Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, van 14 juli 2011, nr. 218837, houdende samenvoeging en vereenvoudiging van diverse regelingen op het gebied van de zeevisserij (Uitvoeringsregeling zeevisserij)

Uitvoeringsregeling zeevisserij

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Gelet op verordening nr. 3440/84; verordening nr. 894/97; verordening nr. 850/98; verordening nr. 1434/98; verordening nr. 2549/2000; verordening nr. 1035/2001; verordening nr. 1936/2001; verordening nr. 2056/2001; verordening nr. 494/2002; verordening nr. 2347/2002; verordening nr. 2371/2002; verordening nr. 882/2003; verordening nr. 1185/2003; verordening nr. 1954/2003; verordening nr. 1984/2003; verordening nr. 26/2004; verordening nr. 600/2004; verordening nr. 601/2004; verordening nr. 811/2004; verordening nr. 812/2004; verordening nr. 827/2004; verordening nr. 1415/2004; verordening nr. 2115/2005; verordening nr. 2187/2005; verordening nr. 388/2006; verordening nr. 1198/2006; verordening nr. 1967/2006; verordening nr. 520/2007; verordening nr. 1098/2007; verordening nr. 1386/2007; verordening nr. 199/2008; verordening nr. 517/2008; verordening nr. 734/2008; verordening nr. 1005/2008; verordening nr. 1006/2008; verordening nr. 1342/2008; verordening nr. 302/2009; verordening nr. 1010/2009; verordening nr. 1224/2009; verordening nr. 1288/2009; verordening nr. 201/2010; verordening nr. 640/2010; verordening nr. 1013/2010; verordening nr. 1236/2010; verordening nr. 57/2011 en uitvoeringsverordening nr. 404/2011;

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemeen

Artikel

1

Begripsbepalingen

Artikel

2

Nadere begripsbepalingen

Artikel

3

Verboden op grond van de basisverordening

Artikel

6

Aanwijzing havens

Artikel

7

Voorschriften aanlanden

Artikel

8

Voorschriften lossen

Artikel

9

Verplichtingen in kader van datacollectie

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 12, tweede en derde lid, en 20, eerste lid, van verordening 2017/1004.

Hoofdstuk

2

Vangstmogelijkheden

§

1

Verordening vangstmogelijkheden

Artikel

10

Vangstverboden

Artikel

11

Van het verbod, bedoeld in artikel 10, eerste en tweede lid, kan op grond van artikel 6d van het Reglement zee- en kustvisserij 1977 uitsluitend ontheffing worden verleend, voor het uitoefenen van de visserij ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek, voor zover:

  • a.

    het onderzoek wordt begeleid door een wetenschappelijk instituut;

  • b.

    het onderzoek, blijkens het bij de aanvraag voor de ontheffing te overleggen projectplan, naar het oordeel van de minister in het belang is van de Nederlandse visserij;

  • c.

    het de vissoorten betreft waarop het onderzoek betrekking heeft;

  • d.

    de resultaten van het onderzoek beschikbaar worden gesteld voor de Nederlandse visserijsector; en

  • e.

    de totale vangsten waarvoor ontheffing wordt verleend het in artikel 33, zesde lid, van de controleverordening, genoemde percentage van de in bijlage I van de verordening vangstmogelijkheden of in bijlage I bij de verordening vangstmogelijkheden 2023, voor zover van toepassing voor 2024, aan Nederland toegewezen vangstmogelijkheden niet te boven gaat.

Artikel

12

Reservering vangstmogelijkheden

Artikel

13

Overige verboden

Artikel

14

Visserij op diepzeebestanden

Artikel

15

Pelagische visserij

Artikel

16

Vangstmogelijkheden Oostzee

Het is verboden in strijd te handelen met artikel 7, eerste, derde en vijfde lid, artikel 8 en artikel 11, eerste en tweede lid, van de verordening vangstmogelijkheden Oostzee.

Artikel

17

Vangstmogelijkheden Middellandse Zee en Zwarte Zee

Artikel

18

Herstelmaatregelen kabeljauw Noordzee

Het is verboden visserijactiviteiten uit te oefenen in de gebieden en gedurende de perioden, bedoeld in artikel 16 van de verordening vangstmogelijkheden.

Artikel

19

Aanvullende visserij-inspanning annex IIA

Vervallen

Artikel

20

Overige visserij-inspanning

Het is verboden te vissen met de typen vistuigen, bedoeld in hoofdstuk III van bijlage II van de verordening vangstmogelijkheden, in het gebied, bedoeld in hoofdstuk I van die bijlage, en die typen vistuig aan boord te houden.

§

2

Vangstverboden contingentering

Artikel

20a

Vangstverbod MFL2

Artikel

21

Vangstverbod

Artikel

22

Nadere voorschriften

Artikel

23

Uitzondering vangstverbod MFL1

Artikel

24

Toegestane vangsthoeveelheden

Artikel

25

Toegestane bijvangsten kabeljauw of wijting

Vervallen

Artikel

26

Toegestane bijvangsten makreel

Vervallen

Artikel

27

Toegestane bijvangst horsmakreel

Vervallen

Artikel

27a

Toegestane bijvangst ondermaatse schol en tong

Vervallen

Artikel

28

Volledig gedocumenteerde visserij

Vervallen

§

3

Contingenten

Artikel

29

Bepaling contingent

Artikel

30

Document met contingent

Artikel

30a

Vervallen contingenten

§

4

Groepscontingenten

Artikel

31

In beheer geven contingent aan groep of PO

Artikel

32

Toekenning groepscontingent

Artikel

32a

Extra hoeveelheid vangstmogelijkheden

Artikel

32b

Benutting groepscontingent

De minister draagt er zorg voor dat de aanlandingen van de leden van een groep of producentenorganisatie, waarvoor een groepscontingent geldt waaraan een extra hoeveelheid vangstmogelijkheden is toegekend als bedoeld in artikel 32a, in mindering worden gebracht op de extra hoeveelheid vangstmogelijkheden van het desbetreffende groepscontingent, tenzij de extra hoeveelheid vangstmogelijkheden van het desbetreffende groepscontingent volledig is opgevist.

Artikel

33

Recht op individueel aandeel

Artikel

34

Indiening verzoek door groep of PO

Artikel

35

Verplichtingen van bestuur van groep of PO

Artikel

36

Onttrekking aan groepscontingent

Artikel

37

Uitsluiting deelname

Artikel

38

Basis voor bepaling contingenten

Bij de vermindering, bedoeld in de artikelen 36, tweede lid, en 37, tweede lid, gaat de minister uit van de gegevens uit het Visserij Registratie en Informatie Systeem van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat, aangevuld met de gegevens uit de laatste door het bestuur van de groep of van de producentenorganisatie overgelegde kopie van de administratieve gegevens, bedoeld in artikel 35, onderdeel f, behoudens tegenbewijs van de belanghebbende bij het desbetreffende contingent.

§

5

Korting, overdracht, aanhouding en ingebruikgeving van contingenten

Artikel

39

Korting op contingenten

Artikel

40

Andere verdeling van contingenten over vissersvaartuigen

Artikel

41

Overdraagbaarheid van contingenten

Artikel

42

Voorwaarden voor overdracht van contingenten

Artikel

43

Overdracht van contingenten

De overdracht vindt slechts plaats na kennisgeving van de minister aan de ondernemer aan wie het contingent van een vissoort wordt overgedragen, dat het overgedragen contingent voor een door de ondernemer aangewezen vissersvaartuig of vissersvaartuigen op zijn naam komt te gelden en dat dat contingent voor het lopende kalenderjaar is verminderd met het eventueel opgeviste deel daarvan, de hoeveelheden, bedoeld in artikel 39, en de hoeveelheden, bedoeld in artikel 46c, derde lid.

Artikel

44

Aanhouden van contingenten

Artikel

45

Ingebruikgeving van contingenten

Artikel

46

Ingebruikgeving van groepscontingenten

§

6

Overige bepalingen over contingenten

Artikel

46a

Aanlandcontingent

Artikel

46b

Uitzonderingen aanlandcontingent

Artikel

46c

Betaling aanlandcontingent

Artikel

47

Spanvisserij

Hoofdstuk

3

Technische maatregelen

Artikel

50

Meting maaswijdte

Voor de toepassing van de in dit hoofdstuk genoemde verordeningen wordt de maaswijdte van vistuig gemeten overeenkomstig verordening nr. 517/2008.

Artikel

51

Voorzieningen aan sleepnetten

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 4 tot en met 15 van verordening nr. 3440/84, of sleepnetten als bedoeld in artikel 1 van verordening nr. 3440/84, aan boord te houden indien deze netten niet voldoen aan de artikelen 4 tot en met 15 van die verordening.

Artikel

52

Drijfnetten

Vervallen

Artikel

53

Bescherming jonge exemplaren mariene organismen

Artikel

54

Nationale voorschriften als bedoel in bijlage V, deel B, punt 1.2, van verordening 2019/1241

Artikel

55

Toestemming als bedoeld in de artikelen 25 en 26 van verordening 2019/1241

Artikel

56

Haring voor industriële doeleinden

Vervallen

Artikel

57

Herstel kabeljauw Ierse zee

Vervallen

Artikel

58

Over grote afstand trekkende visbestanden in IOTC-gebied

Artikel

59

Aanvullende maatregelen herstel kabeljauwbestanden in Noordzee

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 4 tot en met 9 van verordening nr. 2056/2001.

Artikel

60

Aanvullende maatregelen herstel heek in ICES 3, 4, 5, 6, 7 en 8a, b, d, e

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 2, eerste lid, 3, 4, 5, tweede lid, en 6 van verordening nr. 494/2002.

Artikel

61

Toezichtsdocumenten

Artikel

62

Verbod afsnijden haaienvinnen

Het is verboden in strijd te handelen met artikel 3 van verordening nr. 1185/2003.

Artikel

63

Antarctische wateren

Artikel

64

Maatregelen incidentele vangst van walvisachtigen

Vervallen

Artikel

65

Technische maatregelen Oostzee, de Belten en de Sont

Vervallen

Artikel

66

Technische maatregelen over grote afstand trekkende visbestanden

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 20, tweede lid, derde lid, onderdeel a, en vierde lid, 21, 23, 26, eerste lid, 27 en 29 van verordening nr. 520/2007.

Artikel

67

Kwetsbare mariene ecosystemen in volle zee

Hoofdstuk

4

Meerjarenplannen en overige instandhoudingsmaatregelen

Artikel

68

Meerjarenplan Noordzee

Het is verboden in strijd te handelen met de door de Europese Commissie op grond van artikel 8, artikel 9, eerste lid, en artikel 11 van verordening 2018/973 vastgestelde gedelegeerde handelingen.

Artikel

69

Beheer visserij-inspanning westelijke wateren

Artikel

70

Meerjarenplan westelijke wateren

Het is verboden in strijd te handelen met de door de Europese Commissie op grond van artikel 9, eerste lid, artikel 13, eerste lid, en artikel 14, tweede lid, van verordening 2019/472 vastgestelde gedelegeerde handelingen.

Artikel

71

Herstelplan zwarte heilbot in NAFO-gebied

Vervallen

Artikel

72

Meerjarenplan westelijk deel Middellandse Zee

Het is verboden in strijd te handelen met de door de Europese Commissie op grond van artikel 11, vijfde lid, artikel 13, eerste lid, en artikel 14 van verordening 2019/1022 vastgestelde gedelegeerde handelingen.

Artikel

73

Beheersmaatregelen visbestanden in Middellandse Zee

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 4, eerste, tweede en derde lid, 13, eerste tot en met vierde lid, 17, eerste lid, 21, en 22, eerste lid, van verordening nr. 1967/2006.

Artikel

73a

Instandhoudings- en handhavingsmaatregelen in GFCM-overeenkomstgebied

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 9 bis tot en met 9 quinquies, 10, 11 bis, 12, eerste lid, 15, eerste lid, 15 bis, eerste lid, 16, 16 ter, eerste lid, 16 quater, eerste lid, 16 quinquies, eerste en tweede lid, 16 quinquies bis, 16 septies tot en met 16 duodecies, 16 terdecies, vijfde lid, 17, vijfde lid, 17 ter, eerste lid, 22 bis tot en met 22 quinquies, 22, septies, 22 duodecies, 22 terdecies van verordening nr. 1343/2011.

Artikel

73b

Herstelplan mediterrane zwaardvis

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 11, 13, 14, 18, eerste lid, 19, 21, eerste lid, 23, 24, tweede lid, 25, 29, derde en vierde lid, en met de door de Europese Commissie op grond van artikel 34, eerste lid, van verordening 2019/1154 vastgestelde gedelegeerde handelingen.

Artikel

74

Meerjarenplan Oostzee

Artikel

75

Instandhoudings- en handhavingsmaatregelen in NAFO-gebied

Artikel

76

Meerjarig herstelplan blauwvintonijn in Atlantische Oceaan en Middellandse Zee

Artikel

77

Controle- en handhavingregeling in NEAFC-gebied

Artikel

78

Over grote afstand trekkende visbestanden in ICCAT-gebied

Artikel

78a

Instandhoudings- en controlematregelen in SPRFMO-gebied

Hoofdstuk

5

Nationale maatregelen en maatregelen binnen 12 mijlzone

Artikel

79

Verbod uitoefening visserij op gequoteerde soorten met niet vissersvaartuigen

Artikel

80

Verbod gebruik bepaalde vistuigen door niet vissersvaartuigen

Het is verboden om anders dan met een vissersvaartuig in de visserijzone te vissen met:

Artikel

81

Visserij-inspanning staandwant

Artikel

82

Vermelding staandwant op visvergunning

Een vermelding van een vistuig van het type staandwant op een visvergunning geschiedt slechts ten aanzien van een vaartuig:

  • a.

    waarmee tussen 1 januari 2006 en 24 augustus 2009 blijkens de logboekgegevens is gevist met een vistuig van het type staandwant;

  • b.

    waarvoor op 24 augustus 2009 een onomkeerbare investeringsverplichting is aangegaan met het oog op de visserij met een vistuig van het type staandwant; of

  • c.

    indien:

    • i.

      het vaartuig dient ter vervanging van een vissersvaartuig of vissersvaartuigen ten aanzien waarvan het recht op een vermelding van een vistuig van het type staandwant op de visvergunning al bestond op grond van onderdeel a of b van dit lid;

    • ii.

      de houder van de vergunning met de vermelding van een vistuig van het type staandwant afstand heeft gedaan van het recht op de vermelding ten gunste van de aanvrager; en

    • iii.

      het motorvermogen van het vissersvaartuig waarvoor de vermelding wordt gevraagd niet meer bedraagt dan het motorvermogen van het vissersvaartuig of de vissersvaartuigen die worden vervangen.

Artikel

83

Berekening resterende visserij-inspanning staandwant

Artikel

84

Maximale lengte staandwant

Het is verboden om in de visserijzone per Nederlands vissersvaartuig op hetzelfde moment meer dan 25 kilometer vistuig van het type staandwant in het water te hebben uitstaan of aan boord te hebben, ongeacht de lengte van het desbetreffende vissersvaartuig.

Artikel

84a

Voorwaarden vismachtiging zeebaars

Artikel

85

Aanlandverboden

Artikel

86

Kabeljauw vermijdende netaanpassingen

Artikel

86a

Voorwaarden vismachtiging in het kader van het meerjarenplan Noordzee

Artikel

86b

Visserij in Skagerrak

Artikel

87

Verzegeling motoren

Artikel

87a

Erkenning meet- of zegelbureau

Artikel

87b

Werkwijze erkend meet- of zegelbureau

Artikel

87c

Intrekken erkenning

Artikel

88

Documenten aan boord

Artikel

89

Vermelding vissoort op verpakking

Het is verboden diepgevroren vis in verpakkingen aan te landen, tenzij op de verpakking de in de verpakking aanwezige vis per vissoort is vermeld volgens de FAO-3lettercodes, bedoeld in artikel 14, tweede lid, onderdeel b, van de controleverordening.

Artikel

90

Traceerbaarheid

Hoofdstuk

6

Controleverordening

§

1

Algemene voorwaarden voor toegang tot wateren en hulpbronnen

Artikel

91

Autoriteit

De autoriteit, bedoeld in artikel 5, vijfde lid, van de controleverordening, is de minister.

Artikel

92

Visvergunning

Artikel

93

Verlening visvergunning

Artikel

94

Geldigheid visvergunning

Artikel

95

Verhoging tonnage in visvergunning

Vervallen

Artikel

96

Schorsing of intrekking visvergunning

Artikel

97

Vismachtiging

Artikel

98

Verlening vismachtiging

Artikel

99

Voorwaarden vismachtiging langetermijn herstelplan kabeljauw

Vervallen

Artikel

100

Schorsing of intrekking vismachtiging

Artikel

101

Markering vissersvaartuig en vistuig

Artikel

102

Vms voor vaartuigen

Artikel

103

AIS

Het is verboden in strijd te handelen met artikel 10, eerste lid, van de controleverordening.

§

2

Controle op gebruik vangstmogelijkheden

Artikel

104

Invullen en overleggen papieren logboek, papieren aangiften van overlading en papieren aangifte van aanlanding

Artikel

104a

E-Lite

Artikel

105

Elektronisch invullen/verzenden visserijlogboekgegevens

Artikel

106

Voorafgaande kennisgeving aanlanding

Artikel

107

Overladen

Artikel

108

Elektronisch invullen/verzenden aangifte van overlading

Artikel

109

Elektronisch invullen/verzenden aangifte van aanlanding

§

3

Controle op visserij-inspanning

Artikel

110

Kennisgeving vistuig

Artikel

111

Visserij-inspanningsverslag en uitputting van de visserij-inspanning

Artikel

112

Vrijstellingen

Artikel

113

Sluiting visserij

§

4

Controle op vlootbeheer

Artikel

114

Motorvermogen

Het is verboden in strijd te handelen met artikel 39, eerste lid, van de controleverordening.

Artikel

115

Certificering motorvermogen

Het is verboden in strijd te handelen met artikel 40, vierde lid, van de controleverordening, en artikel 61, derde lid, van de uitvoeringsverordening controleverordening.

§

5

Controle op meerjarenplannen

Artikel

116

Aangewezen haven en gescheiden opslag demersale vangsten meerjarenplannen

§

6

Controle op technische maatregelen

Artikel

117

Vistuig en samenstelling vangst

Artikel

117a

Gescheiden opslag van ondermaatse vis aan boord en na aanlanding

Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen 49bis, eerste lid, en 49quater van de controleverordening.

Artikel

118

Controle op voor visserij beperkte gebieden

Voor vangstvaartuigen is het verboden in strijd te handelen met artikel 50, derde lid, van de controleverordening.

Artikel

119

verwerking aan boord en pelagische visserijen

Artikel

120

Recreatievisserij

§

7

Controle op de afzet

Artikel

121

Beginselen voor controle op de afzet

Artikel

122

Traceerbaarheid

Artikel

123

Eerste verkoop visserijproducten

Artikel

124

Weging visserijproducten

Artikel

124a

Weging verse visserijproducten aan boord of na vervoer

Artikel

125

Verkoopdocument

Artikel

126

Aangifte van overname

Artikel

127

Vervoersdocument

§

8

Bewaking, inspecties, procedures en handhaving

Artikel

128

Bewaking, inspecties en procedures

Artikel

129

Handhavingmaatregelen

Artikel

130

Puntensysteem voor ernstige inbreuken

Hoofdstuk

7

Toegangsregels derde landen, IUU en vangstdocumentatieregelingen

§

1

Toegangsregels derde landen

Artikel

131

Duurzaam beheer van externe vissersvloten

Artikel

131a

Maatregelen ten aanzien van derde landen die niet-duurzame visserij toelaten

Het is verboden in strijd te handelen met op grond van artikel 4 van verordening nr. 1026/2012 vastgestelde maatregelen.

§

2

Invoer

Artikel

132

Invoerverbod tonijnsoorten uit bepaalde gebieden

Vervallen

§

3

IUU en vangstdocumentatieregelingen

Artikel

133

Toegang tot havens en gebruik havendiensten vaartuigen derde landen

Artikel

134

Vangstcertificaten bij invoer

Artikel

135

Vangstcertificaten bij aanlanding of overlading door EU-vissersvaartuigen en bij interne verhandeling

Artikel

136

Bevoegde autoriteit

Artikel

137

Erkende marktdeeldemers

Artikel

138

Vangstcertificaten bij uitvoer

Artikel

139

Vangstcertificaten bij wederuitvoer

Artikel

140

Maatregelen tegen bij IUU betrokken vaartuigen en staten

Hoofdstuk

7a

Gemeenschappelijke marktordening visserij- en aquacultuurproducten

Artikel

140a

Verzoek tot erkenning als producentenorganisatie of brancheorganisatie

Een verzoek tot erkenning als producentenorganisatie als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de GMO-verordening of een verzoek tot erkenning als brancheorganisatie als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de GMO-verordening, wordt ingediend bij de minister overeenkomstig de door de Europese Commissie op grond van artikel 21 van deze verordening vastgestelde uitvoeringshandelingen.

Artikel

140b

Productie- en afzetprogramma's

Artikel

140c

Drempelprijzen

Als drempelprijzen als bedoeld in artikel 31, eerste lid, van de GMO-verordening worden vastgesteld de prijzen die zijn opgenomen in bijlage 11.

Artikel

140d

Gemeenschappelijke handelsnormen

Artikel

140e

Consumenteninformatie

Hoofdstuk

8

Slotbepalingen

Artikel

141

Bijhouden gegevens

Degene die ingevolge deze regeling en de in artikel 1, tweede lid, genoemde verordeningen gegevens moet vermelden of anderszins moet bijhouden of moet verstrekken, doet dit volledig, naar waarheid en binnen de gestelde termijnen.

Artikel

142

Toekomstige wijziging begrip groepscontingent

Wijzigt deze regeling.

Artikel

143

Wijziging regelingen

Wijzigt de Regeling LNV-subsidies en de Uitvoeringsregeling visserij.

Artikel

144

Overgangsbepalingen

Artikel

146

Inwerkingtreding en citeertitel

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,H.Bleker

Bijlage

a1

behorende bij de artikel 1, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Controleplan ‘Wegen na vervoer’ voor verse visserijproducten

1

Inleiding

Conform artikel 60 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) moet garanderen (hierna: Controleverordening) zien lidstaten erop toe dat alle visserijproducten worden gewogen op door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde systemen.

Onverminderd bijzondere bepalingen wordt deze weging uitgevoerd bij de aanlanding, voordat de visserijproducten worden opgeslagen, vervoerd of verkocht.

In afwijking van de weging bij aanlanding mogen lidstaten op basis van artikel 61 (1) van de Controleverordening toestaan dat visserijproducten na vervoer worden gewogen op goedgekeurde weegapparatuur in een EG erkend levensmiddelenbedrijf binnen Nederland (bijv. visafslag) volgens een door de Commissie goedgekeurd controleplan dat is vastgesteld overeenkomstig de risico gebaseerde methode die is beschreven in bijlage XXI van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (hierna: Uitvoeringsverordening).

Nederland maakt gebruik van deze mogelijkheid voor vissersvaartuigen om visserijproducten na vervoer te wegen. Naar aanleiding hiervan is onderhavig controleplan opgesteld.

Dit controleplan kan door alle vissersvaartuigen gebruikt worden die in Nederland aanlanden indien voldaan wordt aan de in dit plan gestelde voorschriften.

2

Doel

Dit controleplan richt zich op de betrokken marktdeelnemers en de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor het toezicht op de weging aan land. Het doel van dit controleplan is om een juiste weging te garanderen om zo correcte weegresultaten te gebruiken voor het invullen van de aangiften van aanlanding, (het vervoersdocument), de verkoopdocumenten en de aangiften van overname.

3

Wettelijke basis

Artikel 61 (1) van de Controleverordening en artikel 77 (1) in samenhang met bijlage XXI van de Uitvoeringsverordening.

4

Begrippen en definities

Voor het begrippenkader wordt verwezen naar de definities die zijn opgenomen in artikel 4 van de Controleverordening en artikel 2 van de Uitvoeringsverordening. Een korte opsomming van veelvoorkomende begrippen in dit controleplan:

  • ‘marktdeelnemer’: de natuurlijke of rechtspersoon die een bedrijf runt of bezit waarvan de activiteiten betrekking hebben op een stadium van de productie-, verwerkings-, afzet-, distributie- en detailhandelsketen voor visserij- en aquacultuurproducten;

  • ‘partij’: een hoeveelheid visserij- en aquacultuurproducten van een bepaalde soort van dezelfde aanbiedingsvorm, afkomstig uit hetzelfde betrokken geografische gebied en van hetzelfde vissersvaartuig, dezelfde groep vissersvaartuigen of dezelfde aquacultuurproductie-eenheid;

  • ‘aanlanden’: het voor de eerste keer lossen van een hoeveelheid visserijproducten, van een vissersvaartuig naar de wal;

  • ‘risicobeheer’: het systematisch in kaart brengen van risico’s en het toepassen van alle maatregelen die vereist zijn om het optreden van deze risico’s te beperken. Dit omvat activiteiten zoals het verzamelen van gegevens en informatie, het analyseren en beoordelen van risico’s, het uitstippelen en ondernemen van acties, en het regelmatig toezicht houden op en evalueren van het proces en de procesresultaten, op basis van internationale en nationale bronnen en strategieën;

  • ‘risico’: de waarschijnlijkheid dat zich een gebeurtenis zal voordoen die een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid vormt;

  • ‘controle’: toezicht en bewaking;

  • ‘inspectie’: elke verificatie die functionarissen uitvoeren om na te gaan of de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd en waarvan de resultaten in een inspectieverslag worden neergelegd;

  • ‘bewaking’ : observatie van visserijactiviteiten op basis van waarnemingen door inspectievaartuigen of officiële vliegtuigen en technische constaterings- en identificatiemethoden;

  • ‘Inspecteur’ : een functionaris die door een nationale autoriteit, de Commissie of het Communautair Bureau voor visserijcontrole is gemachtigd om een inspectie uit te voeren;

  • ‘bevoegde autoriteit’ : de centrale autoriteit van een lidstaat die bevoegd is om ervoor te zorgen dat aan de vereisten van deze verordening wordt voldaan, elke andere autoriteit waaraan die centrale autoriteit haar bevoegdheid heeft gedelegeerd, of de overeenkomstige autoriteit van een derde land.

5

Uitwerking controleplan

Indien aan de voorschriften van dit plan wordt voldaan is het voor kapiteins van vissersvaartuigen toegestaan de aangelande visserijproducten na aanlanding te vervoeren om elders in Nederland in een EG erkend levensmiddelenbedrijf (bijv. visafslag) gewogen te worden (definitieve ‘weging aan land’).

5.1

Voorschriften marktdeelnemers

Om gebruik te kunnen maken van dit ‘controleplan wegen na vervoer’ gelden de volgende voorschriften voor de verschillende marktdeelnemers:

5.1.1

Voorschriften voor kapiteins van vissersvaartuigen

  • De kapitein van een vissersvaartuig die gebruik wil maken van het ‘controleplan wegen na vervoer’ is er verantwoordelijk voor dat visserijproducten (verse vis) die voor weging worden vervoerd, na vervoer in een EU erkend levensmiddelenbedrijf (bijv. visafslag) binnen Nederland worden gewogen;

  • De kapitein van een vissersvaartuig is verantwoordelijk voor het laten uitvoeren van een 100% weging na vervoer van de aangelande visserijproducten;

  • De 100% weging na vervoer mag alleen plaatsvinden op goedgekeurde weegapparatuur op een in Nederland gevestigd EU erkend levensmiddelenbedrijf voor visserijproducten, bijvoorbeeld een Nederlandse visafslag;

  • De 100% weging na vervoer dient ten allen tijde in Nederland plaats te vinden. Dit geldt ook voor aanlandingen van visserijproducten in Nederland die bestemd zijn voor doorvoer naar een andere lidstaat;

  • De kapitein van het vissersvaartuig is verantwoordelijk voor het doorgeven van de juiste informatie t.b.v. het vervoersdocument (hoeveelheden, vissoorten, afleveradres etc.) aan de vervoerder van de visserijproducten;

  • De kapitein van het vissersvaartuig zorgt ervoor dat iedere aangelande partij die getransporteerd wordt naar een in Nederland gevestigd EG-erkend levensmiddelenbedrijf om daar gewogen te worden, traceerbaar is volgens de voorschriften van art. 58 van de Controleverordening en art. 67 van de Uitvoeringsverordening;

  • Een aangelande hoeveelheid verse visserijproducten dient rechtstreeks vervoerd te worden naar 1 bestemming om daar in zijn geheel gewogen te worden. (De hoeveelheid mag niet gesplitst worden en op verschillende bestemmingen worden afgeleverd).

5.1.2

Voorschriften voor vervoerders

  • Visserijproducten waarvoor noch een verkoopdocument, noch een aangifte van overname is overgelegd (verse vis) mogen alleen worden vervoerd in vervoermiddelen die vergezeld gaan van een volledig ingevuld vervoersdocument. Het document bevat ten minste de informatie zoals beschreven in artikel 68 (5) van de Controleverordening;

  • De vervoerder is verantwoordelijk voor de juistheid van de op het vervoersdocument vermelde gegevens;

  • Wanneer een inspecteur van de NVWA het vervoermiddel voor controledoeleinden verzegelt, vermeldt de vervoerder de zegelnummers op alle vervoersdocumenten die het vervoer vergezellen;

  • Zegels die door de NVWA voor controledoeleinden zijn aangebracht mogen alleen door een inspecteur van de NVWA of na goedkeuring van een inspecteur van de NVWA op de plaats van bestemming verbroken worden;

  • Er mogen meerdere aangelande partijen visserijproducten afkomstig van verschillende vissersvaartuigen in een vervoermiddel geladen en vervoerd worden, mits deze visserijproducten allen geladen worden in 1 haven en gelost en gewogen worden op 1 bestemming;

  • Wanneer aangelande partijen visserijproducten afkomstig van verschillende vissersvaartuigen in 1 vervoermiddel worden vervoerd zorgt de vervoerder ervoor dat er per vissersvaartuig een transportdocument aanwezig is;

  • Wanneer meerdere vissersvaartuigen in 1 vervoermiddel worden vervoerd dienen de vangsten per vissersvaartuig duidelijk van elkaar te worden onderscheiden om de traceerbaarheidsverplichtingen te borgen;

  • De vervoerder stuurt binnen 48 uur na het laden het vervoersdocument per e-mail aan de bevoegde autoriteiten.

5.1.3

Voorschriften voor marktdeelnemers in Nederland (visafslag / koper)

  • De (definitieve) weging na vervoer mag alleen plaatsvinden op weegapparatuur die ten genoegen van de Minister is goedgekeurd, geijkt en verzegeld;

  • De (definitieve) weging na vervoer dient 100% van de vervoerde visserijproducten te omvatten;

  • De marktdeelnemer (EU erkend levensmiddelenbedrijf) waar de weging na het vervoer wordt uitgevoerd is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de weging;

  • De marktdeelnemer houdt van elke weging een weegregister bij zoals omschreven in art. 70 (1) van de Uitvoeringsverordening;

  • De marktdeelnemer bewaart de weegresultaten in het weegregister en verstrekt deze op verzoek van de NVWA;

  • Het weegregister wordt 3 jaar door de marktdeelnemer bewaard;

  • De weegresultaten van de weging na vervoer worden gebruikt voor het invullen van de vangstopgave E-Lite overeenkomstig artikel 104a van de Uitvoeringsregeling zeevisserij, indien het vissersvaartuig kleiner is dan 12 meter, en voor de aangifte van aanlanding, het vervoersdocument, het verkoopdocument en de aangifte van overname (artikel 60 (5) van de Controleverordening).

5.2

Risico en risico beheer

Het doel van het controleplan is om een correcte weging na vervoer te garanderen en daarmee het invullen van de aangiften van aanlanding, het vervoersdocument, de verkoopdocumenten en de aangiften van overname correct af te ronden.

De risico’s op niet naleving zoals bedoeld in bijlage XXI van de Uitvoeringsverordening en de analyse daarvan beperkt zich niet alleen tot de in deze bijlage genoemde parameters. Er is een wekelijkse analyse beschikbaar1Bron: T:\nvwa\two industrie nvwa\TU DVE\TU DVE\25 Risico-Analyses. met het oog op het te hanteren risico niveau. Het risico op niet naleving van een correcte weging na transport wordt in algemene zin laag ingeschat op basis van de volgende punten:

  • De punten van de aanlanding van waaruit ongewogen visserijproducten worden getransporteerd naar een EU erkend levensmiddelenbedrijf zijn bekend;

  • Het aantal locaties waar wordt aangeland is beperkt;

  • Het transporteren van ongewogen visserijproducten vanaf de plaats van aanlanding naar een EU erkend levensmiddelenbedrijf is alleen toegestaan indien de getransporteerde partij in zijn geheel wordt gewogen op de plaats van bestemming. Dit geldt ook voor vissersvaartuigen die toestemming hebben om te wegen aan boord en op de plaats van de aanlanding geen steekproefweging realiseren;

  • Elk vervoer wordt per vissersvaartuig voorzien van een vervoersdocument met informatie over de soort en de traceerbaarheid;

  • Indien meerdere partijen van verschillende vaartuigen in 1 transport worden vervoerd worden de partijen per vaartuig gescheiden en geïdentificeerd;

  • De partijen worden na transport (gesorteerd) en volledig gewogen door een erkende marktpartij in een EG erkend levensmiddelenbedrijf;

  • De marktdeelnemer die de ongewogen getransporteerde vis ontvangt is mede verantwoordelijk voor de volledige weging;

  • De weegresultaten van de weging na vervoer worden gebruikt voor het invullen van de vangstopgave E-Lite overeenkomstig artikel 104a van de Uitvoeringsregeling zeevisserij, indien het vissersvaartuig kleiner is dan 12 meter, de aangifte van aanlanding, het vervoersdocument (indien van toepassing), het verkoopdocument en de aangifte van overname; (Artikel 60 (5) van de Controleverordening 1224/2009).

Het risico niveau kan op basis van de uitkomsten van de risico analyse wijzigen.

6

Toezicht en Handhaving

Het toezicht en handhaving op de naleving van de voorschriften in dit controleplan bestaat uit fysieke en administratieve inspecties. Het toezicht wordt uitgevoerd door Inspecteurs (functionarissen) van de teams VIS Duurzaamheid van de NVWA. De NVWA voert fysiek toezicht uit op de weegvoorschriften op basis van de risicoanalyse aanlandingen met daarin opgenomen de risico-indicatoren voor wat betreft het wegen. Toezicht vindt regulier plaats in de haven en op de visafslagen tijdens de aanlandingsinspecties/afslaginspecties en actiegericht middels zogenaamde flexibele mobiele teams (MTA). De Inspecteur beschikt over de laatste actuele informatie over het vissersvaartuig door zich voorafgaand aan de inspectie voor te bereiden op de beschikbare data. De lijst met vissersvaartuigen wordt op basis van de beschikbare informatie door de verantwoordelijke inspecteur geprioriteerd.

Uitgangspunt van elke inspectie is een volledige controle van de aanlanding van een vissersvaartuig in de haven tot en met de eerste verkoop op de plaats bestemming waarbij alle tussenliggende inspectie-onderdelen worden geïnspecteerd (aanlanden-vervoer- traceerbaarheid-wegen-verkoop-administratie = 100% controles).

6.1.1

Officiële controle aanlanding

De controle op de aanlanding van vaartuigen die gebruik maken van de mogelijkheid om te wegen na transport is gericht op de voorschriften voor kapiteins van vissersvaartuigen zoals genoemd in H 5.1.1. Voor controle doeleinden maakt de inspecteur steekproefsgewijs gebruik van de mogelijkheid om het vervoermiddel officieel te verzegelen met unieke zegels. Deze verzegeling mag onderweg uitsluitend worden verbroken voor inspectie doeleinden die worden uitgevoerd door de bevoegde autoriteit. In dat geval brengt de inspecteur een nieuw zegel aan en registreert dit op het transportdocument.

6.1.2

Officiële controle na aankomst van ongewogen vis

Het toezicht is gebaseerd op de in de jaarplanning geprogrammeerde taken voor controles op de aanlanding, vervoer en het wegen van vis. De NVWA is regulier aanwezig op de EG erkende locaties in verband met het uitvoeren van toezicht op voedselveiligheid en het GVB.

  • Na aankomst van een vervoermiddel met hierin ongewogen vis op een in Nederland gevestigde EG erkende locatie controleren de inspecteurs of, in voorkomend geval als onderdeel van een controle, de in H 6.1.1. zegels in tact zijn en corresponderen met het nummer op de/het transportdocument(en).

  • Indien geconstateerd wordt dat, als onderdeel van een inspectie, bij vertrek aangebrachte zegels bij aankomst in een EG-erkend levensmiddelenbedrijf zonder toestemming van de NVWA (inspecteur) zijn verwijderd of verbroken wordt de lading voor nadere inspectie aangehouden.

  • De weging na vervoer van visserijproducten van geselecteerde aanlandingen worden in zijn geheel in aanwezigheid van functionarissen van de bevoegde autoriteit, op de plaats van bestemming waar de aan de eerste afzet voorafgaande weging plaatsvindt, uitgevoerd. Het weegresultaat per soort, de opgave van de kapitein en de geregistreerde hoeveelheid op het vervoersdocument (indien van toepassing) wordt daarbij gecontroleerd.

  • Beoordeeld wordt of de volledige partij van 1 aanlanding op 1 bestemming wordt gelost en gewogen.

  • Toezicht zal gefocust zijn op de eis dat alle vis die aangeland wordt ook daadwerkelijk na vervoer aankomt op de bestemming in Nederland om daar volledig gewogen te worden (definitieve vaststelling van de hoeveelheden).

6.2

Administratieve inspecties

Na afloop van de visreis voert de NVWA binnen het kader van het jaarplan administratieve inspecties uit op de weegresultaten die door de marktdeelnemer worden verstrekt. Deze administratieve inspecties worden verricht door het uitvoeren van kruiscontroles tussen de gegevens van het (elektronische) visserij logboek en het vervoersdocument enerzijds en de weegregisters anderzijds, op de plaats van de eindbestemming waar de producten worden gewogen in combinatie met de aangifte van aanlanding en het verkoopdocument.

Hierbij wordt o.a. het navolgende gecontroleerd:

  • De weegresultaten van weging na vervoer worden gebruikt voor de invulling van de aangifte van aanlanding, het vervoersdocument (indien van toepassing), het verkoopdocument en de aangifte van overname. Crosschecks tussen weegresultaten vinden risico- gebaseerd plaats en bij de 100% controles als eerder omschreven;

  • De crosschecks als omschreven in art. 109 (2) van de Controleverordening.

Bijlage

b1

behorende bij de artikel 1, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Steekproefplan voor ‘Wegen aan boord’ van verse visserijproducten o.b.v. artikel 60 (3) van Vo 1224/2009

1

Inleiding

Conform artikel 60 (1 en 2) van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) moet garanderen (hierna: Controleverordening) zien lidstaten erop toe dat alle visserijproducten bij aanlanding worden gewogen op door de bevoegde autoriteiten goedgekeurde systemen.

Bij wijze van afwijking mogen de lidstaten conform artikel 60 (3) toestaan dat visserijproducten aan boord van een vissersvaartuig worden gewogen volgens een door de Commissie goedgekeurd steekproevenplan dat is vastgesteld overeenkomstig de methode die is beschreven in bijlage XX van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad tot vaststelling van een communautaire controleregeling die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen (hierna: Uitvoeringsverordening).

Nederland maakt gebruik van deze mogelijkheid voor vissersvaartuigen om te wegen aan boord. Naar aanleiding hiervan is onderhavig steekproefplan opgesteld. Voor de doelgroep die toestemming heeft om te mogen wegen aan boord kan na aanlanding volstaan worden met het nemen van een steekproefweging i.p.v. een 100% weging.

Alle Europese vissersvaartuigen die verse visserijproducten in Nederland aanlanden waarvan de desbetreffende lidstaat heeft toegestaan dat visserijproducten aan boord van het vissersvaartuig mogen worden gewogen kunnen gebruik maken van dit Nederlandse steekproefplan indien voldaan wordt aan de in dit plan gestelde voorschriften.

2

Doel

Het doel van dit steekproefplan is om te verifiëren of de weging die aan boord heeft plaats gevonden voldoende nauwkeurig is. Dit om een juiste weging te garanderen zodat de weegresultaten van de aangelande visserijproducten gebruikt kunnen worden voor het invullen van de aangifte van aanlanding, het vervoersdocument (indien van toepassing), de verkoopdocumenten en de aangifte van overname.

3

Wettelijke basis

Artikel 60 (3) van de Controleverordening en artikel 76 (2) in samenhang met bijlage XX van de Uitvoeringsverordening.

4

Begrippen en definities

Voor het begrippenkader wordt verwezen naar de definities die zijn opgenomen in artikel 4 van de Controleverordening en artikel 2 van de Uitvoeringsverordening. Een korte opsomming van veelvoorkomende begrippen in dit steekproefplan:

  • ‘marktdeelnemer’: de natuurlijke of rechtspersoon die een bedrijf runt of bezit waarvan de activiteiten betrekking hebben op een stadium van de productie-, verwerkings-, afzet-, distributie- en detailhandelsketen voor visserij- en aquacultuurproducten;

  • ‘partij’: een hoeveelheid visserij- en aquacultuurproducten van een bepaalde soort van dezelfde aanbiedingsvorm, afkomstig uit hetzelfde betrokken geografische gebied en van hetzelfde vissersvaartuig, dezelfde groep vissersvaartuigen of dezelfde aquacultuurproductie-eenheid;

  • ‘aanlanden’: het voor de eerste keer lossen van een hoeveelheid visserijproducten, van een vissersvaartuig naar de wal;

  • ‘risicobeheer’: het systematisch in kaart brengen van risico’s en het toepassen van alle maatregelen die vereist zijn om het optreden van deze risico’s te beperken. Dit omvat activiteiten zoals het verzamelen van gegevens en informatie, het analyseren en beoordelen van risico’s, het uitstippelen en ondernemen van acties, en het regelmatig toezicht houden op en evalueren van het proces en de procesresultaten, op basis van internationale en nationale bronnen en strategieën;

  • ‘risico’: de waarschijnlijkheid dat zich een gebeurtenis zal voordoen die een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid vormt;

  • ‘controle’: toezicht en bewaking;

  • ‘inspectie’: elke verificatie die functionarissen uitvoeren om na te gaan of de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid worden nageleefd en waarvan de resultaten in een inspectieverslag worden neergelegd;

  • ‘bewaking’: : observatie van visserijactiviteiten op basis van waarnemingen door inspectievaartuigen of officiële vliegtuigen en technische constaterings- en identificatiemethoden;

  • ‘Inspecteur’: een functionaris die door een nationale autoriteit, de Commissie of het Communautair Bureau voor visserijcontrole is gemachtigd om een inspectie uit te voeren;

  • ‘bevoegde autoriteit’: de centrale autoriteit van een lidstaat die bevoegd is om ervoor te zorgen dat aan de vereisten van deze verordening wordt voldaan, elke andere autoriteit waaraan die centrale autoriteit haar bevoegdheid heeft gedelegeerd, of de overeenkomstige autoriteit van een derde land.

5

Uitwerking steekproefplan

5.1

Voorschriften marktdeelnemers, kapitein en eigenaar vissersvaartuig

Om gebruik te kunnen maken van het Nederlandse steekproefplan gelden voorschriften voor de marktdeelnemers die betrokken zijn bij de weging aan boord, de aanlanding en het uitvoeren van de weging op het moment van die aanlanding. De voorschriften voor de verschillende marktdeelnemers worden hieronder nader toegelicht.

5.1.1

Voorschriften kapitein/eigenaar vissersvaartuig

  • De weging van visserijproducten aan boord mag alleen plaatsvinden op weegapparatuur die ten genoegen van de Minister is goedgekeurd2Volgens de Uitvoeringsregeling zeevisserij en de Metrologiewet.;

  • Het vissersvaartuig moet beschikken over een ontheffing ‘weging bij aanlanding’ om te mogen wegen aan boord. Voornoemde ontheffing wordt afgegeven namens de Minister door de RVO;

  • Deze ontheffing ’weging bij aanlanding’ (document) dient aan boord te zijn van het desbetreffend vissersvaartuig en op verzoek van de functionaris (inspecteur) te worden getoond;

  • De kapitein/eigenaar moet ervoor zorg dragen dat de weegapparatuur aan boord ten allen tijde voldoet aan de gestelde wettelijke verplichtingen3Volgens de Uitvoeringsregeling zeevisserij en de Metrologiewet.;

  • Alle aan boord gehouden vis dient direct na de vangst gesorteerd, gewogen en ingedeeld te worden in grootteklassen4Verordening (EG) Nr. 2406/96 VAN DE RAAD van 26 november 1996 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijproducten.;

  • Iedere viskist met vis dient direct na weging aan boord voorzien te worden van een etiket met informatie over het gewicht per kist, vissoort, grootteklasse en datum van weging. Daarnaast dient elke partij van traceerbaarheidsinformatie (art. 58 Controleverordening en art. 67 Uitvoeringsverordening) voorzien te zijn;

  • Het weegresultaat per viskist dient opgenomen te worden in het weegregister wat door de kapitein wordt bijgehouden;

  • Het weegregister wordt 3 jaar door de kapitein/reder van het vissersvaartuig bewaard;

  • De kapitein dient op verzoek de weegresultaten dan wel het weegregister aan te leveren aan de bevoegde autoriteiten (NVWA);

  • De totalen van de weegresultaten uit het weegregister per vissoort per dag worden gebruikt voor de invulling van de dagelijkse vangstopgave (registratie in het elektronische vangst registratie systeem (ERS) aan boord van het vissersvaartuig middels FAR bericht);

  • De kapitein is verantwoordelijk voor het nauwkeurig wegen aan boord, het registreren van de opgegeven weegresultaten (ERS en Weegregister) en het laten uitvoeren van de steekproefweging bij aanlanding;

  • De kapitein zorgt ervoor dat de vastgestelde weegresultaten worden gebruikt voor de invulling van de aangifte van aanlanding zoals omschreven in art 60(5) van de Controleverordening;

  • Een steekproefweging mag alleen bij aanlanding plaatsvinden op een EG-erkend levensmiddelenbedrijf (visafslag of een ander EG erkend levensmiddelenbedrijf).

  • De kapitein is er verantwoordelijk voor dat alle aangelande vis bij de weegapparatuur (waar de steekproefweging wordt uitgevoerd) wordt opgesteld in partijen per vissoort;

Voor de betrokken kapitein/eigenaar van een vissersvaartuig en andere betrokken marktdeelnemers geldt tevens dat zij moeten voldoen aan de voorschriften in de Uitvoeringsregeling zeevisserij, in samenhang met de Controleverordening en de Uitvoeringsverordening.

5.1.2

Voorschriften voor kapiteins met vissersvaartuig afkomstig uit andere EU lidstaat

Een EU vissersvaartuig afkomstig uit een andere lidstaat mag in Nederland aanlanden en gebruik maken van dit Nederlandse steekproefplan mits hij voldoet aan bovengenoemde voorschriften. Daarnaast moet de kapitein voorafgaande aan de aanlanding het volgende aantonen:

  • De bevoegde autoriteiten van de desbetreffende EU vlaggenstaat beschikken over een door de COM goedgekeurd steekproefplan voor het wegen aan boord;

  • De kapitein van het vissersvaartuig toont de marktdeelnemer en/of de NVWA een document van de autoriteit van de EU vlaggenstaat dat het desbetreffende vaartuig toestemming heeft om te mogen wegen aan boord.

5.1.3

Voorschriften marktdeelnemers verantwoordelijk voor de 1e afzet

Naast de kapitein/eigenaar van het vissersvaartuig, voldoet de opvolgende (geregistreerde) marktdeelnemer zoals geregistreerde kopers, visafslagen of andere marktdeelnemers (EU erkende levensmiddelenbedrijven) verantwoordelijk voor de 1e afzet aan de volgende voorschriften:

  • De steekproefweging dient plaats te vinden in de haven van aanlanding voordat de visserijproducten worden opgeslagen, vervoerd of verkocht en mag alleen uitgevoerd worden op een EU erkend levensmiddelenbedrijf (visafslag of een ander EU erkend levensmiddelenbedrijf);

  • De marktdeelnemer controleert of het desbetreffende vissersvaartuig beschikt over een ontheffing/vergunning/toestemming van de autoriteit van de vlaggenstaat dat het desbetreffende vissersvaartuig aan boord mag wegen en dus gebruik mag maken van de steekproefweging bij aanlanding;

  • De marktdeelnemer (EG erkend levensmiddelenbedrijf) voert de steekproefweging uit met in achtneming van de voorschriften die hygiëne en voedselveiligheid borgen;

  • De marktdeelnemer controleert of het door de kapitein/eigenaar opgegeven aantal kisten per soort overeenkomt met het aantal kisten dat is aangeland;

  • De marktdeelnemer is verantwoordelijk voor het correct uitvoeren van de steekproefweging;

  • De steekproefwegingen mogen alleen plaatsvinden op weegapparatuur die ten genoegen van de Minister is goedgekeurd, geijkt en verzegeld;

  • De marktdeelnemer houdt van elke steekproefweging een weegregister bij;

  • De marktdeelnemer die de steekproef uitvoert, voorziet elke viskist die in de steekproef is gewogen van een eigen etiket met hierop het weegresultaat van de marktdeelnemer zelf (elke in de steekproef gewogen kist met vis krijgt dus twee etiketten);

  • Het weegregister wordt 3 jaar door de marktdeelnemer bewaard;

  • Wanneer bij een viskist het gewicht van de steekproefweging uitgevoerd tijdens de aanlanding afwijkt van het gewicht dat gewogen is aan boord van het vissersvaartuig, dan wel indien het aantal aangelande kisten per soort afwijkt van het aantal dat door de kapitein/eigenaar is opgegeven, dan dient de marktdeelnemer de desbetreffende vissoort bij de aanlanding in zijn geheel opnieuw te wegen (100% weging). Het weegresultaat van deze 100% weging is dan leidend en wordt gebruikt voor de invulling van de documenten als omschreven in art. 60 (5) van de Vo 1224/2009;

  • Wanneer de weegresultaten van de steekproefweging en het aantal opgegeven kisten per soort geen afwijkingen vertoont met de door de kapitein/eigenaar verstrekte gegevens, dan worden de weegresultaten van de weging aan boord gebruikt voor de invulling van documenten als omschreven in art. 60 (5) van de Controleverordening.

5.2

Risico beoordeling

In Nederland zijn namens de Minister door de RVO 129 ontheffingen verstrekt van artikel 60 (2) van de Controleverordening. Hierdoor hebben deze vaartuigen toestemming om overeenkomstig de daaraan verbonden voorschriften visserij producten te mogen wegen aan boord. Als voldaan wordt aan de in dit plan opgenomen voorschriften mogen deze vaartuigen in afwijking van artikel 60 (2) van de Controleverordening aan boord van het vissersvaartuig blijven wegen, mits ze overeenkomstig de voorschriften van het onderhavige steekproefplan handelen, waaronder het uitvoeren van een steekproefweging op het moment van de aanlanding. De meeste vissersvaartuigen met een ontheffing van 60 (2) van de Controleverordening vissen met trawlnetten (Bodem- en pelagische trawls5Bijlage XI van de Uitvoeringsverordening (EU) Nr. 404/2011 van de Commissie van 8 april 2011.). Deze vaartuigen voeren geen steekproefwegingen bij aanlanding uit overeenkomstig de voorschriften van het onderhavige plan, maar wegen in de praktijk alle visserijproducten direct na aanlanding of zullen deze pas na transport gaan wegen, overeenkomstig de voorschriften van het op grond van artikel 61 (1) Controleverordening vastgestelde Controleplan. Naar verwachting zullen alleen de vissersvaartuigen die gebruik maken van vistuigen die tot de categorie ‘Zegen’ behoren, steekproefwegingen bij aanlanding uitvoeren overeenkomstig het onderhavige steekproefplan. Binnen dit visserij type gaat het om 17 vaartuigen die met het vistuig type ‘Schotse zegen’ (SSC)6Verordening (EG) Nr. 2406/96 VAN DE RAAD van 26 november 1996 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijproducten. vissen. Het risico dat door deze vissersvaartuigen aangelande, reeds aan boord gewogen vis, afwijkingen vertoont met wegingen aan land wordt beoordeeld als laag. Redenen hiervoor zijn:

  • Een zeer beperkt deel van de ontheffinghouders (17) zal in de praktijk wegen aan boord en overeenkomstig de voorschriften het onderhavige steekproefplan toepassen;

  • De meerderheid van de ontheffinghouders (> 112) weegt ondanks het feit dat ze een ontheffing hebben, alle visserijproducten conform artikel 60 (2) van de Controleverordening, dan wel na vervoer overeenkomstig de voorschriften van het op grond van artikel 61 (1) Controleverordening vastgestelde Controleplan;

  • De vis wordt aan boord gewogen op goedgekeurde weegapparatuur;

  • De aan boord gewogen vis wordt aan boord gesorteerd op soort en grootteklasse;

  • De viskisten worden na weging aan boord voorzien van een etiket met traceringsinformatie conform art. 58 van de Controleverordening;

  • De steekproefweging vindt bij aanlanding plaats op een door Nederland EG erkend levensmiddelenbedrijf die beschikt over goedgekeurde, geijkte en verzegelde weegapparatuur (toezicht vindt plaats door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur);

  • Crosschecks van vangstgegevens waarbij de aan land gewogen hoeveelheden visserijproducten hoger zijn dan de overeenkomstige aan boord gewogen hoeveelheden worden sporadisch vastgesteld.

5.3

Minimale steekproef tijdens de aanlanding

De steekproefweging wordt toegepast per vissoort. Hiervoor wordt per vissoort het aantal te wegen kisten bepaald. Het aantal kisten dat de marktdeelnemer per vissoort moet wegen is opgenomen in onderstaande tabel.

Hoeveelheden minder dan 50 kg per soort zijn uitgesloten van de steekproefweging

0

1–25

1

26–50

2

51–99

3

100 en hoger

3 + 1 per 100 kisten

Indien het totaal gewicht van alle aangelande soorten minder is dan 50 kg is het niet nodig een steekproef uit te voeren. De aangelande partij wordt in deze situatie in zijn geheel gewogen.

5.4

Criteria en condities van de steekproef

  • Op het moment van de aanlanding hanteert de marktdeelnemer de door de NVWA/inspecteur verstrekte aanwijzingen over de toepassing van dit steekproefplan;

  • De marktdeelnemer die de visserijproducten in ontvangst neemt op het moment van de aanlanding is mede verantwoordelijk voor het uitvoeren van de steekproefweging;

  • De steekproef wordt zo genomen dat ze, voor zover mogelijk, alle visdagen van de visreis beslaan.

5.5

Weegresultaten

De kapitein is verplicht de weegresultaten die aan boord zijn verzameld te registreren en te bewaren. De marktdeelnemer die de partij in ontvangst heeft genomen op het moment van de aanlanding verzamelt en registreert de resultaten van de steekproefweging. Beide marktdeelnemers bewaren de gegevens voor een periode van 3 jaar en de gegevens worden op verzoek aan de bevoegde autoriteit verstrekt.

De kapitein van het vissersvaartuig registreert de navolgende gegevens in zijn weegregister:

  • Datum van weging (JJJJ-MM-DD).

  • Externe identificatienummer en naam van het vissersvaartuig;

  • FAO code van de gewogen soorten;

  • Aanbiedingsvorm van de gewogen visserijproducten;

  • De in kg productgewicht uitgedrukte weegresultaten voor elke hoeveelheid van elke soort;

  • Totaal aantal kisten per soort die zijn aangeland.

De marktdeelnemer die de steekproefweging uitvoert, registreert de navolgende gegevens in zijn weegregister:

  • Datum van weging (JJJJ-MM-DD).

  • Externe identificatienummer en naam van het vissersvaartuig;

  • FAO code van de gewogen soorten;

  • Aanbiedingsvorm van de gewogen visserijproducten;

  • Aantal aangelande kisten per soort volgens opgave door de kapitein/eigenaar

  • Resultaat van de telling per vissoort door de marktdeelnemer die de steekproefweging uitvoert van het daadwerkelijke aantal aangelande kisten per soort;

  • Resultaat van de weging aan boord betreffende de voor de steekproef geselecteerde kist met vis;

  • Resultaat van de steekproefweging voor elke kist die is geselecteerd voor de weging;

  • Het definitief vastgestelde gewicht per vissoort (weegresultaten aan boord dan wel 100% weging ter plekke) dat gebruikt wordt voor de invulling van de documenten als genoemd in art. 60 (5) van de Vo 1224/2009.

Indien het resultaat van de telling van viskisten, dan wel de steekproefweging, per vissoort afwijkt van de opgave door de kapitein/eigenaar dient er een 100% (her-)weging van die desbetreffende vissoort ter plekke plaats te vinden.

5.6

Controles ter verificatie van de steekproef op het moment van aanlanding.

De NVWA voert bij de marktdeelnemer die de steekproef uitvoert risico gebaseerde controles uit om te beoordelen of er gewerkt wordt in overeenstemming met het steekproefplan. Daarnaast verricht de NVWA kruiscontroles tussen de weegresultaten van de steekproefweging en de weging aan boord. De uitkomsten hiervan worden ook meegenomen in de risico analyse.

Voor het selecteren van een risico gebaseerde controle worden de volgende parameters meegenomen:

  • Aantal aanlandingen;

  • Soorten vis die worden aangeland (quota / non quota soorten);

  • Resultaten van kruiscontroles;

  • Historie over het vaartuig betreffende het naleven van de regels van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB);

  • Seizoensinvloeden;

  • Visserijtechniek (vistuig).

Iedere maand organiseren de betrokken visserij inspecteurs meetings om de monitoringresultaten te bespreken en inspectie prioriteiten te stellen voor de opvolgende maand. Tijdens de meetings worden overtredingen van het GVB meegewogen en daar waar nodig follow up inspecties gepland.

Het maandelijkse overleg selecteert de visserij ondernemingen die de voorschriften van het steekproefplan overtreden. Voor deze ondernemingen wordt een proces gestart om de ontheffing op de verplichting om bij aanlanding een volledige weging uit te voeren en toestemming om visserijproducten te mogen wegen aan boord in te trekken.

5.7

Interventie

Marktdeelnemers die de voorschriften van het steekproefplan overtreden zullen strafrechtelijk en/of bestuursrechtelijk vervolgd worden. In het kader van bestuursrechtelijke sanctionering bestaat tevens de mogelijkheid de ontheffing om te mogen wegen aan boord tijdelijk te schorsen of definitief in te trekken.

Bijlage

1

Lettertekens havens als bedoeld in artikel 5 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

AMSTERDAM (Ransdorp)

RD

BERGEN OP ZOOM

BZ

BROEK IN WATERLAND

BIW

BUNSCHOTEN

BU

DE MARNE (Lauwersoog)

LO

DE MARNE (Zoutkamp)

ZK

DELFZIJL

DZ

DELFZIJL (Termunten)

TM

DEN HELDER

HD

DIEMEN

DM

DONGERADEEL (Westdongeradeel)

WL

DRIMMELEN (Hoge en Lage Zwaluwe)

ZL

EDAM (Volendam)

VD

EEMSMOND (Usquert)

UQ

ENKHUIZEN

EH

GENEMUIDEN

GM

GOEDEREEDE

GO

GOEDEREEDE (Ouddorp)

OD

GOEDEREEDE (Stellendam)

SL

GOES

GOE

HARDERWIJK

HK

HARLINGEN

HA

HEMELUMER OLDEFERD

HL

HINDELOOPEN

HI

HONTENISSE

HON

HOORN

HN

KATWIJK

KW

KLUNDERT

KL

LEMSTERLAND (Lemmer)

LE

MEDEMBLIK

ME

MIDDELBURG (Arnemuiden)

ARM

NIEUW-BEIJERLAND

NB

NOORD-BEVELAND (Kortgene)

KG

OOSTDONGERADEEL

OL

REIDERLAND (Finsterwolde)

FL

REIMERSWAAL (Yerseke)

YE

SCHOUWEN-DUIVELAND (Bruinisse)

BRU

SCHOUWEN-DUIVELAND (Midden-Schouwen)

MS

SCHOUWEN-DUIVELAND (Westerschouwen)

WSW

SCHOUWEN-DUIVELAND (Zierikzee)

ZZ

’S-GRAVENHAGE (Scheveningen)

SCH

SLOTEN (Fr.)

SLO

SLUIS (Breskens-Oostburg)

BR

STAVEREN

ST

TERNEUZEN

NZ

TERSCHELLING

TS

TEXEL

TX

THOLEN

TH

URK

UK

VELSEN (IJmuiden)

IJM

VLAARDINGEN

VL

VLIELAND

VLL

VLISSINGEN

VLI

WATERLAND (Monnickendam)

MO

WIERINGEN

WR

WORKUM

WK

WUNSERADIEL (Wonseradeel)

WON

ZEEVANG (Oosthuizen)

OH

Bijlage

2

A

Havens als bedoeld in artikel 6, eerste lid, en losplaatsen als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

  • 1.

    Breskens (Gemeente Oostburg):

    • a.

      de kaden van de Vissershaven vanaf de jachthaven langs de Visafslag tot aan de Vissersteiger;

    • b.

      de Vissersteiger alsmede de openbare kade langs de Middenhavendam voor zover het betreft het lossen van vissersvaartuigen die uitsluitend garnalen, sprot of harder lossen;

    • c.

      de loswal aan de westzijde van de Middenhavendam.

  • 2.

    Vlissingen:

    • a.

      de loswal langs de visafslag gelegen aan de eerste binnenhaven;

    • b.

      de locatie, gelegen tegenover de zijdeur aan de kop van de visafslag aan de landtong tussen de eerste en tweede binnenhaven;

    • c.

      de kade, met kadenummers 54 tot 79.

  • 3.

    Colijnsplaat (Gemeente Noord-Beveland): de vislossteigers aan de zuidzijde van de Rijksvissershaven

  • 4.

    Stellendam (Gemeente Goedereede): de vislossteiger van de buitenhaven

  • 5.

    Scheveningen (Gemeente 's-Gravenhage): de kaden van de Eerste Binnenhaven

  • 6.

    IJmuiden:

    • a.

      de kotterkade;

    • b.

      een kade aan de noordzijde van de vissershaven met uitzondering van de houten steigers;

    • c.

      de Trawlerkade gelegen aan de zuidzijde van de vissershaven

  • 7.

    Den Helder:

    • a.

      de elf zich in de buitenhaven bevindende steigers gelegen voor het perceel het Nieuwe Diep nr. 27b;

    • b.

      de kade gelegen tussen de Moormanbrug en de Koopvaarderschutsluis (steiger 51, 52 en 53);

    • c.

      de Paleiskade (steiger 32 tot en met 35);

    • d.

      de steigers 36, 37 en 38 gelegen aan de voormalige onderzeedienstkade

  • 8.

    Den Oever (gemeente Wieringen):

    • a.

      de voor perceel Havenkade 1 gelegen kade aan de Oude Vissershaven;

    • b.

      de kade gelegen aan de Noorderhaven vanaf het einde van de pier tot en met de voor perceel Havenkade 1 gelegen kade

  • 9.

    Harlingen:

    • a.

      de lossteigers en kaden voor en nabij de visafslag te Harlingen, gelegen in en aan de Nieuwe Vissershaven;

    • b.

      de kaden van de Handelshaven, bestaande uit de Nieuwe Willemshaven, de Oude Willemshaven en de Vluchthaven

  • 10.

    Lauwersoog (Gemeente De Marne):

    • a.

      de kade gelegen voor het gebouw van de visafslag;

    • b.

      de kaden gelegen ten westen en ten oosten van het gebouw van de visafslag

  • 11.

    Delfzijl:

    • a.

      de Handelskade west;

    • b.

      de Damsterkade;

    • c.

      de kade van de Farmsumer haven;

    • d.

      de Handelskade oost

  • 12.

    Termunterzijl (Gemeente Delfzijl): de in de Vissershaven gelegen steiger

  • 13.

    Eemshaven (Gemeente Eemsmond): de zuidkade van de Julianahaven

  • 14.

    Vlaardingen: de kade aan de noordzijde van de koningin Wilhelminahaven

  • 15.

    Urk: de Burgemeester Schipperkade

  • 16.

    Velsen: de Velserkade

  • 17.

    Amsterdam: kade Westhaven aan de Capriweg

  • 18.

    Rotterdam:

    • a.

      Prins Johan Friso haven, oevernummers 2714, 2716 en 2723;

    • b.

      Beatrixhaven, oevernummers 2738, 2741 en 2753.

B

Havens en losplaatsen als bedoeld in de artikelen 14, vijfde lid, 75, tweede lid, 77, vijfde lid, 78, zevende lid, 78a, vierde lid, 124, vierde lid, en 133, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

  • 1.

    Vlissingen:

    • a.

      de loswal langs de visafslag gelegen aan de eerste binnenhaven;

    • b.

      de locatie, gelegen tegenover de zijdeur aan de kop van de visafslag aan de landtong tussen de eerste en tweede binnenhaven;

    • c.

      de kade, met kadenummers 54 tot 79.

  • 2.

    Scheveningen (Gemeente ’s-Gravenhage): de kaden van de Eerste Binnenhaven

  • 3.

    IJmuiden:

    • a.

      de kotterkade;

    • b.

      een kade aan de noordzijde van de vissershaven met uitzondering van de houten steigers;

    • c.

      de Trawlerkade gelegen aan de zuidzijde van de vissershaven

  • 4.

    Harlingen:

    • a.

      de lossteigers en kaden voor en nabij de visafslag te Harlingen, gelegen in en aan de Nieuwe Vissershaven;

    • b.

      de kaden van de Handelshaven, bestaande uit de Nieuwe Willemshaven, de Oude Willemshaven en de Vluchthaven

  • 5.

    Eemshaven (Gemeente Eemsmond): de zuidkade van de Julianahaven

  • 6.

    Den Helder:

    • a.

      de elf zich in de buitenhaven bevindende steigers gelegen voor het perceel het Nieuwe Diep nr. 27b;

    • b.

      de kade gelegen tussen de Moormanbrug en de Koopvaarderschutsluis (steiger 51, 52 en 53);

    • c.

      de Paleiskade (steiger 32 tot en met 35);

    • d.

      de steigers 36, 37 en 38 gelegen aan de voormalige onderzeedienstkade

  • 7.

    Velsen*: de Velserkade

  • 8.

    Amsterdam*: kade Westhaven aan de Capriweg

  • 9.

    Rotterdam*:

    • a.

      Prins Johan Friso haven, oevernummers 2714, 2716 en 2723;

    • b.

      Beatrixhaven, oevernummers 2738, 2741 en 2753.

Gelet op artikel 6 eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij is het in de met een * aangeduide havens uitsluitend toegestaan vis aan te landen, over te laden of te lossen door een vissersvaartuig met een lengte over alles van meer dan 59 meter of met een brutotonnage van meer dan 1.200 BT.

C

Havens en lostijden als bedoeld in artikel 116, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Amsterdam

MA

00.00 t/m 16.00

DI

00.00 t/m 16.00

WO

00.00 t/m 24.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 20.00

ZA

00.00 t/m 12.00

Breskens

MA

00.00 t/m 17.00

DI

06.00 t/m 17.00

WO

00.00 t/m 17.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 13.00

ZA

06.00 t/m 10.00

Colijnsplaat

MA

00.00 t/m 17.00

DI

04.00 t/m 16.00

WO

04.00 t/m 16.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 16.00

ZA

06.00 t/m 10.00

Delfzijl

MA

00.00 t/m 12.00

DI

04.00 t/m 12.00

WO

04.00 t/m 12.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 24.00

ZA

00.00 t/m 12.00

Den Helder

MA

01.00 t/m 16.00

DI

00.00 t/m 16.00

WO

00.00 t/m 24.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 24.00

ZA

00.00 t/m 12.00

Den Oever

MA

04.00 t/m 20.00

DI

04.00 t/m 20.00

WO

04.00 t/m 20.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 24.00

ZA

00.00 t/m 12.00

Eemshaven

MA

00.00 t/m 12.00

DI

04.00 t/m 12.00

WO

04.00 t/m 12.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 24.00

ZA

00.00 t/m 12.00

Harlingen

MA

01.00 t/m 16.00

DI

04.00 t/m 16.00

WO

04.00 t/m 16.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 24.00

ZA

00.00 t/m 12.00

Lauwersoog

MA

00.00 t/m 16.00

DI

00.00 t/m 16.00

WO

00.00 t/m 16.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 24.00

ZA

00.00 t/m 12.00

Scheveningen

MA

00.00 t/m 16.00

DI

02.00 t/m 16.00

WO

00.00 t/m 24.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 20.00

ZA

04.00 t/m 10.00

Stellendam

MA

00.00 t/m 16.00

DI

04.00 t/m 16.00

WO

04.00 t/m 16.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 16.00

ZA

00.00 t/m 12.00

Termunterzijl

MA

04.00 t/m 16.00

DI

04.00 t/m 16.00

WO

04.00 t/m 16.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 16.00

Urk

MA

00.00 t/m 16.00

DI

04.00 t/m 16.00

WO

04.00 t/m 16.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 16.00

ZA

00.00 t/m 12.00

Velsen

MA

00.00 t/m 16.00

DI

00.00 t/m 16.00

WO

00.00 t/m 24.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 20.00

ZA

00.00 t/m 12.00

Vlissingen

MA

00.00 t/m 16.00

DI

00.00 t/m 16.00

WO

00.00 t/m 16.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 16.00

ZA

00.00 t/m 10.00

IJmuiden

MA

00.00 t/m 16.00

DI

00.00 t/m 16.00

WO

00.00 t/m 24.00

DO

00.00 t/m 24.00

VR

00.00 t/m 20.00

ZA

00.00 t/m 12.00

D

Havens voor het verrichten van onderhoudswerkzaamheden als bedoeld in de artikel 133, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

  • 1.

    Stellendam

  • 2.

    Den Oever

  • 3.

    Oudeschild

  • 4.

    Urk

  • 5.

    Lauwersoog

  • 6.

    Yerseke

Bijlage

3

Aanlandingsplaatsen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Nieuwe Statenzijl (gemeente Reiderland)

Noordpolderzijl (gemeente Eemsmond)

De Cocksdorp (gemeente Texel)

Oudeschild (gemeente Texel)

Petten (gemeente Zijpe)

Camperduin (gemeente Bergen)

Schoorl (gemeente Bergen)

Bergen aan Zee (gemeente Bergen)

Egmond aan Zee (gemeente Bergen)

Katwijk aan Zee (gemeente Katwijk)

Terheide (gemeente Monster)

Europoort (gemeente Rotterdam)

Neeltje Jans (gemeente Schouwen-Duiveland)

Stellendam (gemeente Goedereede)

Bruinisse (gemeente Schouwen-Duiveland)

Burgsluis (gemeente Schouwen-Duiveland)

Roompotsluis (Colijnsplaat, gemeente Noord-Beveland)

Kats (gemeente Noord-Beveland)

Yerseke (gemeente Reimerswaal)

Wilhelminadorp (gemeente Goes)

Zierikzee (gemeente Schouwen-Duiveland)

Walsoorden (gemeente Hontenisse)

Sint-Annaland (gemeente Tholen)

Nes (gemeente Ameland)

Loswal (gemeente Schore)

Schelphoek (gemeente Schouwen-Duiveland)

Bergse Diepsluis (gemeente Tholen)

Haventje van Waarde (gemeente Reimerswaal)

Haven Flauwers (gemeente Zierikzee)

Bijlage

4

Vangstverboden voor het kalenderjaar 2015 op de vissoorten, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Vervallen

Bijlage

5

Nederlands quotum (x1000 kg in levend gewicht) in het kalenderjaar 2015 (x1000 kg in levend gewicht) als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Vervallen

Bijlage

6

Europees quotum (x1000 kg in levend gewicht) in het kalenderjaar 2015 als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Vervallen

Bijlage

7

Totale toegestane visserij-inspanning, uitgedrukt in kW dagen per categorie vistuig en per (gedeelte van de) beheerperiode als bedoeld in artikel 16, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Vervallen

Bijlage

8

behorende bij de artikelen 1, eerste lid, 21, eerste lid, en 29, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

De vissoorten, bedoeld in artikel 21, eerste lid, de vangstgebieden, bedoeld in artikel 1, eerste lid, en de percentages, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij, voor het kalenderjaar 2024

Blauwe wijting

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie en internationale wateren van deelsectoren 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8a, 8b, 8d, 8e, 12 en 14

125,5600%

Grote Zilversmelt

ICES-deelgebieden 6 en 7, wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van ICES-deelgebied 5

103,3801%

Haring

Wateren van het Verenigd Koninkrijk, van de Faeröer, van Noorwegen en de internationale wateren van de ICES gebieden 1 en 2

76,2219%

Wateren van de Unie, het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen van ICES-deelgebied 4 ten noorden van 53° 30' NB

114,7699%

ICES-sectoren 4c en 7d

134,1793%

ICES-sectoren 6b en 6a-Noord, wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van ICES-sector 5b

120,1888%

ICES-sectoren 6a-Zuid, 7b en 7c

121,6530%

ICES-sectoren 7a ten zuiden van 52°30’N.B., 7g, 7h, 7j en 7k

100,0000%

Horsmakreel

Wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sectoren 2a en 4a; ICES-deelgebied 6, ICES-sectoren 7a-c, 7e-k, 8a-b 8d -e; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van ICES-sector 5b; internationale wateren van de ICES-deelgebieden 12 en 14

0,0000%

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en wateren van de Unie van de ICES-sectoren 4b, 4c en 7d

102,0132%

Kabeljauw

ICES-deelgebied 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; het gedeelte van ICES-sector 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

108,8173%

Makreel

ICES-deelgebieden 6 en 7, ICES-sectoren 8a, 8b, 8d en 8e; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van ICES-sector 5b; internationale wateren van ICES-sector 2a en de ICES-deelgebieden 12 en 14

90,7830%

Schol

ICES-deelgebied 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; het gedeelte van ICES-sector 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

79,3220%

Tong

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en wateren van de Unie van ICES-deelgebied 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a

38,2578%

Wijting

ICES-deelgebied 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a

214,6764%

Bijlage

8a

Vistuigen met de codes, in voorkomend geval de maaswijdte en bijbehorende vissoorten, behorende bij artikel 21

Boomkor

TBB

≥ 120 mm

Schol

Boomkor

TBB

80–119 mm

Tong, schol

Bodemottertrawl, Dubbele-bordentrawls, Bodemspantrawls, Deense zegen, Schotse spanzegen

OTB, OTT, PTB, SDN, SPR

70–119 mm

Schol

Bodemottertrawl, Dubbele-bordentrawls, Bodemspantrawls, Deense zegen, Schotse spanzegen

OTB, OTT, PTB, SDN, SPR

≥ 120 mm

Schol, kabeljauw

Schotse zegen

SSC

100–119 mm

Schol

Schotse zegen

SSC

≥ 120 mm

Schol, kabeljauw

Kieuwnetten, geankerd kieuwnet, kieuwnet (drijfnet), kieuwnet (omringend), combinatie van kieuw- en schakelnetten, schakelnetten

GN, GNS, GND, GNC, GTN, GTR

90–109 mm

Tong

Kieuwnetten, geankerd kieuwnet, kieuwnet (drijfnet), kieuwnet (omringend), combinatie van kieuw- en schakelnetten, schakelnetten

GN, GNS, GND, GNC, GTN, GTR

140–270 mm

Kabeljauw

Handlijnen en hengelsnoeren (machinaal)

LHM

Makreel

Handlijnen en hengelsnoeren (met de hand bediend)

LHP

Kabeljauw

Pelagische ottertrawl, pelagische spantrawl

OTM, PTM

32-69 mm

Blauwe wijting, haring, horsmakreel en makreel

* Codes genoemd in bijlage XI van de uitvoeringsverordening controleverordening.

Bijlage

9

behorende bij artikel 24 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

De hoeveelheden, bedoeld in artikel 24 van de Uitvoeringsregeling zeevisserij, voor het kalenderjaar 2024

Artikel 24, eerste lid, onderdeel a

Kabeljauw

ICES-deelgebied 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; het gedeelte van ICES-sector 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

87 kilogram per maand

Wijting

ICES-deelgebied 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a

160 kilogram per maand

Makreel

ICES-sector 3a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en wateren van de Unie van ICES-sector 2a, 3b, 3c; ICES-sector 3d en ICES-deelgebied 4; Noorse wateren van ICES-sectoren 2a en 4a

177 kilogram per maand

Artikel 24, eerste lid, onderdeel c

Kabeljauw

ICES-deelgebied 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a; het gedeelte van ICES-sector 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

214 kilogram per jaar

Wijting

ICES-deelgebied 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a

220 kilogram per jaar

Makreel

ICES-sector 3a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en wateren van de Unie van ICES-sector 2a, 3b, 3c; ICES-sector 3d en ICES-deelgebied 4; Noorse wateren van ICES-sectoren 2a en 4a

41 kilogram per jaar

Artikel 24, eerste lid, onderdeel d

Horsmakreel

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en wateren van de Unie van de ICES-sectoren 4b, 4c en 7d

165 kilogram per jaar

Bijlage

10

Omrekeningsfactoren van aanvoergewicht naar levend gewicht als bedoeld in artikel 104, zevende lid, van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Bewaarvorm: bevroren

Afrikaanse pilchard (PIA)

Overige (OTH)

1

In gehele staat (WHL)

1

Argentina (ARG)

In gehele staat (WHL)

1

Overige (OTH)

1

Bastaardknorvis (BGR)

In gehele staat (WHL)

1

Bijlhorsmakreel (BUA)

In gehele staat (WHL)

1

Blauwbaars (BLU)

In gehele staat (WHL)

1

Blauwe wijting (WHB)

Overige (OTH)

1

Blauwvintonijn (BFT)

In gehele staat (WHL)

1

Bonga-elft (BOA)

In gehele staat (WHL)

1

Bonito (BON)

Overige (OTH)

1

In gehele staat (WHL)

1

Braam (POA)

In gehele staat (WHL)

1

Chileense horsmakreel (CJM)

In gehele staat (WHL)

1

Degenvis (LHT)

In gehele staat (WHL)

1

Overige (OTH)

1

Diklipharder (MLR)

In gehele staat (WHL)

1

Elften; finten (SHZ)

In gehele staat (WHL)

1

Fregattonijn/ kogeltonijn (FRZ)

In gehele staat (WHL)

1

Gaffelmakreel (POP)

In gehele staat (WHL)

1

Geelvintonijn (YFT)

In gehele staat (WHL)

1

Geep (GAR)

In gehele staat (WHL)

1

Gestreepte tonijn/Skipjack (SKJ)

In gehele staat (WHL)

1

Gouden Afrikaanse sardinella (SAA)

In gehele staat (WHL)

1

Overige (OTH)

1

Grauwe poon (GUG)

In gehele staat (WHL)

1

Grootkopharder (MUF)

In gehele staat (WHL)

1

Grootoogknorvis (GRB)

In gehele staat (WHL)

1

Grote gaffelmakreel (LEE)

In gehele staat (WHL)

1

Haaien en doornhaaien (DGX)

In gehele staat (WHL)

1

Haarstaarten (CUT)

In gehele staat (WHL)

1

Harder (MUL)

Overige (OTH)

1

In gehele staat (WHL)

1

Haring (HER)

Overige (OTH)

1

Gezouten en ontdaan van ingewanden (SGT)

1

Ontdaan van ingewanden en kieuwen (GUG)

1,2

Gezouten nat (SAL)

1

Heek (HKE)

Overige (OTH)

1

Hondshaaien (SCL)

In gehele staat (WHL)

1

Horsmakreel (JAX)

Overige (OTH)

1

Inktvis (SQU)

In gehele staat (WHL)

1

Kabeljauw (COD)

Filet met vel en graten (FSB)

2,6

Kanarische tandbrasem (DEN)

In gehele staat (WHL)

1

Kleine tonijn (LTA)

In gehele staat (WHL)

1

Kleine zilversmelt (ARY)

In gehele staat (WHL)

1

Knorvissen (GRX)

In gehele staat (WHL)

1

Lange maanvis (RZV)

In gehele staat (WHL)

1

Maanvis (MOX)

In gehele staat (WHL)

1

Madeira-sardinella (SAE)

In gehele staat (WHL)

1

Makreel (MAC)

Overige (OTH)

1

Middellandse-Zeeknorvis (GBR)

In gehele staat (WHL)

1

Mul (MUR)

In gehele staat (WHL)

1

Oost-Atlant. koningsmakreel (MAW)

In gehele staat (WHL)

1

Overige soorten (MZZ)

Overige (OTH)

1

In gehele staat (WHL)

1

Pietermannen (POX)

In gehele staat (WHL)

1

Pilchard (PIL)

In gehele staat (WHL)

1

Overige (OTH)

1

Portugese hondshaai (CYO)

In gehele staat (WHL)

1

Rode poon (GUU)

In gehele staat (WHL)

1

Rode zeebrasem (PAC)

In gehele staat (WHL)

1

Roodbaars (RED)

Overige (OTH)

1

Sardinella (SIX)

In gehele staat (WHL)

1

Selachimorpha (Pleurotremata) (SKH)

In gehele staat (WHL)

1

Spaanse makreel (MAS)

Overige (OTH)

1

In gehele staat (WHL)

1

Spaanse zeebrasem (SBA)

In gehele staat (WHL)

1

Witte zeebrasem (SWA)

In gehele staat (WHL)

1

Zeebaars (BSS)

In gehele staat (WHL)

1

Zeebraam (BRU)

In gehele staat (WHL)

1

Zeekarper (BRB)

In gehele staat (WHL)

1

Zeemeervallen (CAX)

In gehele staat (WHL)

1

Zeilvissen (BIL)

In gehele staat (WHL)

1

Zonnevis (JOD)

In gehele staat (WHL)

1

Bewaarvorm: vers

Afrikaanse pilchard (PIA)

Overige (OTH)

1

Alikruik (PEE)

Overige (OTH)

1

Amerikaanse schol (PLA)

In gehele staat (WHL)

1,01

Overige (OTH)

1,11

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,11

Ansjovis (ANE)

Overige (OTH)

1

Argentina (ARG)

Filet (FIL)

2,7

Overige (OTH)

1

Bastaardknorvis (BGR)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,15

Blauwe leng (BLI)

Overige (OTH)

1,15

Blauwe wijting (WHB)

Overige (OTH)

1

Blauwvintonijn (BFT)

In gehele staat (WHL)

1,1

Blonde rog (RJH)

Overige (OTH)

1,14

Bonito (BON)

Overige (OTH)

1

Bot (FLE)

Overige (OTH)

1,11

Braam (POA)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,06

Brasem (FBM)

Overige (OTH)

1

Degenvis (LHT)

Overige (OTH)

1

Donkere haai (DUS)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,35

Doornhaai (DGS)

Overige (OTH)

1,33

Doornhaaiachtigen (SHX)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,2

In gehele staat (WHL)

1,04

Engelse poon (GUR)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,24

Overige (OTH)

1,24

Fint (TSD)

Overige (OTH)

1

Franse tong of zandtong (SOS)

Overige (OTH)

1,04

In gehele staat (WHL)

1,01

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,04

Fregattonijn/ kogeltonijn (FRZ)

In gehele staat (WHL)

1,04

Garnaal; Noordzeegarnaal (CSH)

Overige (OTH)

1,18

In gehele staat (WHL)

1,18

Geep (GAR)

Overige (OTH)

1

Gevlekte makreel (MAA)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,11

Gevlekte rog (RJM)

Overige (OTH)

1,14

Gewone vleet (RJB)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,14

In gehele staat (WHL)

1,01

Overige (OTH)

1,14

Gladde haaien (SDV)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,33

Gouden Afrikaanse sardinella (SAA)

Overige (OTH)

1

Grauwe poon (GUG)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,24

Overige (OTH)

1,24

Grenadiervis (RNG)

Overige (OTH)

1,13

Griet (BLL)

Overige (OTH)

1,11

Groenlandse/zwarte heilbot (GHL)

Overige (OTH)

1,11

Grootoogknorvis (GRB)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,16

Haaien & doornhaaien,Kathaaien (DGH)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,37

Harder (MUL)

In gehele staat (WHL)

1,01

Overige (OTH)

1,01

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,2

Haring (HER)

Overige (OTH)

1,01

Gezouten nat (SAL)

1,12

Filet (FIL)

2,03

Ontdaan van ingewanden en kieuwen (GUG)

1,08

Heek (HKE)

Overige (OTH)

1,17

Heilbot (HAL)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,11

Overige (OTH)

1,11

Heken (HKX)

Overige (OTH)

1

Hondshaai (SYC)

In gehele staat (WHL)

1,04

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,35

Horsmakreel (JAX)

Overige (OTH)

1

Inktvis (SQU)

Overige (OTH)

1

Kaardrog (RJF)

Overige (OTH)

1,14

Kabeljauw (COD)

Filet met vel en graten (FSB)

2,6

Viskuit (ROE)

0

Overige (OTH)

1,15

Kanarische tandbrasem (DEN)

Overige (OTH)

1

Karper; spiegelkarper (FCP)

Overige (OTH)

1

Kever (NOP)

Overige (OTH)

1

Kleinoogrog (RJE)

Overige (OTH)

1,14

Koekoeksrog (RJN)

Overige (OTH)

1,14

Kokkel (COC)

Overige (OTH)

1

Kolblei (ABK)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,18

Koolvis (POK)

Overige (OTH)

1,22

Ontdaan van ingewanden en kop (GUH)

1,48

Krab; Noordzeekrab (CRE)

Scharen (CLA)

3

Overige (OTH)

1,01

In gehele staat (WHL)

1,01

Kreeft (LBE)

Overige (OTH)

1

Lange maanvis (RZV)

In gehele staat (WHL)

1,01

Langoestine (NEP)

Ontdaan van kop (HEA)

3

Overige (OTH)

1

Leng (LIN)

Overige (OTH)

1,17

Lipvis (WRA)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,2

Overige (OTH)

1,2

Lodde (CAP)

Overige (OTH)

1

Lom; torsk (USK)

Overige (OTH)

1,18

Maanvis (MOX)

Overige (OTH)

1

Makreel (MAC)

Filet (FIL)

1,92

Overige (OTH)

1

Martialia hyadesi (SQS)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,33

Messcheden;Scheermessen (RAZ)

Overige (OTH)

1

Mossel (MUS)

Overige (OTH)

1

Mul (MUR)

Overige (OTH)

1,01

In gehele staat (WHL)

1,01

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,2

Noordse garnaal (PRA)

Overige (OTH)

1,01

Octopus (OCC)

Overige (OTH)

1

Overige soorten (MZZ)

Overige (OTH)

1

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,2

Paling (ELE)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,04

Overige (OTH)

1,04

Peneide garnalen (PEN)

Overige (OTH)

1

Pieterman (WEX)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,2

Overige (OTH)

1,2

Pilchard (PIL)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1

Overige (OTH)

1

Pitvis (LYY)

Overige (OTH)

1

Pollak (POL)

Overige (OTH)

1,22

Poolkabeljauw (POC)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,15

Filet (FIL)

2,48

Overige (OTH)

1,15

In gehele staat (WHL)

1,01

Puitaal (ELP)

Overige (OTH)

1,01

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,01

Rode poon (GUU)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,24

Overige (OTH)

1,24

Rode zeebrasem (PAC)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,1

Rode zeebrasem (SBR)

Overige (OTH)

1,01

Rog (SRX)

Overige (OTH)

1,14

Roodbaars (RED)

Overige (OTH)

1,16

Ruwe Haai (GAG)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,29

Sardinella (SIX)

Overige (OTH)

1

Schar (DAB)

Overige (OTH)

1,13

Scharretong (MEG)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,11

Schartong (LEZ)

Overige (OTH)

1,11

Schelvis (HAD)

Overige (OTH)

1,17

Schol (PLE)

Overige (OTH)

1,05

Snoek (FPI)

Overige (OTH)

1

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,23

Snoekbaars (FPP)

Overige (OTH)

1

Snotdolf (LUM)

Overige (OTH)

1,13

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,13

Spaanse makreel (MAS)

Overige (OTH)

1

Spaanse zeebrasem (SBA)

In gehele staat (WHL)

1,01

Spiering (SME)

Overige (OTH)

1

Sprot (SPR)

Overige (OTH)

1

St jacobsschelp (SCE)

Overige (OTH)

1

Steenbolk (BIB)

In gehele staat (WHL)

1,01

Overige (OTH)

1,3

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,3

Stekelrog (RJC)

Overige (OTH)

1,14

Sterrog (RJR)

Overige (OTH)

1,14

Stevige strandschelp (CLB)

Overige (OTH)

1

Tarbot (TUR)

Overige (OTH)

1,11

Tijgerhaai (TIG)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,15

Tong (SOL)

Overige (OTH)

1,04

Tong X (SOX)

Overige (OTH)

1,04

In gehele staat (WHL)

1,01

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,04

Tongschar (LEM)

Overige (OTH)

1,11

Venusschelpen (CLV)

Overige (OTH)

1

Wijde mantel (QSC)

Overige (OTH)

1

Wijting (WHG)

Overige (OTH)

1,14

Viskuit (ROE)

0

Witje (WIT)

Overige (OTH)

1,11

Witte zeebrasem (SWA)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,13

Wolhandkrab (ERS)

In gehele staat (WHL)

1,01

Wulk (WHE)

Overige (OTH)

1

Zalm (SAL)

In gehele staat (WHL)

1,01

Overige (OTH)

1,22

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,22

Zandrog (RJI)

Overige (OTH)

1,14

Zandspiering (SAN)

Overige (OTH)

1

Zeebaars (BSS)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,2

Overige (OTH)

1,01

In gehele staat (WHL)

1,01

Zeebrasems (SBX)

In gehele staat (WHL)

1,01

Zeeduivel (ANF)

Staart (TAL)

3

Overige (OTH)

3

Zeeduivel (MON)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,2

Zeekarper (BRB)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,11

Zeekat (CTC)

Overige (OTH)

1

Zeepaling; congeraal (COE)

Overige (OTH)

1,01

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,1

In gehele staat (WHL)

1,01

Zeewolf (CAA)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,1

Zeewolven (CAT)

Overige (OTH)

1,3

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,3

In gehele staat (WHL)

1,01

Zonnevis (JOD)

Ontdaan van ingewanden (GUT)

1,13

Overige (OTH)

1,13

Zwaardvis (SWO)

Overige (OTH)

1,15

Bewaarvorm: gekookt

Garnaal; Noordzeegarnaal (CSH)

Overige (OTH)

1,18

In gehele staat (WHL)

1,18

Bewaarvorm: gezouten

Haring (HER)

Ontdaan van ingewanden en kieuwen (GUG)

1,2

Bijlage

11

behorende bij artikel 140c van de Uitvoeringsregeling zeevisserij

Drempelprijzen voor toepassing van het opslagmechanisme door in Nederland erkende producentenorganisaties gedurende het jaar 2024 voor partijen van de vermelde vissoorten die zijn gestript en de kwaliteitsaanduiding Extra, A hebben (in euro/ton)

Schol

| per 01-01-2024

1

Groot

41 cm en groter

1.750

t/m 30-04-2024

2

Schol I

35 tot 41 cm

1.300

[PLE/GN 3022200]

3

Schol II

31 tot 35 cm

1.270

4

Schol III

27 tot 31 cm

1.130

Schol

|| per 01-05-2024

1

Groot

41 cm en groter

2.040

t/m 30-11-2024

2

Schol I

35 tot 41 cm

1.490

[PLE/GN 3022200]

3

Schol II

31 tot 35 cm

1.360

4

Schol III

27 tot 31 cm

1.210

Schol

||| per 01-12-2024

1

Groot

41 cm en groter

1.750

t/m 31-12-2024

2

Schol I

35 tot 41 cm

1.370

[PLE/GN 3022200]

3

Schol II

31 tot 35 cm

1.340

4

Schol III

27 tot 31 cm

1.210

Garnalen (vers, gekoeld), gestoomd of in water gekookt

Breedte v.h. pantser

[CSH/GN 3062310]

1

6,8 mm en meer

3.750

2

6,5 mm en meer

3.750

Bijlage

12a

behorend bij de artikelen 87a en 87b

Voorschriften voor vermogensmetingen van motoren van vissersvaartuigen

Naar aanleiding van elke vermogensmeting wordt een meetrapport opgemaakt met het motorvermogen en toerental in stomende en vissende conditie. De volgende parameters worden, indien van toepassing, opgenomen in het meetrapport:

  • a.

    de regelstand van zowel de gemeenschappelijke aanwijzing als van alle brandstofpompen afzonderlijk, in stomende en vissende conditie, af te lezen ten opzichte van het vaste huis, of, indien het indicatorwijzertje wordt benut, de positie hiervan ten opzichte van het huis in verband met variabele vulringetjes;

  • b.

    de regulateur uitsturing stomend/vissend;

  • c.

    de dikte van de blokkeringsblokjes;

  • d.

    vanuit proefstand en/of (proef)vaart, gegevens van ten minste de temperatuur van uitlaatgassen na de turbo, de temperatuur van de inlaatlucht, het toerental van de hoofdmotor en de turbodruk;

  • e.

    het software nummer van geïnstalleerde softwareversie;

  • f.

    het wijzigingsnummer en datum.

Bij het meetrapport wordt een verklaring van kennisname van het meetrapport gevoegd, ondertekend door de kapitein of de eigenaar van het vissersvaartuig, dan wel diens gemachtigde.

Indien een erkend meetbureau tijdens een vermogensmeting geconfronteerd wordt met niet verklaarbare afwijkingen van het motorvermogen, meldt het meetbureau dit terstond aan de minister. Het meetbureau maakt hier tevens een rapport van op.

Bijlage

12b

behorend bij de artikelen 87, 87a en 87b

Voorschriften voor het verzegelen van motoren van vissersvaartuigen

Zegelplan

Naar aanleiding van elke verzegeling wordt een (aanvullend) zegelplan opgemaakt. Zegels worden zodanig aangebracht dat ongeautoriseerde wijziging van de verzegeling wordt voorkomen. Het zegelplan wordt opgemaakt overeenkomstig de door de minister beschikbaar gestelde modellen en de richtlijnen van het motortype. Het zegelplan bevat te minste de volgende gegevens:

  • a.

    indien een vermogensmeting heeft plaatsgevonden, worden het motorvermogen en de volgende parameters, indien van toepassing, opgenomen in het zegelplan:

    • i.

      de regelstand van zowel de gemeenschappelijke aanwijzing als van alle brandstofpompen afzonderlijk, in stomende en vissende conditie, af te lezen ten opzichte van het vaste huis, of, indien het indicatorwijzertje wordt benut, de positie hiervan ten opzichte van het huis vastleggen in verband met variabele vulringetjes;

    • ii.

      de regulateur uitsturing stomend/vissend;

    • iii.

      de dikte van de blokkeringsblokjes;

    • iv.

      indien mogelijk: de temperatuur van de uitlaatgassen, de temperatuur van de inlaatlucht, het toerental van de hoofdmotor en de turbodruk;

    • v.

      het software nummer van geïnstalleerde softwareversie;

    • vi.

      het wijzigingsnummer en datum;

  • b.

    een scherpe foto van elke aangebrachte zegel met een vermelding van het onderdeel van de hoofdmotor of hoofdmotoren, de locatie, het zegelnummer en een geschrift, waaruit blijkt welke onderdelen van de hoofdmotor of hoofdmotoren zijn verzegeld, waar de verzegelingen zijn aangebracht en welk zegelnummer zij hebben;

  • c.

    scherpe foto’s met duidelijk controleerbare meetafstanden (eventueel middels hulpmiddelen, zoals een lineaal) en een schriftelijke vermelding, waaruit blijkt waar en op welke wijze de stelbouten en breekbouten van de hoofdmotor of hoofdmotoren zijn geplaatst en ingesteld;

  • d.

    bij schepen met een verstelbare schroef: de maximale uitsturing van het schroefmechanisme;

  • e.

    een uiteenzetting waarom zegels zijn vervangen, alsmede de nummering van zowel de vervangen als de nieuw geplaatste zegels;

  • f.

    eventuele bijzonderheden.

Bij het zegelplan worden gevoegd:

  • a.

    een verklaring van het zegelbureau dat de feitelijke toestand van de hoofdmotor of hoofdmotoren overeenkomt met de in het zegelplan opgenomen gegevens;

  • b.

    een verklaring van kennisname van het zegelplan, ondertekend door de kapitein of de eigenaar van het vissersvaartuig, dan wel diens gemachtigde.

Voorschriften herverzegelen

Aan de hand van de onderstaande criteria besluit het zegelbureau of er met het verzegelen een vermogensmeting dient plaats te vinden. De analyse die wordt gemaakt op basis van de hieronder genoemde criteria, wordt doorgegeven aan de kapitein of eigenaar van het vissersvaartuig, dan wel diens gemachtigde, en aan de minister.

Criteria bepaling vermogensmeting bij herverzegelen

  • a.

    bij een verbroken verzegeling wordt een analyse gemaakt of de verbroken verzegeling van invloed kan zijn op het motorvermogen;

  • b.

    bij meerdere verbroken zegels worden de parameters, zoals het toerental, de uitlaattemperatuur of de vuldruk vergeleken met de waarden die zijn opgenomen in het oorspronkelijke meetrapport;

  • c.

    naar aanleiding van een verbroken verzegeling kan door een erkend zegelbureau worden besloten dat een nieuwe vermogensmeting noodzakelijk is. Wanneer bijvoorbeeld uit het bepaalde in onderdeel b blijkt dat de parameters dermate afwijken van het oorspronkelijke meetrapport, waardoor het vermoeden bestaat dat het motorvermogen niet meer overeenkomt met het oorspronkelijk vastgestelde vermogen, zal ook een vermogensmeting noodzakelijk zijn.

Bijlage

13

Locaties waar garnalen worden ingedeeld in de versheidsklassen en grootteklassen, behorend bij artikel 140d

  • 1.

    'Zeeuwse Visveilingen B.V.' aan de Binnenhaven 11 te Vlissingen;

  • 2.

    ‘Visveiling Colijnsplaat B.V.’ als onderdeel van United Fish Auctions N.V. aan de Visserijweg 1 te Colijnsplaat;

  • 3.

    ‘Visafslag Stellendam B.V.’ als onderdeel van United Fish Auctions N.V. aan de Meester Snijderweg 5 te Stellendam;

  • 4.

    ‘Visafslag Hollands Noorden v.o.f.’ aan de Havenkade 1 te Den Oever;

  • 5.

    ‘Visveiling Urk’ aan de Nieuwe Vissershaven 25 te Harlingen;

  • 6.

    ‘Visafslag Lauwersoog B.V.’ aan de Haven 1 te Lauwersoog;

  • 7.

    ‘Garnalenafslag Zoutkamp’ aan de Reitdiepskade 22 te Zoutkamp.