Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 11 juli 2008, nr. TRCJZ/2008/2015, houdende regels inzake aquacultuur (Regeling aquacultuur)

Regeling aquacultuur

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEU 21), Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 februari 2004 betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEU L 49), Richtlijn nr. 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395/13), Richtlijn nr. 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224/29), Richtlijn nr. 91/496/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen nrs. 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (PbEG L 268/56), Richtlijn nr. 96/22/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1996 betreffende het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van ß-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen nrs. 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PbEG L 125), Richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 24), Richtlijn nr. 2006/88/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (PbEG L 328);

Besluit:

Titel

1

Algemeen

§

1.1

Definities

Artikel

1.1.1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    richtlijn nr. 89/662/EEG: Richtlijn nr. 89/662/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 395/13);

  • b.

    richtlijn nr. 90/425/EEG: Richtlijn nr. van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224/29);

  • c.

    richtlijn nr. 91/496/EEG: Richtlijn nr. 91/496/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1991 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor dieren uit derde landen die in de Gemeenschap worden binnengebracht en tot wijziging van de Richtlijnen 89/662/EEG, 90/425/EEG en 90/675/EEG (PbEG L 268/56);

  • d.

    richtlijn nr. 96/22/EG: Richtlijn nr. 96/22/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 1996 betreffende het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van ß-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (PbEG L 125);

  • e.

    richtlijn nr. 97/78/EG: Richtlijn nr. 97/78/EG van de Raad van de Europese Unie van 18 december 1997 tot vaststelling van de beginselen voor de organisatie van de veterinaire controles voor producten die uit derde landen in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEG L 24);

  • g.

    richtlijn nr. 2006/88/EG: Richtlijn nr. 2006/88/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 oktober 2006, betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (PbEG L 328);

  • h.

    verordening nr. 136/2004: Verordening (EG) nr. 136/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 22 januari 2004 tot vaststelling van procedures voor de veterinaire controles in de grensinspectieposten van de Gemeenschap bij het binnenbrengen van producten uit derde landen (PbEU 21);

  • i.

    verordening nr. 282/2004: Verordening (EG) nr. 282/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 18 februari 2004 betreffende de vaststelling van een document voor de aangifte en de veterinaire controle van uit derde landen afkomstige dieren die in de Gemeenschap worden binnengebracht (PbEU L 49);

  • j.

    verordening nr. 882/2004: Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU L 165);

  • k.

    verordening nr. 853/2004: Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (Pb L 139);

  • l.

    beschikking 93/444/EEG: Beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 2 juli 1993 houdende toepassingsbepalingen inzake het intracommunautaire handelsverkeer van bepaalde levende dieren en produkten die bestemd zijn voor uitvoer naar derde landen (PbEG L 208).

Artikel

1.1.2

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Minister: de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

  • b.

    VWA: Voedsel en Waren Autoriteit;

  • c.

    ambtenaar: ambtenaar als bedoeld in artikel 114, tweede lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • d.

    lidstaat: land, niet zijnde Nederland, dat lid is van de Europese Gemeenschappen;

  • e.

    derde land: land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lidstaat;

  • f.

    communautaire maatregel: verordening, richtlijn of beschikking als bedoeld in artikel 249 van het EG-verdrag;

  • g.

    communautaire uitvoeringsmaatregel: verordening, richtlijn of beschikking als bedoeld in artikel 249 van het EG-verdrag, vastgesteld krachtens een communautaire maatregel, genoemd in artikel 1.1.1;

  • h.

    aquacultuurdier: aquacultuurdier als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • i.

    aquacultuurproductiebedrijf: aquacultuurproductiebedrijf als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • j.

    waterdier: waterdier als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • k.

    aquacultuurverwerkingsbedrijf: levensmiddelenbedrijf dat overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 853/2004 erkend is met het oog op het verwerken van aquacultuurdieren voor voedingsdoeleinden;

  • l.

    kwekerij: kwekerij als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel h, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • m.

    kweekgebied van weekdieren: kweekgebied van weekdieren als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel j, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • n.

    waterdier voor sierdoeleinden: waterdier voor sierdoeleinden als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel k, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • o.

    in de handel brengen: de verkoop, met inbegrip van het te koop aanbieden, of enige andere vorm van al dan niet gratis overdracht, alsmede iedere vorm van verplaatsing van aquacultuurdieren in Nederland en in een lidstaat;

  • p.

    put-en-take-visbedrijven: put-en-take-visbedrijven als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel n, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • q.

    wild waterdier: wild waterdier als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel p, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • r.

    compartiment: compartiment als bedoeld in bijlage I, onderdeel a, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • s.

    epizoötiologische eenheid: epizoötiologische eenheid als bedoeld in bijlage I, onderdeel g, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • t.

    verdere verwerking: verdere verwerking als bedoeld in bijlage I, onderdeel i, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • u.

    verhoogde sterfte: een onverklaarbaar aantal sterfgevallen dat aanzienlijk boven het onder gegeven omstandigheden voor de kwekerij of het kweekgebied van weekdieren in kwestie normale niveau ligt;

  • v.

    quarantaine: quarantaine als bedoeld in bijlage I, onderdeel m, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • w.

    gevoelige soort: gevoelige soort als bedoeld in bijlage I, onderdeel n, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • x.

    gebied: gebied als bedoeld in bijlage I, onderdeel p, van richtlijn nr. 2006/88/EG;

  • y.

    erkende inspectiepost: op Nederlands grondgebied gelegen inspectiepost die is aangewezen en erkend overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van richtlijn nr. 91/496/EEG voor zover het de in- of doorvoer van aquacultuurdieren betreft onderscheidenlijk het bepaalde in artikel 6 van richtlijn nr. 97/78/EG voor zover het de in- of doorvoer van producten van aquacultuurdieren betreft;

  • z.

    importeur: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die aquacultuurdieren of producten daarvan met het oog op de invoer of doorvoer bij een erkende inspectiepost ten onderzoek aanbiedt dan wel zijn gemachtigde;

  • aa.

    partij aquacultuurdieren: hoeveelheid aquacultuurdieren van dezelfde soort die met een zelfde vervoermiddel wordt vervoerd en afkomstig is uit een zelfde land;

  • bb.

    partij producten van aquacultuurdieren: hoeveelheid aquacultuurprodukten van dezelfde soort die met een zelfde vervoermiddel wordt vervoerd en afkomstig is uit een zelfde land;

  • cc.

    doorvoer: vervoer over Nederlands grondgebied van een partij afkomstig uit een lidstaat of een derde land, naar een lidstaat of derde land;

  • dd.

    punt van uitgang: douanekantoor van uitgang, of een in een andere lidstaat gelegen plaats als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, van beschikking 93/444/EEG, van waaruit de betrokken partij aquacultuurdieren of producten daarvan rechtstreeks naar het derde land van bestemming worden doorgevoerd;

  • ee.

    douane-entrepot: opslagruimte als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 (PbEG L 302);

  • ff.

    vrij entrepot: opslagruimte als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 oktober 1992 (PbEG L 302);

  • gg.

    belanghebbende bij de lading: belanghebbende bij de lading als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel e, van richtlijn nr. 97/78/EG;

  • hh.

    diergezondheidscertificaat: certificaat als bedoeld in artikel 14 van richtijn nr. 2006/88/EG.

§

1.2

Communautaire aspecten

Artikel

1.2.1

Artikel

1.2.2

Ingeval in een bepaling van deze regeling is verwezen naar een communautaire uitvoeringsmaatregel, maar niet een dergelijke communautaire uitvoeringsmaatregel geldt, geldt voor de toepassing van deze regeling dat er is voldaan aan de desbetreffende bepaling van deze regeling.

Artikel

1.2.3

Een communautaire uitvoeringsmaatregel, of een wijziging daarvan, treedt voor de toepassing van deze regeling in werking met ingang van de dag waarop daaraan uiterlijk uitvoering moet zijn gegeven, of bij gebreke daarvan, de dag waarop de maatregel is vastgesteld.

§

1.3

Overige algemene bepalingen

Artikel

1.3.1

Op het brengen in en buiten Nederland van aquacultuurdieren en de producten daarvan vanuit, onderscheidenlijk naar Noorwegen en IJsland zijn:

  • a.

    de bepalingen inzake de handel met derde landen niet van toepassing;

  • b.

    de bepalingen inzake de intracommunautaire handel van overeenkomstige toepassing.

Artikel

1.3.2

Deze regeling is niet van toepassing op:

  • a.

    waterdieren voor sierdoeleinden gekweekt in niet-commerciële aquaria;

  • b.

    waterdieren uit het wild verzameld of gevangen die rechtstreeks voor de voedselketen bestemd zijn, en

  • c.

    waterdieren gevangen voor de productie van vismeel, visvoer, visolie en soortgelijke producten.

Artikel

1.3.3

Titel 2, 3, 5, paragrafen 5.1 tot en met 5.4, en 5.6 zijn niet van toepassing wanneer waterdieren voor sierdoeleinden worden gehouden in dierenwinkels, tuincentra, tuinvijvers, commerciële aquaria of bij groothandelaren:

  • a.

    waarvan het water niet in rechtstreeks contact staat met natuurlijke wateren, of

  • b.

    die over een systeem voor de behandeling van effluenten beschikken waardoor het risico van de overdracht van ziekten naar natuurlijke wateren tot een aanvaardbaar niveau wordt teruggebracht.

Titel

2

Aquacultuurproductiebedrijven, aquacultuurverwerkingsbedrijven en vervoerders van aquacultuurdieren

§

2.1

Vergunning- en registratieplicht

Artikel

2.1.1

Artikel

2.1.2

Artikel

2.1.3

De vergunning, bedoeld in artikel 2.1.1, eerste lid, wordt door de Minister op aanvraag verleend aan een aquacultuurverwerkingsbedrijf dat aquacultuurdieren slacht met het oog op ziektebestrijding, indien dit bedrijf bij de aanvraag:

  • a.

    op afdoende wijze aantoont dat het bedrijf gedurende de exploitatie kan voldoen aan de eisen gesteld in artikel 2.1.6, en

  • b.

    de gegevens, genoemd in bijlage II, deel II, onderdelen a en c tot en met e, van richtlijn nr. 2006/88/EG, verstrekt.

Artikel

2.1.4

In afwijking van de artikelen 2.1.2 en 2.1.3 wordt een vergunning niet verleend indien uit de vergunningaanvraag blijkt dat de activiteiten van het bedrijf leiden tot een onaanvaardbaar risico van verspreiding van de ziekten naar kwekerijen, kweekgebieden van weekdieren of bestanden van wilde waterdieren in de omgeving van kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren.

Artikel

2.1.5

Een vergunninghoudend aquacultuurproductiebedrijf:

  • a.

    past goede hygiënische methoden toe om de insleep en de verspreiding van ziekten te voorkomen;

  • b.

    past in alle tot het bedrijf behorende kwekerijen en kweekgebieden voor weekdieren een programma voor de bewaking van de diergezondheid als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van richtlijn nr. 2006/88/EG, toe;

  • c.

    houdt een register bij met daarin de volgende gegevens:

    • 1°.

      alle verplaatsingen van aquacultuurdieren en producten daarvan, naar en van de kwekerij of het kweekgebied van weekdieren, op zodanige wijze dat het traceren van de plaatsen van oorsprong en bestemming kan worden gewaarborgd;

    • 2°.

      de mortaliteit in iedere epizoötiologische eenheid, al naar gelang het productietype;

    • 3°.

      de resultaten van het op het bedrijf toegepaste programma voor de bewaking van de diergezondheid, en

  • d.

    hanteert een systeem waaruit blijkt dat aan de vereisten genoemd in de onderdelen a tot en met c is voldaan.

Artikel

2.1.6

Een vergunninghoudend aquacultuurverwerkingsbedrijf:

  • a.

    houdt een register bij met daarin gegevens over alle verplaatsingen van aquacultuurdieren en producten daarvan, naar en van het bedrijf, en

  • b.

    past goede hygiënische methoden toe om de insleep en de verspreiding van ziekten te voorkomen.

Artikel

2.1.7

§

2.2

Openbaar register

Artikel

2.2.1

§

2.3

Vervoer van aquacultuurdieren

Artikel

2.3.1

Vervoerders van aquacultuurdieren houden een register bij met daarin de volgende gegevens:

  • a.

    de mortaliteit tijdens het vervoer, voor zover dit voor het soort vervoer en de vervoerde soorten in de praktijk mogelijk is;

  • b.

    naam en adres van de door het vervoermiddel bezochte kwekerijen, kweekgebieden voor weekdieren en aquacultuurverwerkingsbedrijven, en

  • c.

    gegevens ten aanzien van waterverversing tijdens het vervoer, met name de herkomst van nieuw water en de plaats van lozing van gebruikt water.

Artikel

2.3.2

Titel

3

Ziektevrij verklaren en goedkeuring bewakingsprogramma

§

3.1

Ziektevrij verklaren

Artikel

3.1.1

Titel

4

Handel in aquacultuurdieren en de producten daarvan

§

4.1

Diergezondheidscertificering

Artikel

4.1.1

§

4.2

Handel in aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, voor uitzetting in het wild of voor uitzetting in put-en-take-visbedrijven

Artikel

4.2.1

Artikel

4.2.2

Het is verboden om aquacultuurdieren die gevoelig zijn voor één of meer van de in bijlage IV, deel II, van richtlijn nr. 2006/88/EG vermelde ziekten, voor uitzetting in het wild of voor uitzetting in put-en-take-visbedrijven in de handel te brengen, die:

  • a.

    niet klinisch gezond zijn;

  • b.

    afkomstig zijn van een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar zich een onopgeloste verhoogde sterfte voordoet, of

  • c.

    afkomstig zijn uit een kwekerij of kweekgebied van weekdieren met een gezondheidsstatus als bedoeld in bijlage III, deel A, van richtlijn nr. 2006/88/EG, die lager is dan de gezondheidsstatus van de wateren waarin zij worden uitgezet.

Artikel

4.2.3

Artikel

4.2.4

§

4.3

Handel in, en opslaan van aquacultuurdieren en producten daarvan, bestemd voor menselijke consumptie

Artikel

4.3.1

Deze paragraaf is niet van toepassing op de handel in aquacultuurdieren die gevoelig zijn voor één of meer van de in bijlage IV, deel II, van richtlijn nr. 2006/88/EG vermelde ziekten, of de producten daarvan, die:

  • a.

    zonder verdere verwerking zijn bedoeld voor menselijke consumptie, en

  • b.

    zijn verpakt in detailverpakkingen die voldoen aan de bepalingen inzake verpakking en etikettering van verordening nr. 853/2004.

Artikel

4.3.2

Artikel

4.3.3

§

4.4

Uitzetten van wilde waterdieren in een kwekerij of een kweekgebied van weekdieren

Artikel

4.4.1

§

4.5

Handel in waterdieren voor sierdoeleinden

Artikel

4.5.1

§

4.6

Ontheffing

Artikel

4.6.1

De verboden, bedoeld in deze titel, zijn niet van toepassing op het in de handel brengen van aquacultuurdieren en de producten daarvan voor wetenschappelijke doeleinden, mits de Minister daarvoor op aanvraag toestemming heeft verleend.

Titel

5

Binnenbrengen van aquacultuurdieren en de producten daarvan uit derde landen

Artikel

5.1.1

Titel

6

De in- en doorvoer van aquacultuurdieren

§

6.1

Algemeen

Artikel

6.1.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder ‘handelaar’ verstaan elke natuurlijke of rechtspersoon die aquacultuurdieren met het oog op de verhandeling onder zich heeft.

Artikel

6.1.2

De in- en doorvoer van aquacultuurdieren is verboden.

§

6.2

In- en doorvoer vanuit Lid-Staten

Artikel

6.2.1

Het verbod, bedoeld in artikel 6.1.2, is niet van toepassing op de in- en doorvoer van aquacultuurdieren die zijn verzonden:

  • a.

    vanuit een lidstaat;

  • b.

    vanuit een derde land, en via het grondgebied van een lidstaat in het kader van de in- of doorvoer op Nederlands grondgebied worden gebracht;

mits, voor zover van toepassing, wordt voldaan aan de artikelen 6.2.2 tot en met 6.2.8.

Artikel

6.2.2

Artikel

6.2.3

Artikel

6.2.5

Artikel

6.2.6

Artikel

6.2.7

Indien de aquacultuurdieren zijn verzonden vanuit een lidstaat en bestemd zijn voor een derde land:

  • a.

    blijft het vervoer van de betreffende partij, indien zij onder douanetoezicht is geplaatst, onder dat toezicht tot de plaats waar het Nederlands grondgebied wordt verlaten;

  • b.

    gaat, indien het punt van uitgang is gelegen in Nederland, de betreffende partij, vergezeld van het diergezondheidscertificaat, in die gevallen waar artikel 4.1.1 dit voorschrijft;

  • c.

    wordt de betreffende partij, indien de doorvoer vanuit Nederland rechtstreeks naar het derde land van bestemming plaatsvindt, doorgevoerd via het punt van uitgang dat op het in onderdeel b bedoelde document is vermeld;

  • d.

    geldt ter zake van het in onderdeel b bedoelde document dat:

    • 1°.

      zij in ten minste één van de talen van de lidstaat van oorsprong is gesteld en in de Nederlandse taal of, indien de partij bestemd is om te worden doorgevoerd via een andere lidstaat, tevens in één van de talen van de lidstaat waar zich het punt van uitgang bevindt;

    • 2°.

      daarop het punt van uitgang als plaats van bestemming is vermeld;

    • 3°.

      daarop als ontvanger is vermeld, met naam en adres, de handelaar, bedoeld in onderdeel e, dan wel, ingeval de partij bestemd is om te worden doorgevoerd via een andere lidstaat, de ontvanger bij het punt van uitgang, bedoeld in artikel 4, tweede gedachtenstreepje, van beschikking 93/444/EEG;

  • e.

    gaat de partij vergezeld van veterinaire documenten of certificaten die aan de veterinaire voorschriften van het derde land van bestemming voldoen, tenzij op het document, bedoeld in onderdeel b, de vermelding ‘Dieren of producten voor uitvoer naar (naam van het derde land)’ voorkomt, waarbij de naam van het derde land van bestemming als het gedeelte tussen haakjes is opgenomen;

  • f.

    is artikel 6.2.5 van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de handelaar die in Nederland bij het punt van uitgang bij de doorvoer van de partij betrokken is, en

  • g.

    vindt het vervoer van de partij, indien deze niet aan de voorschriften van richtlijn nr. 2006/88/EG voldoet, slechts plaats indien de Minister daartoe vooraf toestemming heeft verleend.

Artikel

6.2.8

§

6.3

In- en doorvoer uit derde landen

Artikel

6.3.1

Artikel

6.3.2

Artikel

6.3.3

Artikel

6.3.4

De importeur of de vervoerder van de in of door te voeren aquacultuurdieren volgt de instructies van de ambtenaar, in verband met het onderzoek of een controle op. Daarbij verleent hij alle medewerking en verstrekt hij alle inlichtingen die voor het onderzoek of de controle noodzakelijk worden geacht.

Artikel

6.3.5

Artikel

6.3.6

Indien de aquacultuurdieren blijkens het in artikel 6.3.2, vierde lid, bedoelde document bestemd zijn voor een derde land, wordt aangetoond dat het eerste derde land waarnaar zij worden vervoerd de verplichting op zich neemt de partij waarvan het de invoer of de doorvoer toestaat, in geen geval te weigeren of terug te zenden en, voor zover daarbij vervoer over het grondgebied van een of meer lidstaten zal plaatsvinden, dat door de bevoegde centrale autoriteit van die lidstaat of lidstaten toestemming voor dat vervoer is verleend.

Artikel

6.3.7

Artikel

6.3.8

Artikel

6.3.9

Artikel

6.3.10

Titel

7

De in- en doorvoer van producten van aquacultuurdieren

§

7.1

Algemeen

Artikel

7.1.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder ‘handelaar’ verstaan elke natuurlijke persoon of rechtspersoon zijnde de eerste ontvanger op Nederlands grondgebied van een partij producten van aquacultuurdieren.

Artikel

7.1.2

De in- en doorvoer van producten van aquacultuurdieren is verboden.

§

7.2

De in- en doorvoer vanuit lidstaten

Artikel

7.2.1

Het verbod, bedoeld in artikel 7.1.2, is niet van toepassing op de in- en doorvoer van producten van aquacultuurdieren die zijn verzonden:

  • a.

    vanuit een lidstaat;

  • b.

    vanuit een derde land, en via het grondgebied van een lidstaat in het kader van de in- of doorvoer op Nederlands grondgebied worden gebracht;

mits, voor zover van toepassing, voldaan wordt aan het bepaalde in de artikelen 7.2.2 en met 7.2.3.

Artikel

7.2.2

Artikel

7.2.3

Artikel

7.2.4

§

7.3

De in- en doorvoer van producten van aquacultuurdieren afkomstig uit derde landen

Artikel

7.3.1

Artikel

7.3.2

Artikel

7.3.3

Artikel

7.3.4

Artikel

7.3.5

Met betrekking tot het bepaalde in artikel 7.3.2 is het gestelde in de artikelen 6.3.4 en 6.3.5 en met betrekking tot het bepaalde in artikel 7.3.4 is het gestelde in artikel 6.3.4 van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat onder ‘importeur of vervoerder’ als bedoeld in artikel 6.3.4 tevens dient te worden verstaan: belanghebbende bij de lading.

Artikel

7.3.6

Artikel

7.3.7

Artikel

7.3.8

Artikel

7.3.9

Titel

8

De uitvoer van aquacultuurdieren en producten daarvan

§

8.1

Algemeen

Artikel

8.1.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk is de begripsomschrijving ‘handelaar’ zoals bepaald in artikel 7.1.1, van overeenkomstige toepassing.

§

8.2

De uitvoer van aquacultuurdieren

Artikel

8.2.1

Het vervoeren van een in Nederland verzamelde partij aquacultuurdieren van enige plaats in Nederland naar het grondgebied van en bestemd voor een lidstaat is verboden.

Artikel

8.2.2

Artikel

8.2.3

Indien de aquacultuurdieren zijn bestemd om via het grondgebied van een lidstaat naar een derde land te worden vervoerd:

  • a.

    blijft het vervoer van de betreffende partij, indien zijn onder douanetoezicht is geplaatst, onder dat toezicht tot de plaats waar het Nederlands grondgebied wordt verlaten;

  • b.

    gaat de betreffende partij, vergezeld van het diergezondheidscertificaat, in de gevallen waarin artikel 4.1.1 dit certificaat voorschrijft;

  • c.

    geldt ter zake van het in onderdeel b bedoelde document tevens dat:

    • a.

      dit in de Nederlandse taal en in ten minste één van de talen van de lidstaat waar zich het punt van uitgang bevindt, zijn gesteld;

    • b.

      daarop het punt van uitgang als plaats van bestemming is vermeld;

    • c.

      daarop als ontvanger is vermeld, met naam en adres, de ontvanger bij het punt van uitgang, bedoeld in artikel 4, tweede gedachtenstreepje, van beschikking 93/444/EEG;

  • d.

    gaat de partij vergezeld van veterinaire documenten of certificaten, die aan de veterinaire voorschriften van het derde land van bestemming voldoen, tenzij de VWA niet over die voorschriften beschikt, in welk geval op de documenten, bedoeld in onderdeel b, de vermelding ‘Dieren of producten voor uitvoer naar (naam van het derde land)’ is opgenomen, waarbij de naam van het derde land van bestemming als het gedeelte tussen haakjes is ingevuld, en

  • e.

    is het vervoer daarvan, indien de aquacultuurdieren niet voldoen aan de voorwaarden van richtlijn nr. 2006/88/EG, slechts toegestaan indien de Minister daartoe vooraf toestemming heeft verleend.

Artikel

8.2.4

§

8.3

De uitvoer van aquacultuurproducten

Artikel

8.3.1

Artikel

8.3.2

Titel

9

Administratieve bepalingen

Artikel

9.1.1

Artikel

9.1.2

Artikel

9.1.3

Exploitanten van aquacultuurproductiebedrijven en van aquacultuurverwerkingsbedrijven, handelaren, bedoeld in de artikelen 6.1.1, 7.1.1 en 8.1.1, staan toe dat een ambtenaar ten behoeve van de uitvoering van deze regeling, de door hem noodzakelijk geachte werkzaamheden en controles verricht.

Artikel

9.1.4

Titel

10

Wijzigingen andere regelingen en slotbepalingen

§

10.1

Wijzigingen andere regelingen

Artikel

10.1.1

Wijzigt de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s.

Artikel

10.1.2

Wijzigt de Regeling erkenning en aanwijzing veterinaire laboratoria.

Artikel

10.1.3

Wijzigt het Mandaatbesluit LNV Voedsel en Waren Autoriteit.

Artikel

10.1.6

Wijzigt de Regeling veterinairrechtelijke voorschriften handel dierlijke producten.

Artikel

10.1.7

Wijzigt de Regeling varkenssperma.

§

10.2

Overgangsrecht

Artikel

10.2.1

§

10.3

Slotbepalingen

Artikel

10.3.1

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2008.

Artikel

10.3.2

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aquacultuur.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G.Verburg