Besluit van 18 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie, alsmede houdende wijziging van onder meer het Besluit bezoldiging politie in verband met de invoering van de Ziektewet voor de sector politie (Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie)

Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Directoraat-Generaal Openbare Orde en Veiligheid van 24 november 2000, nummer EA2000/U98287;
De Raad van State gehoord (advies van 14 december 2000, nr. W04.00.0556/I);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 15 december 2000, nr. EA2000/U102388, Directoraat-Generaal Openbare Orde en Veiligheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

2

Bovenwettelijke uitkering en berekeningswijze van de duur

Artikel

2a

Vervallen

Hoofdstuk

2

De aanvullende uitkering bij werkloosheid

Artikel

3

Recht op aanvullende uitkering

Artikel

4

Hoogte van de aanvullende uitkering

Artikel

5

Aanvullende uitkering bij ziekte

Artikel

6

Overlijdensuitkering

Artikel

7

Verplichting of sanctie

Indien ten aanzien van de WW-uitkering of de ZW-uitkering een verplichting of een sanctie wordt opgelegd, wordt die verplichting eveneens opgelegd dan wel die sanctie op overeenkomstige wijze toegepast op de aanvullende uitkering.

Hoofdstuk

3

Aansluitende uitkering bij werkloosheid

Artikel

8

Het recht op aansluitende uitkering

Artikel

9

Hoogte van de aansluitende uitkering

Artikel

9a

Artikel

10

Overlijdensuitkering

Hoofdstuk

4

Overige bepalingen

Artikel

11

Samenloop met suppletie

Vervallen

Artikel

12

Afschatting bij arbeidsongeschiktheid

Artikel

13

Herleving

Artikel

14

Artikel

15

Tegemoetkoming verhuiskosten

Aan de betrokkene die buiten de sector politie arbeid gaat verrichten, kan inzake de kosten die voor hem aan een daartoe noodzakelijke verhuizing zijn verbonden, op zijn aanvraag een tegemoetkoming worden toegekend tot ten hoogste het bedrag van een vergoeding volgens de normen van hoofdstuk IV van het Besluit reis-, verblijf-, en verhuiskosten politie onder verrekening van een tegemoetkoming in verhuiskosten door derden.

Artikel

16

Afkoop

Het recht op de bovenwettelijke uitkering kan op aanvraag van de betrokkene worden afgekocht tegen 30% van de nominale waarde.

Artikel

17

Extra pensioenopbouw

Het bevoegd gezag kan de betrokkene op zijn aanvraag tegemoetkomen in de pensioenopbouw tijdens de duur van de werkloosheid, bedoeld in artikel 5.4 van het pensioenreglement, zodanig dat de duur van de werkloosheid niet voor de helft maar voor driekwart zal meetellen. In dat geval dient de betrokkene met het Pensioenfonds een aanvullende individuele regeling overeen te komen krachtens artikel 16.2 van het pensioenreglement en is de in het pensioenreglement vastgestelde premieverdeling tussen het bevoegd gezag en de betrokkene van toepassing.

Artikel

18

Doorwerking wettelijke mutaties

Indien het niveau van de WW-uitkering een algemene verlaging ondergaat, wordt deze verlaging, behoudens indien Onze Minister van Veiligheid en Justitie met de Commissie voor georganiseerd overleg in politie-ambtenarenzaken, bedoeld in artikel 2 van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994, overeenstemming bereikt binnen de looptijd van het vigerende arbeidsvoorwaardenakkoord, op overeenkomstige wijze doorgevoerd ten aanzien van het totaal aan wettelijke en bovenwettelijke aanspraken van de betrokkene, vanaf de in het Staatsblad vermelde datum van inwerkingtreding van bedoelde verlaging, doch niet eerder dan de eerste dag na de einddatum van het vigerende arbeidsvoorwaardenakkoord.

Artikel

19

Indexering

Het dagloon wordt aangepast overeenkomstig een algemene salarismaatregel in de sector Politie.

Artikel

20

Uitvoering

Hoofdstuk

5

Wijziging van andere besluiten

Artikel

21

Wijzigt het Besluit algemene rechtspositie politie.

Artikel

22

Wijzigt het Besluit bezoldiging politie.

Artikel

23

Wijzigt het Besluit geneeskundige verzorging politie 1994.

Artikel

24

Wijzigt het Besluit suppletieregeling gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector Politie.

Artikel

25

Wijzigt het Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie.

Hoofdstuk

6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

26

Ontslaguitkeringen die zijn toegekend op de voet van de bepalingen van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 en de Uitkeringsregeling 1966, zoals die luidden op 1 januari 1998, blijven uitsluitend voor wat betreft hoogte, duur en voor wat betreft de anticumulatie, indien de betrokkene in de zes maanden voorafgaand aan 1 januari 2001 gedurende ten minste drie maanden neveninkomsten uit arbeid of bedrijf heeft genoten, gedurende tien jaren dan wel, indien betrokkene op 31 december 2000 50 jaar of ouder is, gedurende maximaal 15 jaar, behouden gedurende de duur van de uitkering.

Artikel

26a

Indien de betrokkene van wie de eerste werkloosheidsdag is gelegen voor 1 januari 2005 uitsluitend als gevolg van de Wet van 19 december 2003 tot wijziging van de Werkloosheidswet in verband met afschaffing van de vervolguitkering (Stb. 546) geen aanspraak meer heeft op een vervolguitkering ingevolge de Werkloosheidswet, en de voor hem met toepassing van artikel 8, vijfde lid, vastgestelde duur van de aansluitende uitkering korter is dan de duur van de afgeschafte vervolguitkering krachtens de Werkloosheidwet, wordt in afwijking van artikel 8, vijfde lid, de duur van de aansluitende uitkering gesteld op de duur van die afgeschafte vervolguitkering.

Artikel

26b

De artikelen 2 en 8 van dit besluit zoals deze luidden op 31 december 2004 blijven van toepassing op de betrokkene van wie de eerste werkloosheidsdag is gelegen voor 1 januari 2005.

Artikel

26c

De artikelen 2, 4 en 9 van dit besluit zoals deze luidden op 31 december 2010, blijven van toepassing op de betrokkene van wie de eerste werkloosheidsdag is gelegen voor 1 januari 2011.

Artikel

26ca

Het artikel 2 van dit besluit, zoals dat luidde op de dag direct voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van onderhavig artikel, blijft van toepassing op de betrokkene van wie de eerste werkloosheidsdag is gelegen voor die datum. In dat geval is artikel 2a niet op betrokkene van toepassing.

Artikel

26cb

De artikelen 2, vierde lid, en 8, vierde lid, zoals die luidden op 30 juni 2016, blijven van toepassing ingeval de betrokkene:

  • a.

    op 1 juli 2016 gebruik maakt van de regelingen vervat in die artikelonderdelen, of

  • b.

    in de periode op of na 1 januari 2013 tot uiterlijk 1 juli 2016 gebruik heeft gemaakt van die regelingen.

Artikel

26cc

Artikel

26da

Voor de ambtenaar die voor 1 januari 2006 recht had op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, blijft het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie gelden, zoals dat luidde op 28 december 2005.

Artikel

27

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K. G. de Vries
De Minister van Justitie, A. H. Korthals