Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 21 september 2021, kenmerk 3255145-1015194-PZo, houdende nadere regels over de jaarverantwoording op grond van artikel 40b van de Wet marktordening gezondheidszorg (Regeling openbare jaarverantwoording WMG)

Regeling openbare jaarverantwoording WMG

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Handelende in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Besluit:

Hoofdstuk

1

Inleidende bepalingen

Artikel

1

Hoofdstuk

2

Financiële verantwoording

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

In het geval, bedoeld in artikel 4, eerste lid, mogen de volgende bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek overeenkomstig worden toegepast:

Artikel

6

Artikel

7

Hoofdstuk

3

Bij de financiële verantwoording te voegen informatie

Artikel

8

Artikel

9

In afwijking van artikel 8 voegt de zorgaanbieder die een formeel buitenlandse vennootschap is de volgende informatie toe aan de financiële verantwoording:

Artikel

10

Artikel

11

Hoofdstuk

4

Andere informatie over de bedrijfsvoering

Artikel

12

Hoofdstuk

5

Openbaarmaking

Artikel

12a

Artikel

13

Artikel

13a

Hoofdstuk

5a

Gedeeltelijk niet-openbare jaarverantwoording

Artikel

13c

Het niet openbaar gemaakte deel van de jaarverantwoording van een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, bedoeld in artikel 13a, wordt door het CIBG verstrekt aan:

Hoofdstuk

6

Gevolgen van rechtshandelingen waardoor zorgaanbieders ophouden te bestaan

Artikel

14

Hoofdstuk

6a

Onderwijsinstelling met zorgcomponent

Artikel

15

Hoofdstuk

7

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

18

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

Artikel

19

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling openbare jaarverantwoording WMG.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

Bijlage

1

Jaarrekening voor een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, eerste lid

Model A Beperkte balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a

A Vaste activa

Kosten die verband houden met de oprichting en met de uitgifte van aandelen

Overige vaste activa

B Vlottende activa

Van aandeelhouders opgevraagde stortingen

Overige vlottende activa

Totaal activa

C Eigen vermogen

D Voorzieningen

E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar)

F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar)

Totaal passiva

Vermelding dat er geen overlopende activa en passiva met betrekking tot de overige bedrijfskosten zijn opgenomen.

Model B Beperkte winst- en verliesrekening voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, onderdeel a

Netto-omzet1

Overige bedrijfsopbrengsten2

Som der bedrijfsopbrengsten

Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen

Lonen en salarissen3

Waardecorrecties

Overige bedrijfskosten4

Som der bedrijfslasten

Resultaat voor belastingen

Belastingen5

Resultaat na belastingen

1 Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen (artikel 2:377, zesde lid, BW).

2 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.

3 Personeel in loondienst (PIL).

4 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.

5 Belastingen op resultaat en overige belastingen, voor zover niet opgenomen onder de eerdergenoemde posten.

Model C Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, die Model A niet gebruiken

A Vaste activa

I Immateriële vaste activa

II Materiële vaste activa

III Financiële vaste activa

B Vlottende activa en overlopende activa

I Voorraden

II Vorderingen

III Effecten

IV Liquide middelen

Totaal activa

C Eigen vermogen

I Gestort en opgevraagd kapitaal

II Agio

III Herwaarderingsreserve

IV Wettelijke en statutaire reserves

1. Wettelijke

2. Statutaire

V Bestemmingsreserve1

VI Bestemmingsfonds2

VII Overige reserves

VIII Onverdeelde winsten3

D Voorzieningen

E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar) en overlopende passiva

F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar) en overlopende passiva

Totaal passiva

1 Alleen van toepassing op stichtingen.

2 Alleen van toepassing op stichtingen.

3 Bovenaan de balans wordt aangegeven of daarin de bestemming van het resultaat is verwerkt. Is de bestemming van het resultaat niet verwerkt, dan moet op de balans het resultaat na belastingen afzonderlijk worden vermeld als laatste post van het eigen vermogen.

TOELICHTING

Model D Winst- en verliesrekening voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, die Model B niet gebruiken

Netto omzet1

Wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk ten opzichte van de voorafgaande balansdatum

Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf

Overige bedrijfsopbrengsten2

Som der bedrijfsopbrengsten

Kosten van grond- en hulpstoffen

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten3

Lonen en salarissen4

Sociale lasten

Pensioenlasten

Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa

Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa

Bijzondere waardevermindering van vlottende activa

Overige bedrijfskosten5

Som der bedrijfslasten

Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten

Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

Rentelasten en soortgelijke kosten

Resultaat voor belastingen

Belastingen6

Aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen

Resultaat na belastingen

1 Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen (artikel 2:377, zesde lid, BW).

2 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.

3 Zogenoemde ‘Personeel niet in loondienst’ (PNIL), waaronder uitzendkrachten, gedetacheerden, zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en onderaannemers. Onder deze post vallen ook de honorariumkosten vrijgevestigde medisch specialisten.

4 Personeel in loondienst (PIL).

5 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.

6 Belastingen op resultaat en overige belastingen, voor zover niet opgenomen onder de eerdergenoemde posten.

TOELICHTING

Model E Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die de Modellen A en C niet gebruiken

A Vaste activa

I Immateriële vaste activa

1. kosten van oprichting en uitgifte van aandelen

2. kosten van ontwikkeling

3. concessies, vergunningen en intellectuele eigendom

4. goodwill

5. vooruitbetaald op immateriële vaste activa

II Materiële vaste activa

1. bedrijfsgebouwen en -terreinen

2. machines en installaties

3. andere vaste bedrijfsmiddelen

4. vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa

5. niet aan de bedrijfsuitoefening dienstbaar

III Financiële vaste activa

1. deelnemingen in groepsmaatschappijen

2. vorderingen op groepsmaatschappijen

3. andere deelnemingen

4. vorderingen op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen

5. overige effecten

6. overige vorderingen

B Vlottende activa en overlopende activa

I Voorraden

1. grond- en hulpstoffen

2. onderhanden werk

3. gereed product en handelsgoederen

4. vooruitbetaald op voorraden

II Vorderingen

1. op handelsdebiteuren

2. op groepsmaatschappijen

3. op participanten en op maatschappijen waarin wordt deelgenomen

4. overige vorderingen

5. van aandeelhouders opgevraagde stortingen

6. overlopende activa

III Effecten

IV Liquide middelen

Totaal activa

C Eigen vermogen

I Gestort en opgevraagd kapitaal

II Agio

III Herwaarderingsreserve

IV Wettelijke en statutaire reserve

1. Wettelijke

2. Statutaire

V Bestemmingsreserve1

VI Bestemmingsfonds2

VII Overige reserves

VIII Onverdeelde winst3

D Voorzieningen

1. voor pensioenen

2. voor belastingen

3. overige

E Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) en overlopende passiva

1. converteerbare leningen

2. andere obligatieleningen en onderhandse leningen

3. schulden aan banken

4. vooruit ontvangen op bestellingen

5. schulden aan leveranciers en handelskredieten

6. te betalen wissels en cheques

7. schulden aan groepsmaatschappijen

8. schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen

9. belastingen en premies sociale verzekeringen

10. schulden ter zake van pensioenen

11. overige schulden

12. overlopende passiva

F Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) en overlopende passiva

1. converteerbare leningen

2. andere obligaties en onderhandse leningen

3. schulden aan banken

4. vooruit ontvangen op bestellingen

5. schulden aan leveranciers en handelskredieten

6. te betalen wissels en cheques

7. schulden aan groepsmaatschappijen

8. schulden aan participanten en aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen

9. belastingen en premies sociale verzekeringen

10. schulden ter zake van pensioenen

11. overige schulden

12. overlopende passiva

Totaal passiva

1 Alleen van toepassing op stichtingen.

2 Alleen van toepassing op stichtingen.

3 Bovenaan de balans wordt aangegeven of daarin de bestemming van het resultaat is verwerkt. Is de bestemming van het resultaat niet verwerkt, dan moet op de balans het resultaat na belastingen afzonderlijk worden vermeld als laatste post van het eigen vermogen.

TOELICHTING

Model F Winst- en verliesrekening voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid, die de Modellen B en D niet gebruiken

Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1

Zorgverzekeringswet2

Wet langdurige zorg3

Subsidie voor zorgverlening4

Forensische zorg5

Beschikbaarheidbijdrage zorgfuncties6

Beschikbaarheidbijdrage academische zorg7

Baten uit onderaanneming8

Overige baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening9

Baten uit Veilig Thuis10

Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten11

Netto omzet12

Wijziging in voorraden gereed product en onderhanden werk ten opzichte van de voorafgaande balansdatum

Geactiveerde productie voor het eigen bedrijf

Overige bedrijfsopbrengsten13

Som der bedrijfsopbrengsten

Kosten van grond- en hulpstoffen

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten14

Lonen en salarissen15

Sociale lasten

Pensioenlasten

Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa

Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa

Bijzondere waardevermindering van vlottende activa

Overige bedrijfskosten16

Som der bedrijfslasten

Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten

Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

Rentelasten en soortgelijke kosten

Resultaat voor belastingen

Belastingen17

Aandeel in winst/verlies van ondernemingen waarin wordt deelgenomen

Resultaat na belastingen

1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze winst- en verliesrekening vermelden.

2 Zorg en overige diensten die onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.

3 Zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet.

4 Op grond van een regeling als bedoeld in artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies of door het Zorginstituut op grond van de artikelen 10.1.3, 10.1.4, 11.1.5 of 11.5.1 van de Wet langdurig zorg.

5 Forensische zorg als omschreven in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg.

6 Beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.

7 Beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG. De omschrijving van academische zorg is opgenomen in onderdeel B van de bijlage bij het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.

8 Uitsluitend invullen indien zorgwerkzaamheden worden verricht in onderaanneming. Daarvan is sprake als een zorgaanbieder een contractuele relatie met de hoofdaannemer heeft om zorg te verlenen en geen directe contractuele verplichtingen heeft met een Wlz-uitvoerder, een zorgverzekeraar of een houder van een persoonsgebonden budget.

9 Zorg die wordt gefinancierd vanuit de aanvullende verzekering of door de patiënt.

10 Baten Veilig Thuis zijn de baten uit een Veilig Thuis-organisatie als bedoeld in artikel 4.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.

11 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van zorg of Veilig Thuis, zoals commerciële activiteiten (zoals, parkeergarage, winkel, maattijdverzorging, opbrengsten verhuur onroerend goed, vergoeding voor uitgeleend personeel en andere bedrijfsmatige opbrengsten) of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning. De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld. Onder deze post vallen ook de subsidies vanwege provincies en gemeenten (exclusief Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015) en onderzoek of onderwijs.

12Onder de netto-omzet wordt verstaan de opbrengst uit levering van goederen en diensten uit het bedrijf van de rechtspersoon, onder aftrek van kortingen en dergelijke en van over de omzet geheven belastingen (artikel 2:377, zesde lid, BW).

13 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.

14 Zogenoemde ‘Personeel niet in loondienst’ (PNIL), waaronder uitzendkrachten, gedetacheerden, zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en onderaannemers. Onder deze post vallen ook de honorariumkosten vrijgevestigde medisch specialisten.

15 Personeel in loondienst (PIL).

16 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.

17 Belastingen op resultaat en overige belastingen, voor zover niet opgenomen onder de eerdergenoemde posten.

II Agio

III Herwaarderingsreserve

IV Wettelijke en statutaire reserve

1.Wettelijke reserve

2. Statutaire reserve

V Bestemmingsreserve2

VI Bestemmingsfonds3

VII Overige reserves

VIII Overdeelde winst

Indien de bestemming van het resultaat nog niet vaststaat het voorstel daartoe.

Tekstveld

1 De zorgaanbieder moet hier opgave doen van de bestemming van de winst of de verwerking van het verlies, of, zolang deze niet vaststaat, het voorstel daartoe (overeenkomstig artikel 2:380c BW).

2 Alleen van toepassing op stichtingen.

3 Alleen van toepassing op stichtingen.

TOELICHTING

Bijlage

2

Financiële verantwoording voor een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, derde lid

Algemene bepalingen omtrent de financiële verantwoording

De financiële verantwoording geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een financiële verantwoording dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de zorgaanbieder. De balans en staat van baten en lasten met de toelichting geven getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen, respectievelijk het resultaat van het boekjaar en zijn samenstelling in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar, respectievelijk de afleiding uit de posten van baten en lasten weer. De baten en lasten van het boekjaar zijn in de staat van baten en lasten opgenomen, onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid.

De onderstaande modellen schrijven voor welke posten minimaal moeten worden opgenomen in een balans en een staat van baten en lasten. Het toevoegen van posten is toegestaan.

Voorschriften omtrent de grondslagen van waardering en van bepaling van het resultaat

Op de grondslagen van waardering en de bepaling van het resultaat, is het bepaalde bij en krachtens de artikelen 384, 385, uitgezonderd het vijfde lid, 386, uitgezonderd het derde lid, 387, 388, 389, uitgezonderd het vierde, vijfde en tiende lid, en 390, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. Waardering van activa en passiva tegen marktwaarde is voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, niet toegestaan.

Model A Beperkte balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel a, die voldoen aan het bepaalde in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’

A Vaste activa

B Vlottende activa

Totaal activa

C Eigen vermogen

D Voorzieningen

E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar)

F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar)

Totaal passiva

Vermelding dat er geen overlopende activa en passiva met betrekking tot de overige bedrijfskosten zijn opgenomen.

Model B Beperkte staat van baten en lasten voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel a, die voldoen aan het bepaalde in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’

BEDRIJFSBATEN

Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1

Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten2

Overige bedrijfsopbrengsten3

Som der bedrijfsbaten

BEDRIJFSLASTEN

Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen

Lonen en salarissen4

Waardecorrecties

Overige bedrijfskosten5

Som der bedrijfslasten

Bedrijfsresultaat

1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze beperkte staat van baten en lasten vermelden.

2 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van zorg, zoals commerciële activiteiten of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning. De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld.

3 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.

4 Personeel in loondienst (PIL).

5 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.

Model C Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid, die voldoen aan het bepaalde in artikel 4 waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’ en die Model A niet gebruiken

A Vaste activa

I Immateriële vaste activa

II Materiële vaste activa

III Financiële vaste activa

B Vlottende activa en overlopende activa

I Voorraden

II Vorderingen

III Effecten

IV Liquide middelen

Totaal activa

C Eigen vermogen

D Voorzieningen

E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar) en overlopende passiva

F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar) en overlopende passiva

Totaal passiva

Model D Staat van baten en lasten die voldoen aan het bepaalde in artikel 4 waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’ en die Model B niet gebruiken

BEDRIJFSBATEN

Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1

Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten2

Overige bedrijfsopbrengsten3

Som der bedrijfsbaten

BEDRIJFSLASTEN

Kosten van grond- en hulpstoffen

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten4

Lonen en salarissen5

Sociale lasten

Pensioenlasten

Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa

Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa

Bijzondere waardevermindering van vlottende activa

Overige bedrijfskosten6

Som der bedrijfslasten

Bedrijfsresultaat

FINANCIËLE BATEN EN LASTEN

Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten

Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

Rentelasten en soortgelijke kosten

Resultaat

1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze staat van baten en lasten vermelden.

2 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van zorg, zoals commerciële activiteiten (zoals, parkeergarage, winkel, maattijdverzorging, opbrengsten verhuur onroerend goed, vergoeding voor uitgeleend personeel en andere bedrijfsmatige opbrengsten) of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning. De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld. Onder deze post vallen ook de subsidies vanwege provincies en gemeenten (exclusief Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning 2015) en onderzoek of onderwijs.

3 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.

4 Zogenoemde ‘Personeel niet in loondienst’ (PNIL), waaronder uitzendkrachten, gedetacheerden, zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en onderaannemers. Onder deze post vallen ook de honorariumkosten vrijgevestigde medisch specialisten.

5 Personeel in loondienst (PIL).

6 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.

TOELICHTING

In de toelichting vermeldt de zorgaanbieder in ieder geval het volgende:

  • informatie over de toegepaste waarderingsgrondslagen en de af- en bijboekingen op de herwaarderingsreserve;

  • de actuele waarde van financiële instrumenten1Onder financiële instrumenten worden in dit kader mede verstaan financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van de Wet marktordening gezondheidszorg.;

  • indien de zorgaanbieder niet voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’ en financiële derivaten heeft aangetrokken, in ieder geval de informatie, genoemd in artikel 3;

  • het totaalbedrag van alle financiële verplichtingen, garanties en onvoorziene gebeurtenissen die niet in de balans zijn opgenomen;

  • leningen, voorschotten en garanties die zijn verleend aan de eigenaar, gezamenlijke vennoten, gezamenlijke maten en de namen van de leden van de interne toezichthouder;

  • het bedrag en de aard van baten- en lastenposten die van uitzonderlijke omvang zijn of in uitzonderlijke mate voorkomen;

  • een toelichting op schulden met een looptijd van meer dan vijf jaar en schulden waarvoor de zorgaanbieder zakelijke zekerheid heeft gesteld;

  • melding van het gemiddelde aantal bij de zorgaanbieder werkzame werknemers gedurende het boekjaar.

Model E Balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid, die Modellen A en C niet gebruiken

A Vaste activa

I Immateriële vaste activa

II Materiële vaste activa

III Financiële vaste activa

B Vlottende activa en overlopende activa

I Voorraden

II Vorderingen

III Effecten

IV Liquide middelen

Totaal activa

C Eigen vermogen

D Voorzieningen

E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar) en overlopende passiva

F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar) en overlopende passiva

Totaal passiva

Model F Staat van baten en lasten voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, derde lid, die Modellen B en D niet gebruiken

BEDRIJFSBATEN

Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1

Zorgverzekeringswet2

Wet langdurige zorg3

Subsidie voor zorgverlening4

Forensische zorg5

Beschikbaarheidbijdrage zorgfuncties6

Baten uit onderaanneming7

Overige baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening8

Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten9

Overige bedrijfsopbrengsten10

Som der bedrijfsbaten

BEDRIJFSLASTEN

Kosten van grond- en hulpstoffen

Kosten uitbesteed werk en andere externe kosten11

Lonen en salarissen12

Sociale lasten

Pensioenlasten

Afschrijvingen op immateriële vaste activa en materiële vaste activa

Overige waardevermindering immateriële vaste activa en materiële vaste activa

Bijzondere waardevermindering van vlottende activa

Ollverige bedrijfskosten13

Som der bedrijfslasten

Bedrijfsresultaat

FINANCIËLE BATEN EN LASTEN

Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten

Waardeverandering van vorderingen die tot de vaste activa behoren en van effecten

Rentelasten en soortgelijke kosten

Resultaat

1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge de artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze staat van baten en lasten vermelden.

2 Zorg en overige diensten die onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet.

3 Zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet.

4 Op grond van een regeling als bedoeld in artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies of door het Zorginstituut op grond van de artikelen 10.1.3, 10.1.4, 11.1.5 of 11.5.1 van de Wet langdurig zorg.

5 Forensische zorg als omschreven in artikel 1.1, tweede lid, van de Wet forensische zorg.

6 Beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in artikel 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg en het Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG.

7 Uitsluitend invullen indien zorgwerkzaamheden worden verricht in onderaanneming. Daarvan is sprake als een zorgaanbieder een contractuele relatie met de hoofdaannemer heeft om zorg te verlenen en geen contractuele verplichtingen heeft met een Wlz-uitvoerder, een zorgverzekeraar of een houder van een persoonsgebonden budget.

8 Zorg die wordt gefinancierd vanuit de aanvullende verzekering of door de patiënt.

9 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van zorg, zoals commerciële activiteiten of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning. De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld.

10 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.

11 Zogenoemde ‘Personeel niet in loondienst’ (PNIL), waaronder uitzendkrachten, gedetacheerden, zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en onderaannemers. Onder deze post vallen ook de honorariumkosten vrijgevestigde medisch specialisten.

12 Personeel in loondienst (PIL).

13 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.

TOELICHTING

In de toelichting vermeldt de zorgaanbieder in ieder geval het volgende:

  • informatie over de toegepaste waarderingsgrondslagen en de af- en bijboekingen op de herwaarderingsreserve;

  • de actuele waarde van financiële instrumenten2Onder financiële instrumenten worden in dit kader mede verstaan financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onderdeel n, van de Wet marktordening gezondheidszorg.;

  • indien de zorgaanbieder niet voldoet aan het bepaalde in artikel 4, eerste lid, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’ en financiële derivaten heeft aangetrokken, in ieder geval de informatie, genoemd in artikel 3;

  • het totaalbedrag van alle financiële verplichtingen, garanties en onvoorziene gebeurtenissen die niet in de balans zijn opgenomen;

  • leningen, voorschotten en garanties die zijn verleend aan de eigenaar, gezamenlijke vennoten, gezamenlijke maten en de namen van de leden van de interne toezichthouder;

  • het bedrag en de aard van baten- en lastenposten die van uitzonderlijke omvang zijn of in uitzonderlijke mate voorkomen;

  • een toelichting op schulden met een looptijd van meer dan vijf jaar en schulden waarvoor de zorgaanbieder zakelijke zekerheid heeft gesteld;

  • melding van het gemiddelde aantal bij de zorgaanbieder werkzame werknemers gedurende het boekjaar.

Bijlage

3

Financiële verantwoording over eenmanszaken

Om de regeldruk voor micro eenmanszaken in de zorgsector zo beperkt mogelijk te houden, worden voor micro eenmanszaken een beperkte balans en staat van baten en lasten dwingend voorgeschreven.

Algemene bepalingen omtrent de financiële verantwoording

De financiële verantwoording geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een financiële verantwoording dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de zorgaanbieder. De balans en staat van baten en lasten met de toelichting geven getrouw, duidelijk en stelselmatig de grootte van het vermogen, respectievelijk het resultaat van het boekjaar en zijn samenstelling in actief- en passiefposten op het einde van het boekjaar, respectievelijk de afleiding uit de posten van baten en lasten weer. De baten en lasten van het boekjaar zijn in de staat van baten en lasten opgenomen, onverschillig of zij tot ontvangsten of uitgaven in dat boekjaar hebben geleid.

De onderstaande modellen schrijven voor welke posten minimaal moeten worden opgenomen in een beperkte balans en een beperkte staat van baten en lasten. Het toevoegen van posten is toegestaan.

Voorschriften omtrent de grondslagen van waardering en van bepaling van het resultaat

Op de grondslagen van waardering en de bepaling van het resultaat, is het bepaalde bij en krachtens de artikelen 384, 385, uitgezonderd het vijfde lid, 386, uitgezonderd het derde lid, 387, 388, 389, uitgezonderd het vierde, vijfde en tiende lid, en 390, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing. Waardering van activa en passiva tegen marktwaarde is voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, niet toegestaan.

Model A Beperkte balans voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, vierde lid, die voldoen aan het bepaalde in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’

A Vaste activa

B Vlottende activa

Totaal activa

C Eigen vermogen

D Voorzieningen

E Langlopende schulden (nog voor meer dan één jaar)

F Kortlopende schulden (ten hoogste één jaar)

Totaal passiva

Vermelding dat er geen overlopende activa en passiva met betrekking tot de overige bedrijfskosten zijn opgenomen.

Model B Beperkte staat van baten en lasten voor zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, vierde lid, die voldoen aan het bepaalde in artikel 40b, vijfde lid, van de wet, waarbij voor ‘netto-omzet’ wordt gelezen ‘som der bedrijfsbaten’

BEDRIJFSBATEN

Baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening1

Andere beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten2

Overige bedrijfsopbrengsten3

Som der bedrijfsbaten

BEDRIJFSLASTEN

Kosten voor grondstoffen en hulpstoffen

Lonen en salarissen4

Waardecorrecties

Overige bedrijfskosten5

Som der bedrijfslasten

Bedrijfsresultaat

1 Een zorgaanbieder die tevens een jeugdhulpaanbieder als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel 1°, van de Jeugdwet of een gecertificeerde instelling is, moet ingevolge artikel 4.1, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling Jeugdwet, de opbrengsten Jeugdwet separaat in deze beperkte staat van baten en lasten vermelden.

2 Baten uit andere beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten dan het verlenen van zorg, zoals commerciële activiteiten of overige opbrengsten uit maatschappelijke ondersteuning. De opbrengsten uit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 van aanbieders als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 hoeven niet als afzonderlijke opbrengstenpost te worden vermeld.

3 Incidentele opbrengsten, zoals verkoopopbrengsten van onroerend goed.

4 Personeel in loondienst (PIL).

5 Onder deze post vallen ook de ‘overige personeelskosten’.

Model C Financiële ratio’s over zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, vierde lid, die Modellen A en B niet gebruiken

Vanuit de maatschappelijke en politieke wens om de transparantie in de zorgsector te vergroten, zijn ook kleine, middelgrote en grote eenmanszaken verplicht om zich jaarlijks te verantwoorden door het openbaar maken van een jaarverantwoording. In afwijking van micro eenmanszaken moeten kleine, middelgrote en grote eenmanszaken als financiële verantwoording een aantal financiële ratio’s die inzicht geven in de bedrijfsvoering openbaar maken. Een financiële ratio is een verhoudingsgetal dat is samengesteld uit financieel-economische gegevens uit de balans en staat van baten en lasten van eenmanszaken. Reden om voor eenmanszaken geen balans en staat van baten en lasten dwingend voor te schrijven is om te voorkomen dat de eigenaar zijn inkomen voor een ieder openbaar moet maken. Voor het berekenen van de financiële ratio’s zijn fiscale waarderingsgrondslagen niet toegestaan.

Om een indruk te krijgen van de financiële gezondheid van de zorgaanbieder in het boekjaar, dient de zorgaanbieder de hiernavolgende indicatoren in te vullen.

Rentabiliteit1

Ratio

Liquiditeit2

Ratio

Solvabiliteit3

Ratio

Personeelskostenratio4

Ratio

Zorgopbrengstenratio5

Ratio

Budgetratio6

Ratio

1 Bedrijfsresultaat voor financiële baten en lasten gedeeld door balanstotaal.

2 Current ratio: vlottende activa inclusief liquide middelen gedeeld door totaal kortlopende schulden.

3 Eigen vermogen gedeeld door balanstotaal.

4 Totale personeelskosten gedeeld door bedrijfsopbrengsten.

5 Totale zorgopbrengsten gedeeld door aantal fte die beroepsmatig zorg verlenen. Onder zorg wordt in dit verband verstaan: zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet of onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, of waarvoor de minister subsidie verleent.

6 Eigen vermogen gedeeld door zorgopbrengsten. Onder zorg wordt in dit verband verstaan: zorg en overige diensten die behoren tot het op grond van de Wet langdurige zorg verzekerde pakket, bedoeld in artikel 3.1.1 van die wet of onderdeel uitmaken van de zorgplicht van de zorgverzekeraar, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet, of waarvoor de minister subsidie verleent.

TOELICHTING

Indien de ratio’s een vertekend beeld geven van de kleine, middelgrote en grote eenmanszaak, dan moet de zorgaanbieder dit toe lichten. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van de verkoop van een bedrijfspand waardoor de bedrijfsopbrengsten over het boekjaar erg hoog zijn en daardoor de personeelskostenratio erg laag is. In andere gevallen mag de zorgaanbieder indien gewenst een toelichting opnemen over de financiële ratio’s.

Bijlage

4

Andere informatie betreffende de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder als bedoeld in artikel 12.

In deze bijlage wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten vragenlijsten:

In beide vragenlijsten staan vragen over de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder. De vragen gaan over het boekjaar, tenzij anders staat aangegeven. De antwoorden op deze vragen geven, naast de financiële verantwoording, een indicatie over het functioneren van de zorgaanbieder. Deze vragenlijsten zijn een verplicht onderdeel van de jaarverantwoording.

Vragenlijst 1: Gedeeltelijk niet-openbare beperkte vragenlijst voor micro zorgaanbieders

Vraag 1 – Identificerende gegevens (niet-openbaar)

Voor de routering in DigiMV is het van belang om een zorgaanbieder te kunnen identificeren. Zo krijgt u ook geen vragen voorgelegd die niet van toepassing zijn. Na toestemming van de zorgaanbieder worden de identificerende gegevens, voor zover bekend, uit het voorgaande boekjaar of het handelsregister van de Kamer van Koophandel automatisch in onderstaande invultabel geüpload. De zorgaanbieder controleert deze gegevens en informatie. Wanneer de vooringevulde gegevens en informatie niet correct zijn, moet de zorgaanbieder de niet correcte gegevens en informatie in het handelsregister wijzigen. De zorgaanbieder is verplicht om de gegevens in het handelsregister juist, volledig en actueel te houden.

Invullen door alle micro zorgaanbieders

Naam van de zorgaanbieder

Uit handelsregister

Handelsregisternummer (KVK-nummer)

Uit handelsregister

SBI-code(s) van alle hoofd- en nevenvestigingen (activiteit(en))

Uit handelsregister

Rechtsvorm of organisatorisch verband (slechts één invullen)

Uit handelsregister

• Eenmanszaak

• Maatschap (inclusief kostenmaatschap)

• Vennootschap onder firma (vof)

• Commanditaire vennootschap (cv)

• Stichting

• Vereniging

• Coöperatie

• Onderlinge waarborgmaatschappij

• Naamloze vennootschap (nv)

• Besloten vennootschap (bv)

• Publiekrechtelijke rechtspersoon

• Kerkgenootschap

• Buitenlandse rechtsvorm

Overige organisatorische verbanden

• Provincie

• gemeente

• Wet gemeenschappelijke regelingen

• Samenwerkingsverband (inclusief HOED, TOED en POT-verbanden)

• Onderdeel van de militair geneeskundige dienst

• Rijksinstelling voor de verpleging van ter beschikking gestelden

• Formeel buitenlandse vennootschap

• Anders, namelijk (tekstveld)

Maakt de zorgaanbieder gebruik van vrijstellingen naar omvang van het bedrijf van de zorgaanbieder?

Uitleg:

Er zijn in omvang vier categorieën van zorgaanbieders: micro1, klein2, middelgroot3 en groot. De omvang van een zorgaanbieder is vooral bepalend voor de informatie die moet worden opgenomen in de jaarrekening en voor de bepaling of een bestuursverslag opgesteld moet worden, of er accountantscontrole nodig is (beide eisen gelden alleen voor middelgrote en grote zorgaanbieders) en of er nog afzonderlijke jaarlijkse verslagen opgesteld moeten worden. Zorgaanbieders die micro, klein of middelgroot zijn kunnen gebruik maken van diverse vrijstellingen. Ook kunnen micro zorgaanbieders volstaan met een beperkte gedeeltelijk openbare vragenlijst in plaats van een uitgebreide openbare vragenlijst.

Een zorgaanbieder mag kiezen om de vrijstellingen van een grotere omvang dan de omvang van het bedrijf van de zorgaanbieder toe te passen. Het toepassen van vrijstellingen van een kleinere omvang dan de daadwerkelijke omvang van het bedrijf van de zorgaanbieder is niet toegestaan.

• Ja, de vrijstellingen voor micro;

• Ja, de vrijstellingen voor klein (de zorgaanbieder maakt de gehele jaarverantwoording openbaar en vult vragenlijst 2 in, in plaats van 1

• Nee

Welke vormen van zorg heeft de zorgaanbieder verleend

(meerdere combinaties zijn mogelijk)?

• Huisartsgeneeskundige zorg

• Paramedische zorg

• Mondzorg

• Farmaceutische zorg

• Hulpmiddelenzorg

• Verloskundige zorg

• Kraamzorg

• Trombosezorg

• Abortuszorg (inclusief abortuskliniek)

• Cosmetische zorg

• Audiologische zorg

• Medisch specialistische zorg

• Gehandicaptenzorg

• Geestelijke gezondheidszorg

• Forensische zorg

• Verpleeg- en verzorgingshuizenzorg (inclusief kleinschalige wooninitiatieven/geclusterd wonen)

• Geriatrische revalidatiezorg

• Logeeropvang

• Wijkverpleging

• Dagbesteding

• Zorg bij stoppen-met-rokenprogramma

• Publieke gezondheidszorg

• Ziekenvervoer

• Anders, namelijk (tekstveld)

Beschikte de zorgaanbieder over één of meerdere cliëntenraden?

Uitleg:

Een patiënt kan via de cliëntenraad meepraten over het beleid van de zorgaanbieder. De cliëntenraad behartigt de belangen van patiënten in de breedste zin van het woord.

Ja/Nee

1 Verwezen wordt naar de vereisten als bedoeld in artikel 40b, vijfde lid van de wet en de vrijstellingen als bedoeld in artikel 3a van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.

2 Verwezen wordt naar de vereisten als bedoeld in artikel 4 en de vrijstellingen als bedoeld in artikel 5 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.

3 Verwezen wordt naar de vereisten en vrijstellingen als bedoeld in artikel 6 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.

Vraag 2 – Aantallen zorgverleners (niet-openbaar)

Het antwoord op deze vraag geeft, in samenhang met de financiële verantwoording, inzicht in de continuïteit van de zorgverlening.

Invullen door alle micro zorgaanbieders

Hoeveel zorgverleners verleenden gemiddeld per maand zorg?

Uitleg:

Een zorgverlener is een natuurlijk persoon die beroepsmatig zorg verleent. Ook een leerling-medewerker (BBL’er) is een zorgverlener.

Onderstaande personen tellen niet mee als zorgverlener:

• stafmedewerker;

• vrijwilliger;

• stagiair;

• mantelzorger;

• natuurlijke persoon die uitsluitend maatschappelijke ondersteuning of uitsluitend jeugdhulp verleent; en

• budgethouders.

Het gaat om het aantal personen en niet om aantal fte. Een zorgverlener die parttime werkt, telt dus als één zorgverlener. Ook uitbesteding van zorg wordt meegeteld. Als een zorgaanbieder bijvoorbeeld werkt met een onderaannemer, wordt het aantal zorgverleners bij deze onderaannemer meegeteld. Als een zorgaanbieder meerdere locaties heeft, wordt het aantal zorgverleners bij die locaties ook meegeteld.

Het totaal aantal zorgverleners wordt per maand, gedurende het boekjaar (twaalf maanden), bij elkaar opgeteld. Die uitkomst wordt vervolgens gedeeld door twaalf maanden en naar beneden afgerond. Als een zorgaanbieder een verkort boekjaar heeft dan wordt per maand, gedurende het verkorte boekjaar, bij elkaar opgeteld. Die uitkomst wordt vervolgens gedeeld door het aantal maanden van het verkorte boekjaar en naar beneden afgerond.

Aantal

Vraag 3 – Aantallen patiënten (niet-openbaar)

Om de omvang van een zorgaanbieder te kunnen bepalen, worden vragen over het aantal patiënten gesteld. Het is voor de zorgautoriteit ook een indicator voor het beoordelen van correct declaratiegedrag.

Invullen door alle micro zorgaanbieders

Aan hoeveel unieke patiënten is zorg verleend?

Uitleg:

Als aan de patiënt zorg wordt verleend die wordt gefinancierd vanuit meerdere financieringsbronnen, zoals de Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg of een subsidie dan geldt dit als één unieke patiënt. Bij het aantal unieke patiënten wordt de uitbesteding van zorg meegeteld. Als een zorgaanbieder bijvoorbeeld werkt met een onderaannemer, wordt het aantal patiënten bij deze onderaannemer of onder-onderaannemers meegeteld. Als een zorgaanbieder meerdere locaties heeft, wordt het aantal patiënten van alle locaties bij elkaar opgeteld.

Aantal

Vraag 4 – Bestuursverklaring (openbaar)

De zorgaanbieder is zelf verantwoordelijk voor het tijdig, juist en volledig openbaar maken dan wel overleggen van de jaarverantwoording. Het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving behoort een onderdeel te zijn van een beheerste bedrijfsvoering. De zorgautoriteit houdt toezicht en handhaaft op de tijdigheid, juistheid en volledigheid van de jaarverantwoording. Bij overtreding van deze verplichting kunnen de zorgautoriteit en de bijzondere opsporingsdienst van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (de Nederlandse Arbeidsinspectie) kiezen voor een bestuursrechtelijke sanctionering (aanwijzing, boete, last onder dwangsom of bestuursdwang) of strafrechtelijke afdoening.

Invullen door alle zorgaanbieders

Ik verklaar/Wij1 verklaren dat de jaarverantwoording naar waarheid en volledig is openbaar gemaakt dan wel aan de minister is overlegd, voldoet aan de vereisten van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG en niet in strijd is met andere beschikbare gegevens en informatie.

eHerkenning

1 Hiermee wordt bedoeld: de bestuurder(s), venno(o)t(en), ma(a)t(en) of eigenaar die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder buiten rechte te vertegenwoordigen. Of een persoon die gemachtigd is om de zorgaanbieders namens het bestuur te vertegenwoordigen.

Let op: Blijkt na deponering van de jaarverantwoording dat die in ernstige mate tekortschiet, dan meldt de zorgaanbieder dit onmiddellijk bij het CIBG via het elektronisch platform DigiMV.

Vragenlijst 2: Openbare vragenlijst door kleine, middelgrote en grote zorgaanbieders

Vraag 1 – Identificerende gegevens

Voor de routering in DigiMV is het van belang om een zorgaanbieder te kunnen identificeren. Zo krijgt u ook geen vragen voorgelegd die niet van toepassing zijn. Na toestemming van de zorgaanbieder worden de identificerende gegevens, voor zover bekend, uit het voorgaande boekjaar of het handelsregister van de Kamer van Koophandel automatisch in onderstaande invultabel geüpload. De zorgaanbieder controleert de openbaar te maken informatie. Wanneer de vooringevulde gegevens en informatie niet correct zijn, moet de zorgaanbieder de niet correcte gegevens of informatie in het handelsregister wijzigen. De zorgaanbieder is verplicht om de gegevens in het handelsregister juist, volledig en actueel te houden.

Invullen door alle kleine, middelgrote en grote zorgaanbieders

Naam van de zorgaanbieder

Uit handelsregister

Handelsregisternummer (KVK-nummer)

Uit handelsregister

SBI-code(s) van alle hoofd- en nevenvestigingen (activiteit(en))

Uit handelsregister

Rechtsvorm of organisatorisch verband (slechts één invullen)

Uit handelsregister

• Eenmanszaak

• Maatschap (inclusief kostenmaatschap)

• Vennootschap onder firma (vof)

• Commanditaire vennootschap (cv)

• Stichting

• Vereniging

• Coöperatie

• Onderlinge waarborgmaatschappij

• Naamloze vennootschap (nv)

• Besloten vennootschap (bv)

• Publiekrechtelijke rechtspersoon

• Kerkgenootschap

• Buitenlandse rechtsvorm

Overige organisatorische verbanden

• Provincie

• gemeente

• Wet gemeenschappelijke regelingen

• Samenwerkingsverband (inclusief HOED en POT-verbanden)

• Onderdeel van de militair geneeskundige dienst

• Rijksinstelling voor de verpleging van ter beschikking gestelden

• Formeel buitenlandse vennootschap

• Anders, namelijk (tekstveld)

Maakt de zorgaanbieder gebruik van vrijstellingen naar omvang van het bedrijf van de zorgaanbieder?

Uitleg:

Er zijn in omvang vier categorieën van zorgaanbieders: micro1, klein2, middelgroot3 en groot. De omvang van een zorgaanbieder is vooral bepalend voor de informatie die moet worden opgenomen in de jaarrekening en voor de bepaling of een bestuursverslag opgesteld moet worden, of er accountantscontrole nodig is (beide eisen gelden alleen voor middelgrote en grote zorgaanbieders) en of er nog afzonderlijke jaarlijkse verslagen opgesteld moeten worden. Zorgaanbieders die micro, klein of middelgroot zijn kunnen gebruik maken van diverse vrijstellingen. Ook kunnen micro zorgaanbieders volstaan met een beperkte gedeeltelijk openbare vragenlijst in plaats van een uitgebreide openbare vragenlijst.

Een zorgaanbieder mag kiezen om de vrijstellingen van een grotere omvang dan de omvang van het bedrijf van de zorgaanbieder toe te passen. Het toepassen van vrijstellingen van een kleinere omvang dan de daadwerkelijke omvang van het bedrijf van de zorgaanbieder is niet toegestaan.

• Ja, de vrijstellingen voor klein

• Ja, de vrijstellingen voor middelgroot

• Nee

Welke vormen van zorg heeft de zorgaanbieder verleend

(meerdere combinaties zijn mogelijk)?

• Huisartsgeneeskundige zorg

• Paramedische zorg

• Mondzorg

• Farmaceutische zorg

• Hulpmiddelenzorg

• Verloskundige zorg

• Kraamzorg

• Trombosezorg

• Abortuszorg (inclusief abortuskliniek)

• Cosmetische zorg

• Audiologische zorg

• Medisch specialistische zorg

• Gehandicaptenzorg

• Geestelijke gezondheidszorg

• Forensische zorg

• Verpleeg- en verzorgingshuizenzorg (inclusief kleinschalige wooninitiatieven/geclusterd wonen)

• Geriatrische revalidatiezorg

• Logeeropvang

• Wijkverpleging

• Dagbesteding

• Zorg bij stoppen-met-rokenprogramma

• Publieke gezondheidszorg

• Ziekenvervoer

• Anders, namelijk (tekstveld)

Beschikte de zorgaanbieder over één of meerdere cliëntenraden?

Uitleg:

Een patiënt kan via de cliëntenraad meepraten over het beleid van de zorgaanbieder. De cliëntenraad behartigt de belangen van patiënten in de breedste zin van het woord.

Ja/Nee

1 Verwezen wordt naar de vereisten als bedoeld in artikel 40b, vijfde lid van de wet en de vrijstellingen als bedoeld in artikel 3a van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.

2 Verwezen wordt naar de vereisten als bedoeld in artikel 4 en de vrijstellingen als bedoeld in artikel 5 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.

3 Verwezen wordt naar de vereisten en vrijstellingen als bedoeld in artikel 6 van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG.

Vraag 2 – Geconsolideerde of enkelvoudige informatie over de bedrijfsvoering

De zorgaanbieder die een geconsolideerde jaarrekening3Een geconsolideerde jaarrekening is de jaarrekening waarin de activa, passiva, baten en lasten van de rechtspersonen en vennootschappen die een groep of groepsdeel vormen en van andere in de consolidatie meegenomen rechtspersonen en vennootschappen, als één geheel worden opgenomen. opstelt, mag de informatie in deze vragenlijst geconsolideerd invullen. Als de zorgaanbieder dit doet, kunnen de overige zorgaanbieders die zijn meegenomen binnen de geconsolideerde jaarrekening worden vrijgesteld van de verplichting tot het beantwoorden van de vragen over hun eigen bedrijfsvoering.

Let op: Zowel de zorgaanbieder die een groepshoofd of een hoofd van een groepsdeel is als de groepsmaatschappijen maken wel afzonderlijk de eigen financiële verantwoording openbaar.

Alleen invullen door zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid en derde lid, onderdeel a

Behoorde de zorgaanbieder tot een groep?

Uitleg:

Groep

Een groep is een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden.

Groepshoofd of hoofd van een groepsdeel

Dit is een zorgaanbieder als bedoeld in artikel 2, eerste lid die aan het hoofd staat van zijn groep of groepsdeel. Deze zorgaanbieder heeft de centrale leiding over de groep en kan het beleid van de groep bepalen.

Groepsmaatschappijen

Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen en of vennootschappen die met elkaar in groepen zijn verbonden.

Nee, de zorgaanbieder is geen onderdeel van een groep (alleen invullen door zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid en derde lid, onderdeel a)

Zo nee, ga naar vraag 3.

Ja, de zorgaanbieder is het groepshoofd of hoofd van een groepsdeel (alleen invullen door zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid)

Ga naar vraag 2B.

Ja, de zorgaanbieder is een groepsmaatschappij (alleen invullen door zorgaanbieders als bedoeld in artikel 2, eerste lid en derde lid, onderdeel a)

Ga naar vraag 2C.

B. Zo ja, de zorgaanbieder is het groepshoofd of een hoofd van een groepsdeel

Beantwoordt de zorgaanbieder de vragen over de bedrijfsvoering geconsolideerd als groepshoofd voor de gehele groep van zorgaanbieders of als tussenholding voor een deel van de groep?

Ja/Nee

Zo nee, ga naar vraag 3.

Zo ja, welke zorgaanbieder(s) in de groep zijn vrijgesteld van het beantwoorden van de vragen over de bedrijfsvoering?

1. Naam en handelsregisternummer

2. Naam en handelsregisternummer (etc.)

Er wordt geen gebruik gemaakt van deze vrijstelling (Aanvinken)

C. Zo ja, de zorgaanbieder is een groepsmaatschappij

Is de zorgaanbieder vrijgesteld van de verplichting tot het beantwoorden van de vragen over zijn eigen bedrijfsvoering?

Uitleg:

Als het groepshoofd of hoofd van een groepsdeel de vragen over de bedrijfsvoering voor de hele groep (geconsolideerd) openbaar heeft gemaakt, kan de zorgaanbieder als groepsmaatschappij hiervan worden vrijgesteld.

Ja/Nee

Zo nee, ga naar vraag 3.

Zo ja, welke zorgaanbieder heeft als groepshoofd of hoofd van een groepsdeel namens deze zorgaanbieder de vragen over de bedrijfsvoering geconsolideerd openbaar gemaakt?

Naam en handelsregisternummer

Ga naar vraag 4

Vraag 3 – Vragen over de overige bedrijfsvoering van de zorgaanbieder

a. Vragen over governance

De Governancecode Zorg is een richtinggevend en levend document van en voor de zorgsector. De code biedt de zorgsector een instrument om de bestuursstructuur, medezeggenschap en bedrijfsvoering zo in te richten dat deze bijdraagt aan het waarborgen van goede zorg, aan het realiseren van haar maatschappelijke doelstelling en vertrouwen in de zorgsector.

Invullen door alle kleine, middelgrote en grote zorgaanbieders

Heeft de zorgaanbieder de principes en bepalingen van de Governancecode Zorg in zijn geheel toegepast?

Uitleg:

Zorgaanbieders zijn op grond van de Governancecode Zorg verplicht om jaarlijks verantwoording af te leggen over de wijze waarop de code is toegepast.

Kleine zorgaanbieders met minder dan 50 medewerkers die in dienstverband werkzaam zijn of als zelfstandige zonder personeel zorg verlenen, kunnen volstaan met toepassing van principe 1 (Goede zorg) en, voor zover relevant, principe 2 (Normen en waarden) evenals de waarborgen en randvoorwaarden voor goede zorg van de overige principes van deze code. Als een toezichthoudend en/of medezeggenschapsorgaan wettelijk niet is voorgeschreven, wordt voorzien in alternatieve vormen van medezeggenschap en invloed van de betrokken patiënten en zorgverleners die passen bij de karakteristiek van de kleine zorgaanbieder.

Niet van toepassing (n.v.t.) kan worden aangevinkt als de zorgaanbieder niet is gebonden aan de Governancecode Zorg, omdat de zorgaanbieder niet lid is van Actiz, de Nederlandse ggz, NFU, NVZ of VGN of een andere brancheorganisatie die de toepassing van de Governancecode Zorg verplicht stelt.

Ja/Nee/n.v.t.

Bij ‘Nee’, geef aan welke principes of bepalingen niet altijd en/of niet volledig zijn toegepast. (Tekstveld)

Was de zorgaanbieder onderworpen aan een andere code dan de Governancecode Zorg of paste de zorgaanbieder deze vrijwillig toe?

Zo ja, welke code(s) is of zijn dat?

Uitleg:

Een zorgaanbieder kan naast of in plaats van de Governancecode Zorg zijn onderworpen aan een andere code op basis van de rechtsvorm, andere vorm van zorgverlening of andere activiteiten dan zorgverlening. Voorbeelden van andere codes zijn Corporate Governance Code, GGD GHOR Nederland governance code, ZKN governance code of Code Goed Onderwijsbestuur.

Ja/Nee, bij ‘Ja’ (Tekstveld)

b. Vragen over aantallen zorgverleners en wijze van zorgverlening

De antwoorden op de volgende vragen geven, in samenhang met de financiële verantwoording, inzicht in de continuïteit van de zorgverlening.

Invullen door alle kleine, middelgrote en grote zorgaanbieders

Hoeveel zorgverleners verleenden gemiddeld per maand zorg?

Uitleg:

Een zorgverlener is een natuurlijk persoon die beroepsmatig zorg verleent. Ook een leerling-medewerker (BBL’er) is een zorgverlener.

Onderstaande personen tellen niet mee als zorgverlener:

• stafmedewerker;

• vrijwilliger;

• stagiair;

• mantelzorger;

• natuurlijke persoon die uitsluitend maatschappelijke ondersteuning of uitsluitend jeugdhulp verleent; en

• budgethouders.

Het gaat om het aantal personen en niet om aantal fte. Een zorgverlener die parttime werkt, telt dus als één zorgverlener. Ook uitbesteding van zorg wordt meegeteld. Als een zorgaanbieder bijvoorbeeld werkt met een onderaannemer, wordt het aantal zorgverleners bij deze onderaannemer meegeteld. Als een zorgaanbieder meerdere locaties heeft, wordt het aantal zorgverleners bij die locaties ook meegeteld.

Het totaal aantal zorgverleners wordt per maand, gedurende het boekjaar (twaalf maanden), bij elkaar opgeteld. Die uitkomst wordt vervolgens gedeeld door twaalf maanden en naar beneden afgerond. Als een zorgaanbieder een verkort boekjaar heeft dan wordt per maand, gedurende het verkort boekjaar, bij elkaar opgeteld. Die uitkomst wordt vervolgens gedeeld door het aantal maanden van het verkorte boekjaar en naar beneden afgerond.

Aantal

Wat is het ziekteverzuim percentage van de zorgverleners?

Uitleg:

Het ziekteverzuim-percentage is het totaal aantal ziektedagen van de zorgverleners in loondienst gedeeld door het totaal aantal beschikbare kalenderdagen. Let op: exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof.

%

Hoeveel vacatures stonden er op 31 december open die op 1 september ook open stonden?

Aantal

Is de zorgverlening geheel of gedeeltelijk uitbesteed door de zorgaanbieder (d.w.z.: werd deze verricht in onderaanneming, inclusief door zelfstandige zonder personeel (zzp’ers) en leden van een coöperatie)?

Uitleg:

Een hoofdaannemer sluit de contracten met de Wlz-uitvoerder, de zorgverzekeraar of een houder van een persoonsgebonden budget waarin de zorgaanbieder zich verplicht tot het leveren van zorg. Ook brengt de hoofdaannemer de tarieven in rekening ten aanzien van die contracten.

De hoofdaannemer besteedt de te leveren zorg zelfstandig – geheel of gedeeltelijk – uit aan de onderaannemer, zelfstandige zonder personeel (zzp’er) of leden van een coöperatie. Deze andere zorgaanbieder verleent geheel of gedeeltelijk daadwerkelijk de zorg, namens de hoofdaannemer.

Bij ‘Gedeeltelijk’ wordt het percentage van de baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening gevraagd

○ Geen

○ Gedeeltelijk, 0–25%

○ Gedeeltelijk, 25–50%

○ Gedeeltelijk, 50–75%

○ Gedeeltelijk, 75–100%

○ Geheel

Heeft de zorgaanbieder geheel of gedeeltelijk zorg verleend als onderaannemer?

Uitleg:

Bij onderaannemers kan worden gedacht aan zorgaanbieders die geen contractuele verplichtingen hebben tegenover de Wlz-uitvoerder, de zorgverzekeraar of een pgb-houder. Onderaannemers hebben alleen een contractuele relatie met de hoofdaannemer. Op basis daarvan brengt de onderaannemer alleen tarieven in rekening bij de hoofdaannemer.

Bij ‘Gedeeltelijk’ wordt het percentage van de baten uit beroeps- of bedrijfsmatige zorgverlening gevraagd

○ Geen

○ Gedeeltelijk, 0–25%

○ Gedeeltelijk, 25–50%

○ Gedeeltelijk, 50–75%

○ Gedeeltelijk, 75–100%

○ Geheel

c. Vragen over het aantal patiënten en inzetten

Om de omvang van een zorgaanbieder te kunnen bepalen, worden vragen over het aantal patiënten en inzetten gesteld. Het is voor de zorgautoriteit ook een indicator voor het beoordelen van correct declaratiegedrag.

Invullen door alle kleine, middelgrote en grote zorgaanbieders

Deze vraag niet beantwoorden door ziekenvervoer.

Aan hoeveel unieke patiënten is zorg verleend?

Uitleg:

Als aan de patiënt zorg wordt verleend die wordt gefinancierd vanuit meerdere financieringsbronnen, zoals de Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg of een subsidie dan geldt dit als één unieke patiënt. Bij het aantal unieke patiënten wordt de uitbesteding van zorg meegeteld. Als een zorgaanbieder bijvoorbeeld werkt met een onderaannemer, wordt het aantal patiënten bij deze onderaannemer of onder-onderaannemers meegeteld. Als een zorgaanbieder meerdere locaties heeft, wordt het aantal patiënten van alle locaties bij elkaar opgeteld.

Aantal

Deze vraag uitsluitend beantwoorden door ziekenvervoer.

Hoeveel inzetten zijn er geweest?

Aantal

Vraag 4 – Bestuursverklaring

De zorgaanbieder is zelf verantwoordelijk voor het tijdig, juist en volledig openbaar maken van de jaarverantwoording. Het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving behoort een onderdeel te zijn van een beheerste bedrijfsvoering. De zorgautoriteit houdt toezicht en handhaaft op de tijdigheid, juistheid en volledigheid van de jaarverantwoording. Bij overtreding van deze verplichting kunnen de zorgautoriteit en Nederlandse Arbeidsinspectie kiezen voor een bestuursrechtelijke sanctionering (aanwijzing, boete, last onder dwangsom of bestuursdwang) of strafrechtelijke afdoening.

Invullen door alle zorgaanbieders

Ik verklaar/Wij1 verklaren dat de jaarverantwoording naar waarheid en volledig is openbaar gemaakt, voldoet aan de vereisten van de Regeling openbare jaarverantwoording WMG en niet in strijd is met andere beschikbare gegevens en informatie.

eHerkenning

1 Hiermee wordt bedoeld: de bestuurder(s), venno(o)t(en), ma(a)t(en) of eigenaar die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder buiten rechte te vertegenwoordigen. Of een persoon die gemachtigd is om de zorgaanbieders namens het bestuur te vertegenwoordigen.

Let op: Blijkt na deponering van de jaarverantwoording dat die in ernstige mate tekortschiet, dan meldt de zorgaanbieder dit onmiddellijk bij het CIBG via het elektronisch platform DigiMV.

Bijlage

5

Melding dat openbare jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet (désaveuverklaring) als bedoeld in artikel 13, vierde lid

Door middel van onderstaand formulier kan de zorgaanbieder melden dat na deponering is gebleken dat de openbaar gemaakte of aan de minister overlegde jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet. Het CIBG zal deze mededeling op de website www.jaarverantwoordingzorg.nl en het portaal van het Landelijk Register Zorgaanbieders plaatsen. De openbaar gemaakte en aan de minister overlegde jaarverantwoording wordt door het CIBG niet heropend of vervangen, tenzij het een publicatiefout van het CIBG of schending van de Algemene verordening gegevensbescherming betreft.

Invullen indien van toepassing (alleen de van toepassing zijnde situatie invullen)

Situatie 1:

Ik meld/Wij1 melden onverwijld dat de door de zorgaanbieder openbaar gemaakte of aan de minister overlegde jaarverantwoording in ernstige mate tekortschiet (anders dan situatie 2).2

Aanvinken

Ik meld/Wij melden onverwijld dat de financiële verantwoording of onderdelen van de daarbij te voegen informatie niet openbaar is/zijn gemaakt of aan de minister zijn overlegd.

Aanvinken

Deponeren van de ontbrekende onderdelen:

1. financiële verantwoording en de verplichte toelichting daarop;

2. accountantsverklaring;

3. overige gegevens;

4. bestuursverslag;

5. verslag van de interne toezichthouder.

Naam van de bestuurder(s), de venno(o)t(en), de ma(a)t(en) of de eigenaar van een eenmanszaak die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder te vertegenwoordigen

eHerkenning

1 Hiermee wordt bedoeld: de bestuurder(s), venno(o)t(en), ma(a)t(en) of eigenaar die volledig bevoegd is/zijn om de zorgaanbieder buiten rechte te vertegenwoordigen.

2 De jaarverantwoording schiet bijvoorbeeld in ernstige mate tekort bij een onjuiste waardering of resultaatbepaling, een onjuiste rubricering of een onjuiste of onvolledige toelichting of indien de andere informatie betreffende de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder als bedoeld in Bijlage 4 in ernstige mate tekort schiet.