Artikel
1
Begrippen
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
bewindspersoon: de Minister of de Staatssecretaris van Financiën;
-
b.
de staatssecretaris: de Staatssecretaris van Financiën
-
c.
het DGBD: het directoraat-generaal Belastingdienst;
-
d.
de DG: de directeur-generaal Belastingdienst;
-
e.
de pDG: de plaatsvervangend directeur-generaal Belastingdienst;
-
f.
algemene leiding DGBD: de DG en de plaatsvervangend directeur-generaal (pDG);
-
g.
directeuren van de topstructuur DGBD: algemeen directeur, (hoofd)directeur van concerndirecties, shared service organisaties (SSO) of corporate diensten;
-
h.
mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon besluiten te nemen;
-
i.
volmacht: volmacht als bedoeld in artikel 3:60, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, om namens de Staat der Nederlanden rechtshandelingen te verrichten;
-
j.
ondervolmacht: de volmacht die de gevolmachtigde aan een ander verleent;
-
k.
gevolmachtigde: degene aan wie volmacht is verleend;
-
l.
gemandateerde: degene aan wie mandaat is verleend;
-
m.
volmachtverlener: degene die volmacht verleent;
-
n.
mandaatgever: degene die mandaat verleent;
-
o.
medewerker: de ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet 2017 die werkzaam is bij het ministerie van Financiën;
-
p.
CAO Rijk: de laatstelijk afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst voor ambtenaren werkzaam binnen de sector Rijk.