Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 juli 2005, nr. 2005/3542, houdende de toedeling van taken en de doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan de onder de inspecteur-generaal ressorterende functionarissen van de Inspectie Werk en Inkomen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2005)

Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2005

Hoofdstuk

1

Begripsbepaling

Artikel

1

Begrippen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Organisatie

Artikel

2

De plaatsvervangend inspecteur-generaal

Onder de inspecteur-generaal ressorteert de plaatsvervangend inspecteur-generaal.

Artikel

3

Organisatie Inspectie

Hoofdstuk

3

Verantwoordelijkheden

§

3.1

Verantwoordelijkheden algemeen directeur, directeuren en hoofden

Artikel

4

Verantwoordelijkheden plaatsvervangend inspecteur-generaal

De plaatsvervangend inspecteur-generaal vervangt de inspecteur-generaal bij diens afwezigheid of verhindering en treedt alsdan in de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de inspecteur-generaal.

Artikel

5

Verantwoordelijkheden algemeen directeur

De algemeen directeur is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het door tussenkomst van de inspecteur-generaal adviseren van de bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de Inspectie en het hen attenderen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten;

  • b.

    het coördineren van het toezicht op de uitvoering van de sociale verzekeringen en voorzieningen, en op de werking van het stelsel daarvan, en van andere taken, bedoeld in artikel 39, tweede lid, van de wet;

  • c.

    het zorgdragen voor een betrouwbare, effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, met uitzondering van de vaststelling van de formatie, binnen door de inspecteur-generaal vastgestelde kaders, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de Inspectie;

  • d.

    de personeelsaangelegenheden, met inbegrip van het arbeidsomstandigheden- en ziekteverzuimbeleid, van de onder hem ressorterende functionarissen, voorzover dit niet is voorbehouden aan de secretaris-generaal of de inspecteur-generaal;

  • e.

    de personeelsaangelegenheden van functionarissen die niet meer onder hem ressorteren en ten aanzien van wie geen andere functionaris binnen het ministerie (meer) kan worden aangewezen, maar die op 31 december 2002 of later onder de inspecteur-generaal ressorteerden;

  • f.

    de werkgeversverplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden ten aanzien van de inspectie, voor zover het niet gaat om centraal georganiseerde werkgeversverplichtingen als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, onder b, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004;

  • g.

    het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

  • h.

    de strategie en de beleidsontwikkeling van de Inspectie binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

  • i.

    het voorbereiden en uitvoeren van jaarplannen en meerjarenplannen voor de Inspectie binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

  • j.

    het vaststellen van de jaarplannen van de directies;

  • k.

    het vaststellen van de jaarplannen van het Bureau Bedrijfsvoering, de afdeling Communicatie en de afdeling Strategie & Beleid na overleg met de inspecteur-generaal;

  • l.

    de deskundigheidsbevordering en het kwaliteitsmanagement bij de Inspectie;

  • m.

    het vaststellen van het opleidingsplan IWI na overleg met de inspecteur-generaal;

  • n.

    het informatiebeleid en de informatisering van toezichtprocessen en ondersteunende processen;

  • o.

    het vergaren en gestructureerd beschikbaar stellen van reguliere, kwantitatieve gegevensstromen (toezichtinformatie) ten behoeve van de toezichtprocessen;

  • p.

    het afleggen van verantwoording en het rapporteren aan de inspecteur-generaal over de uitvoering van het jaarplan en het meerjarenplan van de Inspectie en de jaarplannen van de directies;

  • q.

    de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder hem ressorterende functionarissen;

  • r.

    het inzake de Inspectie optreden als bestuurder in de zin van artikel 1 van de Wet op de ondernemingsraden.

Artikel

6

Verantwoordelijkheden directeuren

Elk van de directeuren is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het leiding geven aan de eigen directie;

  • b.

    het coördineren van het toezicht op de uitvoering van de sociale verzekeringen en voorzieningen, en op de werking van het stelsel daarvan, en van andere taken, bedoeld in artikel 39, tweede lid, van de wet, in samenspraak met de andere directeuren;

  • c.

    het door tussenkomst van de algemeen directeur en de inspecteur-generaal adviseren van bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de eigen directie en het hen attenderen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten daarvan;

  • d.

    het zorgdragen voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, binnen door de inspecteur-generaal vastgestelde kaders, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de eigen directie;

  • e.

    de personeelsaangelegenheden, met inbegrip van het arbeidsomstandigheden- en ziekteverzuimbeleid, van de onder elk van hen ressorterende functionarissen, voorzover dit niet is voorbehouden aan de secretaris-generaal, of de inspecteur-generaal, of de algemeen directeur;

  • f.

    het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

  • g.

    het voorbereiden van jaarplannen voor de eigen directie binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

  • h.

    het uitvoeren van het door de algemeen directeur vastgestelde jaarplan voor de eigen directie;

  • i.

    het vaststellen van jaarplannen van de afdelingen binnen de eigen directie;

  • j.

    het afleggen van verantwoording en het rapporteren over de uitvoering van het jaarplan van de eigen directie aan de algemeen directeur;

  • k.

    de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder hen ressorterende functionarissen.

Artikel

7

Verantwoordelijkheden hoofd Bureau Bedrijfsvoering

Het hoofd van het Bureau Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor de volgende algemene taken:

  • a.

    het leiding geven aan het Bureau Bedrijfsvoering;

  • b.

    het leveren van een bijdrage aan het opstellen en uitvoeren van het jaarplan en meerjarenplan van de Inspectie;

  • c.

    het voorbereiden van het jaarplan voor het Bureau Bedrijfsvoering binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

  • d.

    het uitvoeren van het door de algemeen directeur vastgestelde jaarplan voor het Bureau Bedrijfsvoering;

  • e.

    het afleggen van verantwoording en het rapporteren over de uitvoering van het jaarplan van het Bureau Bedrijfsvoering aan de algemeen directeur;

  • f.

    het doen van voorstellen met betrekking tot het aantrekken en ontslaan van personeel.

Artikel

8

Verantwoordelijkheden afdelingshoofden

§

3.2

Verantwoordelijkheden afdeling Communicatie, afdeling Informatiebeheer & Informatisering, afdeling Strategie & Beleid en Bureau Bedrijfsvoering

Artikel

9

Verantwoordelijkheden afdeling Communicatie

De afdeling Communicatie is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het ontwikkelen en verzorgen van de in- en externe communicatie, met inbegrip van persvoorlichting;

  • b.

    de afstemming van de externe communicatie met de directie Communicatie van het ministerie.

Artikel

10

Verantwoordelijkheden afdeling Informatiebeheer & Informatisering

De afdeling Informatiebeheer & Informatisering is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de systeemontwikkeling;

  • b.

    de helpdesk;

  • c.

    de data-acquisitie en het gegevensbeheer;

  • d.

    beleidsontwikkeling met betrekking tot informatievoorziening en informatisering en het opstellen van informatiseringsplannen.

Artikel

11

Verantwoordelijkheden afdeling Strategie & Beleid

De afdeling Strategie & Beleid is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de strategie- en beleidsontwikkeling op het terrein van de inspectie;

  • b.

    de totstandkoming van de programmering en van de planning- en controlcyclus van de toezichtactiviteiten van de Inspectie, alsmede de uitvoering daarvan;

  • c.

    de deskundigheidsbevordering, waaronder het opstellen van een opleidingsplan in afstemming met de afdeling Personeel & Financiën;

  • d.

    het kwaliteitsmanagement;

  • e.

    het relatiebeheer van de Inspectie.

Artikel

12

Verantwoordelijkheden Bureau Bedrijfsvoering

Artikel

13

Verantwoordelijkheden afdeling Facilitymanagement

De afdeling Facilitymanagement is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de advisering over en ontwikkeling van beleid en plannen met betrekking tot algemene facilitaire voorzieningen;

  • b.

    de verzorging van de huisvesting van de inspectie en overige facilitaire voorzieningen en het daaraan verbonden budget- en overig beheer.

Artikel

14

Verantwoordelijkheden afdeling Documentaire Informatievoorziening

De afdeling Documentaire Informatievoorziening is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het adviseren van het management ten aanzien van vraagstukken op het gebied van documentaire informatievoorziening en bij de ontwikkeling, uitbouw en implementatie van eigentijdse toepassingen op het vakgebied;

  • b.

    het bevorderen van de toegankelijkheid, vindbaarheid en benaderbaarheid van kwalitatieve informatie in fysieke en digitale vorm door middel van eigentijdse toepassingen ten behoeve van het verwerven, opslaan, ontsluiten en ter beschikking stellen van kwalitatieve informatie;

  • c.

    het verlenen van gebruiksondersteuning.

Artikel

15

Verantwoordelijkheden afdeling Personeel & Financiën

De afdeling Personeel & Financiën is verantwoordelijk voor:

  • a.

    de advisering over en ontwikkeling van beleid en plannen over besteding van middelen ten aanzien van personeel en financiën van de Inspectie;

  • b.

    de levering van managementinformatie over de besteding van middelen, bedoeld in onderdeel a;

  • c.

    het verzorgen van de planning- en controlfunctie en de daarbij behorende administraties en producten;

  • d.

    uitvoerende werkzaamheden op het gebied van personeels- en salarisadministratie.

§

3.3

Verantwoordelijkheden directie Toezicht gemeenten en overige bestuursorganen

Artikel

16

Verantwoordelijkheden directie Toezicht gemeenten en overige bestuursorganen

Artikel

17

Verantwoordelijkheden afdeling Beleid, Informatie en Analyse

De afdeling Beleid, Informatie en Analyse is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het operationaliseren van het toezichtbeleid voor het gemeentelijk domein, waaronder het opstellen van toetsingskaders;

  • b.

    het monitoren van uitvoeringsinformatie en de opbouw van een actueel inhoudelijk informatiebeeld over gemeenten, ten behoeve van onder andere risico- en trendanalyses;

  • c.

    kaderstelling, waaronder de noodzakelijkheidvraag en probleemstelling, voor complementair aspectonderzoek;

  • d.

    het bijdragen aan rapportages over onderzoeken inzake het gemeentelijk domein;

  • e.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • f.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Artikel

18

Verantwoordelijkheden afdelingen Noord en Zuid

Artikel

19

Verantwoordelijkheden afdeling Juridische Zaken

De afdeling Juridische Zaken is ten behoeve van de gehele Inspectie verantwoordelijk voor:

  • a.

    de juridische ondersteuning bij de ontwikkeling en uitvoering van het toezicht;

  • b.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • c.

    de coördinatie en uitvoering van de toezichtbaarheidstoetsen, bedoeld in artikel 41 van de wet;

  • d.

    het beheren en onderhouden van een wettendocumentatiesysteem en de verzorging van interne kennisoverdracht;

  • e.

    het fungeren als coördinatie- en aanspreekpunt voor de inspectie inzake juridische aangelegenheden;

  • f.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie;

  • g.

    de inbreng van juridische expertise ten behoeve van de bedrijfsvoering.

Artikel

20

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht IB/BKWI

Het hoofd van de afdeling Toezicht IB/BKWI is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door het IB en het BKWI;

  • b.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door het IB en het BKWI;

  • c.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Artikel

21

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht overige bestuursorganen

De afdeling Toezicht overige bestuursorganen is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door de RWI;

  • b.

    het houden van toezicht op de SER, DNB, het CTB en cki’s, voor zover dit toezicht is opgedragen aan de Minister;

  • c.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door de RWI, de SER, DNB, het CTB en cki’s;

  • d.

    het uitvoeren van onderzoek naar instellingen die de Minister om een aanwijzing tot cki op een werkveld hebben verzocht;

  • e.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • f.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

§

3.4

Verantwoordelijkheden directie Toezicht zelfstandige bestuursorganen

Artikel

22

Verantwoordelijkheden directie Toezicht zelfstandige bestuursorganen

Artikel

23

Verantwoordelijkheden afdeling Onderzoek

De afdeling Onderzoek is ten behoeve van de gehele inspectie verantwoordelijk voor:

  • a.

    het ontwikkelen en uitvoeren van gedragswetenschappelijk onderzoek naar de uitvoering door de uitvoerende instanties;

  • b.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • c.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Artikel

24

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht CWI

De afdeling Toezicht CWI is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI;

  • b.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI;

  • c.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d.

    de coördinatie en afstemming binnen de Inspectie aangaande het toezicht op de samenwerking, bedoeld in artikel 37, onderdeel c, van de wet, van de CWI, het UWV en de SVB met elkaar en met burgemeesters en wethouders van de gemeenten;

  • e.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Artikel

25

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht SVB

De afdeling toezicht SVB is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door de SVB;

  • b.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door de SVB;

  • c.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Artikel

26

Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht UWV

De afdeling Toezicht UWV is verantwoordelijk voor:

  • a.

    het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV;

  • b.

    het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV;

  • c.

    het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d.

    het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Hoofdstuk

4

Bevoegdheden

Artikel

27

Bevoegdheden algemeen directeur

Artikel

28

Bevoegdheden directeuren

Artikel

29

Bevoegdheden afdelinghoofden en hoofd bureau Bedrijfsvoering

Aan de afdelingshoofden en het hoofd van het bureau Bedrijfsvoering wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van besluiten over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

  • a.

    de specifieke taken van de afdeling respectievelijk het bureau, met uitzondering van de stukken waarvan, gelet op het belang daarvan, redelijkerwijze kan worden vermoed dat deze door de directeur respectievelijk de algemeen directeur moeten worden afgedaan;

  • b.

    de personeelsaangelegenheden van de afdeling respectievelijk het bureau, voorzover het betreft:

    • 1°.

      het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

    • 2°.

      het houden van management-medewerkergesprekken;

    • 3°.

      werktijdafspraken met of verlof van medewerkers;

    • 4°.

      kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur respectievelijk de algemeen directeur.

Artikel

30

Volmacht hoofd afdeling Communicatie

Aan het hoofd van de afdeling Communicatie wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten met een waarde van maximaal van € 10.000,– per overeenkomst en voor zover deze betrekking hebben op:

  • a.

    de productie en distributie van voorlichtingsmateriaal, gericht op de communicatie van toezichtsbevindingen;

  • b.

    systeemontwikkeling, licenties en functioneel beheer en onderhoud van applicaties van voorlichtingssystemen.

Artikel

31

Volmacht hoofd Bureau Bedrijfsvoering

Aan het hoofd van het Bureau Bedrijfsvoering wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten met een waarde van maximaal € 50.000,– per overeenkomst en voor zover deze betrekking hebben op:

  • a.

    de levering van goederen en diensten ten behoeve van de Inspectie;

  • b.

    de tewerkstelling van uitzendkrachten ten behoeve van de Inspectie, binnen de formatie van de Inspectie;

  • c.

    de verzorging van huisvesting van de inspectie en het daaraan verbonden beheer.

Artikel

32

Volmacht hoofd afdeling Facilitymanagement

Aan het hoofd van de afdeling Facilitymanagement wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten voor verzorging van huisvesting van de inspectie en het daaraan verbonden beheer tot een maximum van € 25.000,– per overeenkomst.

Artikel

33

Afdoening, vaststelling en ondertekening van stukken

Hoofdstuk

5

Plaatsvervanging

Artikel

34

Plaatsvervanging plaatsvervangend inspecteur-generaal

Bij afwezigheid of verhindering van zowel de inspecteur-generaal als de plaatsvervangend inspecteur-generaal neemt, voor de duur van die afwezigheid of verhindering, de algemeen directeur, als waarnemend inspecteur-generaal, de taken en bevoegdheden van de inspecteur-generaal waar.

Artikel

35

Plaatsvervanging algemeen directeur

Artikel

36

Plaatsvervanging directeuren, afdelingshoofden en bureauhoofd

Plaatsvervangers worden, na schriftelijke instemming van de inspecteur-generaal, benoemd door de directeur, het afdelingshoofd of het bureauhoofd in wiens plaats zij treden.

Artikel

37

Kennisgeving aan WBJA van aanwijzing plaatsvervangers

Besluiten tot aanwijzing van plaatsvervangers worden door de algemeen directeur toegezonden aan de directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden als beheerder van het mandaat-, volmacht- en machtigingsregister SZW.

Hoofdstuk

6

Slotbepalingen

Artikel

39

Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de inspecteur-generaal, L.H.J.Kokhuis