Wet van 21 juli 2007, houdende regels inzake de verwerking van politiegegevens (Wet politiegegevens)

Wet politiegegevens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels vast te stellen voor het verwerken van politiegegevens;
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer met betrekking tot die verwerking uitvoering dient te worden gegeven aan artikel 10, tweede en derde lid, van de Grondwet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

(definities)

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    politiegegeven: elk persoonsgegeven dat wordt verwerkt in het kader van de uitvoering van de politietaak, bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de Politiewet 2012, met uitzondering van:

  • b.

    persoonsgegeven: alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon;

  • c.

    verwerken van politiegegevens: elke bewerking of elk geheel van bewerkingen met betrekking tot politiegegevens of een geheel van politiegegevens, al dan niet uitgevoerd op geautomatiseerde wijze, zoals het verzamelen, vastleggen, ordenen, structureren, opslaan, bijwerken of wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiden of op andere wijze ter beschikking stellen, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, afschermen of vernietigen van politiegegevens;

  • d.

    verstrekken van politiegegevens: het bekend maken of ter beschikking stellen van politiegegevens;

  • e.

    ter beschikking stellen van politiegegevens: het verstrekken van politiegegevens aan personen die overeenkomstig deze wet zijn geautoriseerd voor het verwerken van politiegegevens;

  • f.

    verwerkingsverantwoordelijke: dit is bij:

    • 1°.

      de politie: de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

    • 2°.

      de rijksrecherche: het College van procureurs-generaal;

    • 3°.

      de Koninklijke marechaussee: Onze Minister van Defensie;

    • 4°.

      een gemeenschappelijke verwerking van politiegegevens met het oog op een gemeenschappelijk doel door twee of meer organisaties als bedoeld in dit onderdeel: de verwerkingsverantwoordelijke die door de betrokken verwerkingsverantwoordelijken is belast met de feitelijke zorg voor de verwerking en het treffen van de maatregelen, bedoeld in de artikelen 4 en 4a;

  • g.

    betrokkene: degene op wie een politiegegeven betrekking heeft;

  • h.

    Autoriteit persoonsgegevens: de autoriteit, bedoeld in artikel 6 van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming;

  • i.

    verwerker: de natuurlijke persoon of rechtspersoon, overheidsinstantie, dienst of enig ander orgaan die of dat ten behoeve van de verwerkingsverantwoordelijke politiegegevens verwerkt. Indien een verwerker in strijd met het bij of krachtens deze wet bepaalde de doeleinden en middelen van de verwerking bepaalt, wordt die verwerker met betrekking tot die verwerking als verwerkingsverantwoordelijke aangemerkt;

  • j.

    Onze Ministers: Onze Ministers van Veiligheid en Justitie en van Defensie gezamenlijk;

  • k.

    ambtenaar van politie: de ambtenaar, bedoeld in artikel 2 van de Politiewet 2012, alsmede de ambtenaar van de Koninklijke marechaussee voor zover werkzaam ter uitvoering van de politietaak, bedoeld in onderdeel a, en indien artikel 46 wordt toegepast, de ambtenaar, werkzaam bij de in dat artikel genoemde dienst en de ambtenaar, bedoeld in artikel 142, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • l.

    bevoegde autoriteit: iedere overheidsinstantie die bevoegd is voor de taken, bedoeld in onderdeel a, of ieder ander orgaan dat of iedere andere entiteit die is gemachtigd openbaar gezag en openbare bevoegdheden uit te oefenen met het oog op de taken, bedoeld in onderdeel a;

  • m.

    gerelateerde gegevens: de politiegegevens die bij de vergelijking van gegevens, bedoeld in de artikelen 8, tweede lid, 11, eerste en tweede lid, 12, vierde lid en 24, eerste en tweede lid, overeenkomen en de erbij behorende gegevens alsmede de politiegegevens waarmee bij het in combinatie met elkaar verwerken van politiegegevens, bedoeld in de artikelen 8, derde lid, en 11, vierde lid, verband blijkt te bestaan;

  • n.

    afschermen: het markeren van opgeslagen politiegegevens met als doel de verwerking ervan in de toekomst te beperken;

  • o.

    bestand: elk gestructureerd geheel van politiegegevens dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is, ongeacht of dit geheel van gegevens gecentraliseerd of gedecentraliseerd is, dan wel verspreid op een functioneel of geografisch bepaalde wijze;

  • p.

    ontvanger: de natuurlijke persoon aan wie of de rechtspersoon of overheidsinstantie waaraan politiegegevens worden verstrekt;

  • q.

    inbreuk op de beveiliging: een inbreuk op de beveiliging met de vernietiging, het verlies, de wijziging, de bekendmaking of de ter beschikkingstelling van of de ongeoorloofde toegang tot doorgezonden, opgeslagen of anderszins verwerkte politiegegevens tot gevolg;

  • r.

    genetische gegevens: persoonsgegevens met betrekking tot de overgeërfde of verworven genetische kenmerken van een natuurlijke persoon die unieke informatie verschaffen over de fysiologie of de gezondheid van die persoon en die met name voortkomen uit een analyse van een biologisch monster van die persoon;

  • s.

    biometrische gegevens: persoonsgegevens die het resultaat zijn van een specifieke technische verwerking met betrekking tot de fysieke, fysiologische, of gedragskenmerken van een natuurlijke persoon op grond waarvan de eenduidige identificatie van die persoon mogelijk is of bevestigd wordt, zoals afbeeldingen van het gezicht of dactyloscopische gegevens;

  • t.

    gegevens over gezondheid: persoonsgegevens met betrekking tot de fysieke of mentale gezondheid van een natuurlijke persoon, waaronder gegevens over verleende gezondheidsdiensten, waarmee informatie over zijn gezondheid wordt gegeven;

  • u.

    profilering: elke vorm van geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens waarbij aan de hand van die gegevens bepaalde persoonlijke aspecten van een natuurlijke persoon worden geëvalueerd, met de bedoeling met name aspecten betreffende zijn beroepsprestaties, economische situatie, gezondheid, persoonlijke voorkeuren, interesses, betrouwbaarheid, gedrag, locatie of verplaatsingen te analyseren of te voorspellen;

  • v.

    derde land: ieder land of gebied dat geen lidstaat is of daarvan geen onderdeel uitmaakt;

  • w.

    internationale organisatie: een organisatie en de daaronder ressorterende internationaalpubliekrechtelijke organen of andere organen die zijn opgericht bij of op grond van een overeenkomst tussen twee of meer landen;

  • x.

    richtlijn: Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van het Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad;

  • y.

    lidstaat: lidstaat van de Europese Unie die de richtlijn heeft geïmplementeerd.

Artikel

2

(reikwijdte)

Artikel

3

(noodzakelijkheid, rechtmatigheid en doelbinding)

Artikel

4

(juistheid en volledigheid politiegegevens)

Artikel

4a

(gegevensbescherming door beveiliging en ontwerp)

Artikel

4b

(gegevensbescherming door standaardinstellingen)

Artikel

4c

(gegevensbeschermingseffectbeoordeling)

Artikel

5

(bijzondere categorieën van politiegegevens)

De verwerking van politiegegevens waaruit ras, etnische afkomst, politieke opvattingen, religieuze of levensbeschouwelijke overtuiging, of het lidmaatschap van een vakbond blijkt, en de verwerking van genetische gegevens, biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een natuurlijke persoon, of gegevens over gezondheid, seksuele leven en seksuele gerichtheid vindt slechts plaats wanneer dit onvermijdelijk is voor het doel van de verwerking, in aanvulling op de verwerking van andere politiegegevens betreffende de persoon en de gegevens afdoende zijn beveiligd.

Artikel

6

(autorisaties)

Artikel

6a

(toegang tot politiegegevens)

Artikel

6b

(onderscheid tussen verschillende categorieën van betrokkenen)

De verwerkingsverantwoordelijke maakt in voorkomend geval en voor zover mogelijk een duidelijk onderscheid tussen politiegegevens betreffende verschillende categorieën van betrokkenen, zoals:

  • a.

    personen ten aanzien van wie gegronde vermoedens bestaan dat zij een strafbaar feit hebben gepleegd of zullen gaan plegen;

  • b.

    slachtoffers van een strafbaar feit, of personen ten aanzien van wie op basis van bepaalde feiten wordt vermoed dat zij slachtoffer kunnen worden van een strafbaar feit;

  • c.

    derden, zoals getuigen of personen die anderszins informatie kunnen verstrekken over strafbare feiten, of personen die contact hebben of banden onderhouden met één van de personen, bedoeld onder a of d;

  • d.

    personen die voor een strafbaar feit zijn veroordeeld.

Artikel

6c

(verwerker)

Artikel

7

(geheimhoudingsplicht)

Artikel

7a

(geautomatiseerde individuele besluitvorming)

§

2

De verwerking van politiegegevens met het oog op de uitvoering van de politietaak

Artikel

8

(uitvoering van de dagelijkse politietaak)

Artikel

9

(onderzoek in verband met de handhaving van de rechtsorde in een bepaald geval)

Artikel

10

(inzicht in de betrokkenheid van personen bij bepaalde ernstige bedreigingen van de rechtsorde)

Artikel

11

(geautomatiseerd vergelijken en in combinatie zoeken)

Artikel

12

(informanten)

Artikel

13

(ondersteunende taken)

Artikel

14

(bewaartermijnen)

Artikel

15

(ter beschikking stellen van politiegegevens)

Artikel

15a

(ter beschikkingstelling binnen Europese Unie)

§

3

De doorgifte of verstrekking van politiegegevens aan anderen dan politie en Koninklijke marechaussee

Artikel

16

(verstrekking aan gezagsdragers)

Artikel

17a

(doorgiften aan derde landen)

Artikel

18

(verstrekking aan derden structureel)

Artikel

19

(verstrekking aan derden incidenteel)

In bijzondere gevallen kan de verwerkingsverantwoordelijke, voor zover dit noodzakelijk is met het oog op een zwaarwegend algemeen belang, in overeenstemming met het bevoegd gezag, bedoeld in de artikelen 11, 12 en 14 van de Politiewet 2012, beslissen tot het verstrekken van politiegegevens aan personen of instanties voor de volgende doeleinden:

  • a.

    het voorkomen en opsporen van strafbare feiten;

  • b.

    het handhaven van de openbare orde;

  • c.

    het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven;

  • d.

    het uitoefenen van toezicht op het naleven van regelgeving.

Artikel

20

(verstrekking aan derden structureel voor samenwerkingsverbanden)

Artikel

21

(nadere regels bij algemene maatregel van bestuur)

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de categorieën van politiegegevens die worden of kunnen worden verstrekt op grond van de artikelen 18, 19 en 20.

Artikel

22

(verwerking voor wetenschappelijk onderzoek en statistiek)

Artikel

23

(rechtstreekse verstrekking)

Artikel

24

(rechtstreekse verstrekking aan inlichtingen- en veiligheidsdiensten)

§

4

Rechten van de betrokkene

Artikel

24a

(informatie aan de betrokkene)

Artikel

24b

(verstrekking van informatie aan de betrokkene)

Artikel

25

(recht op inzage)

Artikel

26

(formaliteiten)

Artikel

27

(uitzonderingen)

Artikel

28

(recht op rectificatie en vernietiging van politiegegevens)

§

4a

Rechtsbescherming

Artikel

29

(toepasselijkheid Awb)

Artikel

30

(mededeling van verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming)

Vervallen

Artikel

31

(vergoeding van kosten)

Vervallen

Artikel

31a

(klacht bij Autoriteit persoonsgegevens)

Artikel

31c

(schadevergoeding)

§

5

Controle en toezicht op de gegevensverwerking

Artikel

31d

(register)

Artikel

32

(documentatie)

Artikel

32a

(logging)

Artikel

33

(audits)

Artikel

33a

(melding datalekken)

Artikel

33b

(voorafgaand raadplegen Autoriteit persoonsgegevens)

Artikel

34

(privacyfunctionaris)

Artikel

35a

(positie Autoriteit persoonsgegevens)

Artikel

35b

(taken Autoriteit persoonsgegevens)

Artikel

35c

(bevoegdheden Autoriteit persoonsgegevens)

Artikel

35d

(samenwerking met toezichthoudende autoriteiten in andere lidstaten)

Artikel

36

(functionaris voor gegevensbescherming)

§

5a

Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Artikel

36a

(toepasselijkheid op Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

Deze wet is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba met inachtneming van het in deze paragraaf bepaalde.

Artikel

36b

In afwijking van artikel 1, onder b, f en k, wordt voor de toepassing van deze wet in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba uitsluitend verstaan onder:

Artikel

36c

(omzetting bepalingen naar toepasselijkheid Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

Artikel

36d

(verstrekking aan gezagsdragers Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

Artikel

36e

(verstrekking aan Nederlandse opsporingsinstanties en het openbaar ministerie en aan derde landen en internationale organisaties)

Artikel

36f

(toepasselijkheid Wet administratieve rechtspraak BES)

§

6

Wijziging van andere wetten

Artikel

37

Wijzigt de Politiewet 1993, de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel

38

Wijzigt de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof.

Artikel

39

Wijzigt de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel

40

Wijzigt de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

Artikel

41

Wijzigt de Wet melding ongebruikelijke transacties.

Artikel

42

Wijzigt de Wet tot instelling van het Internationaal Tribunaal voor vervolging van personen aansprakelijk voor ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht op het grondgebied van het voormalige Joegoslavië 1991.

Artikel

43

Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.

Artikel

44

Wijzigt de Wet documentatie vennootschappen.

Artikel

45

Wijzigt de Luchtvaartwet.

§

7

Slotbepalingen

Artikel

46

(toepassing op gegevensverwerking door bijzondere opsporingsdiensten)

Artikel

47

(evaluatiebepaling)

Onze Ministers zenden binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet, en vervolgens telkens na vier jaar, gehoord de Autoriteit persoonsgegevens, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

48

(overgangsbepaling)

In wettelijke procedures en rechtsgedingen tegen een beslissing die op grond van de Wet politieregisters is genomen op een verzoek om kennisneming, verbetering, aanvulling, verwijdering of afscherming van politiegegevens, dan wel op tegen een dergelijke beslissing in te stellen of ingesteld beroep, blijven, zowel in eerste aanleg als in verdere instantie, de regels van toepassing, die golden voor de intrekking van die wet.

Artikel

51

(inwerkingtreding)

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

52

(citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Wet politiegegevens.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Tavarnelle
Beatrix
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. ter Horst
De Minister van Defensie, E. van Middelkoop
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin