Besluit vakantie en vrijstelling van dienst werknemers BES

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

2

Artikel

3

Voor de toepassing van deze algemene maatregel van bestuur en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften wordt verstaan onder:

  • overheid:

    • a.

      de Staat, indien de werknemer in dienst van deze rechtspersoon is aangesteld op Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

    • b.

      het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba, indien de werknemer in dienst van deze rechtspersoon is aangesteld;

  • bevoegd gezag:

    • a.

      Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor wat betreft de werknemers in dienst van de Staat niet zijnde personeel van het Bureau van de Rijksvertegenwoordiger;

    • b.

      het bestuurscollege, voor wat betreft de werknemers in dienst van het openbare lichaam met inachtneming van sub c;

    • c.

      de Rijksvertegenwoordiger, voor wat betreft het personeel van het Bureau van de Rijksvertegenwoordiger;

  • bevoegde autoriteit: het hoofd van de dienst voor wat betreft de bij zijn dienst werkzame werknemers;

  • hoofd van dienst: de bij besluit van het bevoegd gezag als zodanig aangewezen ambtenaren;

  • gezin:

    • a.

      de echtgenote van de betrokken werknemer;

    • b.

      de kinderen tot wie de betrokken werknemer in familie-rechtelijke betrekking staat die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt en niet gehuwd zijn of gehuwd geweest zijn, de stief- en pleegkinderen van de betrokken werknemer die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt en niet gehuwd zijn of gehuwd geweest zijn, de laatsten voor zover de betrokken werknemer ten behoeve van deze pleegkinderen kindertoelage geniet;

    • c.

      de overige kinderen tot wie de betrokken werknemer in familierechtelijke betrekking staat, de overige stief- en pleegkinderen van de betrokken werknemer, voor zover de betrokken werknemer ten behoeve van deze kinderen kinder-toelage geniet;

  • inkomen: het loon van de werknemer, verhoogd met eventuele kindertoelage, toelagen van vaste aard, compensatietoeslag krachtens de Wet Algemene Ouderdomsverzekering BES en de Wet Algemene Weduwen en Wezenverzekering BES, vaste vergoedingen voor overwerk, voor dienst op zon- en feestdagen of voor onregelmatige dienst.

    Voor de berekening van de vakantie-uitkering bedoeld in hoofdstuk III wordt de compensatietoeslag hiervoor bedoeld niet als deel van het inkomen aangemerkt.

Hoofdstuk

II

Vakantie

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Het bepaalde in het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing op:

  • a.

    de werknemer in dienst van de Staat die in dienst van een openbaar lichaam overgaat;

  • b.

    de werknemer in dienst van een openbaar lichaam die in dienst van de Staat overgaat;

  • c.

    de werknemer in dienst van een openbaar lichaam die in dienst van een ander openbaar lichaam overgaat;

  • d.

    degene die werkzaam is bij een publiekrechtelijke instelling, dan wel bij een door de overheid in het leven geroepen privaatrechtelijke rechtspersoon en die in dienst van de Staat of een openbaar lichaam overgaat.

Artikel

13

Degene behorende tot het onderwijzend personeel bedoeld in hoofdstuk III van het Besluit vakantie en vrijstelling van dienst ambtenaren BES alsmede degene behorende tot het personeel bij het gesubsidieerd bijzonder onderwijs die als werknemer in dienst treedt kan in dat kalenderjaar voor elk aantal van dertig dagen dat hij in laatstbedoelde hoedanigheid werkelijke dienst vervult aanspraak doen gelden op 1/12 gedeelte van het aantal vakantieuren dat hem ingevolge artikel 7 toekomt.

Indien de indiensttreding plaatsvindt in de loop van een kalendermaand wordt deze voor de toepassing van het bepaalde in de vorige zin geacht te zijn ingegaan op de eerste van die maand.

Het aantal uren, waarop de werknemer ingevolge de hiervoor bedoelde berekening aanspraak kan doen gelden op vakantie wordt zo nodig naar boven afgerond op hele uren.

Artikel

14

Artikel

15

Hoofdstuk

III

Vakantie-uitkering

Artikel

16

De werknemer heeft aanspraak op een vakantie-uitkering voor elke kalendermaand, waarin hij als zodanig ten laste van de overheid inkomen heeft genoten.

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Ter uitvoering van het bepaalde in dit hoofdstuk kunnen bij ministeriële regeling nadere voorschriften worden vastgesteld.

Hoofdstuk

IV

Vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden

Artikel

21

Artikel

22

De dagen gedurende welke de werknemer de toegang tot de dienstlokalen, dienstgebouwen of het werk, dan wel het verblijf aldaar, is ontzegd, anders dan wegens hinderlijke gedragingen of het gebruik van alcoholhoudende drank, worden als vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden, met behoud van vol inkomen, aangemerkt.

Artikel

23

Artikel

24

Indien de werknemer op een dag waarop de overheidsdiensten voorzover de belangen van de dienst dit toelaten zijn gesloten, gehouden is dienst te verrichten binnen de vastgestelde werktijden dan wel, in geheel of gedeeltelijk afwisselende dienst werkzaam zijnde, op die dag volgens rooster vrij van dienst is of uit hoofde van ziekte of vakantie niet tot dienstverrichting is gehouden, geniet hij op een andere werkdag vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden. Al naar gelang hij op de dag waarop de overheidsdienst gesloten is gedurende langer dan vier uur onderscheidenlijk gedurende vier uur of korter dienst heeft verricht dan wel, in geheel of gedeeltelijk afwisselende dienst werkzaam zijnde, volgens rooster vrij van dienst is geweest of uit hoofde van ziekte of vakantie niet tot dienstverrichting was gehouden, wordt hem vrijstelling van dienst wegens bijzondere omstandigheden verleend gedurende een aantal uren, overeenkomend met de gebruikelijke werktijd op een gehele, onderscheidenlijk een halve dag.

Artikel

25

Artikel

26

Hoofdstuk

V

§

1

Vrijstelling van dienst wegens ziekte en andere aanspraken terzake ziekte of ongeval van de werknemer die voor de door hem te verrichten werkzaamheden geneeskundig is goedgekeurd en tenminste een jaar in dienst is

Artikel

27

Artikel

28

Geen aanspraak op doorbetaling van inkomen bestaat:

  • a.

    indien de ziekte is voorgewend, althans zodanig overdreven voorgesteld, dat verhindering tot dienstverrichting niet kan worden aangenomen;

  • b.

    indien de werknemer de verhindering tot dienstverrichting opzettelijk heeft veroorzaakt, tenzij hem daarvan op grond van zijn psychische toestand geen verwijt kan worden gemaakt;

  • c.

    indien het ziekteverzuim is veroorzaakt door of het gevolg is van een kwaal of lichaamsgebrek, waarover de werknemer bij of vóór zijn indiensttreding opzettelijk het stilzwijgen heeft bewaard of waaromtrent hij opzettelijk valse inlichtingen heeft gegeven.

Artikel

29

Artikel

30

In de gevallen, bedoeld in de artikelen 28 en 29 kan het bevoegde gezag op grond van bijzondere omstandigheden bepalen, dat het bedrag van het ingehouden inkomen geheel of ten dele aan anderen dan aan de werknemer zal worden uitbetaald.

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

33

[vervallen]

Artikel

34

Artikel

35

Artikel

36

Artikel

37

Na eindiging van een vrijstelling van dienst wegens ziekte van meer dan dertig dagen of van een vrijstelling van dienst wegens ziekte voor verblijf in het buitenland, is herstel in activiteit bij beschikking vereist. Deze inactiviteitherstelling door de instantie die deze vrijstelling van dienst heeft verleend.

Artikel

38

Aan de werknemer die door een ongeval als bedoeld in de Wet ongevallenverzekering BES een lichamelijk letsel heeft bekomen waardoor hij blijvend gedeeltelijk invalide is geworden en die, indien de Wet ongevallenverzekering BES op hem van toepassing was krachtens deze wet een uitkering ineens zou hebben ontvangen, zal door de overheid een uitkering worden toegekend gelijk aan die welke door de Sociale Verzekeringsbank aan de werknemer zou zijn toegekend indien de Wet ongevallenverzekering BES op hem van toepassing was.

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

[vervallen]

Artikel

43

De werknemer die bij indienstneming niet geneeskundig werd onderzocht en op het tijdstip van inwerkingtreding van deze algemene maatregel van bestuur een jaar of langer in dienst is, wordt voor de toepassing van deze paragraaf geacht geneeskundig te zijn goedgekeurd.

§

2

Aanspraken ingeval van ziekte van andere werknemer dan die bedoeld in paragraaf 1

Artikel

44

De Wet ziekteverzekering BES en de Wet ongevallenverzekering BES en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften zijn op de werknemer die voor de door hem te verrichten werkzaamheden geneeskundig is goedgekeurd doch korter dan een jaar in dienst is en op de werknemer die voor de door hem te verrichten werkzaamheden niet geneeskundig is goedgekeurd van toepassing met dien verstande dat de betrokkene bij algehele arbeidsongeschiktheid recht kan doen gelden op het navolgende:

  • I.

    Ziekengeld:

    • a.

      indien hij gehuwd is of ongehuwd en kostwinner:

      • gedurende de eerste zesentwintig weken: bij huisverpleging en bij ziekenhuisverpleging 100% van het inkomen;

      • gedurende de daaropvolgende zesentwintig weken: bij huisverpleging en bij ziekenhuisverpleging 85% van het inkomen;

    • b.

      indien hij ongehuwd en geen kostwinner is:

      • gedurende de eerste zesentwintig weken: bij huisverpleging 100% van het inkomen en bij ziekenhuisverpleging 85% van het inkomen;

      • gedurende de daaropvolgende zesentwintig weken: bij huisverpleging en bij ziekenhuisverpleging 70% van het inkomen.

  • II.

    Ongevallengeld:

    • gedurende de eerste eenhonderdvier weken 100% van het inkomen;

    • gedurende de daaropvolgende tweeënvijftig weken 90% van het inkomen;

    • gedurende de resterende tweeënvijftig weken 80% van het inkomen.

Artikel

45

De artikelen 39 en 40 zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de werknemer bedoeld in deze paragraaf.

Hoofdstuk

VI

Slot- en overgangsbepalingen

Artikel

47

[vervallen]

Artikel

48

[vervallen]

Artikel

49

[vervallen]

Artikel

50

[vervallen]

Artikel

51

[vervallen]

Artikel

52

[vervallen]

Artikel

53

[vervallen]

Artikel

54

[vervallen]