Wet van 7 juli 2010 tot wijziging van de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs en enkele andere wetten in verband met wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid

Wijzigingswet Wet kinderopvang, enz. (wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat ontwikkelingskansen voor kinderen worden vergroot door het verhogen van de kwaliteit van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en dat de regierol van de gemeenten wordt versterkt onder andere met het oog op de voorschoolse educatie en dat er een goed stelsel van handhaving en toezicht hierop is;
dat daartoe de Wet kinderopvang, de Wet op het onderwijstoezicht, de Wet op het primair onderwijs, en enkele andere wetten dienen te worden gewijzigd;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

Xb

Evaluatie

Onze Minister zendt binnen vier jaar na inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

XI

Criteria specifieke uitkering onderwijsachterstanden tot 2011

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, A. Rouvoet
DeMinistervoorJeugd en Gezin, A. Rouvoet
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin