Besluit van 16 november 2005 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de Wet financiering sociale verzekeringen en enige andere wetten (Besluit Wfsv)

Besluit Wfsv

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 8 juli 2005, nr. SV/F&W/05/51635;
De Raad van State gehoord (advies van 19 augustus 2005, nr. W12.05.0324/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 14 november 2005, nr. SV/F&W/05/70630, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en Onze Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Hoofdstuk

2

Premies werknemersverzekeringen

§

1

Gedifferentieerde premie Algemeen Werkloosheidsfonds

Artikel

2.1

Begripsbepalingen

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

2.1a

Fondsbelasting overige ziekengeld- en WGA lasten

Vervallen

Artikel

2.1b

WGA-staartlasten

Vervallen

Artikel

2.1c

Overgangsbepaling WGA-staartlasten flexibele dienstbetrekkingen

Vervallen

Artikel

2.2

Wijze van vaststelling percentages van de AWf-premie

Het hoge percentage van de AWf-premie wordt vijf procentpunten hoger vastgesteld dan het lage percentage.

Artikel

2.2a

Vaststelling sectorpremiepercentage sector uitzendbedrijven

Vervallen

Artikel

2.3

Herziening van het lage percentage van de AWf-premie

Artikel

2.3a

Tijdelijke opschorting 30% herzieningssituatie

Artikel

2.4

Nadere voorwaarden voor toepassing van het lage percentage van de AWf-premie

Artikel

2.4a

Toepassing van de AWf-premie per aangiftetijdvak

Het percentage van de AWf-premie, bedoeld in artikel 2.2, wordt slechts over een geheel aangiftetijdvak toegepast, waarbij bepalend is of op de eerste dag van dat aangiftetijdvak aan de voorwaarden voor toepassing van het premiepercentage wordt voldaan. In afwijking van de eerste zin is voor de bepaling van het aantal verloonde uren in het aangiftetijdvak, bedoeld in artikel 27, derde lid, onderdeel b, van de Wfsv bepalend het aantal verloonde uren gedurende het gehele aangiftetijdvak.

§

2

Gedifferentieerde premie Werkhervattingskas

Artikel

2.5

Algemene begrippen

Artikel

2.6

Vaststelling gedifferentieerde premie Werkhervattingskas

Artikel

2.7

Gedifferentieerde premie eigenrisicodrager

Artikel

2.8

Gemiddelde percentages

Artikel

2.9

Vervangende premie

Artikel

2.10

Sectorale premies

Artikel

2.11

Opslag of korting WGA-lasten

Artikel

2.12

Opslag of korting WGA-lasten flexibele dienstbetrekkingen

Vervallen

Artikel

2.13

Opslag of korting ZW-lasten

Artikel

2.14

Premieplichtig loon uitkeringsinstellingen

Bij de bepaling van het gemiddelde premieplichtig loon, bedoeld in artikel 2.11, tweede lid, en artikel 2.13, tweede lid, blijft buiten aanmerking:

Artikel

2.15

Opslag en korting bij overgang van onderneming

Artikel

2.16

Niet gedurende gehele berekeningstijdvak werkgever

Indien een werkgever, zonder dat er sprake is van een overgang van een onderneming als bedoeld in artikel 2.15 in een of meer van de kalenderjaren van het tijdvak, bedoeld in de artikelen 2.11, tweede lid, en 2.13, tweede lid, niet de hoedanigheid van werkgever had, wordt bij de berekening van het individuele werkgeversrisicopercentage, bedoeld in de artikelen 2.11, tweede lid, en 2.13, tweede lid, het ten laste van die werkgever komende gemiddelde premieplichtige loon per jaar berekend over het aantal kalenderjaren in het tijdvak, bedoeld in de artikelen 2.11, tweede lid, en 2.13, tweede lid, waarin de werkgever de hoedanigheid van werkgever had, waarna het verkregen percentage wordt vermenigvuldigd met een breuk, waarvan de teller wordt gevormd door het gemiddelde werkgeversrisicopercentage, bedoeld in de artikelen 2.11, derde lid, en 2.13, derde lid, en de noemer door het gemiddelde werkgeversrisicopercentage, berekend over de kalenderjaren in het tijdvak, bedoeld in de artikelen 2.11, tweede lid, en 2.13, tweede lid, waarin de werkgever de hoedanigheid van werkgever had.

Artikel

2.17

Premiepercentage startende werkgever

Artikel

2.17a

Premiepercentage terugkerende werkgever ZW

Artikel

2.17b

Premieberekening WGA voor werkgevers die uiterlijk 1 juli 2015 publiek verzekerd waren

In afwijking van artikel 2.11, tweede lid, wordt voor een grote of middelgrote werkgever die uiterlijk op 1 juli 2015 publiek verzekerd was tot het moment dat aan hem op grond van artikel 40, aanhef en eerste lid, onderdeel b, toestemming is verleend om zelf het risico te dragen van betaling van het daarvoor in aanmerking komende deel van de WGA-uitkering het individuele werkgeversrisicopercentage verkregen door de uitkeringen van de aan de werkgever toe te rekenen WGA-lasten, die in het tweede kalenderjaar vóór het kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld zijn betaald, te vermenigvuldigen met honderd en de uitkomst van deze berekening te delen door het ten laste van die werkgever komende gemiddelde premieplichtige loon per jaar, berekend over het tijdvak van vijf kalenderjaren, eindigend één jaar voor aanvang van het kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld.

Artikel

2.18

Opslag en korting bij te veel betaalde uitkering en regres

§

3

Bijzondere bepalingen in verband met overige ziekengeld- en WGA-lasten en WGA-staartlasten

Artikel

2.19

Begripsbepalingen

In deze paragraaf en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

2.19a

Fondsbelasting overige ziekengeld- en WGA-lasten

Artikel

2.19b

WGA-staartlasten

Artikel

2.19c

Overgangsbepaling WGA-staartlasten en flexibele dienstbetrekkingen

In afwijking van artikel 2.19b komen de volgende lasten ten laste van het staartlastenvermogen van de Werkhervattingskas:

§

4

Gedifferentieerde premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds

Artikel

2.19d

Vaststelling gedifferentieerde premie Arbeidsongeschiktheidsfonds

Hoofdstuk

2a

Quotumheffing

Artikel

2.20

Gemiddeld aantal verloonde uren

Artikel

2.21

Aantal verloonde uren voor quotumheffing

Artikel

2.22

Variabelen formule quotumpercentage

Artikel

2.23

Bepaling quotumtekort

Hoofdstuk

2b

Aanwijzing persoon die voldoet aan een vastgestelde indicatie en aanwijzing voorzieningen bij beoordeling arbeidsbeperkte in de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten

Artikel

2.24

Aanwijzing persoon die voldoet aan een vastgestelde indicatie als arbeidsbeperkte zonder beoordeling

Artikel

2.25

Aanwijzing persoon die voldoet aan een vastgestelde indicatie als arbeidsbeperkte met beoordeling

Artikel

2.26

Uitbreiding arbeidsbeperkte door aanwijzing voorzieningen bij activering quotumheffing

Hoofdstuk

2c

Registratie inleenverbanden en aanwijzing categorieën arbeidsbeperkten en werknemers voor berekening quotumtekort

Artikel

2.27

Definities

Artikel

2.28

Aanwijzing categorie arbeidsbeperkten die ter beschikking zijn gesteld en tevens meetellen voor de berekening van het quotumtekort bij de inlener

Artikel

2.29

Verplichtingen uitlener

De uitlener, die verloonde uren van de uitgeleende arbeidsbeperkte toerekent aan de inlener, controleert de door het UWV aangeleverde gegevens over de inleenverbanden, bedoeld in artikel 3.2b van het Besluit SUWI, en vult deze gegevens aan met het identificatienummer van de inlener, indien artikel 2.28, tweede lid van toepassing is.

Artikel

2.30

Verplichtingen inlener

De inlener, die verloonde uren van de arbeidsbeperkte toegerekend krijgt van de uitlener, controleert, nadat de uitlener aan zijn verplichtingen, genoemd in artikel 2.29, heeft voldaan, de door het UWV aangeleverde gegevens over de inleenverbanden, bedoeld in artikel 3.2b van het Besluit SUWI, en fiatteert indien akkoord uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het kalenderjaar waarover de quotumheffing wordt geheven, indien artikel 2.28, tweede lid van toepassing is.

Artikel

2.31

Aanwijzing categorie werknemers van wie verloonde uren in mindering worden gebracht op het totaal aantal verloonde uren

Als werknemer, bedoeld in artikel 38g, vijfde lid, van de Wfsv van wie de verloonde uren in mindering wordt gebracht op het totaal aantal verloonde uren, bedoeld in artikel 38g, derde lid, van de Wfsv met betrekking tot variabele A, wordt aangewezen:

Artikel

2.32

Nadere bepaling variabelen quotumpercentages [Aanwijzing categorie werknemers waarvan verloonde uren in mindering worden gebracht op het totaal aantal verloonde uren bij werkgevers in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid bedoeld in artikel 38f, tweede lid, voor de berekening van het quotumpercentage]

Voor de berekening van de quotumpercentages, bedoeld in artikel 38f, tweede lid, van de Wfsv, wordt voor de toepassing van de variabelen van de formule, bedoeld in dat lid, het volgende in acht genomen:

  • a.

    voor variabele D en E: het totaal aantal banen bij werkgevers in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid (variabele D) vermenigvuldigd met het gemiddeld aantal verloonde uren van werknemers in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid (variabele E), wordt verminderd met de verloonde uren van uitzendpersoneel in de zin van artikel 2.27.

  • b.

    voor variabele F: het aantal arbeidsbeperkten, bedoeld in artikel 38b, tweede lid van de Wfsv, bij werkgevers die op grond van artikel 34, derde, vierde en zesde lid, quotumheffing zijn verschuldigd, bedraagt voor de overheidssector in:

    • 1°.

      2017 van 256;

    • 2°.

      2018 van 534;

    • 3°.

      2019 van 811;

    • 4°.

      2020 van 1.089;

    • 5°.

      2021 van 1.367;

    • 6°.

      2022 van 1.644;

    • 7°.

      2023 en verder van 1.922;

  • c.

    voor variabele F: het aantal arbeidsbeperkten, bedoeld in artikel 38b, tweede lid van de Wfsv, bij werkgevers die op grond van artikel 34, derde, vierde en zesde lid, quotumheffing zijn verschuldigd, bedraagt voor de niet-overheidssector in:

    • 1°.

      2017 van 744;

    • 2°.

      2018 van 1.348;

    • 3°.

      2019 van 1.953;

    • 4°.

      2020 van 2.557;

    • 5°.

      2021 van 3.161;

    • 6°.

      2022 van 3.766;

    • 7°.

      2023 van 4.370;

    • 8°.

      2024 van 4.974;

    • 9°.

      2025 en de volgende jaren van 5.578.

  • d.

    voor variabele G: het gemiddeld aantal verloonde uren van arbeidsbeperkten, bedoeld in artikel 38b, tweede lid van de Wfsv, in de sector overheid onderscheidenlijk de sector niet-overheid tezamen bedraagt 1.331 uren per jaar.

Artikel

2.33

Aanwijzing categorieën werknemers wiens verloonde uren in mindering worden gebracht voor de bepaling van de quotumplichtige werkgever (bepaling grootte)

Hoofdstuk

3

De financiering van de vrijwillige algemene ouderdomsverzekering en de vrijwillige nabestaandenverzekering

Artikel

3.1

Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Artikel

3.2

Mededeling SVB inzake premie

Vervallen

Artikel

3.3

Vaststelling premie

Artikel

3.4

Voorlopige premievaststelling

Artikel

3.5

Premiebetaling

Artikel

3.7

Premiebetaling bij vrijwillige AOW-verzekering over achterliggende periode

Indien een verzekerde als bedoeld in artikel 38 van de AOW binnen drie maanden na de door de SVB gestelde termijn de verschuldigde AOW-premie niet geheel heeft betaald, wordt over een zodanig gedeelte van de periode, waarop de premiebetaling betrekking heeft, geacht AOW-premie te zijn betaald als de betaalde AOW-premie zich verhoudt tot de totaal verschuldigde AOW-premie. Daarbij wordt geacht AOW-premie te zijn betaald over de periode, welke het verst verwijderd ligt van het tijdstip van de aanvang van de verplichte verzekering.

Artikel

3.8

Vaststelling vrijwillige verzekeringsperiode na onvolledige betaling

Hoofdstuk

4

Beheerskosten en enige zorgkosten uit het Fonds langdurige zorg

Artikel

4.1

Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b.

    Flz: het Fonds langdurige zorg, genoemd in artikel 89 van de Wfsv;

  • c.

    Wlz: de Wet langdurige zorg;

  • d.

    kosten van zorg: kosten van verleende zorg en overige diensten als bedoeld in paragraaf 3.1 van de Wlz, met uitzondering van de kosten van forensische zorg als bedoeld in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg of forensische zorg als aangemerkt in of krachtens een algemene maatregel van bestuur;

  • e.

    beheerskosten: de beheerskosten van de in de Wlz geregelde verzekering, waaronder begrepen de kosten van controle in het kader van die verzekering en waaronder niet begrepen de beheerskosten voor forensische zorg als bedoeld in het Interimbesluit forensische zorg;

  • f.

    Wlz-uitvoerder: een Wlz-uitvoerder als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz;

  • g.

    onverantwoorde uitgaven: uitgaven waarvan de Nederlandse zorgautoriteit heeft vastgesteld dat ze niet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de verzekering ingevolge de Wlz;

  • h.

    beheerskostenbudget: de ten laste van het Flz voor de Wlz-uitvoerders beschikbare middelen ter dekking van de voor de uitvoering van de Wlz te maken beheerskosten;

  • i.

    CAK: het CAK, genoemd in artikel 6.1.1 van de Wlz;

  • j.

    zorgaanbieder: een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wlz dan wel een solistisch werkende zorgverlener als bedoeld in dat artikel.

Artikel

4.2

Vergoeding kosten van zorg die niet door CAK worden uitbetaald

Artikel

4.3

Macrobudget beheerskosten Wlz

Artikel

4.4

Beheerskostenbudget Wlz-uitvoerder en SVB

Artikel

4.5

Beheerskosten bij uitbesteding van werkzaamheden

Artikel

4.6

Reserve uitvoering Wlz

Artikel

4.7

Toezicht op opgaven

De zorgautoriteit is bevoegd opgaven en gegevens van een Wlz-uitvoerder die van invloed zijn op de omvang van de ten laste van het Flz beschikbare middelen en op de hoogte van de kosten van zorg, op hun juistheid te beoordelen en te verbeteren.

Artikel

4.8

Betaalbaarstelling

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

5.2

Intrekking algemene maatregelen van bestuur

Artikel

5.3

Inwerkingtreding

Artikel

5.4

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Wfsv.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid , A. J. de Geus
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport , J. F. Hoogervorst
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid , H. A. L. van Hoof
De Staatssecretaris van Financiën , J. G. Wijn
De Minister van Justitie , J. P. H. Donner