Besluit van 1 oktober 2007, houdende uitvoering van titel 7.5 (Pacht) van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet grondkamers en de Wet op de rechterlijke organisatie (Uitvoeringsbesluit pacht)

Uitvoeringsbesluit pacht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 12 juli 2007, nr. TRCJZ/2007/2246, Directie Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie;
De Raad van State gehoord (advies van 9 augustus 2007, no. W11.07.0259/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 september 2007 nr. TRCJZ/2007/2930, Directie Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Uitvoering van artikel 393, derde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek

Artikel

2

De hoogst toelaatbare vergoeding is die welke de grondkamer voor elk geval afzonderlijk vaststelt met inachtneming van dit hoofdstuk.

Artikel

3

De hoogst toelaatbare vergoeding voor een verplichting als bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6 is de uitkomst van de vermenigvuldiging van de in de onderscheiden artikelen bij die verplichting aangegeven factor, met de voor elk geval afzonderlijk van toepassing zijnde hoogst toelaatbare pachtprijs van het land zonder woningen of andere opstallen, vastgesteld volgens het Pachtprijzenbesluit 2007.

Artikel

4

De factor, bedoeld in artikel 3, bedraagt voor de navolgende in een pachtovereenkomst op te nemen verplichtingen ter zake van een beperking van de mestgift:

maximaal 200 kg N (stikstof)

0,26

maximaal 100 kg N (stikstof)

0,42

maximaal 50 kg N (stikstof)

0,51

0 kg N (stikstof)

0,62

0 kg NPK (stikstof, fosfor, kalium)

0,73

Artikel

5

De factor, bedoeld in artikel 3, bedraagt voor de navolgende in een pachtovereenkomst op te nemen verplichtingen ter zake van het uitstellen van de eerste maai- en weidedatum:

Niet eerder dan 15 juni

0,23

Niet eerder dan 30 juni

0,30

Niet eerder dan 15 juli

0,40

Artikel

6

Voor één of meer overige in een pachtovereenkomst op te nemen verplichtingen waarin niet is voorzien in artikel 4 of 5 bedraagt de factor, bedoeld in artikel 3, in totaal 0,23.

Artikel

7

In geval van opname in een pachtovereenkomst van meerdere verplichtingen als bedoeld in de artikelen 4, 5 en 6, geldt de hoogste van de in die artikelen bij deze verplichtingen aangegeven factoren als de factor, bedoeld in artikel 3.

Hoofdstuk

2

Uitvoering van de artikelen 1, 9, 15, 16, 42 en 44, eerste lid, van de Uitvoeringswet grondkamers

Paragraaf

1

Rechtsgebied grondkamers

Artikel

8

Er is een grondkamer Noord, een grondkamer Oost, een grondkamer Zuid, een grondkamer Zuidwest en een grondkamer Noordwest.

Artikel

9

Artikel

10

De grondkamers hebben als standplaats Deventer.

Artikel

11

Paragraaf

2

Tarieven grondkamers en Centrale Grondkamer

Artikel

12

Artikel

13

Indien binnen twee maanden nadat een ontwerp-pachtovereenkomst of een ontwerp-overeenkomst tot wijziging van een pachtovereenkomst is goedgekeurd een overeenkomst wordt ingezonden, die gelijk is aan de reeds goedgekeurde ontwerp-overeenkomst, wordt voor de behandeling van een verzoek tot goedkeuring daarvan een recht geheven van € 126,– per 1 januari 2024: € 159,–.

Artikel

15

Artikel

17

Voor de behandeling van een verzoek tot goedkeuring van een overeenkomst tot beëindiging van een pachtovereenkomst als bedoeld in artikel 323 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt een recht geheven van € 126,– per 1 januari 2024: € 159,–.

Artikel

18

Voor de behandeling van niet in deze paragraaf genoemde verzoeken wordt een recht geheven van € 126,– per 1 januari 2024: € 159,–.

Artikel

19

Worden met betrekking tot dezelfde pachtovereenkomst verscheidene verzoeken gelijktijdig bij de grondkamer ingediend, dan wordt van de rechten, die bij afzonderlijke behandeling voor elk van deze verzoeken zouden worden geheven, slechts het hoogste geheven.

Artikel

20

Artikel

21

Afschriften van ter goedkeuring ingediende overeenkomsten en van beschikkingen die niet reeds ambtshalve aan partijen zijn toegezonden, worden door de grondkamer of de Centrale Grondkamer verstrekt tegen betaling van € 0,91 per bladzijde en van portokosten.

Artikel

21a

Paragraaf

3

Reglement voor de grondkamers en de Centrale Grondkamer

Artikel

22

De voorzitters, de plaatsvervangende voorzitters, de leden, de plaatsvervangende leden, de secretarissen en de plaatsvervangende secretarissen van de grondkamers alsmede de griffier en de plaatsvervangende griffiers van de Centrale Grondkamer zullen, elk naar de wijze van zijn godsdienstige gezindheid, alvorens in dienst te treden de eed of belofte afleggen:

«Ik zweer/beloof dat ik trouw zal zijn aan de Koning en dat ik de Grondwet en alle overige wetten van ons land zal eerbiedigen;

Ik zweer/verklaar dat ik noch direct, noch indirect in welke vorm dan ook valse informatie heb verstrekt in verband met het verkrijgen van mijn aanstelling/dienstverband;

Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling/dienstverband aan niemand iets heb geschonken of beloofd en dat ik dit ook niet zal gaan doen;

Ik zweer/verklaar dat ik tot het verkrijgen van mijn aanstelling/dienstverband van niemand giften heb aanvaard en aan niemand beloften heb gedaan en dat ik dit ook niet zal gaan doen;

Ik zweer/beloof dat ik plichtsgetrouw en nauwgezet de mij opgedragen taken zal vervullen en zaken die mij uit hoofde van mijn functie vertrouwelijk ter kennis komen of waarvan ik het vertrouwelijke karakter moet inzien, geheim zal houden voor anderen dan die personen aan wie ik ambtshalve tot mededeling verplicht ben;

Ik zweer/beloof dat ik mij zal gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt, dat ik zorgvuldig, onkreukbaar en betrouwbaar zal zijn en dat ik niets zal doen dat het aanzien van het ambt zal schaden.

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!/Dat verklaar en beloof ik!».

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

De voorzitter en de leden van de grondkamer en hun plaatsvervangers alsmede de leden en de plaatsvervangende leden van de Centrale Grondkamer ontvangen van de secretaris onderscheidenlijk de griffier de nodige kennisgeving van de zittingen en andere bijeenkomsten, waarbij zij tegenwoordig moeten zijn.

Artikel

28

Artikel

29

Het secretariaat van de grondkamer en de griffie van de Centrale Grondkamer zijn alle werkdagen gedurende ten minste zes uren per dag geopend.

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

33

Artikel

34

Ieder lid of plaatsvervangend lid van een grondkamer of van de Centrale Grondkamer, die weet, dat er enige reden van wraking tegen hem bestaat, is gehouden deze aan het college waarin hij zitting heeft op te geven.

Artikel

36

Artikel

37

De zittingen van de grondkamers en van de Centrale Grondkamer zijn openbaar.

Artikel

38

Artikel

39

De grondkamers en de Centrale Grondkamer kunnen de persoonlijke verschijning van partijen gelasten.

Artikel

40

Artikel

41

De voorzitter, de leden en de secretaris van de grondkamer alsmede de voorzitter, de leden en de griffier van de Centrale Grondkamer zullen zich ter zitting onthouden van uitingen, waarin zij van hun persoonlijke gevoelen ten opzichte van de aanhangige zaak of van het standpunt van één der partijen doen blijken.

Artikel

42

Artikel

43

Paragraaf

4

Vergoedingen voor de grondkamers en de Centrale Grondkamer

Artikel

44

Artikel

45

Artikel

46

Artikel

47

Indien geen bezichtiging als bedoeld in artikel 46, eerste en tweede lid, plaatsvindt, wordt een vergoeding toegekend van € 2,27 per afgehandeld dossier aan de leden en de plaatsvervangende leden van de grondkamer en de leden en de plaatsvervangende leden van de Centrale Grondkamer, behalve als zij als rechterlijk ambtenaar een bezoldigd ambt bekleden.

Artikel

48

De leden en plaatsvervangende leden van de Centrale Grondkamer die als rechterlijk ambtenaar een bezoldigd ambt bekleden genieten in verband met de in de vorige artikelen genoemde werkzaamheden een vergoeding voor reis- en verblijfkosten overeenkomstig hetgeen daarover in de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren die krachtens een arbeidsovereenkomst met de Staat werkzaam zijn is overeengekomen.

Artikel

49

Artikel

49a

Hoofdstuk

3

Uitvoering van de artikelen 48b, tweede en derde lid, en 69a van de Wet op de rechterlijke organisatie

Paragraaf

1

Eed en belofte deskundige leden van de pachtkamers

Artikel

50

Artikel

51

Paragraaf

2

Vergoedingen deskundige leden van de pachtkamers

Artikel

55

Artikel

56

Hoofdstuk

4

Aanpassing algemene maatregelen van bestuur

Artikel

57

Wijzigt het Besluit herverkaveling.

Artikel

58

Wijzigt het Besluit grondbankstelsel.

Artikel

59

Wijzigt Besluit uitvoering artikel 15, tweede lid, Vorderingswet 1962.

Artikel

60

Wijzigt de Schadeloosstellingsregeling Luchtvaartwet.

Artikel

61

Wijzigt het Pachtprijzenbesluit 2007.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin