvak gedurende welke de ambtenaar en de gewezen ambtenaar aanspraak hebben op de doorbetaling van hun bezoldiging of een bovenwettelijke ziekte-uitkering vangt aan op de eerste dag waarop:

  • a)

    wegens ziekte geheel of gedeeltelijk niet is gewerkt;

  • b)

    het werken wegens ziekte geheel of gedeeltelijk is gestaakt;

  • c)

    wegens ziekte geheel of gedeeltelijk niet zou zijn gewerkt;

  • d)

    het werken wegens ziekte geheel of gedeeltelijk zou zijn gestaakt.

Artikel

43

Vervallen

Artikel

44

Artikel

45

Vervallen

Artikel

45a

Artikel

45b

Vervallen

Artikel

45c

Artikel

45d

Hoofdstuk

11

Overige bepalingen

Artikel

46

Artikel

46a

Na het overlijden van de gewezen ambtenaar, die op de dag van zijn overlijden op grond van artikel 39 in het genot was van doorbetaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging, wordt aan de in artikel 46 bedoelde personen en met overeenkomstige toepassing van dat artikel een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de bezoldiging welke de gewezen ambtenaar op de dag van zijn overlijden genoot, berekend over een tijdvak van drie maanden. Op deze uitkering worden in mindering gebracht het bedrag van de uitkering op grond van artikel 35 van de ZW of op grond van artikel 74 van de WIA en naar aard en strekking daarmee overeenkomende uitkeringen.

Artikel

46b

Vervallen

Artikel

46c

Artikel

47

Hoofdstuk

12

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

48

Voor gevallen, waarin dit besluit niet of niet naar billijkheid voorziet, wordt door Onze Minister een bijzondere regeling getroffen.

Artikel

48a

Vervallen

Artikel

48b

Vervallen

Artikel

48c

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Artikel

49

Artikel

49a

Artikel

49b

Artikel

49c

Vervallen

Artikel

49d

Vervallen

Artikel

49e

Vervallen

Artikel

49f

Artikel

50

Artikel

50a

Artikel

51

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 1994.

Artikel

52

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bezoldiging politie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken, E. van Thijn
De Minister van Justitie a.i., E. van Thijn

Bijlage

I

bij artikel 8, eerste lid, en artikel 3a, negende lid, van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 januari 2025 (in euro per maand)

1.991,11

0

0

2.080,11

1

1

2.170,46

2

2

0

2.293,17

3

3

1

0

2.411,84

4

4

2

1

2.519,72

5

5

3

2

0

0

2.616,81

6

6

4

3

1

1

0

2.699,07

7

7

5

4

1

2.798,86

8

8

6

5

2

2

2.882,47

9

9

7

6

3

3

2

2.967,43

10

10

8

7

4

3.052,38

11

9

8

5

4

3

0

3.121,16

12

10

9

6

5

3.200,72

13

11

10

7

6

4

1

0

3.301,86

12

11

8

7

5

3.378,72

13

12

9

8

2

1

3.452,89

14

13

10

6

2

3.554,03

14

11

9

7

3

3

0

3.630,89

12

10

8

4

1

3.688,87

13

11

3.749,56

14

12

9

5

4

3.819,68

13

10

2

3.895,20

14

11

6

5

3.992,29

12

7

3

4.088,03

13

8

6

4.204,01

14

9

7

4

4.293,01

10

5

0

4.394,15

11

8

4.453,48

6

1

4.512,81

12

9

4.578,89

7

2

4.646,32

13

10

4.735,32

14

8

3

4.752,85

11

4.887,70

12

9

4

5.027,95

13

10

5

0

5.156,05

14

11

6

1

5.305,74

12

7

2

5.456,77

13

8

3

0

5.598,36

14

9

4

1

5.739,96

10

5

2

5.880,20

11

6

3

0

6.016,40

12

7

4

1

6.153,95

13

8

5

2

6.299,59

14

9

6

3

0

6.392,63

10

7

4

1

6.534,23

11

8

5

2

6.710,88

12

9

6

3

0

6.886,19

13

10

7

4

1

7.064,19

14

11

8

5

2

7.240,85

12

9

6

3

0

7.418,85

13

10

7

4

1

7.604,95

14

11

8

5

2

7.796,43

12

9

6

3

0

7.993,31

13

10

7

4

1

8.230,65

14

11

8

5

2

8.474,73

12

9

6

3

8.728,25

13

10

7

4

8.987,17

14

11

8

5

9.256,87

15

12

9

6

9.534,66

13

10

7

9.820,54

14

11

8

10.115,87

15

12

9

10.421,98

13

10

10.736,18

14

11

11.062,52

15

12

11.396,95

13

11.674,74

14

11.953,88

15

Bijlage

Ia

bij artikel 8, derde lid, van het Besluit bezoldiging politie per 1 januari 2025 (in euro per maand)

Schaal 19

€ 12.490,94

BIJLAGE

IB

behorende bij het Besluit bezoldiging politie bevattende de (nieuwe) vaste component per 1 januari 1997 en de (nieuwe) vaste component voor de garantieschalen

Vervallen

Bijlage

II

bij de artikelen 3, derde lid, onderdeel a, en vijfde lid, en 3a, eerste en negende lid, van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 januari 2025 (in euro per maand)

schaal 2a

de eerste 6 maanden

€ 2.108

van 6 tot 12 maanden

€ 2.187

na 12 maanden

€ 2.335

schaal 3a

de eerste 6 maanden

€ 2.108

van 6 tot 12 maanden

€ 2.187

van 12 tot 24 maanden

€ 2.335

na 24 maanden

€ 2.536

schaal 4a

de eerste 6 maanden

€ 2.108

van 6 tot 12 maanden

€ 2.187

van 12 tot 24 maanden

€ 2.335

van 24 tot 36 maanden

€ 2.617

na 36 maanden

€ 2.798

schaal 5a

de eerste 6 maanden

€ 2.108

van 6 tot 12 maanden

€ 2.187

van 12 tot 24 maanden

€ 2.335

van 24 tot 36 maanden

€ 2.762

na 36 maanden

€ 3.052

schaal 6a

de eerste 6 maanden

€ 2.108

van 6 tot 12 maanden

€ 2.187

van 12 tot 24 maanden

€ 2.335

van 24 tot 36 maanden

€ 2.762

na 36 maanden

€ 3.052

Bijlage

III

bij de artikelen 3, achtste en negende lid, en 3a, zevende en achtste lid, van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 januari 2025 (in euro per maand)

Opleidingsniveau 2

€ 2.519,72

Opleidingsniveau 3

€ 2.798,86

Opleidingsniveau 4

€ 3.052,38

Opleidingsniveau 5

€ 3.378,72

Opleidingsniveau 6

€ 3.452,89

Bijlage

IV

bij artikel 3, eerste lid, van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 januari 2024 (bruto per maand)

Opleidingsniveaus 2,3 en 4

€ 1.177,27

Opleidingsniveaus 6 en 7

€ 1.284,29

Bijlage

V

bij artikel 3, derde lid, onderdeel b, van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 januari 2025 (in euro per maand)

Alle opleidingsniveaus

€ 1.806,70

Bijlage

VI

bij artikel 3, vierde lid, van het Besluit bezoldiging politie, op basis van een 36-urige werkweek per 1 januari 2025 (in euro per maand)

Alle opleidingsniveaus

€ 2.018,08

Bijlage

VII

horende bij artikel 9a, eerste lid, van het Besluit bezoldiging politie

LFNP functie

Assistent A Beveiliging

Assistent A GGP

Assistent A intake &service

Assistent B Beveiliging

Assistent B GGP

Assistent B Intake &service

Assistent forensische opsporing

Chef vlieger

Directeur

Generalist beveiliging

Generalist forensische opsporing

Generalist GGP

Generalist intake & service

Generalist intelligence

Generalist interventie

Generalist meldkamer

Generalist observatie

Generalist tactische opsporing

Gezagvoerder binnenvaart/bootcdt

Gezagvoerder zeevaart

Gezagvoerder zeevaart met beperkte inzet

Korpschef

Medewerker beveiliging

Medewerker forensische opsporing

Medewerker GGP

Medewerker intake & service

Medewerker intelligence

Medewerker observatie

Medewerker tactische opsporing

Operationeel Begeleider A

Operationeel Begeleider B

Operationeel- expert beveiliging

Operationeel- expert forensische opsporing

Operationeel- expert GGP

Operationeel- expert informantenrunner

Operationeel- expert Intake & service

Operationeel expert intelligence

Operationeel- expert interventie

Operationeel expert meldkamer

Operationeel- expert observatie

Operationeel- expert tactische opsporing

Operationeel specialist A

Operationeel specialist B

Operationeel specialist C

Operationeel specialist D

Operationeel specialist E

Operationeel specialist F

Politie vlieger

Sectorhoofd

Senior beveiliging

Senior forensische opsporing

Senior GGP

Senior informanten runner

Senior intake & service

Senior intelligence

Senior Interventie

Senior meldkamer

Senior Observatie

Senior tactische opsporing

Stuurman Zeevaart

Teamchef B

Teamchef C