Wet van 26 april 2001, houdende intrekking van de Wet tegemoetkoming studiekosten en vervanging door de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten)

Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet tegemoetkoming studiekosten te wijzigen als uitvloeisel van het regeerakkoord 1998 en van de nota «Meer voor meer»;
dat het voorts wenselijk is de leesbaarheid van de Wet tegemoetkoming studiekosten te vergroten en aan te sluiten bij de terminologie van de Wet studiefinanciering 2000;
dat het in verband met het grote aantal wijzigingen wenselijk is de Wet tegemoetkoming studiekosten in te trekken en te vervangen door een nieuwe wet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1.1

Begripsbepalingen

Artikel

1.2

Peildatum

Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet is bepalend de toestand op de eerste dag van de maand, tenzij anders is bepaald.

Artikel

1.3

Aanvraag

Artikel

1.4

Minderjarigheid

Een minderjarige die de leeftijd van 17 jaren heeft bereikt is bekwaam de rechtshandelingen te verrichten die noodzakelijk zijn om toekenning van tegemoetkoming ingevolge de hoofdstukken 4 of 5 te verkrijgen. Hij is voorts bekwaam de rechtshandelingen te verrichten die noodzakelijk zijn met betrekking tot de uitoefening, onderscheidenlijk de nakoming van de rechten en verplichtingen die voor hem voortvloeien uit de toekenning van tegemoetkoming.

Artikel

1.5

Woonplaats

Artikel

1.6

Inspecteur der rijksbelastingen bepaalt inkomen of loon

De inspecteur die ingevolge artikel 3 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bevoegd is tot heffing van belastingen van de aanvrager, partner van de aanvrager, TOS-ouder of partner van de TOS-ouder, bepaalt op verzoek van de IB-Groep het gecorrigeerde verzamelinkomen of het gecorrigeerde belastbare loon van de desbetreffende aanvrager, partner van de aanvrager, TOS-ouder of partner van de TOS-ouder.

Artikel

1.7

Gebruik sociaal-fiscaalnummer of onderwijsnummer

Hoofdstuk

2

Werkingssfeer

Paragraaf

2.1

Algemeen

Artikel

2.1

Reikwijdte en voorwaarden tegemoetkoming

Deze wet regelt de tegemoetkoming en is van toepassing indien wordt voldaan aan de voorwaarden inzake:

  • a.

    nationaliteit als bedoeld in artikel 2.2,

  • b.

    leeftijd als bedoeld in artikel 2.3,

  • c.

    onderwijssoort als bedoeld in de paragrafen 2.2 tot en met 2.4, en

  • d.

    inkomen als bedoeld in paragraaf 2.7.

Artikel

2.2

Nationaliteit

Artikel

2.3

Leeftijd

Paragraaf

2.2

Onderwijssoorten in de zin van hoofdstuk 3

Artikel

2.4

Bekostigd voortgezet onderwijs

Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 3 kan een aanvrager in aanmerking komen indien de scholier is ingeschreven aan een school die op grond van de WVO, de WEC of de Experimentenwet onderwijs volledig en rechtstreeks uit de openbare kas wordt bekostigd, waaronder het volgen van onderwijs in de vorm van contractactiviteiten niet is mede begrepen.

Artikel

2.5

Aangewezen voortgezet onderwijs

Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 3 kan een aanvrager in aanmerking komen indien de scholier is ingeschreven aan een op grond van artikel 56 van de WVO aangewezen school.

Artikel

2.6

Erkende cursus voortgezet onderwijs en vavo

Artikel

2.7

Beroepsonderwijs

Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 3 kan een aanvrager in aanmerking komen indien de deelnemer is ingeschreven aan:

  • a.

    een school als bedoeld in artikel 1.3.1 van de WEB, voorzover het een uit 's Rijks kas bekostigde beroepsopleiding betreft, of

  • b.

    een school die ten aanzien van de beroepsopleiding het in artikel 1.4.1 van de WEB bedoelde recht heeft verkregen.

Artikel

2.8

Bekostigde cursus voortgezet onderwijs

Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 3 kan een aanvrager in aanmerking komen indien de scholier is ingeschreven voor een cursus die wordt bekostigd op grond van artikel 75b van de WVO.

Paragraaf

2.3

Onderwijssoorten in de zin van hoofdstuk 4

Artikel

2.9

Voortgezet onderwijs

Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 kan een scholier in aanmerking komen die is ingeschreven aan een school als bedoeld in de artikelen 2.4, 2.5 en 2.6, eerste lid, of voor een cursus als bedoeld in artikel 2.8.

Artikel

2.10

Vavo

Voor tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 kan een deelnemer vavo in aanmerking komen die is ingeschreven aan een school als bedoeld in de artikelen 1.3.1 en 1.4a.1 van de WEB, voorzover het betreft een opleiding vavo.

Paragraaf

2.4

Onderwijssoorten in de zin van hoofdstuk 5

Artikel

2.11

Bekostigd en aangewezen hoger onderwijs lerarenopleidingen

Artikel

2.13

Voortgezet onderwijs en vavo

Voor tegemoetkoming ingevolge afdeling 5.2 kan een leerling in aanmerking komen indien hij is ingeschreven voor een opleiding of een gedeelte daarvan aan een school als bedoeld in de artikelen 2.4, 2.5, 2.6 en 2.8, die leidt tot het diploma:

  • a.

    voorbereidend wetenschappelijk onderwijs,

  • b.

    hoger algemeen voortgezet onderwijs, of

  • c.

    middelbaar algemeen voortgezet onderwijs.

Paragraaf

2.5

Aanspraak

Artikel

2.14

Geen aanspraak

Geen aanspraak op tegemoetkoming bestaat indien de leerling of student is ingeschreven aan een opleiding waarvan de duur, daaronder begrepen ten hoogste 12 vakantieweken, korter is dan 1 jaar.

Artikel

2.15

Geen aanspraak tegemoetkoming hoofdstuk 4

De aanspraak op tegemoetkoming van een leerling die gedurende een aaneengesloten periode van 8 weken niet aan het onderwijs heeft deelgenomen, vervalt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin de school de afwezigheid, bedoeld in artikel 4.12 aan de IB-Groep heeft medegedeeld. De periode van 8 weken wordt verlengd met de weken waarin vanwege vakantie geen onderwijs werd verzorgd.

Artikel

2.16

Geen aanspraak tegemoetkoming hoofdstuk 5

Artikel

2.17

Aanspraak tegemoetkoming hoofdstukken 3 en 4

Een leerling die onderwijs volgt als bedoeld in de artikelen 2.5, 2.6, 2.7, 2.9 voorzover het een school betreft als bedoeld in de artikelen 2.5 en 2.6, eerste lid, en 2.10 heeft slechts aanspraak op tegemoetkoming indien de opleiding een studielast heeft van ten minste 850 klokuren per schooljaar die worden besteed aan het volgen van lessen, stages of beroepspraktijkvorming, overeenkomstig de onderwijs- en examenregeling of de daarmee overeenkomende regeling voor de desbetreffende opleiding.

Artikel

2.18

Bekendmaking bij niet voldoen aan artikel 2.17 en aanspraak op tegemoetkoming

Artikel

2.19

Aanspraak bij einde studie hoofdstuk 4

Artikel

2.20

Onderbreken opleiding hoofdstuk 4 wegens ziekte

Indien een leerling aanspraak heeft op tegemoetkoming ingevolge hoofdstuk 4 en hij wegens ziekte zijn opleiding onderbreekt en op zijn aanvraag de tegemoetkoming is onderbroken, geldt hij aansluitend aan het ogenblik van onderbreken uitsluitend nog als tegemoetkomingsgerechtigde om zich als leerling tegen ziektekosten te verzekeren tot het tijdstip waarop hij hetzij verzekerd of medeverzekerd is ingevolge de Ziekenfondswet, hetzij op hem een publiekrechtelijke ziektekostenregeling voor ambtenaren van toepassing is, doch uiterlijk 6 maanden nadat de tegemoetkoming is onderbroken.

Paragraaf

2.6

Overige bepalingen

Artikel

2.21

Geen dubbele aanspraak en geen aanspraak bij aanspraak WSF 2000

Artikel

2.22

Geen aanspraak na hoger onderwijs

De leerling heeft geen aanspraak op tegemoetkoming in de zin van hoofdstuk 4, indien hij geen aanspraak meer heeft op prestatiebeurs of tempobeurs in de zin van de Wet studiefinanciering 2000.

Paragraaf

2.7

Inkomen

Artikel

2.23

Grensbedrag toetsingsinkomen

Artikel

2.24

Toetsingsinkomen

Artikel

2.25

Korting op tegemoetkoming

Artikel

2.26

Verdeling bij korting op tegemoetkoming

Artikel

2.27

Verdeling kortingsbedrag wegens telkinderen

Artikel

2.28

Peiljaarverlegging bij terugval in inkomen

Artikel

2.29

Nog niet vastgesteld of nog niet bekend inkomen

Voor de toepassing van de artikelen 2.24 en 2.25 wordt zolang het gecorrigeerde verzamelinkomen over het kalenderjaar waarover het verzamelinkomen berekend wordt, het eerste of het tweede jaar na dat kalenderjaar nog niet is vastgesteld of het gecorrigeerde belastbare loon over het desbetreffende kalenderjaar nog niet bekend is, door de IB-Groep daarvoor in de plaats gesteld een bedrag dat het vast te stellen gecorrigeerde verzamelinkomen of het gecorrigeerde belastbare loon zo goed mogelijk benadert.

Hoofdstuk

3

Leerlingen tot 18 jaar in voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs

Paragraaf

3.1

Reikwijdte

Artikel

3.1

Reikwijdte

Dit hoofdstuk is van toepassing op scholieren, deelnemers en deelnemers vavo die jonger zijn dan 18 jaren en die zijn ingeschreven aan een school als bedoeld in paragraaf 2.2.

Paragraaf

3.2

Tegemoetkoming

Artikel

3.2

Samenstelling tegemoetkoming

Artikel

3.3

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage

Artikel

3.4

Tegemoetkoming schoolkosten

Artikel

3.5

Overzicht hoogte tegemoetkoming schoolkosten

Artikel

3.6

Aanspraak overbruggingstegemoetkoming

In afwijking van paragraaf 2.2 en de artikelen 3.3 en 3.4 heeft de aanvrager aanspraak op een overbruggingstegemoetkoming voor de maanden augustus en september ten behoeve van een leerling:

  • a.

    die voor 1 oktober van het schooljaar jonger is dan 18 jaren,

  • b.

    die op 1 oktober van dat schooljaar als studerende in de zin van de Wet studiefinanciering 2000 is ingeschreven voor het volgen van hoger onderwijs waarop die wet van toepassing is, en

  • c.

    voor wie aan de aanvrager over het schooljaar dat aan de overbruggingsperiode vooraf ging, een tegemoetkoming als bedoeld in de artikelen 3.3 en 3.4 is toegekend.

Artikel

3.7

Hoogte overbruggingstegemoetkoming

De overbruggingstegemoetkoming is voor een leerling tweetwaalfde deel van het bedrag van de tegemoetkoming voor een geheel schooljaar waarvoor op 31 juli daaraan voorafgaand aanspraak bestond.

Paragraaf

3.3

Toekenning

Artikel

3.8

Toekenning tegemoetkoming

Artikel

3.9

Toekenning bij wisselen van onderwijssoort

Artikel

3.10

Toekenningsperiode

Hoofdstuk

4

Leerlingen van 18 jaar en ouder in voortgezet onderwijs en vavo

Paragraaf

4.1

Reikwijdte

Artikel

4.1

Reikwijdte

Dit hoofdstuk is van toepassing op scholieren en deelnemers vavo die 18 jaren zijn of ouder en zijn ingeschreven aan een school als bedoeld in paragraaf 2.3.

Paragraaf

4.2

Tegemoetkoming

Artikel

4.2

Samenstelling tegemoetkoming

De tegemoetkoming in de zin van dit hoofdstuk bestaat uit:

  • a.

    basistoelage,

  • b.

    tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage, en

  • c.

    tegemoetkoming in de schoolkosten.

Artikel

4.3

Basistoelage

De basistoelage is naar de maatstaf van 1 januari 2001 per kalendermaand voor een:

  • a.

    thuiswonende leerling:  € 84,59 Per 1 januari 2002: € 86,70., en

  • b.

    uitwonende leerling:  € 197,21 Per 1 januari 2002: € 202,12..

Artikel

4.4

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage

Artikel

4.5

Tegemoetkoming schoolkosten

Artikel

4.6

Overzicht hoogte tegemoetkoming schoolkosten

Artikel

4.7

Voorschot onderwijsbijdrage

Paragraaf

4.3

Toekenning

Artikel

4.8

Toekenning tegemoetkoming

Artikel

4.9

Gedeeltelijke toekenning

Indien het op basis van de verstrekte gegevens onmogelijk is het toetsingsinkomen vast te stellen, kent de IB-Groep de basistoelage toe.

Artikel

4.10

Toekenningsperiode

Artikel

4.11

Weigerachtige ouders

Op aanvraag van een uitwonende leerling wordt het niet toe te kennen deel van de maximale tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en in de schoolkosten toegekend in de vorm van lening. Voorwaarde voor die toekenning is dat de leerling gelijktijdig met de aanvraag aan de IB-Groep een door hemzelf ondertekende verklaring verstrekt dat zijn TOS-ouder en diens partner beide weigeren bij te dragen in zijn schoolkosten. Die verklaring wordt mede ondertekend door een schooldecaan ten blijke dat zij naar zijn kennis juist is.

Paragraaf

4.4

Langdurige afwezigheid

Artikel

4.12

Langdurige afwezigheid in het voortgezet onderwijs of vavo

Artikel

4.13

Weer aanwezig binnen 8 weken

Artikel 4.12 is niet van toepassing met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de leerling weer aan het onderwijs is gaan deelnemen, voorzover de tegemoetkoming niet reeds mede op grond van artikel 4.11 de vorm van lening had. Voorwaarde voor de toepassing van de vorige volzin is dat de leerling aan het onderwijs is gaan deelnemen binnen 8 weken na de aanvang van de periode van 5 weken. De periodes van 5 en 8 weken worden verlengd met de weken waarin vanwege vakantie geen onderwijs werd verzorgd.

Artikel

4.14

Langdurige afwezigheid in het niet bekostigd voortgezet onderwijs

Hoofdstuk

5

Leraren alsmede leerlingen in deeltijd vo 18+ en vavo

Afdeling

5.1

Leraren

Paragraaf

5.1.1

Reikwijdte

Artikel

5.1

Reikwijdte

Deze afdeling is van toepassing op studenten die als student zijn ingeschreven aan een school als bedoeld in artikel 2.11 of op degenen die onder de reikwijdte van artikel 2.12 vallen en die geen aanspraak hebben op studiefinanciering ingevolge de Wet studiefinanciering 2000.

Paragraaf

5.1.2

Tegemoetkoming

Artikel

5.2

Samenstelling tegemoetkoming

De tegemoetkoming in de zin van deze afdeling bestaat uit:

  • a.

    tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage, en

  • b.

    tegemoetkoming in de schoolkosten.

Artikel

5.3

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage

De tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage bedraagt het bedrag, genoemd in artikel 7.44 van de WHW.

Artikel

5.4

Tegemoetkoming schoolkosten

De tegemoetkoming in de schoolkosten bedraagt 12 maal het normbedrag voor boeken en leermiddelen voor het hoger onderwijs, bedoeld in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000, zoals dat geldt op de eerste dag van het school- of studiejaar.

Paragraaf

5.1.3

Toekenning

Artikel

5.5

Toekenning tegemoetkoming

Artikel

5.6

Toekenningsperiode

Afdeling

5.2

Leerlingen in deeltijd vo 18+ en vavo

Paragraaf

5.2.1

Reikwijdte

Artikel

5.7

Reikwijdte

Deze afdeling is van toepassing op leerlingen die zijn ingeschreven aan een opleiding als bedoeld in artikel 2.13 en die geen aanspraak hebben op tegemoetkoming ingevolge de hoofdstukken 3, 4 of 10 of op studiefinanciering ingevolge de Wet studiefinanciering 2000.

Paragraaf

5.2.2

Tegemoetkoming

Artikel

5.8

Samenstelling tegemoetkoming

De tegemoetkoming in de zin van deze afdeling bestaat uit:

  • a.

    tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage, en

  • b.

    tegemoetkoming in de schoolkosten.

Artikel

5.9

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Artikel

5.10

Overzicht hoogte tegemoetkoming

Overzicht 1. Onderwijs gedurende gehele schooljaar of geen onderwijs meer vanaf 1 januari

540 of meer

onderwijsbijdrage voor een uit 's Rijks kas bekostigde school voor 540 minuten onderwijs (= o1)

 € 226,– Per 1 januari 2002: € 240,91

540 of meer en voor 1 januari 270 tot 540

0,5 x [o1 + (o1 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd)]

 € 113 Per 1 januari 2002: € 120,46 + € 113 Per 1 januari 2002: € 120,45 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

270 tot 540

onderwijsbijdrage voor een uit 's Rijks kas bekostigde school voor 360 minuten onderwijs (= o2)

 € 152,– Per 1 januari 2002: € 162,31

270 tot 540 en voor 1 januari minder dan 270

0,5 x [o2 + (o2 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd)]

 € 76,- Per 1 januari 2002: € 81,16+ € 76,-Per 1 januari 2002: € 81,15  naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

minder dan 270

nihil

nihil

Overzicht 2. Geen onderwijs meer volgen na 30 september en voor 1 januari

540 of meer

de helft van de onderwijsbijdrage voor een uit 's Rijks kas bekostigde school voor 540 minuten onderwijs (= o1)

 € 113,- Per 1 januari 2002: € 120,46

540 of meer en voor 1 januari 270 tot 540

0,25 x [o1 + (o1 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd)]

 € 56,50 Per 1 januari 2002: € 60,23 +  € 56,50 Per 1 januari 2002: € 60,23 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

270 tot 540

de helft van de onderwijsbijdrage voor een uit 's Rijks kas bekostigde school voor 360 minuten onderwijs (= o2)

 € 76,- Per 1 januari 2002: € 81,16

270 tot 540 en voor 1 januari minder dan 270

0,25 x [o2 + (o2 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd)]

 € 38,- Per 1 januari 2002: € 40,58 +  € 38,- Per 1 januari 2002: € 40,58 naar rato aantal minuten dat onderwijs wordt gevolgd

minder dan 270

nihil

nihil

Overzicht 3. Geen onderwijs meer volgen na 30 september

540 of meer

nihil

nihil

540 of meer en voor 1 januari 270 tot 540

nihil

nihil

270 tot 540

nihil

nihil

270 tot 540 en voor 1 januari minder dan 270

nihil

nihil

minder dan 270

nihil

nihil

Paragraaf

5.2.3

Toekenning

Artikel

5.11

Toekenning tegemoetkoming

Artikel

5.12

Toekenningsperiode

Tegemoetkoming wordt toegekend per schooljaar.

Hoofdstuk

6

Opbouw en terugbetaling studieschuld

Artikel

6.1

Verplichting debiteur terugbetaling lening uit hoofdstuk 4

Artikel

6.2

Omzetting niet meer verrekenbare schulden uit hoofdstuk 4 in hetzij lening, hetzij verrekenbare schuld op grond van de WSF 2000

Hoofdstuk

7

Herziening

Artikel

7.1

Herziening door IB-Groep

Artikel

7.3

Verrekening teveel toegekende en uitbetaalde tegemoetkoming

Hoofdstuk

8

Uitbetaling, verrekening en invordering

Artikel

8.1

Uitbetaling en verrekening

Artikel

8.2

Invordering

Hoofdstuk

9

Toezicht en sancties

Paragraaf

9.1

Toezicht

Paragraaf

9.2

Verstrekken van inlichtingen

Artikel

9.2

Verstrekken van inlichtingen door personen

Artikel

9.3

Verschoningsrecht studentendecaan

Een studentendecaan aan een op grond van de WHW uit 's Rijks kas bekostigde instelling voor hoger onderwijs kan zich, in afwijking van artikel 5:17 van de Algemene wet bestuursrecht bij de verplichting tot inzage van gegevens en bescheiden en het verstrekken van inlichtingen, verschonen betreffende hetgeen een leerling of student aan hem heeft toevertrouwd.

Artikel

9.4

Verstrekken van inlichtingen door scholen

Artikel

9.5

Verstrekken van inlichtingen door organen met een publiekrechtelijke taak

Organen met een publiekrechtelijke taak zijn verplicht op een bij algemene maatregel van bestuur aan te geven wijze kosteloos inlichtingen te verstrekken, benodigd voor de uitvoering van deze wet.

Artikel

9.6

Verstrekken van inlichtingen door inspecteur der rijksbelastingen

De inspecteur die ingevolge artikel 3 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bevoegd is tot heffing van belastingen, verstrekt de gegevens inzake het gecorrigeerde verzamelinkomen of het gecorrigeerde belastbare loon aan de IB-Groep volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels.

Paragraaf

9.3

Administratieve sanctie

Artikel

9.7

Niet verstrekken van inlichtingen over langdurige afwezigheid van leerlingen als bedoeld in hoofdstuk 4

Indien een school als bedoeld in de artikelen 2.5, 2.6, eerste lid, 2.8 en 2.9, met uitzondering van een school als bedoeld in artikel 1.3.1 van de WEB, op enig moment in een schooljaar niet een administratie als bedoeld in artikel 4.14, eerste lid, voert of niet na afloop van de in artikel 4.14 bedoelde periodes van onafgebroken afwezigheid zonder geldige reden van een leerling als bedoeld in hoofdstuk 4 aan de IB-Groep de vereiste gegevens verstrekt, ontstaat er een vordering van de IB-Groep op de school ter grootte van 15% van het bedrag van de tegemoetkomingen, bedoeld in artikel 4.2, voorzover die als gift zijn toegekend aan de leerlingen aan die school in het schooljaar waarin deze school in gebreke was, is toegekend.

Artikel

9.8

Niet verstrekken van inlichtingen over studielast

Paragraaf

9.4

Strafbepalingen

Artikel

9.9

Niet verstrekken van inlichtingen

Hij die niet voldoet aan een van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 9.2 en 9.4, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 6 maanden of geldboete van de derde categorie.

Artikel

9.10

Overtreding van een bepaling krachtens deze wet

Overtreding van bepalingen van een krachtens deze wet uitgevaardigde algemene maatregel van bestuur, voorzover uitdrukkelijk als strafbaar feit in de zin van dit artikel aangeduid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste 1 maand of geldboete van de tweede categorie.

Artikel

9.11

Overtreding

De in de artikelen 9.9 en 9.10 strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Hoofdstuk

10

Onderwijs bedoeld in voorheen Hoofdstuk IV WTS

Paragraaf

10.1

Algemene bepaling

Artikel

10.1

Reikwijdte

Paragraaf

10.2

Onderwijssoorten

Artikel

10.2

Voortgezet onderwijs en vavo

Voor tegemoetkoming kan een leerling in aanmerking komen die is ingeschreven voor een opleiding of een gedeelte daarvan aan een school als bedoeld in de artikelen 2.4, 2.5, 2.6 en 2.8, die leidt tot het diploma:

  • a.

    voorbereidend wetenschappelijk onderwijs,

  • b.

    hoger algemeen voortgezet onderwijs, of

  • c.

    middelbaar algemeen voortgezet onderwijs.

Artikel

10.3

Lerarenopleiding in tekortvakken

Voor tegemoetkoming kan een student in aanmerking komen die als student is ingeschreven aan een instelling als bedoeld in artikel 2.10 voor een lerarenopleiding in vakken waarin een tekort aan leraren bestaat. Het betreft de vakken die bij ministeriële regeling op grond van hoofdstuk IV van de Wet tegemoetkoming studiekosten op 31 juli 2001 zijn aangewezen.

Artikel

10.4

Geen aanspraak

Paragraaf

10.3

Inkomen

Artikel

10.5

Grensbedrag toetsingsinkomen

Artikel

10.6

Toetsingsinkomen

Paragraaf

10.4

Tegemoetkoming

Artikel

10.7

Samenstelling tegemoetkoming

Artikel

10.8

Toekenning tegemoetkoming

Artikel

10.9

Toekenningsperiode, studieperiode

Hoofdstuk

11

Overige bepalingen

Artikel

11.1

Aanpassing van bedragen

Artikel

11.3

Vervreemding, verpanding, belening en beslag

Artikel

11.4

Hardheidsclausule

De IB-Groep kan voor bepaalde gevallen de wet buiten toepassing laten of daarvan afwijken voorzover toepassing gelet op het belang dat deze wet beoogt te beschermen, zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

Hoofdstuk

12

Overgangsbepalingen

Artikel

12.1

Afwijking van artikel 1.1

Artikel

12.2

Artikelen 1.1, 2.6, 2.21 en 3.1

Wijzigt deze wet.

Artikel

12.3

Afwijking van artikel 1.5

Artikel 1.5 is niet van toepassing op scholieren die voor 1 augustus volgend op het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel, een basistoelage als bedoeld in artikel 4.3 of als bedoeld in artikel 26 van de Wet tegemoetkoming studiekosten ontvingen.

Artikel

12.4

Afwijking van artikel 2.23

Wijzigt deze wet.

Artikel

12.5

Afwijking van de artikelen 2.24, 2.29 en 10.6 in verband met de Wet inkomstenbelasting 2001

Voorzover het peiljaar een aan het kalenderjaar 2001 voorafgaand kalenderjaar is, wordt voor de toepassing van de artikelen 2.24, 2.29 en 10.6 onder:

  • a.

    «de gecorrigeerde verzamelinkomens» in artikel 2.24 verstaan: de belastbare inkomens,

  • b.

    «artikel 9.4» in artikel 2.24 verstaan: artikel 64,

  • c.

    «het gecorrigeerde verzamelinkomen» in de artikelen 2.24 en 2.29 verstaan: het belastbare inkomen in de zin van de Wet op de inkomstenbelasting 1964,

  • e.

    «het gecorrigeerde belastbare loon» in de artikelen 2.24 en 2.29 verstaan: het zuivere loon, bedoeld in artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964,

  • f.

    «de Wet inkomstenbelasting 2001» in de artikelen 2.24 en 10.6, tweede lid, verstaan: de Wet op de inkomstenbelasting 1964, en

  • g.

    «de winst uit een of meer ondernemingen, bedoeld in artikel 3.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001» in artikel 10.6 verstaan: de winst uit onderneming, bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk II van de Wet op de inkomstenbelasting 1964.

Artikel

12.6

Artikelen 3.3, 3.4, 3.5 en 4.6

Wijzigt deze wet.

Artikel

12.7

Afwijking van artikel 3.5

Wijzigt deze wet.

Artikel

12.8

Afwijking van artikel 4.3

Wijzigt deze wet.

Artikel

12.9

Afwijking van artikel 4.6

Wijzigt deze wet.

Artikel

12.10

Afwijking van artikel 5.10

Wijzigt deze wet.

Artikel

12.11

Afwijking van artikel 10.5

Wijzigt deze wet.

Artikel

12.12

Afwijking van artikel 10.7

Wijzigt deze wet.

Artikel

12.13

Aanspraken en verplichtingen op grond van de Wet tegemoetkoming studiekosten

Artikel

12.14

Overgangsbepaling bezwaar en beroep

Op bezwaar en beroep ingevolge de Wet tegemoetkoming studiekosten, ingesteld voor 1 augustus 2001, of tegen een besluit van voor deze datum ingesteld op of na deze datum, blijven de op 31 juli 2001 geldende voorschriften van toepassing.

Artikel

12.15

Vervallen van hoofdstuk 10

Wijzigt deze wet.

Hoofdstuk

13

Wijzigingen in andere wetten

Artikel

13.15

Wet van 13 december 2000, Stb. 2001, 67

Wijzigt de Wet van 13 december 2000 tot wijziging van enige wetten teneinde de aanspraak jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen en uitkeringen afhankelijk te maken van het in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens opgenomen gegeven omtrent het adres van een ingezetene, Stb. 2001, 67.

Artikel

13.16

Wet van 29 mei 1991, Stb. 283

Wijzigt de Wet van 29 mei 1991 houdende wijziging van de Wet op de studiefinanciering onder meer in verband met verlaging van het maximum van de rentedragende lening in het eerste jaar van studie in het HO, het direct berekenen van marktconforme rente bij opname van studieleningen en wijziging van de bijverdienregeling (heroriëntering studiefinanciering III), Stb. 283.

Hoofdstuk

14

Slotbepalingen

Artikel

14.1

Intrekking wet tegemoetkoming studiekosten

De Wet tegemoetkoming studiekosten wordt ingetrokken.

Artikel

14.2

Inwerkingtreding

Deze wet treedt in werking op 1 augustus 2001, met uitzondering van:

  • a.

    artikel 1.5 dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip,

  • b.

    artikel 13.5 dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2002, en

  • c.

    de artikelen 13.12 en 13.14, onderdelen A, G en I, die in werking treden met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, en terugwerken tot en met 1 september 2000.

Artikel

14.3

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, L. M. L. H. A. Hermans
De Minister van Justitie, A. H. Korthals