Inkomensbesluit AOW 1996

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Besluit:

§

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a.
de wet:
b.
een loondervingsuitkering:

een uitkering krachtens de verplichte verzekering op grond van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede een uitkering of inkomensvoorziening op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten, de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, alsmede een uitkering op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg met uitzondering van een uitkering aan de werknemer of gelijkgestelde, bedoeld in artikel 3:6, tweede lid, van die wet;

c.
een stamrecht:

een recht op periodieke uitkeringen ter vervanging van gederfd of te derven loon.

§

2

Inkomen uit arbeid

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

5a

Vervallen

Artikel

6

§

3

Inkomen in verband met arbeid

Artikel

7

§

4

Bepaling van het inkomen

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Indien de toepassing van dit besluit leidt tot een kennelijk onredelijk resultaat, bepaalt de Sociale verzekeringsbank het inkomen op andere wijze.

Artikel

11

Vervallen.

§

5

Slotbepalingen

Artikel

12

Het Inkomensbesluit AOW wordt ingetrokken.

Artikel

13

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 1996.

Artikel

14

Dit besluit wordt aangehaald als: Inkomensbesluit AOW 1996.

’s-Gravenhage
De Staatssecretaris voornoemd, R.L.O.Linschoten