Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende regels met betrekking tot de rechtspositie van de vaste leden van het college voor de post- en telecommunicatiemarkt

Regeling rechtspositie vaste leden van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel

2

Artikel

3

In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte ontvangt de voorzitter volledige doorbetaling van zijn bezoldiging tot aan het tijdstip van toekenning van een invaliditeitspensioen op grond van de Wet privatisering ABP, met dien verstande dat de doorbetaling in ieder geval eindigt op de dag waarop de benoemingstermijn eindigt.

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

5a

Artikel

6

Het is de voorzitter en de leden bij de uitoefening van hun functie verboden vergoedingen, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen.

Artikel

7

In geval de voorzitter of een lid financiële gevolgen ondervindt uit persoonlijke aansprakelijkheid voortvloeiende uit de uitoefening van zijn functie, vindt vanwege de Staat der Nederlanden vrijwaring daarvan plaats tenzij de aansprakelijkheid voortvloeit uit ernstig verwijtbaar gedrag, zoals opzet of grove schuld van de betrokkene.

Artikel

8

De in deze regeling genoemde bezoldiging, uitkeringen en vergoedingen komen ten laste van het college.

Artikel

8a

Wijzigt deze Regeling.

Artikel

9

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 1997.

Artikel

10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie vaste leden van de Onafhankelijke Post en Telecom-municatie Autoriteit.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, A.Jorritsma-Lebbink