Besluit van 14 oktober 2000, houdende regels omtrent de hoogte van op te leggen administratieve boeten op grond van enkele socialezekerheidswetten alsmede het tijdstip van inwerkingtreding van enkele wettelijke bepalingen (Boetebesluit socialezekerheidswetten)

Boetebesluit socialezekerheidswetten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.F. Hoogervorst, gedaan mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 4 juli 2000, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/UB/00/42726;
De Raad van State gehoord (advies van 11 augustus 2000, nr. W12.00.0269/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst, van 11 oktober 2000, Directie Sociale Verzekeringen, Nr. SV/UB/00/64581;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

Begrippen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

2

Berekening bestuurlijke boete

Artikel

2a

Criteria verwijtbaarheid

Artikel

2aa

Waarschuwing

Artikel

2b

Niet of niet behoorlijke melding door werkgever

Artikel

2c

Hoogte van de werkgeversboete bij niet of niet behoorlijke melding

Artikel

2d

Werkgeversboete bij het niet indienen van en het niet meewerken aan het opstellen of uitvoeren van het reïntegratieplan

Artikel

3

Afstemming

Vervallen

Artikel

4

Intrekking van een besluit en vervallen van artikelen

Artikel

5

Overgangsrecht

Artikel

7

Inwerkingtreding van dit besluit.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 februari 2001.

Artikel

8

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Boetebesluit socialezekerheidswetten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. A. F. G. Vermeend
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst
De Minister van Justitie, A. H. Korthals