Regeling vaststelling inkomsten uit of in verband met het verrichten van arbeid in bedrijfs- of beroepsleven

Regeling vaststelling inkomsten uit of in verband met het verrichten van arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven

De Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
Gelet op artikel 3, zevende lid, van de Ziekenfondswet en artikel 14 van het Aanwijzingsbesluit verplicht-verzekerden Ziekenfondswet;

Besluit:

Artikel

3

Onder opbrengst van arbeid wordt tevens verstaan:

Artikel

4

Artikel

5

In afwijking van de artikelen 3 en 4 worden niet als inkomsten uit of in verband met het verrichten van arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven beschouwd:

  • a.

    uitkeringen ter zake van overlijden krachtens of vanwege een uitkering of pensioen als bedoeld in de artikel 3 of 4;

  • b.

    vergoedingen of tegemoetkomingen voor medisch dan wel medisch-sociaal noodzakelijk geachte voorzieningen ingevolge de in artikel 4, eerste lid, onder o tot en met v, bedoelde pensioen- of uitkeringsregelingen, voor zover die vergoedingen of tegemoetkomingen in het kader van de inkomstenbelasting zijn vrijgesteld van belastingheffing.

Artikel

6

Artikel

7

De Regeling vaststelling inkomsten uit of in verband met het verrichten van arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven (Stcrt. 1986, 61) wordt ingetrokken.

Artikel

8

Indien het op 7 april 1993 ingediende voorstel van wet van het lid Van Otterloo tot wijziging van de Ziekenfondswet en enige andere wetten in verband met uitbreiding van de personele werkingssfeer van de Ziekenfondswet met een bepaalde categorie van AOW-gerechtigden (verplichte ziekenfondsverzekering AOW-gerechtigden) en aanpassing van AOW-rechten in verband met te betalen premies ziektekostenverzekering, Kamerstukken II, 1992–1993, 23 090, tot wet wordt verheven en in werking treedt, treedt deze regeling op hetzelfde tijdstip in werking.

Artikel

9

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling inkomsten uit of in verband met het verrichten van arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voornoemd, H. d'Ancona