Wet van 24 december 1998 tot nadere wijziging van een aantal socialezekerheidswetten en enige andere wetten, houdende technische alsmede enige andere wijzigingen (Veegwet SZW 1998)
Veegwet SZW 1998
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is technische reparaties en enkele andere wijzigingen in enkele socialezekerheidswetten en enige andere wetten aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK
I
DOELGROEP WAGW EN UITVOERING LOONKOSTENSUBSIDIE IN DE PERIODE VAN 1 JANUARI TOT 1 JULI 1998
Wijzigt de Wet van 9 april 1998 tot wijziging van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet, de Toeslagenwet, de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Kinderbijslagwet, de Algemene nabestaandenwet, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten met betrekking tot terugvordering en verhaal (terugvordering en verhaal in verband met herziening van het debiteurenbeleid) (Stb. 278).
een uitkering ontvangt op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van tenminste 80%, of een uitkering ontvangt die naar aard en strekking met een van de genoemde uitkeringen overeenkomt of die een toelage ontvangt op grond van artikel 58, eerste of derde lid, van de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet die, al dan niet vermeerderd met een van de genoemde uitkeringen, 70% of meer bedraagt van het dagloon of de grondslag, waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend; of
de uitvoeringskosten, voorzover deze betrekking hebben op de in de onderdelen a en b bedoelde uitkeringen;
d.
de op grond van enige wet over de uitkeringen, bedoeld in onderdeel a en b, door het Landelijk instituut sociale verzekeringen verschuldigde premies die niet op deze uitkeringen in mindering kunnen worden gebracht;
e.
de bedragen, die op grond van artikel 90, vierde lid, door het Landelijk instituut sociale verzekeringen ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds zijn gebracht;
f.
de subsidies op grond van de Wet tijdelijke bijdrage herstructurering arbeidsvoorziening havens;
de uitvoeringskosten, voorzover deze betrekking hebben op de in de onderdelen a en b bedoelde uitkeringen;
d.
de op grond van enige wet over de uitkeringen, bedoeld in onderdeel a en b, door het Landelijk instituut sociale verzekeringen verschuldigde premies die niet op deze uitkeringen in mindering kunnen worden gebracht;
e.
de bedragen, die op grond van artikel 90, vierde lid, door het Landelijk instituut sociale verzekeringen ten laste van het Algemeen Werkloosheidsfonds zijn gebracht;
f.
de subsidies op grond van de Wet tijdelijke bijdrage herstructurering arbeidsvoorziening havens;
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 17, dat in werking treedt met ingang van het tijdstip dat artikel XV van deVeegwet SZW 1997 in werking treedt.
Indien de datum van uitgifte van het Staatsblad, bedoeld in het eerste lid, gelegen is na 31 december 1998, werkt deze wet wat de artikelen 10, 22, onderdeel A, 25, 32, onderdeel Q, en 34 betreft terug tot en met 1 januari 1999.
Artikel
57
Citeertitel
Deze wet wordt aangehaald als: Veegwet SZW 1998.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, K. G. de Vries
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. F. Hoogervorst