Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 26 april 2011, nr. WJZ/11059881, houdende regels inzake mandaat, volmacht en machtiging voor het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2011 (Besluit mandaat, volmacht en machtiging EL&I 2011)

Besluit mandaat, volmacht en machtiging EL&I 2011

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    de minister: de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • b.

    de secretaris-generaal: de secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • c.

    de hoofden van dienst:

    • 1°.

      de directeur-generaal van Agro;

    • 2°.

      de directeur-generaal van Energie, Telecom en Mededinging;

    • 3°.

      de directeur-generaal van Internationale Betrekkingen;

    • 4°.

      de directeur-generaal van Natuur en Regio;

    • 5°.

      de directeur-generaal van Ondernemen en Innovatie;

    • 6°.

      de loco secretaris-generaal;

    • 7°.

      de directeur van de Auditdienst;

    • 8°.

      de directeur Bedrijfsvoering;

    • 9°.

      de directeur Bureau Bestuursraad;

    • 10°.

      de directeur Communicatie;

    • 11°.

      de directeur Financieel-Economische Zaken;

    • 12°.

      de directeur Wetgeving en Juridische Zaken;

    • 13°.

      de Consumentenautoriteit;

    • 14°.

      de directeur van PIANOo;

    • 15°.

      de directeur van het Centraal Planbureau;

    • 16°.

      de directeur van de Dienst ICT Uitvoering;

    • 17°.

      de directeur van de Dienst Landelijk Gebied;

    • 18°.

      de inspecteur-generaal der mijnen;

    • 19°.

      de inspecteur-generaal van de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit;

    • 20°.

      de directeur-generaal Uitvoering;

    • 21°.

      de directeur-hoofdinspecteur van het Agentschap Telecom;

  • d.

    P&O-aangelegenheden: aangelegenheden op het gebied van personeel, organisatie en formatie en het daarmee samenhangende budget;

  • e.

    BBRA: Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;

  • f.

    ARAR: Algemeen Rijksambtenarenreglement.

Artikel

2

De organisatie van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt vastgesteld overeenkomstig de bij dit besluit behorende bijlage.

Artikel

3

Het in dit besluit ten aanzien van de minister bepaalde is van overeenkomstige toepassing voor de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Artikel

4

Artikel

5

Bij of krachtens dit besluit verleend mandaat, volmacht en machtiging heeft geen betrekking op:

  • a.

    het beslissen op een bezwaarschrift door degene die het besluit waartegen het bezwaar zich richt, krachtens mandaat heeft genomen en

  • b.

    aangelegenheden waarbij de gemandateerde belanghebbende is.

§

2

Mandaat, volmacht en machtiging

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Aan de directeur-generaal van Energie, Telecom en Mededinging wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen die verband houden met:

  • a.

    de Mijnbouwwet, het Mijnbouwbesluit en de Mijnbouwregeling, met uitzondering van het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen waarvoor in artikel 14, onderdelen a tot en met c, mandaat, volmacht en machtiging wordt verleend aan de inspecteur-generaal der mijnen;

  • b.

    benoeming, schorsing, ontslag en vergoeding van de leden van de Mijnraad;

  • c.

    benoeming, schorsing, ontslag en vergoeding van de leden van de Technische commissie bodembeweging;

  • d.

    benoeming en ontslag van de leden van de Raad van Toezicht van de Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland;

  • e.

    benoeming en ontslag van de bestuursleden van de stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieprodukten.

Artikel

9

Aan de directeur-generaal van Internationale Betrekkingen wordt mandaat en machtiging verleend inzake benoeming, ontslag en vergoeding van leden van het Nationaal Contact Punt (NCP) voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.

Artikel

10

Aan de directeur-generaal van Ondernemen en Innovatie wordt mandaat en machtiging verleend inzake benoeming, ontslag en vergoeding van de leden van de Gemeenschappelijke Raadgevende Commissie.

Artikel

11

Aan de directeur Bedrijfsvoering wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen ten aanzien van ambtenaren voor wie salarisschaal 1 tot en met 14 van bijlage B van het BBRA geldt, inhoudende:

Artikel

12

Artikel

13

Aan de directeur-generaal Uitvoering en aan de directeur-hoofdinspecteur van het Agentschap Telecom wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het behandelen van niet op personeelsaangelegenheden betrekking hebbende bezwaar- en beroepschriften, waaronder begrepen het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger) beroep, tegen besluiten die in mandaat zijn genomen of behandeld door hem of door hem aangewezen ambtenaren of tegen besluiten ter zake waarvan de behandeling van bezwaar en beroep anderszins aan hem is opgedragen.

Artikel

14

Aan de inspecteur-generaal der mijnen wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van besluiten en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

§

3

Instructies

Artikel

15

Mandaat en volmacht worden uitgeoefend met inachtneming van:

  • a.

    ter zake geldende algemeen verbindende voorschriften, beleidsregels, de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, Aanwijzingen voor de rijksdienst en andere van toepassing zijnde regelingen, circulaires en instructies;

  • b.

    de in de beschrijving van de administratieve organisatie voorgeschreven medeparaafprocedures alsmede andere afspraken omtrent afstemming en coördinatie;

  • c.

    artikel 2, tweede lid, van het Besluit Taak FEZ.

Artikel

16

§

4

Ondermandaat

Artikel

17

Artikel

18

Artikel

19

§

5

Vervanging

Artikel

20

§

6

Ondertekening bij afwezigheid minister

Artikel

21

§

7

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

22

Artikel

23

Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de secretaris-generaal, de hoofden van dienst en de Algemene Rekenkamer.

Artikel

24

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2011.

Artikel

25

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging EL&I 2011.

Dit besluit zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en InnovatieM.J.M.Verhagen

Bijlage

: Organisatie van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

I

Hoofdstructuur van de organisatie

  • 1.

    Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie bestaat uit het kernministerie en de buitendiensten.

  • 2.

    Het kernministerie bestaat uit:

    • a.

      de algemene leiding;

    • b.

      de beleidsonderdelen:

      • 1°.

        het directoraat-generaal voor Agro;

      • 2°.

        het directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Mededinging;

      • 3°.

        het directoraat-generaal voor Internationale Betrekkingen;

      • 4°.

        het directoraat-generaal voor Natuur en Regio;

      • 5°.

        het directoraat-generaal voor Ondernemen en Innovatie;

      • 6°.

        de dienst Algemene Economie, Topsectoren en Regeldruk;

    • c.

      de stafdirecties:

      • 1°.

        de Auditdienst;

      • 2°.

        de directie Communicatie;

      • 3°.

        de directie Bedrijfsvoering;

      • 4°.

        de directie Bureau Bestuursraad;

      • 5°.

        de directie Financieel-Economische Zaken;

      • 6°.

        de directie Wetgeving en Juridische Zaken;

    • d.

      de overige onderdelen:

      • 1°.

        de dienst Consumentenautoriteit;

      • 2°.

        PIANOo.

  • 3.

    Onder het Ministerie van Economische Zaken Landbouw en Innovatie ressorteren de volgende buitendiensten:

    • a.

      het Centraal Planbureau (CPB);

    • b.

      de Dienst ICT Uitvoering;

    • c.

      de Dienst Landelijk Gebied;

    • d.

      het Staatstoezicht op de Mijnen;

    • e.

      de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit;

    • f.

      Agentschap NL/Dienst Regelingen;

    • g.

      Agentschap Telecom.

II

Algemene leiding

  • 1.

    De algemene leiding staat onder leiding van de secretaris-generaal.

  • 2.

    De secretaris-generaal heeft tot taak de aangelegenheden, genoemd in artikel 6 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EL&I 2011.

III

Het directoraat-generaal voor Agro

  • 1.

    Het directoraat-generaal voor Agro staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2.

    Het directoraat-generaal heeft tot taak:

    • a.

      het versterken van de positie van de Nederlandse agrarische en visserijketen;

    • b.

      het zorg dragen voor hoogwaardig groen onderwijs en onderzoek;

    • c.

      het voeren van adequaat fytosanitair beleid en het zeker stellen van goede gewasbescherming;

    • d.

      het stimuleren van een duurzame veehouderij en visserij;

    • e.

      het borgen van diergezondheid en dierenwelzijn;

    • f.

      het zeker stellen van een adequate en duurzame voedselvoorziening en voedselzekerheid op nationaal, Europees en mondiaal niveau;

    • g.

      het vormgeven en bewaken van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en gemeenschappelijk visserijbeleid;

    • h.

      het bewaken en coördineren van een eenduidige en EU-conforme uitvoering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid;

    • i.

      het stimuleren van de economische topsectoren voedsel en tuinbouw.

IV

Het directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Mededinging

  • 1.

    Het directoraat-generaal voor Energie, Telecom en Mededinging staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2.

    Het directoraat-generaal heeft tot taak:

    • a.

      de ordening van de markten van energie, telecom en post;

    • b.

      het stimuleren van de topsector energie en de sector telecom/ict;

    • c.

      de handhaving van het niveau van voorzieningszekerheid op korte en lange termijn;

    • d.

      het bevorderen van duurzaamheid en vernieuwingen in energiehuishouding en de benutting van de ICT;

    • e.

      het bijdragen aan optimale ordening van markten en het bevorderen van mededinging in algemene zin;

    • f.

      het ontwikkelen van consumentenbeleid en het toezicht daarop.

V

Het directoraat-generaal voor Internationale Betrekkingen

  • 1.

    Het directoraat-generaal voor Internationale Betrekkingen staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2.

    Het directoraat-generaal heeft tot taak:

    • a.

      het vorm en inhoud geven aan economische diplomatie en economische missies, met bijzondere aandacht voor de economische topsectoren;

    • b.

      het aansturen, het (mede) benoemen en het voeren van beleid over het economische deel van het postennet;

    • c.

      het bij te dragen aan de verdere vrijmaking van het internationale handels- en investeringsverkeer en versterking van de internationale economische rechtsorde;

    • d.

      het bevorderen van internationaal – maatschappelijk verantwoord – ondernemen en draagvlak voor globalisering;

    • e.

      het coördineren van en het zorg dragen voor een consistente, daadkrachtige en adequate inbreng van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie op Europese dossiers, onder andere in de gremia in Den Haag (waaronder de Coördinatie Commissie en de Ministeriële Commissie EU), in gremia in EU-kader (waaronder de Raad voor Concurrentievermogen, Energie Raad, Telecom Raad en de Landbouw- en Visserijraad);

    • f.

      het bevorderen van het functioneren van de Europese interne markt en het toezicht daarop, waaronder het behandelen van klachten van bedrijven en burgers over onjuiste toepassing van de interne markt regels (Solvit) en het verzorgen van het beleid en advies op het gebied van staatssteun;

    • g.

      het zorg dragen voor een coherente gedachtevorming over EU-ontwikkelingen en voor een effectieve EU-strategie voor duurzame groei en banen, versterking van het Europese concurrentievermogen en institutionele EU-ontwikkelingen;

    • h.

      het coördineren zowel qua inhoud als proces van de Financiële Perspectieven EU;

    • i.

      het faciliteren van de markt door een samenspel tussen handelspolitiek, multilaterale economische diplomatie en bilaterale economische diplomatie en daarmee de exportbevordering;

    • j.

      het voeren van het (financieel) instrumentarium op de beleidsterreinen exportbevordering, investeringsbevordering, marktfacilitatie en markttoegang;

    • k.

      het bijdragen aan de beschikbaarheid van en toegang tot internationale publieke goederen, zoals voedselzekerheid, grondstoffen en water in het kader van duurzame globalisering.

    • l.

      de acquisitie van investeringen waarbij een goede wisselwerking tussen het beleid en uitvoeringspraktijk voorop staat;

    • m.

      de exportcontrole van strategische goederen en sancties.

VI

Het directoraat-generaal voor Natuur en Regio

  • 1.

    Het directoraat-generaal voor Natuur en Regio staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2.

    Het directoraat-generaal heeft tot taak:

    • a.

      het borgen van de Nederlandse internationale verantwoordelijkheden op het terrein van Natura2000, biodiversiteit en behoud van natuurlijke hulpbronnen;

    • b.

      het doordecentraliseren en herijken van het natuurbeleid en het regionaal (economisch) beleid, waarbij steeds sprake is van een evenwichtige afweging tussen people, planet en profit (de 3 P’s);

    • c.

      het vorm en inhoud geven aan het ruimtelijk economisch beleid van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

VII

Het directoraat-generaal voor Ondernemen en Innovatie

  • 1.

    Het directoraat-generaal voor Ondernemen en Innovatie staat onder leiding van een directeur-generaal.

  • 2.

    Het directoraat-generaal heeft tot taak:

    • a.

      het realiseren van een excellent ondernemingsklimaat, waaronder de domeinen ondernemingsrecht en ondernemingsfinanciering;

    • b.

      het versterken van het innovatievermogen van de Nederlandse economie en het ontwikkelen van de algemene kaders van het kennis- en innovatiebeleid voor alle beleidsdomeinen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • c.

      het (inter)departementaal inhoud en richting geven aan beleid voor de ‘biobased economy’;

    • d.

      het mede stimuleren van de economische topsectoren chemie, high tech, life sciences, creatieve industrie, water en logistiek;

    • e.

      het optreden als accountmanager van bedrijfssectoren en belangrijke bedrijvendossiers, met uitzondering van energie, telecom/ict en agro-food.

VIII

De dienst Algemene Economie, Topsectoren en Regeldruk

  • 1.

    De dienst Algemene Economie, Topsectoren en Regeldruk staat onder leiding van de loco secretaris-generaal.

  • 2.

    De dienst Algemene Economie, Topsectoren en Regeldruk heeft tot taak:

    • a.

      het analyseren van en het adviseren over vraagstukken op het gebied van macro-economische ontwikkelingen, arbeidsmarkt en sociale zekerheid, overheidsfinanciën en ordening voor zover de algemene economische of budgettaire aspecten leidend zijn;

    • b.

      het analyseren van en het adviseren over algemeen economische aspecten van het EU-beleid, waaronder macro-economische beleidscoördinatie in EU-verband, Ecofin en EU 2020 en deelname aan het directeurenoverleg Ecofin;

    • c.

      het begeleiden en waar nodig het initiëren van activiteiten in het kader van het beleid gericht op structurele hervorming van de Nederlandse economie;

    • d.

      het signaleren en agenderen van ontwikkelingen en vraagstukken in de breedte van het beleidsterrein van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • e.

      het aanjagen en coördineren van de strategische beleidsvorming;

    • f.

      het versterken van het strategisch vermogen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • g.

      het coördineren van het fiscale beleid binnen het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • h.

      het ontwikkelen van de aanpak voor de huidige en toekomstige economische topsectoren, integraal gericht op alle relevante vestigings- en ondernemingscondities voor de topsectoren, waaronder regeldruk, fysieke infrastructuur, aanbestedingsbeleid, duurzaamheid, fiscaliteit, hoofdkantoren, onderzoek en innovatie, exportbevordering en financiering;

    • i.

      het (doen) opstellen en uitwerken van een integrale agenda per topsector;

    • j.

      het toezien op en ondersteunen van de voortgang, coherentie, rapportage en evaluatie van de topsectorenaanpak als geheel;

    • k.

      het departementaal en interdepartementaal bepleiten en realiseren van regeldrukvermindering, mede met het oog op versterking van de economische topsectoren.

  • 3.

    De dienst Algemene Economie, Topsectoren en Regeldruk bestaat uit:

    • a.

      de directie Algemene Economische Politiek;

    • b.

      de programmadirectie Topsectoren;

    • c.

      de programmadirectie Regiegroep Regeldruk.

IX

De Auditdienst

  • 1.

    De Auditdienst staat onder leiding van een directeur.

  • 2.

    De Auditdienst heeft tot taak:

    • a.

      de accountantscontrole van het departementale jaarverslag en de verantwoording van buitendiensten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • b.

      het verrichten van periodiek onderzoek naar de bedrijfs- en beleidsvoering ten behoeve van de politieke en ambtelijke leiding;

    • c.

      het doen van onderzoeken op verzoek van de ambtelijke leiding en overig management naar de eigen bedrijfsvoerings- en beleidsprocessen.

X

De directie Bedrijfsvoering

  • 1.

    De directie Bedrijfsvoering staat onder leiding van een directeur.

  • 2.

    De directie heeft tot taak:

    • a.

      beleidsontwikkeling en het adviseren van de departementsleiding en het management en het leveren van een bijdrage aan interdepartementale beleidsontwikkeling, op het gebied van de facilitaire diensten, personeel en organisatie, inkoop, ICT-toepassingen, informatievoorziening en huisvesting;

    • b.

      het adviseren van de departementsleiding en het management over en het implementeren van beleid op het gebied van management development, mobiliteit, werving, opleiding en de personeelscyclus;

    • c.

      het ondersteunen en adviseren van de departementsleiding en het management inzake medezeggenschap, P-advies en sociaal-juridische zaken;

    • d.

      het uitvoeren van taken rond personeels- en salarisadministratie voor zover die niet bij P-Direkt zijn ondergebracht en met betrekking tot de personeelsstichting;

    • e.

      het fungeren als Chief Information Officer binnen het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zoals bepaald door het directoraat-generaal Organisatie en Bedrijfsvoering Rijk van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

    • f.

      het beschikbaar stellen en houden van ICT-toepassingen, ondersteuning bij het gebruik van toepassingen;

    • g.

      het adviseren over en het ontwikkelen van nieuwe informatieproducten, informatiekanalen, toepassingen en functionaliteiten;

    • h.

      het coördineren van de inkoop van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • i.

      het aangaan van overeenkomsten op het terrein van roerende goederen en dienstverlening;

    • j.

      het verlenen van opdrachten tot verwerving of vervreemding van onroerende goederen, het overdragen in materieel beheer daarvan, alsmede tot verkrijging of verlening van gebruiksrechten ten aanzien van onroerende goederen;

    • k.

      het uitvoeren van de centrale betaal-, administratie- en interne controle-functie van het kernministerie.

XI

De directie Bureau Bestuursraad

  • 1.

    De directie Bureau Bestuursraad staat onder leiding van een directeur.

  • 2.

    De directie heeft tot taak:

    • a.

      het bedienen van bewindslieden en ambtelijke top opdat zij hun politieke, inhoudelijke en bedrijfsmatige eindverantwoordelijkheid voor het functioneren van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ten volle waar kunnen maken;

    • b.

      het coördineren van contacten met het parlement en de voorbereiding voor de ministerraad;

    • c.

      het stimuleren en het coördineren van samenwerking tussen de dienstonderdelen waaronder de samenwerking tussen beleid en uitvoering;

    • d.

      het ondersteunen van de secretaris-generaal bij zowel intern als extern optreden;

    • e.

      het coördineren van interdepartementaal overleg;

    • f.

      het behandelen van de aangelegenheden op het gebied van Kabinet & Protocol;

    • g.

      de coördinatie van de departementale crisisbeheersing;

    • h.

      het bieden van ondersteuning aan de leden van de Bestuursraad voor hun portefeuilletaken en aangelegenheden die het gehele Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie betreffen;

    • i.

      de administratie van verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en burgerbrieven.

XII

De directie Communicatie

  • 1.

    De directie Communicatie staat onder leiding van een directeur.

  • 2.

    De directie heeft tot taak:

    • a.

      het ontwikkelen, implementeren en bewaken van het communicatiebeleid van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • b.

      het realiseren van samenhang in en het bevorderen van de kwaliteit van de interne en externe communicatie van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • c.

      het initiëren en coördineren van communicatieonderzoek;

    • d.

      het invullen en uitvoeren van centraal belegde communicatieactiviteiten, waaronder woordvoering, persvoorlichting, speeches, internet en intranet, knipselkracht en communicatieadvisering;

    • e.

      het bijdragen aan de interdepartementale beleidsvorming en samenwerking op communicatiegebied.

XIII

De directie Financieel-Economische Zaken

  • 1.

    De directie Financieel-Economische Zaken staat onder leiding van een directeur.

  • 2.

    De directie heeft tot taak:

    • a.

      het samenstellen van de jaarlijkse begrotingen en de daarmee samenhangende suppletore begrotingen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • b.

      het opstellen van het jaarverslag van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van het Fonds economische structuurversterking;

    • c.

      het uitbrengen van adviezen over begrotingsvraagstukken en financieel-economische beleidsadviezen;

    • d.

      het beoordelen van financieel-economische en budgettaire gevolgen van het beleid;

    • e.

      het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van de begroting;

    • f.

      het coördineren van de evaluatiecyclus van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • g.

      het opstellen van adviezen in het kader van de werkplancyclus inclusief het ontwikkeltraject;

    • h.

      het inrichten van en toezicht houden op de totale administratie van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • i.

      het geven van nadere voorschriften voor het inrichten en bijhouden van de administratie van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en van de daaronder ressorterende buitendiensten;

    • j.

      het coördineren van de departementale administratieve organisatie.

XIV

De directie Wetgeving en Juridische Zaken

  • 1.

    De directie Wetgeving en Juridische Zaken staat onder leiding van een directeur.

  • 2.

    De directie heeft tot taak:

    • a.

      het vervaardigen van wetten, algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen;

    • b.

      het verstrekken van juridische adviezen;

    • c.

      het behandelen van bezwaar- en beroepszaken.

XV

De dienst Consumentenautoriteit

  • 1.

    De dienst Consumentenautoriteit staat onder leiding van de Consumentenautoriteit.

  • 2.

    De dienst Consumentenautoriteit heeft tot taak:

    • a.

      de handhaving van consumentenregelgeving;

    • b.

      de Europese coördinatie van grensoverschrijdende verzoeken om wederzijdse bijstand genoemd in Europese consumentenregelgeving;

    • c.

      het vergroten van kennis van consumenten en aanbieders over consumentenrechten en consumentenplichten en mogelijkheden om recht te halen.

XVI

Pianoo

  • 1.

    PIANOo staat onder leiding van een directeur.

  • 2.

    PIANOo heeft tot taak:

    • a.

      de aanwezige kennis en ervaring over inkopen en aanbesteden beschikbaar te maken voor alle aanbestedende diensten;

    • b.

      de inhoudelijke en praktische samenwerking van aanbestedende diensten te stimuleren en te faciliteren.

XVII

Het Centraal Planbureau (CPB)

  • 1.

    Het Centraal Planbureau (CPB) staat onder leiding van een directeur.

  • 2.

    Het Centraal Planbureau (CPB) heeft tot taak het maken van onafhankelijke economische analyses en prognoses die wetenschappelijk verantwoord en up-to-date zijn en die relevant zijn voor het beleid van de regering, het parlement en andere maatschappelijke organisaties, zoals politieke partijen en bedrijfsleven.

  • 3.

    Het Centraal Planbureau (CPB) bestaat uit:

    • a.

      sector 1: Arbeidsmarkt en Welvaartsstaat;

    • b.

      sector 2: Conjunctuur en Collectieve Sector;

    • c.

      sector 3: Groei, Kennis en Structuur;

    • d.

      sector 4: Marktordening;

    • e.

      sector 5: Economie en Fysieke Omgeving;

    • f.

      sector 6: Internationale Economie;

    • g.

      afdeling Informatietechnologie en Onderzoeksondersteuning;

    • h.

      afdeling Interne Zaken en Beheer.

XVIII

De Dienst ICT Uitvoering

  • 1.

    De Dienst ICT Uitvoering staat onder leiding van een directeur.

  • 2.

    De Dienst ICT Uitvoering heeft tot taak het zorg dragen voor betrouwbare, gestandaardiseerde en kostenefficiënte ICT-services die de bedrijfsprocessen van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie ondersteunen.

  • 3.

    De Dienst ICT Uitvoering bestaat uit:

    • a.

      Bedrijfsvoering: bestaande uit de teams Bedrijfsadministratie en Control en Organisatie;

    • b. 

      Sturing: bestaande uit de teams Relatiemanagement, Deliverymanagement, Architectuur en strategie, Kwaliteitsborging en Contractmanagement;

    • c.

      Uitvoering: bestaande uit de teams Handhaving en Toezicht, Subsidieverstrekking, Digitale dienstverlening en Registratie, Operating systems, Middlewared, Datacommunicatie, Ketenmonitoring, Support Uitvoering en DICTUdesk.

XIX

de dienst landelijk gebied

  • 1.

    De Dienst Landelijk Gebied staat onder leiding van een directeur.

  • 2.

    De Dienst Landelijk Gebied heeft tot taak:

    • a.

      het verrichten van taken betreffende de wettelijke herverkaveling en werkzaamheden op het gebied van planvorming en planuitvoering die daarmee samenhangen, het opstellen van verslagen en rapportages daarover;

    • b.

      het uitvoeren van subsidieregelingen op het terrein van de inrichting van het landelijke gebied, waaronder begrepen het voorbereiden en nemen van subsidiebesluiten, het uitkeren van subsidies, en het adviseren van andere subsidieverleners over subsidieaanvragen;

    • c.

      het uitvoeren van werkzaamheden op het terrein van de inrichting van het landelijke gebied, waaronder planvorming, planuitvoering, werkzaamheden als procesmanager en gebiedsmakelaar;

    • d.

      namens het bureau beheer landbouwgronden verwerven, beheren en vervreemden van gronden en opstallen;

    • e.

      het uitvoeren van werkzaamheden op het gebied van Geografische Informatiesystemeen (GIS competence centrum);

    • f.

      het functioneren als erkend betaalorgaan voor de tweede pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid;

    • g.

      het op verzoek geven van algemene en beleidsadviezen en verstrekken van informatie over beleid, voortgang en andere zaken met betrekking tot de onder a tot en met f genoemde taken.

    De Dienst Landelijk Gebied bestaat uit:

    • a.

      Centrale Eenheid;

    • b.

      Regio Noord;

    • c.

      Regio Oost;

    • d.

      Regio West;

    • e.

      Regio Zuid.

XX

Het Staatstoezicht op de mijnen

  • 1.

    Het Staatstoezicht op de mijnen staat onder leiding van de inspecteur-generaal der mijnen.

  • 2.

    Het Staatstoezicht op de mijnen heeft tot taak:

    • a.

      het toezien op de naleving van het bij het krachtens de Mijnbouwwet bepaalde ten aanzien van de veiligheid, de gezondheid, het milieu, de bodembewegingen, de doelmatige winning van delfstoffen bij verkenningsonderzoeken in het kader van een planmatig beheer, het opsporen en winnen van delfstoffen en aardwarmte en het opslaan van stoffen;

    • b.

      het toezien op de naleving van het bij het krachtens de Gaswet bepaalde ten aanzien van de veiligheid van gastransportnetten;

    • c.

      het doen van aanbevelingen aan de minister die de inspecteur-generaal wenselijk acht met het oog op een doelmatige en voortdurende uitvoering in de toekomst van de in onderdelen a en b genoemde activiteiten;

    • d.

      het geven van onafhankelijk advies over voorgenomen beleid ten aanzien van de handhaafbaarheid, de uitvoerbaarheid en de fraudegevoeligheid;

    • e.

      het informeren van de bewindspersonen en van het bij de mijnbouw- en gasregelgeving betrokken beleidsonderdeel over de waargenomen effecten van bestaand beleid en over relevante ontwikkelingen in het buitenland, waaronder de Europese Unie, die invloed kunnen hebben op dit beleid;

    • f.

      het bijdragen aan beleidsevaluaties op basis van bevindingen opgedaan bij het toezicht.

  • 3.

    Het Staatstoezicht op de mijnen bestaat uit:

    • a.

      de afdeling Engineering;

    • b.

      de afdeling Geo-engineering;

    • c.

      de afdeling Operaties;

    • d.

      het Bedrijfsbureau.

XXI

De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit

  • 1.

    De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit staat onder leiding van een inspecteur-generaal.

  • 2.

    De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit heeft tot taak:

    • a.

      het werken aan de veiligheid van voedsel- en niet-voedsel producten om de gezondheid van mens en dier te beschermen;

    • b.

      het zorg dragen voor de naleving van wet- en regelgeving door het houden van toezicht;

    • c.

      het uitvoeren van een wetenschappelijke risicobeoordeling;

    • d.

      het informeren van de buitenwereld over risico’s en risicoreductie;

    • e.

      het fungeren als centraal meldpunt voor consumenten, bedrijven, laboratoria, de Europese Commissie en andere landen op het gebied van voedselveiligheid;

    • f.

      het samenwerken met de Europese Voedsel Veiligheidsautoriteit;

    • g.

      het bewaken en bevorderen van de gezondheid van planten waarmee een bijdrage wordt geleverd aan een gezonde groene sector van internationaal aanzien, een gezonde en veilige land- en tuinbouw en een landschap met een hoge biodiversiteit;

    • h.

      het voorkomen dat ziekten, plagen en ongewenste planten binnen Nederland en over de wereld worden verspreid;

    • i.

      het bevorderen dat planten, ziekten, plagen en onkruiden op een veilige en duurzame wijze worden beheerst;

    • j.

      het ontwikkelen van kennis.

  • 3.

    De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit bestaat uit:

    • a.

      de Voedsel en Waren Autoriteit;

    • b.

      de Algemene Inspectiedienst;

    • c.

      de Plantenziektenkundige Dienst.

XXII

Agentschap NL/Dienst Regelingen

  • 1.

    Agentschap NL/Dienst Regelingen staat onder leiding van de directeur-generaal Uitvoering.

  • 2.

    Agentschap NL/Dienst Regelingen heeft tot taak:

    • a.

      het uitvoeren van de in de Rijksoctrooiwet 1995 en de in de Wet van 28 oktober 1987, houdende regelen inzake de bescherming van oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten genoemde taken;

    • b.

      het als nationaal voorportaal samenwerken met het Europees Octrooi Bureau ter bevordering van de kennisbescherming;

    • c.

      het verzamelen, het analyseren en het voor derden toegankelijk maken van alle relevante octrooi-informatie;

    • d.

      het ontsluiten en het klantvriendelijk beschikbaar stellen van informatie over industriële eigendomsrechten;

    • e.

      het aan derden aanbieden van zoeksystemen in de octrooiliteratuur;

    • f.

      het leveren van bijdragen voor de beleidsvoorbereiding van het kernministerie op het gebied van industriële eigendom;

    • g.

      het in samenwerking met het kernministerie deelnemen aan internationaal overleg over onderwerpen van industriële eigendom;

    • h.

      het geven van voorlichting over beschermingsvormen voor innovatieve ontwikkelingen;

    • i.

      het ondersteunen van ondernemers en publieke organisaties bij het internationaal ondernemen en samenwerken;

    • j.

      het stimuleren van internationale activiteiten met informatie over buitenlandse markten, met projectmatige en financiële ondersteuning en door het leggen van contacten met zakenpartners in het buitenland;

    • k.

      het geven van informatie over kansrijke sectoren in het buitenland, over buitenlandse markten en wet- en regelgeving;

    • l.

      het uitvoeren van regelingen en programma’s ter financiële ondersteuning van sectoren en ondernemingen en het inbrengen van expertise bij het opstellen van plannen;

    • m.

      het leggen van contacten met interessante zakenpartners en relevante publieke organisaties in de markt of sector die de ondernemer wil betreden, via promotionele activiteiten;

    • n.

      het uitdragen en het versterken van de economische beeldvorming van Nederland in het buitenland;

    • o.

      de promotie van Nederland als vestigingslocatie voor buitenlandse investeerders;

    • p.

      de assistentie van buitenlandse bedrijven bij het nemen van hun vestigingsbesluit;

    • q.

      de coördinatie van de acquisitie-inspanningen op nationaal, regionaal en lokaal niveau;

    • r.

      de beleidssignalering, binnen en buiten het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innvoatie, ten aanzien van het Nederlandse vestigingsklimaat in internationaal perspectief;

    • s.

      het informeren van Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheden over innovaties, technologische ontwikkelingen en ontwikkelingen in het innovatiebeleid;

    • t.

      het bevorderen van internationale contacten op het gebied van innovatie(beleid) en technisch-wetenschappelijke samenwerking;

    • u.

      het stimuleren van duurzame ontwikkeling en innovatie door een brug te slaan tussen markt en overheid;

    • v.

      het uitvoeren van overheidsbeleid met betrekking tot innovatie, energie en klimaat, milieu en leefomgeving;

    • w.

      het fungeren als landelijk opererende uitvoeringsorganisatie voor Europese en nationale regelgeving en programma’s, onder meer gericht op subsidieverlening, inkomenssteun, vergunningverlening en maatregelen;

    • x.

      het functioneren als erkend betaalorgaan voor de eerste pijler van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid;

    • y.

      het toetsen en verantwoorden van de besteding van Europese Fondsen vanuit de rol als Certificeringsautoriteit;

    • z.

      het bieden van ondersteuning bij de administratieve en financiële afwikkeling van crises;

    • aa.

      het fungeren als loket voor burgers en ondernemers;

    • bb.

      de ontwikkeling en het beheer van gegevensregistraties van dieren, percelen, grondgebruik en relaties, en het beschikbaar stellen van gegevens aan andere publieke en private organisaties;

    • cc.

      de registratie en integratie van gegevens gericht op evaluatie en beleidsontwikkeling, en de advisering over beleidsontwikkeling met het oog op de uitvoerbaarheid;

    • dd.

      het beschikbaar stellen van haar uitvoeringsdeskundigheid en infrastructuur aan andere opdrachtgevers binnen de overheid, nationaal en in EU-verband;

    • ee.

      het vertalen van wet- en regelgeving naar effectief en efficiënt uitvoeringsbeleid.

  • 3.

    Agentschap NL/Dienst Regelingen bestaat uit:

    • a.

      Agentschap NL;

    • b.

      Dienst Regelingen.

XXIII

Agentschap Telecom

  • 1.

    Agentschap Telecom staat onder leiding van een directeur-hoofdinspecteur.

  • 2.

    Agentschap Telecom heeft tot taak:

    • a.

      het verruimen en het optimaliseren van het elektronische communicatiedomein door:

      • 1°.

        bijdragen aan beleidsevaluatie en beleidsvoorbereiding;

      • 2°.

        toelating en registratie;

      • 3°.

        toezicht en handhaving;

    • b.

      het uitvoeren van het bij of krachtens de Wet ruimtevaartactiviteiten bepaalde, alsmede het toezien op de naleving van het bij of krachtens de Wet ruimtevaartactiviteiten en de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten bepaalde.

  • 3.

    Het Agentschap Telecom bestaat uit:

    • a.

      de afdeling Spectrummanagement;

    • b.

      de afdeling Toezicht;

    • c.

      de afdeling Juridische Zaken;

    • d.

      de stafafdeling Directiebureau;

    • e.

      de stafafdeling Financiën en Control;

    • f.

      de stafafdeling Informatie Communicatie Technologie;

    • g.

      de stafafdeling Facilitair Bedrijf;

    • h.

      de stafafdeling Personeel en Organisatie.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en InnovatieM.J.M.Verhagen