Artikel
1
In deze regeling wordt verstaan onder:
de voorzitter van het college;
een vast lid van het college, niet zijnde de voorzitter.
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
de voorzitter van het college;
een vast lid van het college, niet zijnde de voorzitter.
De bezoldiging van de voorzitter bedraagt het salaris overeenkomstig het salaris van een lid van de topmanagementgroep van een departement van algemeen bestuur als bedoeld in Bijlage A van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, aangevuld met een vaste toelage van € 1361,34 per maand, op basis van een volledige werkweek.
De voorzitter ontvangt voorts een vaste vergoeding voor zijn werkzaamheden ten bedrage van € 34033,52 per jaar.
De voorzitter heeft recht op een vakantie-uitkering overeenkomstig de artikelen 21 en 22 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.
De voorzitter ontvangt een tegemoetkoming in de ziektekosten overeenkomstig het Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel.
De voorzitter heeft recht op een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland.
De voorzitter heeft aanspraak op vergoeding voor woon-werkverkeer overeenkomstig het Verplaatsingskostenbesluit 1989.
De voorzitter ontvangt een toelage voor representatiekosten overeenkomstig artikel 3, eerste lid, van het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel.
In geval van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte ontvangt de voorzitter volledige doorbetaling van zijn bezoldiging tot aan het tijdstip van toekenning van een invaliditeitspensioen op grond van de Wet privatisering ABP, met dien verstande dat de doorbetaling in ieder geval eindigt op de dag waarop de benoemingstermijn eindigt.
In geval de voorzitter of een lid met een gemiddelde tijdbesteding tot drie of meer dagen in de week als bedoeld artikel 5a, derde lid, gedurende zijn benoemingstermijn wordt ontslagen ontvangt deze een uitkering overeenkomstig de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers, tenzij de voorzitter ontslagen wordt op eigen verzoek, dan wel wegens zwaarwichtige redenen zoals ongeschiktheid voor de functie, of onverenigbaarheid van functies en belangen.
Indien de voorzitter niet wordt herbenoemd na ommekomst van de benoemingstermijn, heeft deze aanspraak op een uitkering overeenkomstig de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers.
De uitkering wordt toegekend voor een periode gelijk aan het tijdvak waarin betrokkene zonder onderbreking als voorzitter heeft gefunctioneerd, met dien verstande dat de uitkering in ieder geval eindigt wanneer betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt of komt te overlijden.
De uitkering bedraagt gedurende het eerste jaar 80% en vervolgens 70% van de als voorzitter genoten bruto-bezoldiging, vermeerderd met de vakantie-uitkering.
De inkomsten die de betrokkene geniet uit of in verband met arbeid of bedrijf die niet reeds werden genoten voor het ontslag worden met de uitkering verrekend. Deze verrekening geschiedt aldus dat de uitkering wordt verminderd met het bedrag waarmee de uitkering, vermeerderd met die inkomsten, de bruto-bezoldiging en de vakantie-uitkering, waarvan de uitkering is afgeleid, overschrijdt.
De leden ontvangen een vaste vergoeding voor hun werkzaamheden ten bedrage van € 34033,52 per jaar op basis van een gemiddelde tijdsbesteding van een dag in de week.
De leden hebben recht op een vergoeding van reis- en verblijfkosten overeenkomstig het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland.
De leden hebben aanspraak op vergoeding van woon-werkverkeer overeenkomstig het Verplaatsingskostenbesluit 1989.
De leden ontvangen een toelage voor representatiekosten overeenkomstig artikel 3, eerste lid, van het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel.
Op verzoek van de voorzitter of een lid met een gemiddelde tijdbesteding tot drie of meer dagen in de week als bedoeld in het derde lid kan de Minister van Verkeer en Waterstaat de gemiddelde tijdsbesteding genoemd in artikel 5, eerste lid, uitbreiden met een of meer dagdelen.
Bij een uitbreiding van de gemiddelde tijdsbesteding van een lid tot maximaal twee en een halve dag in de week ontvangt dat lid de vergoeding genoemd in artikel 5, eerste lid, vermeerderd naar rato van de uitbreiding van de gemiddelde tijdsbesteding.
Bij een uitbreiding van de gemiddelde tijdsbesteding van een lid tot drie of meer dagen in de week zijn, in afwijking van artikel 5, de artikelen 2, 3 en 4 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de bezoldiging van dat lid wordt aangevuld met een vaste toelage van € 816,80 per maand. De bezoldiging, de vakantie-uitkering, de tegemoetkoming in de ziektekosten, vergoedingen voor woon-werkverkeer en een uitkering overeenkomstig de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers bedragen bij een onvolledige werkweek een evenredig deel van het bedrag bij een volledige werkweek.
Het is de voorzitter en de leden bij de uitoefening van hun functie verboden vergoedingen, beloningen, giften of beloften van derden te vorderen, te verzoeken of aan te nemen.
In geval de voorzitter of een lid financiële gevolgen ondervindt uit persoonlijke aansprakelijkheid voortvloeiende uit de uitoefening van zijn functie, vindt vanwege de Staat der Nederlanden vrijwaring daarvan plaats tenzij de aansprakelijkheid voortvloeit uit ernstig verwijtbaar gedrag, zoals opzet of grove schuld van de betrokkene.
De in deze regeling genoemde bezoldiging, uitkeringen en vergoedingen komen ten laste van het college.
Wijzigt deze Regeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 1997.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie vaste leden van de Onafhankelijke Post en Telecom-municatie Autoriteit.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.